11 in de zomer de opbouw van het rupsenvolkje voorkomt. Vooral in de genoemde bedreigde gebieden dient men dus zijn gewas goed op „venstertjes" te controleren en ook al valt de schade op dat moment nog wel mee, de nodige maatregelen te nemen. Spuiten met 1 y2 kg/liter parathion 25 BIETEN |^A het opeenzetten van de bieten kunnen insecten dit gewas nog belagen. Een bespuiting tegen de bietenvlieg is niet gauw rendabel. Zodra die helft van de jonge planten mineergangen vertoont moet een bespui ting uitgevoerd worden met parathion, diazinon, dipte- rex of dimethoaat. Het tijdstip van de eerste luisbestrij- ding in verband met zuigschade en de vergelingsziekte wordt via de radio bekendgemaakt. Indien bij controle van het gewas dan belangrijke aantallen groene perzik bladluis of zwarte bonenluis aanwezig zijn moet een be strijding uitgevoerd worden met een systamisch werken de insecticide. Mangaangebrek, dat nogal eens voorkomt in gescheurd grasland, bij ernstige verschijnselen be strijden met 1015 kg/ha mangaansulfaat. ERWTEN ■fEGEN onkruiden kan dinoseb (D.N.B.P.) nog gespo ten worden tot eventueel 14 dagen voor de oogst. Het kan gewenst zijn in de erwten nog eenmaal laat een bewerking uit te voeren met de onkruidegge in de tegen overgestelde richting als men later wil maaien. Vóór het sluiten van het gewas kan nog Italiaans raai- gras worden gezaaid voor groenbemesting of veevoeder doeleinden. Indien uit ervaring bekend is dat op uw be drijf de knopmade schade veroorzaakt, wat niet altijd het geval is, dient de erwtegalmug bestreden te worden 1 week vóór het begin van de bloei bij gunstige weers omstandigheden. Het middel DDT is alleen voor dit doel nog toegelaten. Met DDT behandelde erwtestro mag niet aan melkvee worden vervoedierd. De bestrijding van de erwtepeulboorder, die de wormstekigheid veroorzaakt is van imeer algemene betekenis en dient te beginnen als de peulen aan de rand beginnen te zwellen. Na een week de bespuiting eventueel herhalen. Denk bij doperwten en conservenerwten aan de veiligheidstermijn in verband met de te gebruiken middelen. Gebruik tot 4 dagen voor de oogst 1,5 kg of 4 liter Gardona per ha en tot 10 dagen voor de oogst 1,6 liter parathion of 2,5 kg diazinon per ha ter bestrijding van de peulboorder. STAMBONEN BLAUWMAANZAAD lijk zijn. De laatste jaren kwamen plaatselijk in de bloe men veel glanskevers voor. Deze doen echter geen schade en bestrijding is dus niet noodzakelijk. MAIS ^E opkomst van de mais lijkt goed, alhoewel de plan ten vanwege de kou geel gekleurd zijn. De made van de fritvlieg, die vorig jaar veel aantasting veroor zaakte, kan bestreden worden met 2 liter of kg parathion per ha als de plant 2 3 blaadjes heeft. Dit kan sok na een mesurol-behandeling van het zaad. Tegen zaadon kruiden en tevens tegen kweek en andere grasachtigen kan na opkomst nog gespoten worden met 2 kg atra- zin uitvloeier. Een DNOC-bespuiting na opkomst valt vaak tegen. Wortelonkruiden als klein hoefblad en aard appelopslag zijn haast niet chemisch te bestrijden. Ma chinaal schoffelen spoedig na opkomst doet nog weinig schade, maar in een later stadium zullen teveel maiswor- tels beschadigd worden. Wellicht kan rijenbespuiting met DNOC, zoals in aardappelen ook wordt toegepast een mogelijkheid zijn ter bestrijding van o.a. klein hoef blad. Groeistoffen kunnen in mais niet worden toegepast. Meer gras laten groeien met behulp van stikstof is goed koper dan grastekorten aanvullen met meer krachtvoer! IJIT jaar zijn de stambonen grotendeels met de pre- cisiezaaimachine gezaaid. Gezien de regenval lijkt de werking van de bodemherbiciden goed te worden. Na opkomst kan als de plantjes nog slechts de twee eerste blaadjes hebben, gespoten worden tegen klein onkruid met 34 kg Ivosit en bij groter onkruid met 7,5 liter Dinoseb per ha in minimaal 600 liter water en bij hoge luchtvochtigheid (tegen de avond). Tweemaal direct achter elkaar spuiten met een halve dosering per keer verhoogt het resultaat! Indien voor zaaizaad geteeld wordt is het gewenst tegen de vlekken- ziekte enkele malen een bestrijding uit te voeren met 4 kg/ha zineb of imaneb. VLAS QIJ dit gewas is deze maand de bestrijding van de vlastrips met parathion aan de orde, controle hierop is noodzakelijk. Bij een te lichte stand kan een overbemesting met kalksalpeter gegeven worden. Daar het hier bijna altijd om een kleine gift gaat is deze over bemesting in de vorm van ureum opgelost in water ge makkelijker voor een juiste verdeling. Bij een veelal ge wenste hoeveelheid van 15 kg N per ha dient 30 k 35 kg ureuimi per ha verspoten te worden met veel water tegen de avond. DE stand van dit gewas is hier en daar aan de dikke kant. Een plantenaantal van 6080 per m2 is vol doende. Kort voor de bloei dient de tweede N-bemesting gegeven te worden met 300 k 400 kg kalksalpeter'per ha, wat een gunstig effect heeft op de zaadopbrengst Indien bij de eerste bemesting geen rekening is gehou den met een gedeelde N-gift, dient de tweede gift uiter aard te worden verlaagd of achterwege te blijven. De bestrijding van de zwarte bonenluis kan soms noodzake VERHOGING VAN DE GRASLANDOPBRENGSTEN QOOR graslandgebruik en hogere stikstofgiften kunnen de opbrengsten van het grasland op ver schillende bedrijven nog aanmerkelijk worden verhoogd. Goed graslandgebruik betekent inscharen in vrij kort gras en maaien in jong stadium voor hooi en kuil. Dit geeft na het weiden of maaien een betere hergroei van het gras en het behoud van een zode van betere kwali teit. De beweiding verloopt beter, terwijl van hooi en kuil een hogere voederwaarde wordt verkregen. Bij een goed omweidingssysteem en een goede benutting van het gras worden ook de verliezen kleiner. Wordt er telkere na het verweiden en zo vlug mogelijk na het maaien 200 300 kg KAS per ha gestrooid voor beweiding, dan kan er ook eerder en meer gemaaid worden. Op deze manier kan een behoorlijke produktie van het grasland worden verkregen, wat zal leiden tot een hogere melk- produktie uit het gras. Het is gebleken, dat de melkgift in de zomerperiode door bijvoeding van krachtvoer tijdens deze periode niet beïnvloed wordt. De kwaliteit van het gras zal soms niet toereikend zijn om een hoog productieve koe daarmede een goede melkproduktie te kunnen laten leveren. Grastekort opvullen met meer krachtvoer is duurder dan meer gras laten groeien met behulp van stikstof! VOEDERWINNING £EN groot deel van het ruwvoer voor de winter wordt deze maand gewonnen. Om een goed pro- dukt te krijgen dient men het gras in een jong stadium te oogsten. Maai het gras niet te kort! Een stoppel van 5 k 6 cm is het meest gewenst, in verband met de her- groei van het gras. Door de percelen te maaien als het gras winddroog is, kan het percentage grondi tevens wor den beperkt. De bestrijding van mollen vraagt hier en daar de nodige aandacht. Als er niet direct wordt inge kuild, moet men na het imaaien zo snel mogelijk begin nen met schudden. Conservering in drogere vorm (voor- droogkuil-hooi-kunstmatig drogen) bevordert een betere kwaliteit van het voer en een betere opname door het vee in de winter. Een snelle en regelmatige droging wordit bevorderd door de eerste keer tijdens het schudden met de juiste snelheid 4 i 5 km per uur te rijden en hierbij de goede schudrichting aan te houden (afhankelijk van het maai en schudwerktuig). Men dient drie keer intensief te schudden, waarbij de tweede en derde keer een rijsnelheid kan worden aange houden van 6 8 km per uur. Naarmate het gras droger is moet er minder in gewerkt worden, opdat dan de kans op verliezen beperkt blijft. Dit is te bereiken door het toerental van de aftakas te verminderen en de rijsnelheid te verhogen tot 7 k 9 kmi per uur. Bij het maken van een voordroogkuil is gewenst dat een luchtdichte afsluiting zo gauw mogelijk wordt aan gebracht en gehandhaafd blijft. Voor het afdekken met alleen plastiek zijn die volgende mogelijkheden: afdekken met een PE-zeil 0,15 mm een PVC-zeil. afdekken met twee PE-zeilen (niet doorzichtig) van 0,15 mm. afdekken met een PVC-zeil van 0,20 mm dikte. Wanneer het betreffende perceel voor hooi wordt be stemd, kan men de veldperiode ook verkorten door te ventileren in de tas. Voorwaarde is uiteraard, dat de capaciteit van de ventilator voldoende groot is, daar anders broei kan optreden. Bij bewaring in een tas of berg is de capaciteit van de ventilator te berekenen. Deze imoet zijn bij een tegendruk van 45 mm WK (in één tas) 40 m3 lucht per uur per m3 hooi. GRASLANDVERZORGING 1"EGEN distels, boterbloemen en paardebloemen kan gespoten worden met 4 liter MCPA per ha, tegen ridderzuring met 6 liter MCPP per ha. Brandnetels kun nen pleksgewijze bestreden worden met 2-4-5 T ester als de brandnetels 2025 cm lang zijn. Als gevolg van bespuitingen in grasland tegen onkruid kan groeirem- ming optreden en kunnen klavers worden gedood. On kruid in het gras betekent een lagere grasopbrengst. Be sluit men opnieuw grasland in te zaaien, dan is de keuze van het graszaadmengsel zeer belangrijk. De rassenlijst geeft voor deze grondsoort en elk gebruik gepaste meng sels aan. Koop steeds mengsels met een oranje-band certificaat! Naast de verbetering is ook de benutting van het gras belangrijk. OPPERVLAKTE POOTAARDAPPELEN De stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor Zaaizaad en Pootgoed van Landbouwgewassen ver strekt onderstaand voorlopig overzicht betreffende de keuringsaangifte van pootaardappelen bestemd voor oogst 1972, in vergelijking met de definitieve aangifte- cijfers van het vorige oogstjaar. Keuring sg ebied 1972 1971 (voorlopig) (definitief) Groningen 2427 ha 2573 ha Friesland 3416 ha 3649 ha Veenkoloniën 345 ha 210 ha Noordoost-Nederland 2155 ha 2310 ha Noordöostpolder en Flevoland 6434 ha 6280 ha Het Grote Rivieren-gebied 332 ha 358 ha Noord-Holland 4018 ha 4117 ha Delta-Nederland 1911 ha 1803 ha VERWACHTINGEN OMTRENT DE WEST-EUROPESE VLASUITZAAI „Vlasberichten" van 27 mei j.l. gaat in een hoofdarti kel uitvoerig in op de verwachtingen van het Westeuro- pese vlasareaal in 1972 en komt daarin tot de conclusie dat er een verdere terugloop van het aantal uitgezaaide ha vlas te verwachten is. De volgende cijfers worden om. gegeven: Jaar België Frankrijk Nederland Totaal 1969 15.576 40.656 8.932 65.164 1970 8.184 38.538 5.199 51.921 1971 12.453 46.407 7.125 65.985 1972 (raming) 10.000 40.000 6.500 56.500 Totaal 21038 ha 21300 ha Er wordt aan toegevoegd dat niet alleen de areaal- cijfers maar ook het verkregen rendement bij onderlinge vergelijking dient te worden betrokken. De bij 52.000 ha in 1970 met een zeer laag oogstgewicht door een late uitzaai en slechte weersomstandigheden kunnen niet vergeleken worden met de bijna 66.000 ha in 1971, met gunstige omstandigheden en een hoog oogstgewicht. Het gemiddelde rendement aan strovlasgewicht lag dan ook in 1971 boven het gemiddelde der laatste jaren. Dit met dien verstande dat door een hoog legeringspercentage het een gewas werd met weinig rendement aan lange MEELDAUW IN GRANEN In het nummer van 19 mei j.l. namen wij een arti kel op over „Meeldauw in granen". Dat werd geschre ven, zoals vermeld,, door de heer J. Hetgers ing. Daar e.e.a. blijkbaar aanleiding tc.t misverstand kan geven, vermelden wij op verzoek van het Ccnsulentsohap Ak kerbouw- en Rundveehouderij te Goes dat de heer Hetgers reeds enkele jaren voor Cebeco Zuid-West o.m. de ziektebestrijdingvoorlichting verzorgt en de landbouwvoorlichtingsdienst hier dus geheel buiten staat! RED. vezel, waardoor de belangstelling minder groot was. De markt voor strovlas bleef dan ook zeer kalm en heel wat landbouwers hebben nog een voorraad van de vorige oogst, zonder een koper te kunnen vinden. Ook de vlas sers beschikken over een wat ruimere voorraad. Deze zou aan ongerepeld strovlas momenteel ongeveer het dubbele bedragen dan in 1971. De voorraad gerepeld vlas op de bedrijven nam met de helft toe, terwijl de voorraad geroot vlas eveneens ruim verdubbelde. Alles wijst erop aldus „Vlasberichten" dat de strovlascampag- ne 1972, die over enkele weken van start zal gaan, rustig zal beginnen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1972 | | pagina 11