S.E.R. OVER ECONOMISCHE EN SOCIALE ZAKEN k. n. l. c officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant In dit nummer o.m.: Vereniging ziekenhuisverpleging „Zuid en Noord" hadl gunstig 1971 Pagina 4 Blauwdruk coöperatieve aardappelafzet Pagina 5 Tuinbouwklanken enz. Pagina 6 Produktschap voor aardappelen vergaderde Pagina 7 Bezoek aan de B.A.S.F. Pagina 8 Chemische onkruidbestrijding in grasland Pagina 9 De maand juni op het Z.W. landbouwbedrijf Pagina 10-11 Langs de melkweg Pagina 13 Ontwikkelingen in de huisvesting van varkens Pagina 15 Als de aardappelplanten elkaar in de rij raken is het tijd om te beginnen met de bestrijding tegen de Phy- tophthora. Hierop en op vele andere aktuele zaken die in de maand juni op het landbouwbedrijf in het Zuid-Westen de aandacht vragen wordt op pagina 10 en 11 nader ingegaar. VRIJDAG 2 JUNI 1972 60e Jaargang - No. 3134 land en tuinbouwblad In de afgelopen weken heeft de S.E.R. een en an dermaal in gunstige zin van zich doen spreken. De Raad deed dit door het uitbrengen van enkele advie zen over de actuele economische en sociale proble matiek. Eerst rapporteerde de Raad over de econo mische situatie en vervolgens ontvouwde hij zijn visie over het te voeren sociale zekerheidsbeleid in de ja ren 1972 tot 1975. De Raad kwam tot een aantal una nieme uitspraken. Het ziet er dan ook naar uit dat deze richtinggevend zullen zijn voor het beleid dat de regering tot uitvoering zal brengen. De adviezen voorzien in een mogelijke optrekking van de A.O.W.- en A.W.W.-pensioenen en in een ver hoging van de uitkeringen aan oud-invaliden. Zaken die voor degenen die hun arbeidsverleden in de land en tuinbouw hebben liggen van even grote betekenis zijn als voor andere bevolkingsgroepen. Mede op grond van deze overweging bestond van de zijde van de landbouwvertegenwoordigers in de Raad alle aan leiding aan de totstandkoming van de adviezen van harte mee te werken. DE ECONOMISCHE SITUATIE Dat het met de economische ontwikkeling in ons land niet naar wens gaat mag bekend worden ver ondersteld. Immers de dagbladen schrijven hier veel vuldig over. De S.E.R. kwam tot een unanieme analyse van de economische situatie. Een analyse welke dui delijk aangeeft welke maatregelen nodig zijn om de economische ontwikkeling bij te sturen. Het is te ho pen dat het komend overleg tussen de regering en bedrijfsleven ertoe mag leiden, dat er inderdaad be leidsmaatregelen worden getroffen om de zaken ten goede te keren. Het klimaat om te ondernemen is allerminst gunstig. Dit blijkt uit de afnemende bedrijvigheid en de mits dien toenemende werkloosheid. Onze uitgaven en in komsten zijn niet in evenwicht. Het beraad over de rijksbegroting 1973 wordt bemoeilijkt, omdat er een reusachtig begrotingsgat moet worden gedicht. Door de inflatie kan de regering met de beschikbaar komende belastingopbrengst minder doen. Dit terwijl van vele kanten wordt aangedrongen op uitbreiding van de overheidstaken, met name op het terrein van de collectieve voorzieningen, onderwijs, woningbouw, milieubeheersing en ontwikkelingshulp. Op al deze terreinen leven wensen die op vervulling wachten. Het ziet er niet naar uit, dat het beeld van de eco nomische situatie zich op korte termijn belangrijk zal wijzigen. Ook al schijnt de jongste conjunctuurtest er op te wijzen dat wij het dieptepunt van de neergaan de economische ontwikkeling zijn gepasseerd. De re gering zal haar beleid in de eerste plaats moeten rich ten op een doelmatige bestrijding van de inflatie. Ma tiging van lonen en prijzen blijven in de eerste plaats geboden. Maar er zal meer moeten gebeuren! Ook op het gebied van het fiskaal beleid en dat van de investe ringen blijken maatregelen onvermijdelijk. De moei lijkheid is echter dat men wel allerwegen over matiging hoort praten maar dat men, wanneer het aankomt op de daad, niet thuis geeft. Men wil de matiging liefst bij een ander zoeken en zelf buiten schot blijven. Toch zal er iets moeten gebeuren om de inflatie terug te dringen. Ook de vakbeweging zal zich dit moeten realise ren. Wanneer wij een „schone groei" prefereren bo- van „economische groei" dan zullen wij moeten be seffen dat wij onze verlangens naar meer materiële welvaart voorlopig wel kunnen vergeten. Het is al een hele toer er voor te zorgen, dat wij de welvaart die wij hebben', kunnen behouden. Dit houdt in dat met het loonbeleid uiterst voor zichtig moet worden omgesprongen, en dat een effec tief prijsbeleid al evenmin kan worden gemist. ARBEIDSVOORWAARDEN 1973 Dat de vakbeweging vooralsnog niet zover is om een belangrijke bijdrage aan de loonmatiging te leve ren blijkt uit de nota, welke zij uitgaf over een voor haar aanvaardbaar arbeidsvoorwaardenbeleid 1973. Het gaat om een discussienota. De standpunten van de vakbeweging liggen dus nog niet muurvast. Wel blijkt uit de nota in welke richting zij denkt. Het stuk is zowel naar inhoud als naar redactie bij de gesprekspartners in de Stichting van de Arbeid slecht ontvangen. Geen hoopvol teken voor de ver wachting, dat de Stichting er in zal slagen een bruik bare oplossing van de hand te doen, om uit de eco nomische perikelen te komen. De vakbeweging zit hoog te paard met de eisen welke zij zowel aan de regering als aan de werk gever meent te moeten stellen. Eisen welke ingewil ligd moeten worden wil zij haar medewerking aan een verdere loonmatiging conform de aanbevelingen, wel ke de S.E.R. overigens eind vorig jaar reeds voor de jaren 1973 en 1974 deed. Het ontgaat de vakbeweging blijkbaar dat het de loon- en salaristrekkenden zijn, die de laatste jaren het meest van de gestegen welvaart hebben geprofi teerd. Het aandeel van het looninkomen in ons na tionale inkomen nam regelmatig toe. Een loonstijging in 1972 van rond 12% liegt er niet om. In sommige bedrijfstakken waaronder de land- en tuinbouw is zelfs in het geheel geen sprake van loonmatiging geweest! Ook de uitspraak van de vakbeweging, dat de re gering de voorgestelde fiskale faciliteiten t.b.v. de zelfstandigen maar achterwege moet laten is niet in goede aarde gevallen. Van landbouw- en midden standszijde werd hierop dan ook reeds gereageerd. Terecht dachten wij, omdat het juist de zelfstandigen zijn, die het door de inflatie zo bijzonder moeilijk heb ben. Bovendien blijkt dat hun inkomensontwikkeling duidelijk achterblijft bij die van de c.a.o.-werknemers. Het is dan ook een geruststellende gedachte, dat de regering vast besloten is haar beleidsvormen t.b.v. de zelfstandigen door te zetten. Maar al met al zijn wij er niet zeker van dat de Stichting van de Arbeid erin zal slagen om aan de hand van de S.E.R.-analyse te komen tot een advies over een pakket maatregelen waardoor de lasten van de offers, die moeten wor den gebracht zo billijk mogelijk worden verdeeld. (Zie verder pagina 3)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1972 | | pagina 1