KNLC Rond „Reest en Vecht" Herziening wetgeving ruilverk /eling in de pen 3 KNLC OP WERKBEZOEK IN OVERIJSSEL Op 27 en 28 maart 1972 bracht het dagelijks bestuur van het Koninklijk Nederlands Landbouw-Comité een werkbezoek aan Overijssel. Het was het tweede be zoek van dit jaar aan het werkgebied van één van de aangesloten landbouwmaatschappijen. De Overijsselsche Landbouw Maatschappij was een goed gastheer en had een interessant programma van bedrijfsbezoeken opgesteld, 's Avonds tevoren was het dagelijks bestuur te gast in een hoofdbestuurs vergadering van de OLM. Daar werd in enkele inlei dingen vooruitgelopen op het excursieprogramma, maar ook kwam het landlbouw-nieuws-van-de-dag ter sprake. Dat waren uiteraard deze keer de EEG-beslui- ten over het prijsbeleid 1972/73 en het gemeenschap pelijk structuurbeleid. Wat nog te doen aan die beslissingen, die duidelijk beneden de maat zijn met name de nieuwe akker bouwprijzen? Een geluid van protest vond men wel op zijn plaats. Aan de andere kant kan er nu jn het kader van een gemeenschappelijke richtlijn ook in Nederland begonnen worden aan een rentesubsidie- beleid voor bedrijf smodernisering. Daarbij is er dus de gelegenheid om juist voor die sektoren iets te doen, die in het prijsbeleid tekort komen; de landbouw zal zelf ook hierover mee moeten denken. De voorzitter van de OLM, de heer D. J. Jonkhans, gat de gasten een korte en duidelijke schets van agra risch Overijssel op dit moment. Ruwweg de helft van de bedrijven is bezig zich te ontwikkeien, op de an dere vraagt men zien at wat te doen of dient men zijn tijd uit. Ais overal is er een versnelde afvloeiing. Het landbouwinkomen per arbeidskracht blijft ondertus sen achter. Ligt er misschien een vertragende faktor m de voorzichtige aard van de Overijsselaar die im mers overwegend zijn bedrijf in eigendom exploi teert? Overijssel maakt geen uitzondering op het be- kenae oeeid in de zandstreken: d'e oppervlakte gras breidt ziah gestadig uit, intensivering heeft verder plaats door het zetten van flinke „veredelingspoten" onder vele bedrijven. De structuur van afzet en toe levering past zich ook aan, bij de zuivel sneller nog dan bij de aan- en verkoop. VAN BEDR1JFSVERZORGING NAAR 6BivMH>L)EUL\ G De gesenetsce ontwikkeling houdt in dat praktisch aheen eenmansbedrijven in de landbouw overblijven. Een belangrijk hulpmiddel om dan het landbouwbe drijf .leefbaar" te houden is de bedrijfsverzorging. Het was daarom logisch en heel nuttig dat de ontwikke ling van de bedrijfsverzorging een van de program mapunten was. Het was de heer A, Ooms jr, voorzit ter van de begeleidingscommissie van de bedryfsver- zorgingsdiensten in het district Twente, die 'hierover een interessante uiteenzetting gaf. In Twente kwam in de bedrijfsverzorging een nauwe samenwerking tot stand van 9 verenigingen. Mede dank zij de nieuwe bijdrageregeling van het O.- en S.-fonds kon de kans worden benut om in een districtssamenwerkingsver band de zaak doelmatiger aan te pakken. Een beroeps- werkverdeler kon het werk van 14 vaste bedrijfsver- zorgers en een aantal losse gaan organiseren. De on derbezetting, groot probleem voor de verenigingen, kon tot een minimum worden beperkt. Het werk kan gewoon beter worden georganiseerd, de administratie vereenvoudigd. De heer Ooms vertelde tot slot over de plannen voor de toekomst. Uit de boekhoudcijfers blijkt de beteke nis van besparing op arbeids- en werktuigkosten door het inschakelen van derden. Daarom zal via de „be drijfsverzorging" een zodanige bemiddeling moeten worden opgezet dat én de aanwezige arbeid én de aanwezige machines doelmatiger worden benut. Bij de ledenwerving voor de bedrijfsverzorgingsdiensten heeft men de ervaring opgedaan, dat er adspirant- leden zijn die niet alleen denken aan het eventueel vragen van hulp, maar ook aan het aanbieden van eigen arbeid. Zo zullen de taken van de bedrijfsver- Bij stemmingen over ruilverkavelingen zullen in de toekomst niet-uitgebrachte stemmen niet meer mogen meetellen bij de bepaling van de uitslag. Tot dusver werden niet-uitgebrachte stemmen als voorstemmers meegeteld. De ministerraad heeft in zijn vergadering van donderdag besloten dit belangrijke uitgangspunt op te nemen in een voorstel tot wijziging van de ruilverkave- lingswet. Het is de bedoeling de ruilverkavelingswetgeving op verschillende terreinen te herzien. In het regeerakkoord is al een herziening van die wetgeving aangekondigd: verlaging van de ruilverkavelingssubsidie, het verhogen van de ruilverkavelingsrente en het verlangen om te komen tot een landinrichtingswet. De nu door de regering genomen beslissingen over het ruilverkavelingsbeleid concentreren zich rond drie hoofdpunten: aanpassing van de financiële mogelijk heden van het ruilverkavelingsbeleid, de stemmingspro cedure en de landinrichtingswet. De regering zal voor stellen de ruilverkavelingsannuïteit te verhogen van 5 tot 6 procent, te betalen gedurende 26 jaar in plaats van 30 jaar. Om aan de bezwaren van de grondeigenaren tegemoet te komen, is overeengekomen de geschatte waarde van de grond die nodig is voor de aanleg van openbare wegen en waterlopen als kostenfaktor in de begroting op te nemen. Tot nu toe wordt deze grond om niet in mindering gebracht op de rechten op toedeling van de grondeigenaren. zorgingsonganen zich moeten gaan uitbreiden. Voorwaarde voor die gunstige ontwikkeling is ech ter w"el een grotere fjnanciale medewerking van over- heidszijde, aldus de heer Ooms, en de vergadering stemde daarmee in. BOERDERIJ AAN DE KETTING De bezoekers werden op hun tocht geconfronteerd met een boerderij die letterlijk aan de ketting was gelegd. Dat was bij de heer H. Steenbergen te Balk brug in het Reestgebied, voorbestemd tot z.g. natuur gebied. De plaatselijke OLM-afdeling had met deze aktie aan het ongenoegen uiting willen geven over de manier waarop langs de weg van een gemeente lijk bestemmingsplan de landbouw geheel wordt be vroren. Zonder dat verder iets vaststaat over een passende schadevergoeding, dat is het ergste. De wet is te vaag op dit punt. Er is best een andere, minder ingrijpende oplossing te vinden, waaraan de boeren willen en kunnen meewerken. Dit was de strekking van een verklaring die in een enveloppe met kettinkje aan de heer Knottnerus als eerste pleitbezorger ter hand werd gesteld. De vorige avond was dit onderwerp ook aan de or de geweest. De heer G. ten Kate, eveneens uit Balk brug, gaf een kort overzicht van de bestemmingsplan nen voor het buitengebied, waarmee ook in Overijssel de agrarische ontwikkeling wordt belaagd. De bestem mingen agrarisch gebied en gebied met bouwperce len of -stroken (over het algemeen nog wel aanvaard baar) daargelaten zijn de probleemgevallen de ge bieden met landschappelijke waarde en nog erger de natuurgebieden. Aankoop van de laatste door over heidsinstanties is eigenlijk de enige oplossing. Het landschap is een levend geheel dat niet, koste wat kost, geconserveerd kan worden, zo stelde men in de discussie. De boer is het landschap nog steeds aan het vormen, zoals hy dat ook vroeger deed. Er ont staan onjuiste en onaanvaardbare toestanden als de boer voort zou moeten werken in een bevroren situa tie. Met hem zal men samen moeten spelen en dat is heel goed mogelijk. TIJDIG GROEIEN Daartegenover werden twee andere bedrijven be zocht die de kans kregen om zich aan te passen aan de moderne ontwikkeling en die benutten. Het eerste was het vader-zoon-bedrijf van de heer Joh. Jansen bij Ommen. Een geleidelijke groeier, vroeger 10 koeien en nu 40 met ondertussen gestage uitbouw van 'n fok- varkensstapel. op het moment al meer dan 50 zeugen en bij de 20 fokzeugen (25 hectare, waaronder 5 hec tare bouwland) Als op zo'n manier tijdig de bedrijfs omvang wordt aangepast blijken goede resultaten mo- jgelijk. Het tweede bedrijf was dat van de heer H. J. Boer- rigter bij Hardenberg. Een bedrijf van een jaar oud, verplaatst in het kad-?r van de ruilverkaveling Har- denberg-Oost. Ook hier, als bij de Jansens, een lig- boxenstal. En ook hier het gevoel goed meegegroeid te zijn, maar toch nog wel verder te zullen moeten gaan: 27 hectare met alleen gras, 45 melkkoeien met bijbeho rend jongvee. Zelf dat jongvee blijven opfokken of straks de ruimte bestemmen voor meer melkkoeien? Er is helaas nog weinig animo in de streek te bespeu ren om zich te specialiseren in jongvee-opfok; aan bod van jongvee voor dit doel is er wel. Het was, om kort te gaan, een goed en leerzaam verblijf in het Overijsselse. T ATEN vrij eens een berekening opzetten. Als vrij een bedrijf nemen van 30 ha, waarvan de winst per ha gemiddeld gesteld wordt op f 700,per ha, dan zal men niet kunnen zeggen, dat vrij dit bedryj pessimistisch bekijken. De meeste boeren zullen er graag voor willen tekenen. De vaste lasten stellen vrij op 400 per ha. De uitbreiding gaat aan vaste lasten kosten als vrij de prijs op 13JJ00 stellen: 1. een rente 8% f 1.040, 2. aan grond-, polder-, e.a. lasten 120, DE problemen rond de grondprijzen blijken de ge moederen bezig te houden. Telkens wanneer in de krant berichten verschijnen over openbare verko pingen blijkt weer hoeveel mensen met enige spanning de prijzen, die besteed worden, lezen. Men hoopt dat er uit blijken zal )dat er een zékere daling in de prijzen zal zijn waar te nemen. Tot nu toe is men op dit punt nog altijd teleurgesteld. In het algemeen worden voor percelen van enige omvang dezelfde bedragen gebo den, als sinds vrij de vrije prijsvorming fcennen, dus van 1 januari 1963. Valt {er bij de vrije prijzen van 12.000 tot f 14.000 voor de grond nu nog wel iets te verdienen voor de koper, die er landbouw op gaat uitoefenen? Wij me nen dat dit niet het geval is. Niet als het om een heel bedrijf gaat. Dat is iedereen wel van mening. Met uit breiding van een bedrijf staat het niet anders. Samen f IJ. 60, Dit totaal is f 760 boven de lasten die op het bedrijf in zijn oude omvang drukken. Dit wil zeggen dat er bij een gemiddeld toch wel hoog geschatte normale winst er in dit geval f 60 verlies is op de bijgekochte hectares. Het meerdere werk wordt dus niet betaald! A/U zijn er mensen die genoegen willen nemen met 1 hetzelfde inkomen, ondanks dat meerdere werk. Dat doen zij om zeer respectabele reden. Zij willen n.1. aan een opvolger een groter, meer levenkrachtig bedrijf nalaten. Dat is een instelling die alle respect afdwingt. Toch moeten vrij nu nog eens verder gaan rekenen. Ieder is het er over eens dat een opvolger niet de vrije prijs kan betalen. Of hij de prijs van verpachte grond kzm opbrengen is in veel gevallen ook de vraag. In een aantal gevallen is het zonder meer duidelijk dat dit zelfs een onmogelijke opgave is. Dit geldt voor al voor de opvolger uit een wat groter gezin, die dan maar een klein deel van de grond krachtens erfpacht verkrijgt. De meeste boeren hebben naast hun bedrijf niet een ander groot vermogen dat aan andere kinde ren kan worden toebedeeld. Maar deze gevallen laten vrij nu buiten beschouwing. Ti/IJ nemen dus aan dat de opvolger de verpachte waarde wel kan betalen. Het is niet zover van de werkelijkheid als vrij stellen dat deze verpachte waarde f5.000 lager ligt dan de vrije waarde die bij openbare verkoop betaald moet worden. Deze f5.000 vormen voor de vader-koper een verlies. Zijn vermo gen gaat met dit bedrag achteruit. (Hoe dit alles met de belasting zit, laten vrij nu ook maar buiten beschou- vring; vrij redeneren nu bedrijfs-economisch.) Als vrij nu aannemen dat het een ouder betreft die nog 20 jaar boer blijft, moet dab verlies in 20 jaar worden afgeschreven. Als men geld leent moet het in die 20 jaar ook zijn afgelost. Anders zit de zaak fout. De aflossing en rentebetaling kan gebeuren in annuïteiten, d.w.z. in bedragen die tezamen elk jaar even groot zijn. Bij een rentevoet van 8 en een looptijd van 20 jaar moet men dan elk jaar ongeveer 10van het kapitaal op tafel leggen. Dan is daarmee de rente be taald en de aflossing voldaan. Als vrij nu aannemen dat op de verpachte waarden niet afgelost moet wor den, word de berekening voor de lasten per jaar als volgt: Verpachte waarde 8.000 rente f 640, Verschil vrij - verpacht f 5.000 annuïteit 510, Grond- polder- e.d. lésten 120, Normale lasten Winst bij normale lasten f 1.270,- 400,- Meer f 870,- jj 700,- Verlies 170, Het blijkt dus, dat elk jaar verlies oplevert, zelfs als je optimist bent! Wie is er nu nog groter optimist? Da man die denkt dat zoveel mensen gaan rekenen, dat men minder voor de grond gaat bieden! PAAUWE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1972 | | pagina 3