15 jaar Instituut Landbouwbedrijfsgebouwen
Moderne
huisvestingsvormen
melkvee
9
VOOr door Tj. WESTENDORP ing.
In de rundveehouderij heeft zich een ontwikkeling
voorgedaan naar grotere bedrijven en een hogere
produktiviteit per arbeidskracht. Deze ontwikkeling
heeft tot gevolg gehad dat verschillende nieuwe huis
vestingsvormen zijn ontstaan waarbij de werkzaam
heden gemakkelijker uitgevoerd kunnen worden. Om
dat het melken in verhouding tot andere werkzaam
heden, zoals het voeren en het uitmesten, de meeste
tijd vroeg, is vooral aandacht besteed aan die syste
men waarbij de koeien op een centrale plaats gemol
ken kunnen worden.
Aanvankelijk werd verwacht, dat de loopstal met
ingestrooide ligruimte de stal van de toekomst zou
worden. Het hoge stroverbruik en het tegenvallen van
de besparingen, die zowel op het gebied van de ar
beid al-s bij de kosten van de bouw waren te behalen,
hebben deze verwachtingen teniet gedaan. Teneinde
aan deze bezwaren tegemoet te komen, werden in
navolging van ervaringen in Engeland proeven ge
nomen met ligboxenstallen. Deze proeven hebben ge
leid tot de ontwikkeling van de ligboxenstal in zijn
huidige vorm, die thans bij nieuwbouw op grote schaal
ingang heeft gevonden.
bewezen goed te zijn, wanneer de boxafscheiding aan
zekere eisen voldoet. De- lengte van de box kan va
riëren van 2-10 tot 230 cm gemeten van voorkant tot
achterrand. De dieren zelf prefereren de langere bo
xen, hoewel elke koe in een box van 210 cm kan lig
gen, mits de tussenafscheidingen goed zijn. Langere
boxen zullen echter minder moeilijkheden opleveren,
wanneer de koeien het gebruik van een box nog
moeten leren.
De boxen dienen van een schoftboom te zijn voor
zien omdat anders de kans groot is dat de ligplaatsen
teveel worden bevuild doordat de dieren te ver naar
voren gaan. Een belangrijk onderdeel van de box
vormen de afscheidingen. Een eerste vereiste is dat
de dieren bij het gaan liggen en het opstaan niet be
lemmerd worden in hun 'bewegingen. Het liggen te
gen de afscheidingen mag bovendien niet pijnlijk zijn
en de dieren mogen niet onder de boxafscheiding be
kneld kunnen raken. Bij de tegenwoordig overwe
gend toegepaste afscheiding van het Engelse type zijn
deze gevaren niet uitgesloten. Het is voorgekomen
dat koeien onder de horizontale pijp van de afschei
ding raakten, waardoor de dieren de rug, het kruis
of een been braken. Ook gebeurde het dat koeien, die
voor de schoftboom terecht gekomen waren met de
keel op de onderste horizontale pijp kwamen te lig
gen en dan stikten. Momenteel worden proeven ge
nomen met afscheidingen, die bovengenoemde be
zwaren waarschijnlijk niet hebben. De ervaringen
moeten nog worden afgewacht.
DE V OERLJGBOXENSTAL
ALS variant op de ligboxenstal is de voerligboxen-
stal ontwikkeld. Bij deze stalvorm, welke een ge
ringere oppervlakte heeft dan de ligboxenstal en
waarin duidelijk de vertrouwde grupstal is te her
kennen, moeten de koeien de boxen gebruiken als
ligplaats en als eetplaats. Daarbij mogen de dieren
de boxen niet bevuilen. In verband met de verschil-
Het zelfsluitende systeem van Siegperle.
(~\P 7 januari 1972 was het 15 jaar geleden dat het Instituut voor Landbouwbedrijfsgebouwen werd opge-
richt. Teneinde dit feit niet onopgemerkt te laten stituut in diverse inleidingen een overzicht gaven van de
organiseerd waarbij een aantal medewerkers van het Invoorbijgaan werd de vorige week een donateursdag ge-
laatste ontwikkelingen op het gebied van de rundvee-, varkens- en pluimveehouderij, waarmee het Instituut
zich bezighoudt.
De bedrijfsgebouwen voor de akkerbouwsektor ontbreekt hierbij daar dit gedeelte van het werkterrein aan
het I.B.V.L. behoort. Bij de opening van deze donateurs dag werd er door de direkteur, ir. L. H. Huisman, op de
zich in steeds sneller tempo voltrekkende ontwikkelingen en de verwachtingen bij bet I.L.B. dat deze zich in
de komende jaren in toenemende versnelde mate zullen voortzetten. Daarmede dient rekening gehouden te
worden!
Ook wees ir. Huisman op de noodzakelijke samenwerking met anderen om tot doelmatige en relatief
goedkope landbouwbedrijfsgebouwen te komen. Met name noemde hij de instituten voor veeteeltkundig on
derzoek, enkele technische instituten en bouwkundige instellingen.
Van de op deze dag gehouden inleidingen plaatsen wij, voorzover de plaatsruimte toelaat de eerste twee.
neusboom steekt ongeveer 30 cm over de voer goot
heen. Bij voorkeur worden de twee buizen met een
hulpstuk aan de boxafscheiding bevestigd. Voor een
stal waar oudere koeien en vaarzen in één koppel
worden gehouden, voldoet een standltengte, gemeten
tussen achterrand en knieboom, van 185 a 170 cm
goed.
Wanneer groot en klein apart gehouden worden,
verdient een maat van 165 cm voor de jonge dieren
aanbeveling. Voor oudere koeien kan een standlengte
van 170 cm worden aangehouden. In die gevallen dat
men enkele zeer grote dieren heeft, is veel te be
reiken door het niveau van het ligbed t.o.v. de boven
kant van de achterrand iets te verhogen. Wel wordt
de bereikbaarheid van het voer daardoor enigszins
beperkt.
Om tot een juiste standlengte te komen, kan men
in het algemeen stellen dat de boxlengte 10 a 15 cm
meer dient te bedragen dan de gemiddelde romp-
lengte van de dieren. De römplengte wordt gemeten
van de zitbeenknobbel tot de punt van de boeg.
Het wel of niet slagen van een voerligboxenstal is
vooral afhankelijk van een goede afstelling van de
schoftboom. Wil men de afstelling hiervan voldoenr
DE LIGBOXENSTAL
EEN ligboxenstal omvat in het algemeen één of meer
14 rijen ligboxen, een loop/eetruimte en een door-
loopmelkstal en is gewoonlijk voor elk dier een lig
plaats in de vorm van een box beschikbaar. De erva
ring heeft geleerd dat aan de uitvoering van zo'n box
vrij hoge eisen worden gesteld. Daarom zal hierop
nader worden ingegaan. In dé eerste plaats dient een
ligbox comfortabel te zijn. Verder moet zoveel mo
gelijk worden voorkomen dat de dieren de boxen met
mest en urine bevuilén. Dit laatste houdt een beper
king in, zowel wat de breedte alsook wat de lengte
van de ligplaats betreft. Als breedte van de box heeft
voor melkvee een maat van 110 cm h.o.h. gemeten,
lende funkties van de boxen is veel onderzoek ver
richt aan de vorm en afstelling van de boxafschei
dingen. Na een reeks van proeven is uiteindelijk ge
kozen voor een afscheiding aan de voorzijde, die be
staat uit twee buizen. De eigenlijke schoftboom
wordt op een hoogte van '105 a 110 cm, gemeten van
af de vaste vloer, geplaatst op een afstand van 145 a
150 cm voor de achterrand. De dieren worden op deze
wijze maar weinig in hun bewegingsvrijheid be
perkt, zowel bij het eten als bij het opstaan en het
gaan liggen. Een tweede buis, de neusboom, die op
een hoogte van ca 6'5 cm boven de voergoot wordt
aangebracht, dient ervoor te zorgen dat de koeien
niet door de vrij grote opening tussen de vloer van
de boxen en de schoft boom de voergang opgaan. Deze
de in de hand hebben dan is het noodaakelijk om
zeker in de voorste 75 cm van de box een vaste
vloer aan te brengen. Tot nu toe heeft een vaste vloer
in de gehele box bij voldoende standlengte geen
bezwaren met zich meegebracht, wat betreft speen-
betrappen of beengebreken.
Een boxafscheiding, die doorloopt van de achter
rand tot aan de knieboom is constructief gezien het
gemakkelijkst. Men kan dan hieraan zowel de knie
boom als de achterrand, die beide meestal van hard
hout zijn, gemakkelijk bevestigen. De hardhouten
knieboom wordt vaak met een stevige strook rubber
verhoogd om het morsen van voer te beperken en om
te voorkomen dat er strooisel in het voer terecht
komt. (Zie verder pag. 11)
Een gedeelte van het interieur van een voerligboxenstal.
Een tot voerligboxenstal omgebouwde grupstal. De dr ijfmestroorters zijn hier
gehandhaafd