VERZEKERINGSINSTELLINGEN
VAN DE ZLM
Toenemend
ziekte-verzuim
De leidingenstraat
in West-Brabant
3
Si
Uit verslagen blijkt, dat het ziekteverzuim de laat
ste jaren sterk is toegenomen. In de periode na 1955
is het aantal ziektemeldingen zelfs toegenomen met
40 terwijl bovendien de ziekteduur met rond 20
toenam. Deskundigen breken zich het hoofd over de
oorzaken van deze toename. Immers dit ziekteverzuim
kost handen vol geld. Wordt men tegenwoordig ge
makkelijk ziek wegens gebrek aan arbeidsvreugde of
worden de mensen zwakker, waardoor de bacillen
meer vat krijgen. Wij dachten, dat dit laatste argu
ment rustig kon worden vergeten.
T.a.v. het eerste punt lazen wij een interessante
beschouwing in het maandblad ,,De Beursbengel"
waarin nader wordt ingegaan op de medische aspec
ten van de arbeidsongeschiktheid.
In 1954 stelde een zekere Maslow een hiërarchie
van de menselijke behoeften op:
L De onderste laag behoeften wordt gevormd door
de primaire levensbehoeften (eten, drinken, kle
ding, huisvesting). De volgende laag is de duur
zame bevrediging van drie primaire behoeften.
De derde laag is de zekerheid van werk.
Daarboven komt de voldoening in het werk en
daarboven de erkenning al individue en tenslot
te de mogelijkheid tot ontplooiing van de per
soonlijkheid.
Komt men meer in de onderste lagen van de be
hoefte-hiërarchie, dan kan eenvoudiger aan de
behoeften worden voldaan en daalt de motivatie
tot het leveren van prestaties.
De patiënt komt er sneller toe de beslissing te
nemen om „ziek" te zijn en het werk te staken.
De 'beslissing zich ziek te melden wordt mede be-
invloed door de verzuimnoodzaak d.w.z. naast de
objectieve noodzaak de subjectieve i.e. het eigen
oordeel over het niet kunnen werken, en daar
naast door de verzuimgelegenheid en de verzuim-
mogelijkheid.
De verzuimgelegenheid wordt bepaald door de
inzichten over het verzuim van het gezin» de fa
milie, de collega's (personeel), het milieu, de bu
ren, de publieke mening (radio, T.V. e.d.). De
verzuimmogelijkheid door de financiële en so
ciale consequenties, de uitkeringsvoorwaarden,
de medische organisatie en de controle.
II. Er is reden om aan te nemen dat het subjectieve
aandeel in het ziektebeeld is toegenomen en dat
de beslissing om ziek te zijn en te verzuimen daar
door vaker zal worden genomen. Dit wil zeggen,
dat de weerstand tegen zich als zieke gedragen,
geringer is geworden.
De ziektedrempel die men moet overschrijden is
lager komen te liggen.
'Prof. Philipsen veronderstelt, dat de verlaging
van de ziektedrempel verband houdt met een drie
tal faktoren:
1. De subjectieve noodzaak om te verzuimen
wordt vaker aanwezig geacht.
Bepaalde klachten worden thans in tegenstel
ling tot vroeger als ziekte beschouwd.
Dit geldt vooral voor de psychische stoornis
sen.
2. De verzuimgelegenheid is groter geworden, er
is minder financieel en maatschapplijk risico.
3. De verzuirnbehoefte is toegenomen.
III. Men verzuimt sneller, omdat er noch moreel noch
materieel verzuimremmende faktoren aanwezig
zijn.
De levenshouding van vele mensen is veranderd.
Zij nemen een fatalistische privatistische levens
houding aan.
SPIJKERS MET KOPPEN
Wij dachten, dat in bovenstaande beschouwing spij
kers met koppen werden geslagen. Hoe beter de so
ciale voorzieningen worden d.w.z. wanneer men zon
der te werken nauwelijks enig financieel nadeel lijdt,
integendeel soms zelfs voordeel hoe groter het ziekte
verzuim gaat worden. Het is altijd nog zo geweest, dat
wanneer de prikkel wordt weggenomen er misstanden
ontstaan.
Uiteraard zijn onze goede sociale voorzieningen be
doeld voor diegenen, die ook werkelijk ziek zijn. De
gelegenheid maakt echter de dief. Men staat er steeds
weer versteld van hoe vindingrijk de mensen zijn als
het er om gaat voor een dubbeltje le rang te zitten.
Zolang men van overheidswege niet overgaat to'
het invoeren van een zeker eigen risico b.v. de eer
ste 3 consulten van een dokter voor eigen rekening
en de eerste 50,aan poeders en pillen, zal het niet
verbeteren. En toch zou dit voor praktisch iedere Ne
derlander betaalbaar zijn.
Laat men niet afwachten tot de wal het schip keert
d.w.z. dat de sociale lasten onbetaalbaar worden.
DE L.
Sinds het wetsontwerp tot verklaring van het al
gemeen nut inzake inrichting van buisleidingstraten,
door de beide Kamers der Staten Generaal werd aan
genomen, wordt er hard gewerkt om de aanleg van
deze leidingenstraat zo spoedig mogelijk te realise
ren.
De uitvoering geschiedt voor wat het landelijk ge
bied betreft onder toezicht van de Cultuurtechnische
Dienst met als uitvoerders voor Noord-Brabant de
Grontmij. en voor het Zuidhollands tracé de Kon.
Ned. Heidemij.
De leidingenstraat loopt van de industrieterreinen
te Pernis via Klundert, Oud-Gastel, richting Zeeland
en België, daarbij voor zover mogelijk het tracé van
rijksweg 17 volgend. Het oorspronkelijk plan ging uit
van een westelijk en een oostelijk tracé door het
Brabantse gebied, waarbij de Gew. Raad van het
Landbouwschap voor Noord-Brabant voorkeu^ uit
sprak voor aanleg van het oostelijk tracé.
De regering heeft uiteindelijk voor het westelijk
tracé gekozen, hoewel met het oog op de toekomst
de stippellijn van het oostelijk tracévoorlopig wel
op de planologische kaarten gehandhaafd zal blijven.
De bedoeling van de leidingenstraat is de aan te leg
gen leidingen zoveel mogelijk in één strook te bun
delen, waardoor wordt voorkomen, dat een wirwar
van buisleidingen geheel West-Brabant zou gaan
doorkruisen. De totale lengte van het tracé van Per
nis tot de provinciale grens ZeelandBraba|nt be
draagt 70 km.
De strook heeft bij Klundert een breedte van 200
meter, verder naar het zuiden varieert de breedte
van 80 tot 100 meter.
De buizen dien-en te worden gelegd op een diepte
van tenminste 1 meter beneden het grondoppervlak.
Ook de afvalwaterleiding naar Waarde wordt voor
een deel in de leidingenstraat aangelegd. In de eer
ste 3 jaar zullen, adus de heer Boer van de Cultuur
technische Dienst, die met het toezicht op de uitvoe
ring belast is, 6 a 7 leidingen in de strook worden
aangelegd.
Verwacht wordt dat de leidingenstraat in de be
hoefte van de eerste 20 jaar zal kunnen voldoen. Daar
bij is rekening gehouden met de verwachting, dat het
transport van olie, chemische produkten e.d. in de
toekomst steeds meer via pijpleidingen zal plaats vin
den.
Dit te meer daar het transport van gevaarlijke stof
fen met grote tankauto's gevaren oplevert voor het
toenemend verkeer op onze wegen en het niet uitge
sloten is, dat hieraan beperkingen zullen worden op
gelegd.
Nadat eerst 'bij Klundert een proef vak werd aange
legd, is in april j.l. met de werkzaamheden begonnen,
waarbij er naar wordt gestreefd de gehele leidingen
straat nog dit jaar bedrijfsklaar te krijgen.
Voor de aankoop van de benodigde gronden is een
vertrouwenscommissie uit de standsorganisaties inge
steld, terwijl de aanpassing van de ontwateringswer-
ken (sloten, drainages) geschiedt in overleg met de
'betreffende waterschappen. Bijzondere problemen
leveren de kruisingen van de spoorlijn, rijksweg 17
en de rivieren Mark en Steenbergse Vliet. Hier wordt
gewerkt met ondertunneling en -met gecombineerde
zinkerbundels.
Met de aanleg van de tunnel in het Hollands Diep
zal in september worden begonnen. Deze tunnel he°ft
een diameter van 4 meter. De tunnelsegmenten heb
ben een lengte van 60 meter en zullen in de bodem
van het Hollands Diep worden gegraven.
De totale kosten van de leidingenstraat, inclusief
grondverwerving, zijn geraamd op 150 millioen gul
den.
De kosten van de tunnel in het Hollands Diep ad.
20 millioen gulden zijn hierbij inbegrepen.
K.
De kritieh op het peil der belastingen en op het
vaderlandse belastingstelsel neemt steeds toe.
Het peil van de heffing heeft het niveau van het
verantwoorde bereikt of overschreden.
De manier van heffen, de ingewikkeldheid van de
bepalingen is zo groot geivorden dat allerwege de
staf over onze belastingen wordt gebroken.
Ook de scherpte van de kritiek neemt toe en om
eens tot uitdrukking te brengen hoe ver dit soms gaat,
onderstaand enige commentaren uit de vakpers.
Allereerst het commentaar van professor J. E. A.
M. van Dijcki in het tijdschrift Beslissingen in belas
tingzaken op een arrest van de Hoge Raad van 26-4-
1972 betreffende de toepassing van artikel 14 Ver
mogensbelasting, wat handelt over de teruggaaf van
V.B. bij een negatief inkomen.
Wij citeren:
„Er zijn weinig artikelen, die in botheid met arti-
„kel 14 lid 5 kunnen wedijveren. Theoretisch niet of
„nauwelijks gefundeerd, praktisch, grillig loterij-
„achtig in zijn effecten. Het is verleidelijk te stel-
„len dat een bot artikel een botte interpretatie toe
staat. Voorzover de wetgever bij artikel 14 lid 5
„heeft nagedacht, mag men aannemen dat met de
„term belastbaar inkomen bedoeld is het belastbaar
„inkomen in de zin van art. 3 I.B."
Wij gaan op het technische aspect niet in, alleen de
manier van critiseren willen wij voor het voetlicht
brengen.
Een andere professorale ontboezeming ontlenen wij
aan het weekblad voor fiscaal recht waarin profes
sor H. J. Hofstra aan het woord is over het wetsont
werp „fiscale oudendagsreserve voor zelfstandigen".
Wij citeren:
„Bij elke beleidsbeslissing spelen twee vragen een
rol: de vraag of de in overweging genomen maatre
gel kan worden doorgevoerd en die of hij BEHOORT
te worden doorgevoerd. Is invoering onmogelijk, dan
is de kous af. Ik meen dat reeds op deze grond het
wetsvoorstel moet worden afgewezen. Maar belang
rijker is dat het in deze vorm niet BEHOORT te wor
den aanvaard. Indien in een land waar hongersnood
heerst de regering beslist rantsoenen uitsluitend uit
te delen aan diegenen die in dezelfde maand geboren
zijn als de vrouw van de minister-president liggen
absurditeit en onrechtvaardigheid van de gedane
keuze voor de hand. Even absurd en onrechtvaardig
is het om van de enkele miljoenen Nederlanders die
helaas nog geen of een onvoldoende oudedags-
verzorging hebben één groep uit te kiezen aan wie
deswege een fiscale tegemoetkoming wordt verleend
en die aan de anderen te weigeren. Het mag dan zijn
dat deze goed georganiseerde groep luidruchtiger op
de trommel heeft weten te slaan dan andere, het mag
ook zijn dat doorvoering van deze maatregel een pro
fijtelijke populariteit kan bezorgen aan wie hem
steunde, dat maakt de zaak alleen maar erger. Indien
wordt verondersteld dat de belastingheffing iets kan
bijdragen tot de oplossing van het oudedagsprobleem
is alleen een ALGEMENE maatregel, die in beginsel
voor iedereen geldt, zonder privilege voor de een en
zonder discriminatie van de ander, verantwoord".
Tot slot enige zinnen uit de jaarrede van de voor
zitter van de vereniging van Inspecteurs van 's Rijks
belastingen.
„Indien het ontwerp oudedag sreserve tot wet
„wordt", aldus de heer Verburg, „wordt daarmede
„een massaal toe te passen regeling geïntroduceerd
„die buitengewoon ingewikkeld is en zowel de be
lastingplichtigen als de belastingambtenaren vele
„hoofdbrekens zal kosten. Dit k-an tot grotere on-
„rechtv aardigheden bij de uitvoering leiden. Temeer
„nu ook het huidige werk moeilijker wordt en in om
gang toeneemt".
De commentaren bewijzen naar wij menen, dat een
diepgaande bezinning op het punt van belastinghoog
te en belastingstelsel een zaak is van grote urgentie.
PAAUWE.