IN HET UITERSTE GEVAL officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant zlm VRIJDAG 23 JUNI 1972 60e Jaargang - No. 3137 land- tuinbouwblad Eer. indrukwekkend gezicht was één dezer dagen het transport in Oostelijk Flevoland van een al New Holland-Claysen maaidorsers en een zelfde aantal New Holland zelfrijdende zwadmaaiers op wag naar het terrein van de Werktuigkundige Dienst van de Rijksdienst „IJsseimeerpolders" te Dronten waar de overdracht aan deze dienst plaats vond. Als vertegenwoordiger in Nederland van deze land bouwwerktuigen verzorgde Van Driel Van Dorsten te Hoofddorp deze belangrijke levering. Bijzonder heden over deze maaidorsers en zwadmaaiers in Mechanisatienieuws". Landbouwschap had bespreking met minister Lardinois pagina 3 Uit de praktijk pagina 5 De teelt van winter bloemkool pagina 6 Ervaringen met vloei bare meststoffen pagina 7 Mechanisatienieuws pagina 8 Problemen rond de Hinderwet in Noord-Bra bant pagina 8 "Mr. Schlingemann be schrijft Italië als EEG- partner pagina 9 De groei van kalveren die de eerste zomer op stal staan pagina 11 tfc Mededeling betreffen de de ruilverkavelingen Koewacht en Kieldrecht pagina 12 In dit nummer o.m.: GROTE gebeurtenissen werpen hun schaduwen vooruit. Afgaand op dit gezegde moet de Rijks begroting 1973 wel een geweldige gebeurtenis wor den. Men kan tenminste vrijwel iedere dag lezen dat het geschatte, tekort weer groter is geworden zodat opnieuw extra moet worden bezuinigd. Wij hebben het er al vaker over gehad waaraan deze moeilijke situatie in de Nederlandse economie is te wijten. Het zijn de kostenstijgingen die door te grote loonsomstijgingen ontstaan. BEZUINIGEN Voor de overheid, die de salariëring van ambtenaren heeft gekoppeld aan de algemene trend binnen het bedrijfsleven, geldt precies hetzelfde. Immers over heidskosten zijn voor een zeer groot gedeelte salaris kosten en maar voor een betrekkelijk klein gedeelte materiaalkosten. Wil men dus bezuinigen dan kunnen alleen kleine bezuinigingen op de materialen worden uitgevoerd zonder dat deze repercussies hebben op de hoeveelheid ambtenaren. In de personeelssector kan men natuurlijk ook bezuinigen maar daar zijn twee moeilijkheden aan verbonden. In de eerste plaats zal een ontslagen ambtenaar nog lange tijd wachtgeld trekken waardoor het voordeel betrekkelijk gering is, althans het direct voordeel. Dit bezwaar geldt niet voor het niet vervullen van vacatures wat dan ook altijd de eerste maatregel is en die nu ook voor rijks personeel geldt. In de tweede plaats zal er, als men er van uitgaat dat de overheidsambtenaren allemaal een belangrijke taak uitvoeren, achterstand komen in de werkzaamhe den. Men moet dan dus verschillende overheidstaken nog eens bezien en sommige afkappen. Het zal duide lijk zijn dat de overheid zelf tot dit laatste niet zo ge makkelijk overgaat. Alle aandrang op afkappen van niet noodzakelijke taken is vooral de laatste zes jaar al door verschillende politieke partijen uitgeoefend. Gewoonlijk begint men met het zogenaamde doorlich ten van het apparaat en dat betekent dat een over heidsdienst of een particuliere instelling de ambtena ren bezig houdt en hem ook nog van hun werkelijke taak afhoudt. Ook dit levert meestal niet geweldig veel op, zeker niet voor de naaste toekomst. GESUBSIDIEERDE INSTELLINGEN Wat dan nog overblijft zijn de subsidies. Uit de persberichten kan men bijna dagelijks lezen dat enige subsidies weer zijn ingetrokken of zodanig inge krompen dat betrokkenen er geen raad meer mee we ten. Het lopende jaar zijn zo de subsidies vallende on der het ministerie van C.R.M. nogal tamelijk besnoeid. Zo werd de huishoudelijke voorlichting in de steden gewoon iedere subsidie onthouden. Het is duidelijk dat wij ons ernstig zorgen maken dat hetzelfde met huis houdelijke voorlichting ten plattelande ook zou kunnen gebeuren. Het bestuur is al bij de minister van Land bouw op bezoek geweest om voor hun bestaan te vechten. Er is hier een hele categorie organisaties en diensten die formeel geen overheidsdiensten zijn, maar Ir. C. S. KNOTTNERUS toch in belangrijke mate van overheidsgeld afhankelijk zijn, die in het gedrang dreigen te komen. VOORLICHTING Ik denk dan ook aan onze sociale voorlichtings dienst van de landbouworganisaties. Het is natuurlijk duidelijk dat wij deze dienst juist in een periode waar in de veranderingen in de landbouw zich zo snel ont wikkelen niet kunnen missen. Gelukkig is ook de minister van Landbouw het hiermee eens gezien zijn uitlatingen in de „nota inzake het structuurbeleid" on langs aan de Tweede Kamer aangeboden. Verwacht mag dus worden dat de minister pas in het uiterste geval aan inkrimping van déze dienst zal denken. Maar wat is het uiterste geval? Wat moet de minister opofferen om toch de voor lichting op dit terrein te handhaven. PARLEMENT Als landbouworganisaties kunnen wij dat niet be oordelen, omdat wij natuurlijk niet bij de voorbereidin gen van de begroting betrokken zijn, althans niet in die mate dat wij kunnen beslissen. De enige die hier nog belangrijke invloed kan uitoefenen is helt parlement en het is te hopen dat die parlementariërs belast met agra" rische zaken hun fractiegenoten als 90k de minister duidelijke aanwijzingen zullen geven. De zojuist ge noemde nota van de minister van Landbouw geeft hun daartoe de gelegenheid.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1972 | | pagina 1