ZUINIG ZORGEN VOOR ZELFSTANDIGEN
officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant
In dit nummer o.m.:
Het wetsontwerp
oudedagsreserve voor
zelfstandigen Pagina 3
Diplomatoeslagen
Landbouw C.A.O. '72—73
Pagina 4
Uit de praktijk
Pagina 5
Meeldauwbestrijding
in granen en graszaad
Pagina 8
Moderne
huisvestingsvormen voor
melkvee Pagina 9
Rundveestallen en
bedrijfsvoering
Pagina 10/11
Ruwvoederwinning en
beweiding Pagina 13
1
Voor de vrouw
Pagina 17
VRIJDAG 26 MEI 1972
60e Jaargang - No. 3133
land
en tuinbouwblad
Het Instituut voor Landbouwbedrijfsgebouwen heeft ter gelegenheid van het 15-jarig bestaan tijdiens een do
nateursdag een overzicht gegeven van de verschillende onderzoekingen op het gebied van de rundvee-, var
kens- en pluimveehouderij-bedrijfsgebouwen waarmede het Instituut zich bezig houdt. In dit en volgende num
mers wordt hieraan door ons aandacht besteed. In het kader van het onderzoek naar efficiënte bedrijfsvoering
in rundveestallen blijkt o.m. dat een ligboxenstal waarbij de dieren buiten gevoerd worden bevredigende re
sultaten laten zien en verlaging van de bouwoksten van f 200»per koe geeft. Meer hierover op pag. 9.
AL lag het wat verschillend voor de sektoren, da
jongste prijsbesluiten van de EE.G.-Minister-
raad waren in elk geval onvoldoende. Zij hielden ge
middeld voor ons net een „inflatie-correctie" voor een
jaar in. De in drie jaar prijsbevriezing opgelopen in
komensachterstand kon worden vergeten. De Neder
landse akkerbouw zat dan nog duidelijk aan de ver
keerde kant van de gemiddelde situatie.
Vanzelfsprekend moet dan de aandacht gericht wor
den op andere maatregelen, die vandaag land- en tuin
bouw tot steun kunnen zijn in een moeilijk aanpas
singsproces. Naast het E.EG.-prijsbeleid is er nu
ook een gemeenschappelijk structuurbeleid gekomen.
De grote belangstelling van de blijvende boer of tuin
der, die moderniseren wil, gaat uit naar de nationale
toepassing van een rentesubsidiestelsel. De laatste
tijd is er veel gepubliceerd over de wijze van aan
pak die de georganiseerde landbouw wenst. We wach
ten nu op de concrete regelingen van het O.- en S.-
fonds. Hoe minister Lardinois er over denkt is onder
tussen wel bekend, bijv. ook uit de zojuist versche
nen nota over het landbouwstructuutrbeleid: In Ne
derland alleen toepassen voor knelpunten in akker
bouw en rundveehouderij en dan met lagere bedragen
dan de E.E.G.-richtlijn toestaat.
Welke andere, zuiver nationale maatregelen dan?
Het argument van konkurrentiepositie van de Neder
landse land- en tuinbouw in de E.E.G. is dan niet te
negeren. Het is uiterst moeilijk om de zaak precies
te vergelijken. Maar heel zacht gezegd zijn er toch
wel duidelijke aanwijzingen dat de Nederlandse boer
en tuinder aan de verkeerde kant zit wat de inkomsten
belasting en lasten voor sociale voorzieningen be
treft. Alle reden om nationaal er wat aan te doen,
zeker als er ook binnen deze grenzen onbillijkheden
zijn te konstateren. Maar wat de Staatssecretaris van
Financiën er blijkens zijn recente voorstellen aan wil
doen toont aan dat het ons nog restende nationale be
leid helaas ook te kort gaat schieten.
INFLATIEBESTRIJDING
T"}E voorthollende inflatie is een grote zorg, ook
en vooral voor boeren en tuinders en andere
zelfstandigen, die weinig of niets „door te berekenen"
hebben. Het stoppen van zo'n noodlottige geldont
waarding, nog weer blijkend uit de jongste cijfers van
de prijsstijging, is een algemeen belang, dat algemeen
offers mag vragen. Maar dan moeten eerst wel een
paar dingen duidelijk gesteld worden.
Land- en tuinbouw hebben de laatste jaren de loon-
en prijsspiraal niet kunnen veroorzaken, laat staan
versterken.
Er wordt al enige tijd over matiging gesproken,
maar ook niet meer dan dat. Wat er dan gematigd
zou moeten worden waren jaarlijkse reële inkomens
verbeteringen. Maar die kende de doorsnee-onderne
mer in land- en tuinbouw gemiddeld over de laatste
jaren al niet meer! Er zal in beginsel zeker ruimte
moeten zijn om gekonstateerde onbillijkheden weg te
nemen. Dan is er verder nog het aspekt van de ge
meenschappelijke markt dat voor land- en tuinbouw
nu eenmaal duidelijker spreekt dan voor andere groe
pen in Nederland. Vooral voor de „blijvers" is het
van betekenis niet te lang te wachten met tegemoet
koming in duidelijk ongunstige konkurrentievoorwaar-
den.
Al met al genoeg redenen om niet bij voorbaat op
noodzakelijke maatregelen voor zelfstandige onder
nemers, die gèld kosten, te beknibbelen. Het zal nog
blijken bij het, inmiddels weer begonnen, overleg tus
sen regering en bedrijfsleven in hoeverre het over
heidsbudget moet bijdragen tot vermindering van de
overbesteding. Wij dachten dat nu het ernstige be
roep van de regering op het bedrijfsleven vorig jaar
is genegeerd, eerst een ingrijpen in de loon- en prijs-
ontwikeling aan de orde komt.
BELASTINGVRIJE OUDEDAGSRESERVE
CTAATSSECRETARIS Mr. Scholten van Financiën
heeft nu ontwerpen van een drietal belasting
faciliteiten ingediend en erbij medegedeeld dat een
nader te bepalen B.T.W.-verhoging tot dekking zal
moeten dienen. Naast de zgn. begeleiding van het
spaarloon en een kleine vrijstelling van vermogensin
komsten gaat het om ook van landbouwzijde zo be
geerde fiskale oudedagsreserve voor zelfstandigen.
In het vorige nummer van dit blad is het persbericht
hierover opgenomen. Het zou te ver voeren om hier
in finesses aan te geven in hoeverre de regering de
voorstellen van de commissie-Van Soest heeft ge
volgd.
Wij volstaan met de hoofdzaken van het voorstel
en die kunnen maar weinig voldoening schenken. We
stellen dan voorop dat de regering de onbelaste pen
sioenreservering t.b.v. eigen bedrijf vanaf 1 januari
a.s. geleidelijk over een periode van vier jaar wil in
voeren. Ook de commissie had zoiets al voorzien.
Maar als de regeling volop zou gelden, is zij nog dui
delijk ongunstiger dan de commissie voorstelde. Ge
middeld zouden de jaarlijkse reserveringen ongeveer
tweederde zijn van die in het rapport-Van Soest, voor
de kleinere fiskale winsten gunstiger, voor de grotere
veel ongunstiger. De regering zegt ook dat ze het
rapport in dit opzicht veel te royaal vindt. Ze zwijgt
over de betekenis van de voorgestelde vaste, lagere,
grenzen van de .winstschijven" bij voorgaande infla
tie. Wel denkt de regering aan een jaarlijkse minimale
reservering ongeacht het winstbedrag, iets wat het
Landbouwschap ook had gevraagd. Verder wil de re
gering een eenvoudiger uitvoering, bijv. zonder peil-
vermogen en dat is op zichzelf wel lofwaardig.
Er zijn nog enkele kleinere verschillen met het voor-
stel-Van Soest, zowel in gunstige als in ongunstige
zin, maar daarover laten we graag de belastingdes
kundigen aan het woord. Hoe de geleidelijke invoe
ring in zijn werk zal gaan, moet nog worden vastge
steld, maar soelaas op korte termijn zit er dus bitter
weinig in. We moeten ook betreuren dat de regering
zo weinig oog heeft voor de behoeften van niet al te
kleine ondernemers.
(Zie verder pagina 3)