et'* - geluid
Wel of niet gelijke kansen voor ieder kind?
SPORTDAG 1972
Jongerenaktiviteiten
Bloesemrit
23
Onder redaktie van: H. A. HARDERWIJK
CUCGES op school hangt behalve van je hersens
vooral af
van je milieu, van je afkomst. Dat was
vroeger zo, maar ook nu nog het blijkt onomstote
lijk uit een UNESCO-onderzoek, uit d'e resultaten
waarvan het Internationale Onderwijsbureau IBE
(International Bureau of Education) een lijvig rapport
samenstelde voor de 33ste internationale onderwij s-
conferenie in Genève, waar het een nogal frisse dou
che vormde voor de verzamelde autoriteiten. Tenslot
te is zo'n 25 jaar geleden de democratisering van het
onderwijs uitdrukkelijk tot principe verheven 'en in
menig land wordt er al veel langer voor geijverd. Het
IBE-rapport erkent wel dat de aanvaarding van het
principe: „Gelijke rechten voor ieder kind op ontwik
keling" een „onstuitbare drang nqar h'ervoring van
onderwijssystemen in toeweging heeft gezet", maar het
stelt tevens vast dat „geleidelijk aan het besef is ge
groeid dat. deze rechten slechts in theorie bestaan
en dat in de praktijk de maatschappelijk achtergrond
een wezenlijke invloed heeft op de toegang tot het on
derwijs, het succes in de studie en de keuze van een
beroep" Anders gest'eld: de hervormingen om aan ieder
gelijke rechten te geven hebben niet automatisch ge
zorgd voor gelijke kansen.
Het Belgische antwoord op de onderzoeksvragen
komt daar rond voor uit: „Het spreekt vanzelf dat in
België net als elders de kinderen van gezinnen in be
tere doen een aanmerkelijke voorsprong hebben op
de overigen". Dit „elders" omvat kennelijk ook de
socialistische landen, bijvoorbeeld Hongarije: „Het
sociale milieu beïnvloedt nog steeds in grote mate de
schoolcarrièrewat op historische gronden is te ver
klaren". De kinderen van ongeschoolde arbeiders vor
men de meerderheid van die leerlingen welke van de
onderwijsmogelijkheden minder profijt hebben dan
gewenst is.
ILLUSIE
PLAEL constateert dat „het een illusie is geble
ken dat formele gelijkheid ook zou leiden tot fei
telijke gelijkheid". 'Nederland meent dat van een ech
te democratisering van het onderwijs pas sprake is
als alle maatschappelijke bevolkingscategorieën onder
de scholieren en studenten met ongeveer gelijke per
centages zijn vertegenwoordigd als in de totale bevol
king en daar mankeert nog wel wat aan, speciaal op
de universiteiten. „Het achterblijven", aldus de Ne
derlandse opinie, vindt zijn oorsprong in de
levensfase vóór de kleuterjaren".
Daaraan besteedt het IBE-rapport ook aandacht als
het een zeer lange opsomming geeft van factoren, die
kinderen belemmeren in hun ontwikkelingskansen.
Daarbij worden genoemd: onverschilligheid of zelfs
vijandigheid van ouders jegens de school, laag cultu
reel niveau van het gezin, verstoord of verbroken ge
zinsleven, werkloosheid, langdurige afwezigheid van
de vader. Andere factoren: het wonen in overbe
volkte panden of in huizen met onvoldoende sanitair,
slechte voeding, afwezigheid van of geen gebruik ma
ken van instellingen voor maatschappelijke zorg, enz.
Doorgaans vallen verschillende van deze factoren sa
men, wat niet alleen de slachtoffers een gevoel van
machteloosheid geeft, maar ook diegenen die zich in
hun problemen verdiepen.
DE PLAATS
|\E plaats waar je woont js eveneens van grote in-
vloed op de onderwijs-resultaten. Dat geldt bij
voorbeeld in de V.S., waar men vaststelt dat in de
minst welvarende landbouwstreken doorgaans ook de
school qua behuizing, inrichting en staf beneden peil
is. Of een ander voorbeeld, het platteland van Thai
land: kinderen moeten bij gebrek aan vervoer lange
marsen maken voor ze in de klas zijn, waar ze dan
te laat en te moe aankomen om er nog veel van te
kunnen maken. Of wanneer er wel vervoer is, zijn de
afstanden te groot zodat het gevolg hetzelfde is: twee
uur bussen vooraf stimuleert scholiertjes niet om
zichzelf in prestaties te overtreffen.
De slechte voeding zorgt er niet alleen voor dat in
de klas kinderen ver beneden hun mogelijkheden blij
ven, maar het kan ook op de volgende generaties
doorwerken in een spiraalbeweging naar beneden
zo wordt gesuggereerd: deze kinderen gaan voorzover
ze de school doorlopen een groep van mensen vormen
die beneden hun kunnen blijven. Naar alle waar
schijnlijkheid kiezen ze ook hun levenspartner uit
deze groep, onder omstandigheden die hen als het
ware „programmeren" om weer een nieuwe genera
tie voort te brengen die door ondervoeding moeilijk
te onderrichten valt. Het gaat hierbij trouwens niet
alleen om wat in de maag komt, maar evenzeer om
wat vóór het schoolgaan aan de opvoeding van de
kinderen wordt gedaan: slechte resultaten in de klas
zijn menigmaal te herleiden tot het feit dat het kind
als moedertaal wel de taal heeft die in de klas wordt
gesproken maar toch door gebrek aan woordenschat,
doör slechte uitspraak, door grammaticale onge
oefendheid het onderwijs niet kan bijbenen. Eh dan
is er nog menig gebrek aan de school zelf, waar vaak
een lesrooster wordt gebruikt dat rigoureus is ge
standaardiseerd, zonder mogelijkheden om in indivi
duele behoeften te voorzien.
EN NU?
„MET de beste wil van de wereld", zegt het IBE,
kunnen de mensen van het onderwijs het pro
bleem niet in de kern aanpakken. Economische en
sociale maatregelen zijn geboden tegen factoren als
werkloosheid, slechte behuizing, onvoldoende voe
ding, lamentabele toestanden op hygiënisch en ge
zondheidsgebied". Dit in het algemeen. „Kinderen die
onder ongezonde omstandigheden leven, niet 'behoor
lijk worden gevoed, onvoldoende slaap krijgen en te
weinig ruimte om zich heen hebben, ontwikkelen
zich niet op bevredigende wijze. Ze zijn zwakker,
vatbaarder voor allerlei kwalen en hun intellectuele
prestaties zijn dientengevolge vaak schamel". Daar
tegen wordt aanbevolen om de medische begeleiding
met regelmatig ondeïzoek uit te breiden van de
kleuterschool tot het voorbereidend hoger onderwijs.
Veel kan het ook baten om de banden tussen school
en gezin zo nauw mogelijk te maken, waarbij voor
lichting soms zelfs onderwijs aan de ouders zeer
belangrijk kan zijn: „De tegenkanting of onverschil
ligheid van ouders bij de vraag of hun kind nog ver
der onderwijs zal volgen komt vaak voort uit gebrek
aan informatie". Er is ook wel een mogelijkheid om
met „compenserend" extra-onderwijs de effecten van
de „milieuJhandicap" te verminderen, maar dat heeft
volgens het rapport alleen zin als het al gebeurt van-*
af de kleuterjaren, dus nog voor werkelijk onderwijs
wordt gevolgd. Geen geringe opgave dus, en eigenlijk
zijn de autoriteiten er zeker van dat de traditionele
onderwijsmethoden niet toereikend zijn. Maar waar
moet een nieuwe strategie tegen de onder wijsonge
lijkheid dan vandaan komen?
(Overgenomen uit UNESCO Nieuws)
■yiJDENS de PJZ-sportdag 1972 op 10 juni a.s. kan
men deelnemen aan verschillende individuele-
en teamsporten.
TEAMSPORTEN ZIJN:
VOETBAL - iedere kring vaardigt één herenteam af;
VOLLEY - ieder afdeling mag één of meerdere dames-
of herenteams afvaardigen;
ESTAFETTE - iedere afdeling mag één gemengd team
afvaardigen (2 dames - 2 heren);
TOUWTREKKEN - een onderdeel, dat hoe langer hoe
meer terrein wint. Iedere afdeling maakt een
lijst op met deelnemers. Aan de hand van deze
lijsten wordt de opzet en samenstelling beke
ken (sportkommissie).
INDIVIDUELE SPORTEN ZIJN:
dames: heren:
100 m hardlopen
400 of 800 m hardlopen
kogelstoten
verspringen
hoogspringen
100 m hardlopen
1500 m hardlopen
kogelstoten
verspringen
hoogspringen
BLAD EL
De afdeling Bladel houdt op 27 en 28 mei a.s. een
weekenduitwisseling met de afdeling Hoekse Waard.
We rekenen op een interessante en aantrekkelijke
ontmoeting met jongeren uit een ander deel van Ne
derland.
Op woensdag 10 mei a.s. duikt men de loge in voor
een voorstelling met liedjes, konferences en licht-
effekten van de kabarettier Herman van Veen in de
Stadsschouwburg te Tilburg.
Het bestuur werkt tussen deze bedrijven door aan
de opzet van een zomerreis hoogstwaarschijnlijk
gekombineerd met de afdeling Deurne en de sa
menstelling van een kringvoetbalelftal voor de PJZ-
sportdag (eveneens met Deurne).
OOST ZEEUWS-VLAANDEREN
De KPJ en PJZ-Oost Zeeuws-Vlaanderen plannen
een studiereis naar Frankrijk, voor hun agrarische
leden. Doel van de excursie: ter plaatse onderzoeken
en informaties inwinnen over hoe de Franse boer zijn
toekomst ziet binnen de EEG, welke maatregelen zij
nemen, reeds genomen hebben, of nog zullen nemen.
Opgave voor deelname aan deze excursie in de pe
riode eind juli a.s. bij: Leen Verbrugge, tel. 01148
582.
De afdeling gaat zich dit jaar weer intensief bezig
houden met de PJZ-sportdag op 10 juni a.s. te Roo
sendaal. Er wordt gerekt, gestrekt, gemasseerd om
ieder spiertje in zijn optimale konditie te brengen.
Voor de individuele nummers kan men zich op de
sportdag opgeven. Voor deelname aan een teamsport
(zie art. Sportdag 1972) moet men zich zo spoedig
mogelijk opgeven by: Martin Dekker, Hogeweg 5,
Hulst
Geef je gerust op. Er bestaat een mogelijkheid, dat
er meerdere teams mogen deelnemen.
Morgen, zaterdagmiddag 6 mei wordt door de
Plattelandsjongeren weer de bekende „bloesemrit"
georganiseerd, een rit van =t 55 km die u door één
van de mooiste streken van Zeeland voert. Een rit vol
sportief rijgenot! Trakteer uzelf en uw mede-gezins
leden op deze fijne en sportieve rit. U weet motel „De START
Caisson" in de Smokkelhoek te Kapelle. In dit motel
staan wij vanaf 13.30 uur klaar om u in te schrijven.
De rit wordt volgens het KNMV-reglement verre
den. U kunt dit reglement bestellen bij: KNMV, Zij-
pendaalseweg 1, Arnhem. Tel. 085-450841.
INSCHRIJVING vanaf 13.30 uur in PRIJZEN I
vanaf 14.00 uur bij
motel „DE CAISSON" te Kapelle.
INSCHRIJFGELD: f6,— per voertuig.
SNELHEID 30 km/uur.
VELE
WAARDEVOLLE