Aansprakelijkheid
bij hoogspannings- en
gasleidingen
H°E groot de gevaren uit een hoogspanningsleiding
of gasleiding zijn is C. van der Lely N.V. uit een
concreet geval bekend geworden. Het betrof een geval
waarbij de gedogensplicht werd opgelegd, en waarbij de
hoogspanningsleiding zich dwars over enkele percelen
uitstrekte.
Intrekking van
de
pachtwet zou
heilloze
zaak zijn
DE pachtwet heeft een beschermend karakter en ik
hoop vurig dat dit zo mag blijven. Ook in E.E.G.-
verband.
DE risico's en daaruit voortvloeiende schadegevallen
waarvoor volle aansprakelijkheid wordt aanvaard,
5
C. van der Lely te Maasland heeft de
gevaren en de konsekwenties onder
zocht die voortspruiten indien hoog
spannings- en gasleidingen over dan
wel in de grond worden gelegd. Een
gewaarschuwd mens telt voor twee!
gevaren die voortspruiten uit hoogspannings
leidingen, gasbuizen en dergelijke installaties,
die op vele plaatsen in Nederland over de landbouw
bedrijven worden aangelegd, zijn veel groter dan dik
wijls gedacht wordt.
Hoevele malen is het niet voorgekomen dat een
dragline-machinist doordat de mast van zijn machine
bij ongeluk de hoogspanningsleiding raakte, in groot
levensgevaar kwam. Ook is het bekend, dat het nu
eenmaal niet is uit te sluiten, dat er lekken in gas
buizen ontstaan, dat hoogspanningsmasten door storm
omwaaien, dat vliegtuigen tegen de masten of leidin
gen aanvliegen, en dat er op deze of andere manieren
dus ook voor de gebruiker van de grond enorme ge
varen ontstaan, waaraan hij niet is blootgesteld in
dien zulke leidingen niet over of door zijn land wor
den aangelegd.
Nu is het de gewoonte dat als er zo'n leiding aan
gelegd moet worden, de gasunie of electriciteitsmaat-
schappij met de eigenaren van de grond contact op
neemt en probeert deze een verklaring, in de vorm
van „algemene voorwaarden" of bijv. een zogenaam
de zakelijk-recht-overeenkomst, te laten tekenen,
waarbij de eigenaar of de gebruiker van de grond te
gen een vergoeding van één of twee duizend gulden
er mee accoord gaat, dat de leiding aangelegd wordt
en tevens verklaart, dat hij zich zal onthouden van al
datgene, waardoor de gasbuizen, of de hoogspan
ningsmast of leidingen gevaar lopen beschadigd te
worden. Verder moet de grondeigenaar/gebruiker er
voor zorgen dat het vervoer van gas, of het overbren
gen van electriciteit niet belemmerd of geschaad
wordt, en dat er geen gevaar voor personen of goe
deren ontstaat. In feite wordt daardoor de zaak dus
omgekeerd en komen dan de meeste risico's die ont
staan zijn door de aangelegde leiding, voor rekening
van de grondeigenaar of gebruiker.
HET is bekend hoe gemakkelijk er ongelukken met
dergelijke gevaarlijke leidingen kunnen gebeuren.
Ook is het duidelijk dat na enkele jaren men er scans niet
meer aan denkt, waar een bepaalde gasleiding gelegdi is,
zodat er grote gevaren ontstaan als men bijv. met een
slotenreinigingsmadhine een gasleiding raakt. Dezelfde
gevaren zijn aanwezig bij een hoogspanningsleiding. Men
raakt gewend aan het beeld daarvan in het landschap
of aan de aanwezigheid van een hoogspanningsmast op
QAN zijn er wel andere wegen aan te wijzen, om er
maar enkele te noemen: oa.
Schaalvergroting via de weg van de integratie van
bedrijven.
Schaalvergroting door middel van samenwerkings
verbanden op machinaal gebied.
Schaalvergroting door middel van de beëindigings
regeling O.- en S.-fonds.
Wat het laatste punt betreft ben ik persoonlijk van
mening dat hier de sanering nog sneller zou verlopen
dan bij de huidige regeling.
Een regeling waar velen in de land- en tuinbouw blij
mee zijn, maar waarbij nogal wat belemmerende normen
worden gehanteerd om in aanmerking te komen! We
doelen hierbij met name op de inkomensgrens en pun
tenwaardering.
Persoonlijk pretendeer ik hiermee niet dat de huidige
regeling ondeugdelijk zou zijn, maar als het gaat om
versnelling van de bedrijfsbeëindiging voor de kleinere
bedrijven zou een soepeler regeling daartoe bij kunnen
dragen.
Gaarne zou ik de verantwoordelijke mensen in en
buiten onze organisatie, met de meeste nadruk willen
verzoeken: tracht met alle mogelijke middelen de pacht
wet te handhaven en waar mogelijk tot herziening wordt
overwogen, het beschermend karakter te bewaren. Er is
in deze wereld al zoveel sprake van discriminatie!
Bewaar ons ervoor dat zulks op dit terrein ook moge
lijk wordt!
Oosterland, maart 1972. A. BAL,
klein ondernemer.
de eigen grond. Bij onachtzaanjheid of vergissingen die
normaal bij mensen nu eenmaal voorkomen, ontstaan
echter de grootste gevaren. Door de toenemende mecha
nisering ook in die landbouw krijgt een kleine vergissing
steeds gevaarlijker gevolgen. De grote landbouwmachi
nes zijn reeds vele tonnen zwaar en worden nog steeds
groter en zwaarder. Zij worden met motoren van boven
de 100 pk uitgerust. Wanneer er daar ook maar iets uit
de hand loopt, en een hoogspanningsmast of gasleiding
wordt geraakt, zijn de gevolgen niet te overzien.
Indien nu de grondgebruiker of eigenaar zich deze
aansprakelijkheid niet vrijwillig op de hals wil halen en
zijn handtekening op het contract met de Gasunie of de
Electriciteitsmaatschappij niet wil zetten, dan krijgt hij
te horen dat töch de leiding aangelegd wordt en wel
onder oplegging van de zogenaamde gedogensplicht (vol
gens de Belemmeringenwet Privaatrecht).
Gezien de grote gevaren die door gas- of electriciteits-
leidingen voor de landbouwbedrijven bij de normale uit
oefening van hun werkzaamheden ontstaan, en daar het
de landbouwers nagenoeg in alle gevallen aan goede
juridische medewerkers ontbreekt, heeft C. van der Lely
N.V. in Maasland zich in deze problematiek verder ver
diept De conclusie daarbij is, dat het vanuit bedrijfs-
standpunt bezien juister zal zijn, am zich de gedogens
plicht op te laten leggen. In dat geval bestaat er de
grootst mogelijke zekerheid, dat eventuele schade voor
rekening van de maatschappij komt, die de leiding heeft
aangelegd, want de grondeigenaar of gebruiker is niet
accoord gegaan met die aanleg en heeft geen enkele ver
antwoordelijkheid op zich genomen voor gevaren die
door die leiding ontstaan.
De grondeigenaar en gebruiker hebben de gevaren uit
deze gevaarlijke situatie (die men in Nederland overal
aantreft) niet zelf willen dragen en hebben zich tegen
deze verzekerd. Het bleek toen, dat de minimale ver
zekeringspremie betreffende deze risico's ƒ3.000,per
jaar bedroeg! Deze verzekering is in het bewuste geval
inderdaad afgesloten. Dit kostte dus 3.000,per jaar,
uitsluitend om de gevaren, die uit de geplaatste hoog-
spanmngsleiding voortvloeiden, te dekken. Aangezien
dit alles een gevolg was van de tegen de wil van de ver
pachter en pachter aangelegde hoogspanningsleiding,
hebben deze in een proces tegen de betrokken electrici
teitsmaatschappij gesteld dat deze 3.000,jaarpremie
een door haar toegebrachte schade was en dus door haar
vergoed moest worden.
jyr proces is tenslotte in dier minne geschikt met het
resultaat dat de electriciteitsmaatschappij zich
schriftelijk bereid verklaard heeft, de volle aansprakelijk
heid te aanvaarden voor de hieronder opgesomde risico's
en daaruit voortvloeiende schade
In de navolgende puntsgewijze risico-opsomming dient
te worden gelezen voor:
„Mast": de mastfundering, de mast, de stroom- en aard-
leidingen van de hoogspanningsleiding als bedoeld
in het voorgaande.
„Machines": landbouwmachines of andere machines in
de ruimste zin van het woord, welke bij agrarische
werkzaamheden gebruikt worden in of voor een
moderne gemechaniseerde bedrijfsvoering, inclusief
vliegtuigen voor het bespuiten van gewassen.
„Eisers": de verpachter en/of de pachter en/of hun
rechtverkrijgenden onder algemene of bijzondere
titel, alsmede hun echtgenoten en kinderen.
„Derden": personen bij eisers in dienst en/of andere per
sonen, voorzover eisers tegenover en/of voor deze
terzake van de bedoelde schadie wettelijk aansprake
lijk zijp.
zijn:
1. Letsel toegebracht aan eisers, en/of aan derden,
en/of aan dieren van eisers en/of derden, tengevolge
van:
a) de aanwezigheid van de mast, en wel door het
daarmee in aanraking komen met of zonder ma-
chines en/of voertuigen en/of gereedschappen,
bestuurd, gehanteerd of gebruikt door eisers en/of
derden.
b) de aanwezigheid van de mast, en wel door andere
dan voor het bedrijf van eisers gebruikte vlieg
tuigen.
(Zie verder pagina 10)
INGEZONDEN
Mijnheer de redacteur,
MET belangstelling kennis genomen van het inge
zonden stuk in ons landbouwblad van 24 maart
j.l., van de hand van die heer Gebuis te Kloetinge.
Gaarne zou ik op de inhoud daarvan willen reageren
en verzoek u beleefd daartoe plaatsruimte in uw blad
te willen afstaan.
Betreffende de persoon, beroep of funktie van de heer
Gebuis is mij niets bekend. Dat doet er trouwens ook
niet toe. Wel heb ik persoonlijk behoefte enkele kant
tekeningen te plaatsen bij de stelling van geachte inzen
der van het bedoelde ingezonden stuk.
Schrijver gaat uit van de stelling, de pachtwet te doen
intrekken, om de zo noodzakelijke bedrijfsvergroting
sneller te doen verlopen.
Hij acht de paohtwet wezensvreemd aan de huidige
situatie in de landbouw, omdat het doel van de pachtwet
een meer sociaal karakter in zich draagt, dan vandaag
aan de dag gewenst zou zijn.
pERSOONLIJK ben ik blij met de huidige pachtwet,
voorzover betreft de bescherming van de pachter.
En ik meen te mogen veronderstellen, dat met mij dat
velen van mening zijn. En dan zijn dat met name niet
alleen de kleine ondernemers, maar ook voor vele grote
pachtbedrijven biedt de pachtwet waarborgen voor een
ongestoord goed grondgebruik.
De heer Gebuis schrijft dat Dr. Mansholt in zijn struc
tuurbeleid streeft naar grote bedrijven. Inderdaad is dat
(maar al te waar! En van ons mag dat nog ook! Maar dan
niet ten koste van kleine ondernemers die willen blijven
of door hen in hun bestaansmogelijkheden beperkingen
op te leggen! En die beperking zou er zeker komen
wanneer de pachtwet werd ingetrokken of werd gehan
deld volgens het structuurplan van Dr. Mansholt. Daar
in adviseert hij wettelijke maatregelen betreffende voor
keursrecht van pacht voor die bedrijven die van voldoen
de omvang zijn.
QE commissie die namens Zeeland en West-Brabant,
uitgaande van onze ZLM, het structuürmemoran-
dum heeft bestudeerd en daarvan rapport heeft uitge
bracht, heeft zich ook met name over de voorstellen tot
voorkeursrecht, daartegen uitgesproken. Dat zou een
heilloze weg zijn met discriminatie van vele ondernemers
op kleine en (Middelgrote bedrijven!
Indien inzender van bedoeld stuk het nog niet mocht
weten, dan is het 'bestaan van een land- en tuinbouw
bedrijf niet vast te leggen in ha's, alle theoretische be
rekeningen ten spijt. De boekhoudbureaus zouden hem
hieromtrent wel van overtuigend cijfermateriaal kunnen
voorzien!
Vanwege de slechte prijzen van die vrije akkerbouw
bedrijven zijn menige grote ondernemers, ondanks hun
moderne opzet en gedegen uitgebreide vooropleiding, in
grote financiële moeilijkheden geraakt.
Voor wetenschappelijk geschoolde boeren zou het in
derdaad wenselijk kunnen zijn, dat er een wezenlijke ver
andering komt ten aanzien van de bedrijfsgrootte, maar
dan niet via een intrekking van de pachtwet. Dat zou
een chaos kunnen worden van jewelste, met het recht
voor de sterkste, in dlit geval de meest draagkrachtige!