Landbouw-
oraanisatieleven in net vice-president van het KNLC
Europa van de tien
ITALIË
KORTE WENKEN
9
Mr. J. F. G. Schlingemann,
y sichreef voor de KNLC-bla-
den een negental artikelen
waarin op populaire wijze het
landbouworganisatieleven
van de negen andere E.E.G.-
landen worden behandeld.
Deze week de tweede van
deze bijdragen.
In Italië, waar de agrarische beroepsbevolking nog
een kleine 20 van de totale uitmaakt, is het land
bouworganisatiewezen gevarieerder, verdeelder zou
men ook kunnen stellen, dan in de Bondsrepubliek
Duitsland. Niet alleen dat er meer dan één landbouw
organisatie zich intensief met het beleid bezighoudt, er
zijn ook elkander bestrijdende coöperaties. Voorts
spreekt de politiek een stevig woordje mee, daar een
van de twee landbouworganisaties zeer sterk gebon
den is aan en verbonden met de grote Christen Demo
cratische partij. Het is ook de grootste en machtigste
organisatie met de naam „Confederazione Nazionale
dei Coltivatori Diretti". Haar leider is het kamerlid Bo-^
nomi, die zich practisch uitsluitend op het binnenland-*
se politieke vlak beweegt en wiens redevoeringen in
onze oren soms weinig met het werkelijke landbouw
beleid bezighouden, doch veel meer op de interne Ita
liaanse politieke verhoudingen en vraagstukken ge
richt zijn. Volgens eigen opgave omvat deze confe
deratie, die in 1944 na de val van Mussolini is opge
richt, 1,2 miljoen aangesloten families, die ongeveer 3
miljoen actieve personen vertegenwoordigen. Ruim
1400 afdelingen zijn over het gehele land verspreid,
zodat de organisatie jn de meeste gemeenten van Italië
werkzaam is. De Vrouwenorganisatie telde einde 1971
meer dan 19.000 leden, de jongerenorganisatie bijna
60.000.
Bonomi, President Confederazione dei Coltivatore
Diretti.
VERSCHILLENDE dochters werden in het leven ge-
roepen. Zo ontstond een Bond van deelpachters
een veel voorkomende vorm van grondgebruik in
Italië een bond van herders, een vereniging' van
oud koloniale boeren en deelpachters, een soort van
nationale overkoepeling van wat wij bedrijfsvereni
gingen zoudèn noemen, enz.
De organisatie beweegt zich op talloze terreinen,
zowel wat betreft de technische als de sociale voor
lichting en hulpverlening, op dat van het onderwijs
en de vorming en van het sociaal tourisme. Zij heeft
daarvoor diensten en afdelingen in het leven geroe
pen, die ook de vrouwen en de jongeren moeten acti
veren en helpen bij hun ontwikkeling.
Voor zover wij deze „Coltivatori Diretti" hebben
leren kennen is zij een werkelijke standsorganisatie,
die vooral ook op sociale en christelijke principes is
gegrondvest, hetgeen haar statuten ook aangeven.
Naast de economische en technische vooruitgang in
de landbouw te bevorderen streeft zij dus sterk er
naar de sociale en de beroepspositie van de zelfstan
dige werkers in de landbouw te versterken en te ver
beteren. Zij is er bijvoorbeeld trots op -de eerste orga
nisatie te zijn, die alleen gegrondvest is op deze zelf
standige werkers. Dit klinkt in onze Nederlandse oren
misschien wat overdreven, maar wie de Italiaanse si
tuatie in de landbouw kent, weet dat vooral het in
stituut van de deelpachters een zeer belangrijke
plaats inneemt. Deze vorm van pachters, die vooral
wanneer het om allerlei soorten bedrijfjes gaat, het
midden houden tussen in een soort van loondienst
staanden en toch ook zelfstandig zijn, worden in de
nu besproken organisatie als volwaardige leden mee
geteld, terwijl de werkelijke landarbeiders er geen
deel van uitmaken.
|\OOR de sterke binding aan de Christen Democra-
tische partij, die na de oorlog tot nu toe in Italië
de sterkste is geweest, heeft zij juist op het sociale
vlak nogal wat successen kunnen boeken. Zo kwamen
invaliditeits- en oudedagspensioen tot stand, alsmede
verplichte hulp bij ziekte en kinderbijslag. Daarnaast
een wet op de vergroting der bedrijven, xyaarin zeer
sterke rente-subsidies zijn verankerd, een wet voor
de bergboeren Italië is zeer bergrijk en een
„groene plan", dat voorziet in het bevorderen van
vele structurele verbeteringen. De organisatie beroept
zich er ook op, dat zij redelijke pachtprijzen en voor
waarden voor de deelpachters heeft bewerkstelligd.
In het actieprogramma voor de toekomst hecht „La
Coltivatori Dirette" vooral waarde aan een 3-tal pun
ten. Allereerst dient gestreefd te worden naar gelijk
heid van inkomen van de werkers in de landbouw
met dat in andere sectoren van het maatschappelijke
leven. De verdediging van dit pariteitsbeginsel heeft
hoge voorrang. Het dient verwezenlijkt te worden
door een actief prijsbeleid en een dynamisch struc
tuurbeleid. Door dit laatste, dat de Italiaanse rege
ring ook steeds sterk in E.E.G.-verband te Brussel
heeft bepleit, moeten de bedrijven in Italië, waarvan
velen een achterstand hebben op die in de andere
E.E.G.-landen, een grotere doelmatigheid verkrijgen
Dr. Alfredo Biana, President Confederazione dell
AgTicoltura.
en ruimere economische mogelijkheden.
Niet voor niets is de Italiaanse minister van land
bouw Natali, toen hij na de laatste marathonzitting
van de landbouwraad in Brussel, in Rome terug
kwam, als een held en overwinnaar gevierd. Einde
lijk immers wordt een begin gemaakt met 'het ge
meenschappelijke structuurbeleid, waarvan Italië
vooral financieel het meest hoopt te profiteren. En hij
is als Christen Democratische minister een trouwe
aanhanger en vriend van de Coltivatori Diretti!
DEN tweede punt van urgentie is de uitbreiding van
de sociale voorzieningen voor de vele kleine on
dernemers en deelpachters en de gelijkstelling van
deze voorzieningen met die van de arbeiders in Italië.
Tenslotte bevat het programma een verdere sterke
bevordering van de coöperatie en de samenwerkings
vormen, juist ook om de aan de gang zijnde exodus
van jonge mensen van de landbouw en het platteland
wat tegen te gaan en af te remmen. Voor hen die op
de boerderijen van hun ouders willen blijven, bepleit
de organisatie extra premies, voorrang bij steunmaat
regelen in het structurele vlak en steun bij de finan
ciële problemen rond de vererving.
Rest tenslotte van deze grootste Italiaanse land
bouworganisatie nog te vermelden, dat zij voorstan
der is van het vrije familiebedrijf en dat zij te Brus
sel in het C.O.P.A.-verband over vasthoudende en
kundige vertegenwoordigers beschikt. De gróte lei
ders blijven echter in Rome en in eigen land, een
euvel, dat meer in C.O.P.A. wordt waargenomen.
Wij höbben wat lang stilgestaan bij deze Coltivatori
Diretti, niet omdat de andere grote organisatie van
weinig belang zou zijn, maar omdat zij in hoofdlijnen
en doelstellingen hetzelfde beeld vertoont. Princi
pieel verschilt zij echter fundamenteel. Wij doelen
nu op de „Confederazione Generale deH'Agricoltura
Italiana". Eveneens over het gehele land verspreid,
wordt zij toch meer vereenzelvigd met de grote boe
ren en de landeigenaren, die hun bezittingen dan
weer in deelpacht hebben uitgegeven en zo toch nog
mee exploiteren. Hun voorzitter is de jonge graaf Dr.
Alfredo Diana, die als zoon van een gewezen diplo
maat zijn talen voortreffelijk spreekt, maar jammer
genoeg ook weinig in internationaal landbouwver-
band wordt gezien. Deze organisatie is niet politiek
gebonden en zij omvat dan ook van liberalen tot com
munisten. Deze laatsten zijn, zoals bekend, in Italië
zeer sterk en ook op delen van het platteland. Toch
zijn ook vele kleine zelfstandige boeren lid van de
plaatselijke en regionale afdelingen van deze confe
deratie. Zo vonden Zeeuwen, die na de overstromin
gen van enkele jaren geleden in Grosseto vee gingen
aanbieden aan de vele getroffen kleine boeren, daar
alleen een afdeling van deze organisatie aan.
MAAST en tesamen met deze twee nationale land-
bouworganisaties werkt de grote coöperatieve
organisatie, La Federazione Italiana dei Consorri
Agrari. Reeds in 1892 gesticht, overkoeplde deze or
ganisatie alle plaatselijke coöperatieve activiteiten op
het gebied van aankoop, verkoop, verwerking, enz.
Er zijn thans 66 provinciale en 12 interprovinciale
coöperatieve aan- en verkoopverenigingen lid. De
fëderatie 'beweegt zich thans op velerlei terrein zoals
produktie, aankoop en verkoop van kunstmeststoffen,
bestrijdingsmiddelen, zaden, veevoeders, machines en
landbouwwerktuigen, vee en vlees, etc. Zij financiert
de plaatselijke coöperaties, zij neemt deel aan het
kweekwerk en onderzoekingswerk, kortom zij is een
all-over coöperatieve instelling. Bovendien is zij door
de overheid erkend en als inname organisatie voor
granen aangewezen. Zij heeft kantoren in Mie delen
van Italië, maar ook voor de export in Parijs, Lon
den, München, Frankfort, New York en Washington,
Tenslotte een kantoor in Brussel bij de E.E.G. en zij
financiert het buitenlandse werk van de twee grote
standsorganisaties.
Wij willen met deze opsomming volstaan. Het zou
de indruk kunnen geven van een grote eensgezind
heid in .deze sector. Maar dit is misleidend. Want wel
is de „Federconsorzi" zoals zij in de volksmond ge
noemd wordt, machtig, maar er zijn wel degelijk ster
ke concurrerende krachten en onafhankelijke coöpe
raties, dikwijls onder sterke communistische invloe
den. Ook voor Italië geldt het gezegde: „Zoveel hoof
den, zoveel zinnen". Wij hebben u hier slechts de be
langrijkste organisaties beschreven, die bovendien in
ternationaal en in C.O.P.A.-verband meespelen.
Enkele gegevens over de Italiaanse landbouw
Bevolking en Inkomen 1968
Bevolking 52,8 miljoen
Bevolkingsdichtheid 175 km2
Percentage
agrarische beroepsbevolking 23,2
Boereninkomen in percentage van
nationaal inkomen 11
Oppervlakten
Ha. akkerbouw 12,81 miljoen
Grasland 5,16 miljoen
Tuinbouw 3,40 miljoen
Bos 6.15 miljoen
Aantal bedrijven 2,649 milj.
(hiervan 84 kleiner dan 10 ha.)
Veestapel
Rundvee
Melkkoeien
Varkens
Schapen
Pluimvee
Tractoren
in milj./stuks
9,5
4,4
72
8,2
110
0,543
Gemiddelde opbrengsten
Tarwe 2270 kg per ha
Gerst 1500 kg per ha
Aardappelen 11700 kg per ha
Suikerbieten 38200 kg per ha
Melk 2837 kg per koe
Het percentage van de agrarische beroepsbe
volking is inmiddels tot onder de 20 gedaald.
C. A. R. - ZEVENBERGEN
AKKERBOUW
EEN VOORJAARSGIFT VAN FOSFAAT is gunstig
voor de groei van het jonge gewas, speciaal op perce
len waar de fosfaattoestand aan de lage kant is. Dit
is echter op meer dan de helft van het zeekleibouw
land het geval. Een fosfaatbemesting zal dus als regel
in het voorjaar nodig zijn. Wanneer de kali dan in de
nazomer wórdt gestrooid, is een samenstelling van
stikstof en fosfaat voldoende.
DE KALITOESTAND IS OP ONZE ZEEKLEI-
GROND in het algemeen goed tot zeer goed. Een kali
bemesting dient dan ook in hoofdzaak om het kaligetal
op peil te houden. Voor aardappelen geven we ter be
strijding van blauw meer kali dan voor de groei nodig
is. Geef daarom de kali in de nazomer, het heeft be
slist geen nadelige invloed op de opbrengst.
EEN KALIBEMESTING toegediend in bijv. augus
tus geeft verschillende voordelen t.o.v. in het voor
jaar. Bij gebruik van Kalizout 60 procent is deze aan
merkelijk goedkoper dan in de vorm van mengmest.
Bij bieten kan bij grote giften kunstmest zoutschade
ontstaan in de vorm van verbranding zoals in het afge
lopen voorjaar op verschillende percelen was te zien.
WANNEER U ALS NATEELT nog stamslabonen
wilt uitzaaien dan moet u dat wel zo vlug mogelijk
doen. Iedere dag na 15 juni moet worden benut* want
de opbrengst loopt dan geleidelijk aan terug. Tot
±15 juli kan nog worden gezaaid. Bij laat zaaien dient
u meer zaaizaad te gebruiken. Meer stikstof geven dan
bij vroege zaai helpt beslist niet.
VOOR EEN GOEDE VERTERING van een graszaad
stoppel zal als regel frezen noodzakelijk zijn. Is het
perceel vrij van wortelonkruid dan kunt u daar nog
een prima gewas wikken als groenbemesting op telen.
De grond is dan bedekt en de vrijkomende stikstof van
de wikken zorgen voor een goede vertering middels
een intensieve bacteriewerking.