Inkrimping E.E.G. cueaal met 500.000 ha noodzakelijk K. N. L. C. Sociale lasten en seizoenarbeid 3 DOOR het produktschap voor aardappelen is een brochure samengesteld, getiteld „Aardappelen in Beweging". Daarin wordt een analyse gegeven van de huidige structuur van de aardappelafzet en de knelpunten die bij de afzet de aandacht vragen. Naast de kwaliteit is vooral de SANERING van de produktie in de E.E.G. een levensbelang voor de aardappelteelt. Daarnaast zijn de ongelijke concurrentievoorwaarden op de internationale markt en een in ons land hoog tarief voor de omzetbelasting van belang. De op sta pel staande E.E.G.-regeling betreffende producenten groeperingen kan tot gevolg hebben, dat de bestaan de ontwikkeling op kunstmatige wijze wordt door kruist. Door bepaalde afzetvormen te subsidiëren zou den in ons land ongelijke concurrentievoorwaarden worden geschapen, die de afzet kunnen schaden. In de gemeenschap bestaat een overproduktie aan aardappelen voor afeet op de markt. 'Hierdoor blijft het prijspeil te laag, dat het bestaan van producenten en afeetapparaat bedreigt. Als voornaamste oorzaken van deze overproduktie worden genoemd: a. Het kunstmatig tegengaan van een natuurlijke produktiesanering, in de andere landen van de gemeenschap, onder meer door: stimulering van de produktie door middel van marktinterventie, steun aan telersgroeperin gen alsmed opslag- en kwaliteitspremies. Deze maatregelen worden vooral in Frankrijk toe past; overheidssubsidies op investeringen van het afzetapparaat. Dit gebeurt vooral in Frank rijk, maar ook in West-Duitsland en België Daarnaast past EVankrijk nog andere afzet- vorderende maatregelen toe. De op de afzet gerichte maatregelen beïnvloeden de produk tie eveneens, zij het op meer indirecte wijze; het toepassen van minimum invoerprijsrege lingen speciaal door Frankrijk, dat de eigen produktie beschermt tegen invoer uit de part- nerlanden, maar dat zelf onbelemmerd de ex port naar deze zelfde landen uitbreidt. Voor vroege consumptie-aardappelen mogen ook West-Duitsland en België een dergelijke maatregel toepassen, maar deze landen hebben hiervan tot nog toe zelden gebruik gemaakt. b. De verdwijnende voeraardappelteelt speelt ook een rol bij de produktiesanering. De -betrokken telers gaan er veelal toe over de voeraardappel teelt te vervangen door de teelt van aardappe len voor afzet via de markt, om hiermee eerst te stoppen nadat is gebleken dat de resultaten on bevredigend zijn. Dit proces, dat zich in ons land reeds vóór I960 voltrok, is in West-Duitsland en Frankrijk nog niet geëindigd. c. De hogere ha-opbrengsten als gevolg van een meer gespecialiseerde teelt dragen eveneens aan de overproduktie bij. Ook al zijn de EEG-ha-op- brengsten van alle aardappelen samen de laatste vijf jaar weinig veranderd. Aangenomen moet worden dat de ha-op'brengsten van de telers die voor de markt telen, wel noemenswaard zijn ge stegen. De opbrengstverhogingen in eigen land en in Frankrijk zijn hiervoor aanwijzingen. Verzuimd is het areaal aan te passen bij de ho gere ha-opbrengsten, die als een structureel ver schijnsel moeten worden gezien. Door betere teeltmethoden en hoger produktieve rassen zal de ha-produktie verder omhoog blijven gaan. d. De behoefte wordt kleiner, niet alleen voor con sumptie, maar nog meer voor vervoedering en ook voor pootgoed. Daarnaast wordt de export naar derde landen geleidelijk aan kleiner. PROGNOSE ÜEN sterke inkrimping van het EEG-areaal is noodzakelijk. Hier onder volgt een prognose van de produktiebehoefte en het daarmede correspon derende areaal in il976. De EBG-cijfers van de jaren 1964 en. 1966 alsmede van 1969 en 1970 zijn ter ver gelijking gegeven. Produktiebehoefte in de EEG: x 1.000 ton 1964 en '65 1969 en '70 1976 (prognose) consumptie 16.100 15.500 14.500 pootgoed 4.100 3.200 2.300 zetmeel- en alcoholfabr. 2.100 3.500 3.500 uitvoer min invoer 200 100 200 vervoedering 14.500 11.000 5.000 37.000 verliezen en correcties 2.800 bruto oogst 39.800 aantal ha 1,99 milj. bruto opbrengst per ha 20 ton 33.300 2.400 35.700 1,5 milj. 23,9 ton 25.500 2.000 27.500 ca. 1,0 milj. ca. 27 ton Volgens deze prognose, die zeker niet overdreven is, zou het EEG-areaal in de jaren tot 1976 met 500.000 ha moeten inkrimpen, <Lw.z. met 100.000 ha per jaar. In deze prognose is er van uitgegaan dat de gemiddelde ha-opbrengst van 23,9 ton in 1969 en 1970 tot 27 ton in 1976 toeneemt. Aangenomen dat de bestaande overproduktie in hoofdzaak veroorzaakt is door de kunstmatige 'bevor dering van de produktie en afzet in andere gebieden van de EEG en dat de natuurlijke produktie-voor- waarden in ons land gunstig zijn, zal ook in ons land niet aan een zekere inkrimping van het areaal con sumptie-aardappelen ontkomen kunnen worden. Voor onze aardappelteelt en -afzet is het een le vensbelang dat met bracht wordt gestreefd naiar ge lijke voorwaarden voor een natuurlijke en vlotte sanering van het areaal, zodat de produktie over eenkomstig een van de voornaamste EEG-doeleinden daar plaatsvindt waar dit het best en goedkoopst mogelijk is! (Zie verder pag. 10) 1YE. laatste weken is er wat meer tekening gekomen in de vraag hoe 't staat met de verzekeringsplicht van de z.g. gelegenheids- en vakantiewerkers. Zoals bekend hangt de verzekeringsplicht nauw sa men met de vraag of het werk al dan niet in dienstbe trekking wordt verricht. En juist op dat punt al dan geen dienstbetrekking ontbreken er voor de grens gevallen nauwkeurige richlijnen. Het wachten was op de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep in een aantal lopende (beroepszaken over deze kwestie. Enkele daarvan zijn de afgelopen weken 'beschikbaar gekomen. Deze uitspraken geven ook aanknopingspunten voor een meer algemene richt lijn. En wel deze: er is geen sprake van een dienstbetrek king en van verzekeringsplicht, indien men vrij is om te komente gaan en om al dan niet op het werk te ■verschijnen; bovendien moet van die vrijheid in de praktijk ook werkelijk gebruik worden gemaakt. Bij vele scholieren, gehuwde vrouwen, meisjes en ploegenarbeiders die los oogstwerk verrichten zal er op deze gronden geen sprake zijn van verzekerings plicht. Althans wanneer het loon minder dan 35 van het minimum-loon heeft "bedragen. Was dat hoger, dan zijn over het loon de sociale verzekeringspremies verschuldigd met ingang van de, tweede volle kalen dermaand waarin werk wordt verricht. VOOR vakantiewerkers die gedurende een bepaalde periode vrij geregeld werk verrichten, zal er vol gens de lijn van de recente uitspraken, vaak wel van dienstbetrekking en dus van verzekeringsplicht spra ke zijn. Namelijk in die gevallen waarin er praktisch geen sprake is van een vrijheid in komen en gaan. Er is met de hier bedoelde uitspraken van de Centrale Raad van Beroep wat meer duidelijkheid gekomen in een lang omstreden kwestie. Toch zal het ook onder deze wetsaanduiding nodig blijven om bijna van ge val tot geval uit te maken of er al dan niet van dienst betrekking of van verzekeringsplicht sprake is. Daarom wordt in het bestuur van de Agrarische Sociale Fondsen nog overwogen om zo mogelijk tot een wat eenvoudiger richtlijn in deze kwestie te ko men. Over enkele weken zal daarover nader worden bericht. ET aantal ondernemingen in ons goede vaderland is de laatste jaren drastisch gedaald. In het mid den- en kleinbedrijf, maar ook in de grotere onderne mingen kan van een voortgaande daling van het aantal worden geproken. Enerzijds verdwijnen er een aantal geheel, veelal noemt men dit sanering, anderzijds worden bedrijven samengevoegd en dan heet dit fusie. De teruggang doet zich voor in alle sectoren; de han deldrijvende middenstand, de ambachtelijke midden stand, maar ook in de producerende sector, zoals b.v. de landbouw. Als oorzaken kunnen worden aangege ven het achterblijven van de winsten, de grote kapi taalbehoeften, het sterk vooruitgegane inkomenspeil van de loontrekkenden, alsmede veranderde levens- en koopgewoonten van het publiek. Het achtergebleven winstpeïl is van zeer verstrek kende betekenis voor de achteruitgang van de onder nemingen. De onderneming toch zal, wil het goed zijn, de ondernemer in staat moeten stellen een inkomen te verwerven dat hem de mogelijkheid schept in normale behoeften van hem en zijn gezin te voorzien en boven dien zodanige besparingen te verrichten dat de nood zakelijke financiële middelen voor het instandhouden van het bedrijf aanwezig zijn. l\/l EDE dit laatste is van essentiële betekenis. De L J grotere kapitaalbehoefte is algemeen bekend. Men kan ook in de landbouw, constateren dat het produktie- kostencijfer per ha per jaar met zeker 5 stijgt! De vermogensbehoefte stijgt navenant. Het bedrijf heeft echter dit overschot niet opgeleverd. Deze besparing is niet mogelijk gebleken. Men heeft het probleem een aantal jaren kunnen verdoezelen, enerzijds door reserves op te teren, dan wel door aanwezige crediet- capaciteit te benutten. In elk geval toerden de kapi taalsverhoudingen verslechterd. De problemen komen das vertraagd aan het licht, zijn onvoldoende op tijd onderkend, er is ook wel ver keerd op gereageerd, en dit leidt tot vergroting van het probleem. T/ ELE bedrijven hebben namelijk door extra in spanningen gepoogd hun omzet te vergroten. In tensivering van de produktie wordt dat genoemd. Dit heeft geleid tot overproduktie in bepaalde sectoren en de werking van goede bedoelingen was soms averechts. Deze situatie, die algemeen is, dus geen specifiek agra risch probleem, tast de ondernemingsstructuur in ons land en daarbuiten aan tot in zijn grondvesten! Klei nere ondernemingen verdwijnen, de middenstand bij voorbeeld is op verschillende dorpen gehalveerd of meer dan dat. Wij raken voor onze voorzieningen af hankelijk van enkelen, die als het ware een monopo listische positie gaan innemen, en dus vrij met hun prijzen kunnen manipuleren. Wat de afzet van de pro- dukten betreft wordt het aantal afnemers geringer en dit schept ook konsekwenties wat prijs en afzetmo gelijkheden betreft. Met de situatie zoals die hierboven is aangeduid hebben alle ondernemers te maken, niemand kan daaraan voorbij. Hij is zelf betrokken bij inkomens vorming, besparing, afzet en structuur van de onder neming. Hij is de voornaamste belanghebbende en daarom moeten deze problemen door elke ondernemer worden onderkend opdat die maatregelen kunnen worden genomen die hem een plaats waarborgen in deze, ook op het gebied van de ondernemingsstruc tuur zo sterk veranderende wereld! PAAUWE

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1972 | | pagina 3