TUINBOUW-
KLANKEN
Kunnen wij het aanpassen bij
ouden
Waterproblemen
DINGEN VAN DE WEEK
6
Ook in ons THOOLSE GEBIED is met gebruikmaking
van het zeer fraaie voorjaarsweer, nagenoeg het gehele
zaaiplan zonder stagnatie uitgevoerd. Alleen in de laat
ste week van maart, heeft de weersomslag nog wat rem
mend gewerkt. Maar er zijn altijd nog teelten die soms
beter in april gezaaid of gepoot kunnen worden. Ieder
jaar valt het steeds meer op, hoeveel werkzaamheden
er wat dat betreft machinaal uitgevoerd kunnen worden,
zodat in enkele weken alles aan de grond kan worden
toevertrouwd. Ook het mechanisch planten van gewas
sen, als gladiolen, selderij, wortelen voor zaadteelt, is
in enkele jaren buitengewoon toegenomen, terwijl de
uienteelt nu wel nagenoeg voor 100 met de precisie-
machine wordt gezaaid. De enkele telers die nog wat in
handwerk blijven uitvoeren doen dit in hoofdzaak nog
wel, om hun eigen arbeidsuren te blijven benutten. In
sommige gevallen kan dit nog wel een uurloon opleveren,
onder andere bij het gladiolen planten op kleine per
celen, waarvan dan goede opbrengsten, dikwijls door
een gunstiger sortiment, uit de bus komen. Niettemin
zullen te lang, en uit sleur, in handwerk uitgevoerde
teelten, indien ze mechanisch goedkoper uitgevoerd kun
nen worden, vervangen moeten worden door hedendaag
se modeme teeltwijzen. Juist omdat wij ons hieraan niet
kunnen onttrekken, om onze teelten rendabel uit te voe-
ren, is onze enige kans (om! onze eigen arbeidsuren vol
waardig beloond te zien) om er steeds enkele teelten
bij te hebben die praktisch niet gemechaniseerd kunnen
worden. Zo zal er door de Thoolse kleine grondgebrui
kers, ook weer worden nagegaan of er mogelijkheden
zijn voor een aardbeientelerskern. Reeds enkele jaren is
deze teelt goedi lonend en wanneer er telers zijn, die door
het verkleinend aardappelareaal, in de vóórzomer wat
arbeidsuren over hebben, liggen hier wel kansen die
benut kunnen worden. Bij goed uitgevoerde teeltwijze
ligt de bruto-opbrengst de laatste paar jaar tussen
35,en 45,per roe, waarbij de vele oogsturen
(3 tot 4 uur per roe) zéér wel betaald worden. Bij zélf
plantgoed telen, komen de kosten óók nog op een lager
niveau te liggen, terwijl de arbeid hierin besteed, ten
nutte komen aan de eigen verdienste.
Vanzelfsprekend zal ieder voor zichzelf moeten uit
maken, in hoeverre een aanvullende teelt, in zijn bedrijf
past want dat ligt bij de één toch weer anders dan bij
de ander. Nodig blijft echter, dat wij ons steeds zullen
hebben aan te passen, aan gewijzigde omstandigheden,
terwijl hieruit dikwijls voortvloeit, dat wij een open oog
behouden, om zieke plekken in onze bedrijfsvoering,
vlugger te kunnen constateren.
QOK in WALCHEREN was het weer even wennen
aan het gure weer na die zéér fraaie vroege lente
periode van half maart. Toch vinden we het gelukkig
dat er wat stremming kwam want het ging met de groei
te hard. Al met al was het lekker meegenomen voor
mens, dier en plant die zomerse lenteperiode. Er is door
boer en tuinder veel verzet en menig overuur is gemaakt
om de lege akker vol te krijgen.
Nu weten we allen en lezen het in onze kranten dat
we door een niet te stuiten ramp worden bedreigdi. Door
de mooie zomer en herfst en de zachte winter worden
we bedreigd door een watertekort. In het gebied tussen
Nieuwe Waterweg en Noordzeekanaal waar voor ruim
1 miljard (een 1 met 8 nullen erachter) wordt geprodu
ceerd kampt men nu al met de moeilijkheid van een te
hoge zoutconcentratie. Een oogstderving van 10 of
meer wordt zéér reëel beschouwd. 10 zou reeds
100 miljoen minder zijn, hoewel het natuurlijk mogelijk
is diat de lagere produktie door een hogere prijs
gedeeltelijk wordt gecompenseerd. En dat is op ge
noemd) astronomisch getal niet mis. Het water dat door
de Rijn wordt aangevoerd en dat van vitaal belang is
voor onze tuinbouw (en voor deze beslist niet alléén,
denk maar aan de binnenscheepvaart) stroomt steeds
trager en wat nog erger is, het zoutgehalte door de zout-
lozingen van de grote fabrieken in het buitenland stijgt
onrustbarend. Een zoutgehalte bij Lobith van 200 mgr.
p. h. wordt aanvaardbaar geacht en nu we dit schrijven
is het bijna 400. In Walcheren spelen deze problemen
niet en althans op ander vlak. Hier zijn we immers aan
gewezen op leidingwater en door de hoge prijs hiervan
zijn zéér vele tuinders voor hun glascomplexen overge
gaan op bassins. We geloven dat dit een verstandige in
vestering is. Wel is te hopen dat we voldoende regen
krijgen om de bassins vol en op peil te houden.
De extreem hoge prijzen die we in ons vorig artikel
melden zijn afgezwakt en de laatste wintergroenten
WAT MEER KASAARDBEIEN
De aanvoer van ikasaardbeien begon juist voor de
paasdagen op gang te komen. Al enkele weken worden
er wat aangevoerd maar meestal zijn dat slechts enkele
kratten. Nu komen er ook in ons gebied reeds partijtjes
van enige betekenis. Het Zeeuwse aanbod van kasaardi-
beien wordt weer geconcentreerd in Kapelle-Biezelinge
geveild. De prijs lag in de week voor Pasen tussen 2,
en 2,50 per doosje met 200 gram aardbeien. De klasse
II kwaliteit noteerde toen tussen 1,50 en 2,25. Aan
genomen mag worden dat het aanbod van kasaardbeien
snel zal gaan toenemen. Over het algemeen staat het
gewas in ons gebied er redelijk voor.
Eveneens mag worden aangenomen dat het aanbod
van appelen groter gaat worden. Lange tijd is er betrek
kelijk weinig geruimd. Nu worden in toenemende mate
c.a.cellen geopend. Over het algemeen blijkt de kwaliteit
van de Golden Delicious goed te zijn al is het te hopen
dat de temperaturen voorlopig maar niet al te hoog wor
den, want we hebben in midden maart gezien dat de
lieten in de afgelopen week wel volledig verstek gaan,
wat gezien de keuze aan binnen- en buitenlandse jonge
groenten niet te verwonderen is. Van de fruitprijzen die
vrij stabiel bleven viel op dat ook de St. Remy uit de
gratie is. Enfin, die te lang gewacht heeft mag niet mop
peren over zijn gokje. Want-als de prijs 7090 is en
men ruimt niet, dan neemt men een risico waarover men
niet moet mopperen als de leut over is. Van onze veiling
houden we van een geringe omzetstijging, wat voor alle
partijen profijtelijk is. En vooral zolang we, nu de door
onze excentrische ligging, als partners moeilijk in groot
geheel op kunnen of willen gaan, zullen wel alles nodig
zijn om rond te komen. En hoewel we een bekwame
leiding hebben, tegen de grote economische moeilijk
heden is het zwaar vechten. Het is ons bekend dat men
ook daar de vinger op de pols heeft om tijdig de koorts
te voelen aankomen.
kwaliteit dan toch snel terug loopt. De beste partijen
Golden Delicious in de grote maten kwamen eind vorige
week iets boven 50 cent per kg maar veel bleef daar
onder. De maat 65—70 mm klasse I kwaliteit noteerde
tussen 33 en 36 cent per kg en de maat 6065 mm bleef
hangen rond 20 cent. De klasse n kwaliteit bleef gemid
deld plm. 5 cent per kg goedkoper dan de klasse I.
Wanneer we zien welke bewaarkosten er op het ogen
blik betaald moeten worden dan is wel duidelijk dat de
Golden Delicious-prijzen van dit moment te laag zijn. De
Winston was vorige week weer wat in herstel na de
daling van midden maart. De grote maten kwamen weer
aan 70 cent per kg en de maat 65—70 mm noteerde tus
sen 55 ep 65 cent. Jonathan was er hier en daar ook nog
wat te koop en de prijs lag rond 40 cent per kg voor de
grote en middelmaten. De enkele partijen Goudreinette
die er nog werden aangevoerd, noteerden tussen 60 en
70 cent per kg voor de grote maten en rond 45 cent voor
de maat 7075 mm.
LATE SNOEI
Ondanks de zachte winter en het droge voorjaarsweer,
waardoor er bijzonder weinig „verlet" was, heeft het op
veel fruitbedrijven moeite gekost op tijd klaar te komen
met de groei. Waarschijnlijk zijn hiervoor verscheidene
oorzaken. Door de soms zomerse temperaturen in maart
kwamen de bomen vroeg tot ontwikkeling. Daardoor is
de snoeitijd in feite korter geworden. Verder wordt het
merkbaar dat er op de arbeidskrachten wordt bezuinigd.
Per man moet een grotere oppervlakte worden gesnoeid.
En tenslotte is er de indruk dat er meer aandacht aan
de snoei werd besteed dan voorgaande jaren. Na het
teveel aan kleine vruchten in 1971 is ieder er van over
tuigd dlat de kwaliteit en vooral ook de vruohtgrootte
aan hoge eisen moeten voldoen. Terecht ziet men in dat
de snoei daarbij een belangrijke rol speelt.
X/ORIGE week hebben we de spuitmachine uit de
schuren moeten halen en is een begin gemaakt
met de ziektebestrijding op de fruitbedrijven. Juist nog
voor de paasdagen kregen we het advies om een
bespuiting tegen schurft uit te voeren en ook de rup
sen van de bladroller komen tevoorschijn. Er moet
weer worden aangepakt om straks met een goed pro-
dukt op de veilingen te kunnen komen. Ondertussen
zitten we als fruittelers nog volop in de afzetperikelen
van het fruit van de oogst 1971. Er is uit de c.a. cel
len nog niet bar veel geruimd, maar dat zal in de
komende weken toch moeten veranderen. Het is geen
al te opwekkend beeld dat naar voren komt bij ons
belangrijkste ras, de Golden Delicious.
We verkijken ons nog wel op prijzen van 5055
cent voor cfe beste kwaliteiten maar daar kan meestal
zo weinig voor worden geleverd. Gemiddeld valt de
prijs van de Golden Delicius tegen, zeker omdat er
zoveel fijne maten zijn in dit seizoen. Hiervoor is wei
nig of geen belangstelling. De maat 6065 mm brengt
op de veilingen rond 20 cent per kg op en ook hier
van moeten de koelkosten worden betaald die toch
op minstens 11 cent per kg gesteld moeten worden
en dat betekent dus dat we er minder dan de kroet-
prijs van het najaar van overhouden.
Nu we ons weer op maken voor het nieuwe seizoen
is het bijzonder nuttig de les van het oude seizoen
goed in de gaten te houden en dat is dat we kwali-
teitsfruit moeten hebben in een behoorlijke maat. Dat
is geen nieuws, maar er kan niet genoeg bij worden
stil gestaan. Het beste is nog nauwefijks goed genoeg
in de fruitteelt. Men kan zeggen dat de consument
hoge eisen stelt maar dat is een gegeven waar we
van uit moeten gaan en mee te maken hebben.
We hebben daar als het goed is ook al rekening
mee gehouden toen we in de afgelopen maanden de
snoeiwerkzaamheden uitvoerden. De zorg voor de
kwaliteit begint immers al bij deze cultuurzorg.
het moment dat we dit schrijven zitten heel
wat telers nog aan te kijken tegen een belang
rijke achterstand in de snoei. Het zou allemaal wel
gaan wanneer de ontwikkeling niet zo bijzonder snel
was verlopen. Het gevaar is niet denkbeeldig dat men
in de drang om klaar te komen met dit werk, het min
der goed gaat doen en dat is funest. Overigens wor
den de minste snoeiproblemen ondervonden bij de
genen die een jonge en kleine boomvorm hebben. Het
verschil tussen de snoei op deze bedrijven en die waar
men het nog moet hebben van oude en hoge bomen,
is bijzonder groot. Steeds duidelijker blijkt dat deze
hoge bomen hebben afgedaan voor het moderne fruit-
bedrijf en ook dat is een gegeven waar we doodeen
voudig mee te maken hebben en niet onderuit komen.
Hierop zal het bedrijfsbeleid afgestemd moeten wor
den.
We lazen een uitspraak van een veilingvoorzitter
die stelde dat hij beslist vertrouwen heeft in de toe
komst van de Nederlandse fruitteelt maar niet op de
wijze zoals dat in het verleden is gegaan. Er voltrek
ken zich grote veranderingen binnen het maatschap
pelijk patroon in de westerse wereld en we kunnen
niet doen alsof we daar niet mee te maken hebben.
We kunnen onze bezwaren naar voren brengen als
we lezen dat er nog zoveel telers zullen moeten ver
dwijnen, maar we hebben er mee te maken. Ook wij
hechten aan tradities en het verleden maar dat mag
toch geen balast zijn om de toekomst tegemoet te
treden.
CR zullen zonder twijfel fruittelers overblijven in
Nederland, maar men zai het alleen volhouden
als het goed gebeurt en op moderne wijze. Daarom
zijn we er ook van overtuigd dat er nog ai wat aan
passingen nodig zullen zijn binnen ons werkgebied.
Het zou dwaas en onverstandig zijn daarvoor de ogen
te sluiten. Bij het begin van het nieuwe seizoen meen
den we er goed aan te doen hierop nog eens nadruk
kelijk te wijzen. Het is geen nieuw verhaal dat we
schreven, maar het wordt wel steeds duidelijker merk
baar dat we er niet aan voorbij kunnen gaan willen
we ons levenspeil niet al te zeer verlagen.
Wanneer we lezen dat de omzet van een veiling
binnen ons gebied met 10% is gestegen ten opzich
te van het voorgaande jaar dan is dat op zichzelf een
verheugende ontwikkeling maar het is ook een drin
gende noodzaak om de stijging van kosten bij te hou
den en we mogen niet vergeten dat er sprake was van
een heel laag uitgangspunt. Wanneer we dan boven
dien bedenken dat omzetstijgingen van 10% binnen
de tuinbouw in ons gebied aan de top staan, dan is
duidelijk dat er helemaal geen reden is om zo opge
wekt te doen over het jaar dat voorbij ging. Dat wis
ten we trouwens al veel langer. Degenen die veel pe
ren hebben gehad, ontvingen wat meer geld, maar de
specifieke appeltelers zullen gemiddeld met lagere op
brengsten genoegen hebben moeten nemen. We hoe
ven niet al te pessimistisch te zijn voor degenen die
met verstand en met inzet van al hun krachten fruit
teler zijn, maar voor een hoera geroep is geen reden.
Hopelijk zal dat binnenkort weer gaan komen want
we hebben het als tuinders in het algemeen wel nodig
om de moed er in te houden na zovele jaren waarin
het steeds naar beneden ging.