Bestuur Stichting
Gezondheidszorg voor
Dieren geïnstalleerd
K. N. L. C.
COPA-contact
over voorlichting
in Wageningen
UITSLAG LANDBOUWVEILIGHEIDSWEDSTRIJD 1972
DE veiligheidswedstrijd heeft, zowel op de Land- en
Tuinbouw-RAI als in de landbouwbladen weer
veel aandacht getrokken. Zowel de grappige tekening
van E. van Beest als ook de werkelijk zeer gevaarlijke
situaties hebben daartoe bijgedragen.
4
%/OORZITTER ir. C. S. Knottnerus van het Landbouw-
W schap heeft onlangs te Utrecht het bestuur ge
ïnstalleerd van de nieuwe Stichting Gezondheidszorg
voor Dieren. Daartoe had het bestuur van het Landbouw
schap in een openbare vergadering besloten. Doel van de
Stichting is nauwere samenwerking, vooral tussen over
heid en bedrijfsleven en in het algemeen tussen alle bij
de gezondheidszorg voor dieren betrokken partijen. Een
beter samenspel dan in het verleden is noodzakelijk ge
worden o.a. door de maatregelen, die in EEG-verband
op het gebied van de dierziektenbestrijding worden ge
nomen. Een uitgebreide samenstelling van het bestuur
van de Stichting Gezondheidszorg voor Dieren moet die
samenwerking mogelijk maken.
QE directeur-generaal van landbouw en voedselvoor
ziening, ir. J. W. Wellen, wenste zowel overheid
als Landbouwschap geluk met de oprichting. „Ook bij
het houden van landbouwhuisdieren doet zich schaalver
groting voor", zo zei de heer Wellen. „Dat vereist grote
re aandacht voor veterinaire problemen en hygiënische
vraagstukken. De financiering daarvan, die naar te ver
wachten is, voor een groot deel uit overheidsmiddelen
zal plaatsvinden, zal van het bestuur veel aandacht vra
gen". De heer Wellen benadrukte nog, dat de nu voor
genomen gecoördineerde aanpak, niet zal mogen leiden
tot veronachtzaming van initiatieven uit de regio.
VOORZITTER H. H. Garrelds van het Produktschap
voor Pluimvee en Eieren wees er op, dat bij hem
de gevoelens van vreugde over de oprichting van de
Sichting sterker waren dan het gevoel van teleurstelling
over de lange tijd, die nodig was voor de oprichting. „De
huidige organisatievorm is een uitvloeisel van de vele
maatregelen, die in de dertiger jaren in het bijzonder op
het gebied van de pluimveehouderij zijn getroffen. Als
het bestuur van de Stichting zeer spoedig tot instelling
van een afdeling pluimvee komt, kan de gezondheidszorg
over het pluimvee centraal worden geregeld. De resul
taten van de in het jongste verleden, gevoerde strijd
tegen de pseudo-vogelpest hebben aangetoond, dat goede
samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven mogelijk
is. „Als overheid en bedrijfsleven maar niet de fout ma
ken op eikaars stoelen te willen gaan zitten", zei de heer
GaiTelds. De voorzitter van het Produktschap voor
Pluimvee en Eieren besloot met de wens, dat de nieuwe
Stichting Gezondheidszorg voor Dieren Nederland op
veterinair terrein de voorsprong op andere landen zal
geven, die nodig is voor een goede concurrentiepositie.
Op 29 februari, 1, 2 en 3 maart 1972 werd te Wa
geningen in COPA-verband een conferentie over Ne
derlandse Voorlichting gehouden. Uit alle E.E.G.-lan-
den behalve uit Luxemburg kwamen de deelnemers
heren en dames, afgevaardigden uit de organisaties,
bestuursleden, voorlichters en voorlichtsters. Ook uit
Engeland w'as een gast aanwezig.
Het nieuwe gebouw van het Internationaal Agra
risch Centrum kreeg de conferentiegangers als eerste
gasten, en was nèt op tijd klaar om die te ontvangen.
In deze omgeving- waar tmen ihet hele jaar door ge
wend is aan internationale cursussen en andere bij
eenkomsten was een ervaren staf bereid om met raad
en daad1 behulpzaam te zijn. Bovendien beschikt het
Centrum nu ock over eigen hotelaccomodatie,, 'zodat
ook hiermee geen problemen konden ontstaan.
PROGRAMMA
Het programma was erop gericht de buitenlandse
deelnemers te laten zien en begrijpen wat in Neder
land gebeurt aan agrarisch- en economisch sociale
voorlichting. Hiervoor bestaat in alle E.E.G.-landen
grote belangstellinng. De heer Knottnerus opende als
voorzitter van het COPA de conferentie. Hij legde
dan ook veel nadruk op het feit dat veel problemen,
economische en sociale, in agrarische gezinnen overal
in de gemeenschap gelijk zijn.
Het samen discussiëren over mogelijkheden voor
-deze voorlichting in de naaste toekomst, over de taak
die de eigen organisaties hierin moeten vervullen,
de rol van de nationale overheden en de contacten
met de E.E.G.-commissie, is in deze tijd zeer belang
rijk, daar juist nu de besluiten over deelname aan
deze aktiviteiten door de E.E.G.-eotmmissie zullen
worden genomen. Verheugend was dan ook dat deze
Op de tentoonstelling werden omstreeks 5500 formu
lieren ingeleverd. Per post kwamen zo'n 2800 inzendin
gen binnen.
De opgave was tien onveilige situaties of handelingen
duidelijk aan te geven door er een kring om heen te trek
ken. Het lijkt achteraf zo eenvoudig, maar toch zijn er
slechts 41 goede oplossingen binnengekomen. De ge
varen die aan de praktijk ontleend waren zijn de
volgende:
1. meerijden van een kind op een trekker zonder „ken
nelijk" ingerichte zitplaats: dit is letterlijk verboden
in art. 21 van het Landbouwveiligheidsbesluit (LVB)
2. onbeheerde geopende zakken met bestrijdingsmidde
len op het veld: dat is verboden in het Bestrijdings-
middelenbesluit (art. 8)
3. de cirkelmaaier moet voorzien zijn van een vang-
kleed (art. 48 LVB)
4. lopen met een motorkettingzaag op de schouder is
gevaarlijk, doch wettelijk niet verboden
5. het lopen op een golfplaten dak, zonder eerst loop
planken uit te leggen is zeer gevaarlijk (art. 27 LVB)
6. de kruiskoppeling van de tussenas is onbeschut (art.
3 LVB)
7. de koppelingspen is niet geborgd; dit is een gevaar
lijke situatie die per 1 december 1972 strafbaar is
geworden
8. de slijpende man doet het helemaal fout: zijn slijp
steen is niet beschut (art. 22) en hij draagt zijn bril
niet voor de ogen. Het dragen van de slijpbril is
verplicht ingevolge art. 23 LVB
9. het werken onder de geheven laadbak mag alleen,
wanneer de laadbak geblokkeerd is (nieuw artikel
45 LVB dat 1 december 1972 in werking is getreden.
10. starten van de trekker terwijl men vóór het wiel
staat is een zeer gevaarlijke handeling.
DE FOUTE OPLOSSINGEN
yAN de deelnemers heeft 59 het formulier niet
goed ingevuld. Sommigen maakten zelfs heel veel
fouten in hun oplossing. Het grootste struikelblok bleek
de ladder te zijn!
21 van de deelnemers vond die ene verlengde lad
bij eenkomst steeds werd bijgewoond door een verte
genwoordiger vanuit deze Commissie.
ENKELE CONCLUSIES
Het zou te ver voeren alle conclusies te vermelden.
Enkele die opvielen waren de volgende:
e.s.v. en a.s.v. zijn niet alleen voor de „wijkende"
maar ook voor de „blijvende" agrarische gezin
nen;
de eigen organisaties hebben 'het vertrouwen van
de leden, de voorlichters(sters) komen uit „eigen"
kring;
de overheid voert in de Zuid-Europese landen een
weinig stabiel beleid; door de voorlichting op te
dragen aan de organisaties komt er meer conti
nuïteit;
de voorlichter moet in het werkgebied wonen, dit
moet niet te groot zijn;
döor subsidie te verlenen heeft de overheid mede
zeggenschap in scholing en inhoud;
politiek en voorlichting dienen nooit samen te
gaan;
een werkgroep „voorlichting" in COPA-verband
is gewenst.
derboom een gevaar. Maar dat is in dit geval toch niet
zo. Een ladder moet met tenminste één meter uitsteken
boven de plaats waartoe hij toegang verleent, staat er
in het Besluit. Maar er staat niet, dat beidie ladderbomen
zo lang moeten zijn. Omdat de ladder verder zeer goed
vastgezet is (imet haken) kan deze opstelling niet als
gevaarlijk worden aangemerkt.
De losse borging van de koppelpen werd door 15
niet ontdekt. De beveiliging van de cirkelmaaier werd
door 11 der deelnemers niet aangegeven. Maar dat
waren zeidien de boeren! Deze vraag was vooral te mach
tig voor een LTS-er, een monteur(!), een kraamverzorg
ster, een typiste, een loonwerker, een rentenier, een
archivaris, een bloemist, een huisvrouw, een gemeente
werkman, een AOW-er, een poelier, een onderwijzer, een
opzichter, een kantoorbediende, een automonteur, en
voor twee hulpen in de huishouding. Ja... en nu maar
hopen dat zij nooit getroffen worden door die wegge
slingerde steentjes van de cirkelmaaiers!
Het golfplaten dak wordt door 10 niet gevreesd.
9 van de deelnemers zag geen gevaar in de open
staande bestrijddngsmiddelenzakken. Zouden ze het nu,
na afloop van de wedstrijd, wel weten? Laten we het
hopen!
Dat stéén voor het wiel van de trekker tijdens het
starten zeer gevaarlijk is, heeft 5 niet door gehad.
Maar deze fout in combinatie met ingeschakelde wiel-
aandrijving kost elk jaar één of meer mensenlevens.
Het dragen van de motorkettingzaag op de schouder
is door 3 niet als gevaarlijk aangemerkt.
Dat de kruiskoppeling van de tussenas beveiligd moet
worden weet in de landbouw welhaast iedereen. Ook
hier hadden deelnemers zoals bijv. een LTS-er, scholier,
magazijnbediende, landarbeider(!), AOW-er en huishou
delijke assistenten moeilijkheden. Eén leraar zag echter
twee fouten in deze tussenas! Tezamen maakte 2 hier
een fout.
Werken onder de geheven kipwagenbak is door 3
niet aangegeven.
Met de slijpende man zonder bril en zonder beveiligde
slijpsteen heeft slechts één procent der deelnemers een
fout gemaakt. Men heeft dus wel dóór, dat het zó niet
mag...
■^ENSLOTTE kan nog worden vermeld, dat velen de
aanwezigheid van kippen en zelfs van eieren op
het erf gevaarlijk vonden. Weer anderen hadden vooral
tegen klompen bezwaren uit veiligheidsoogpunt. Eén
vond het gevaarlijk, dat een trekker door een vrouw
werd bestuurd en weer andieren wilden dat ook de boom
stobbe gerooid werd. Er is inderdaad altijd veel te doen
op veiligheidsgebied!
Een aantal kinderen, beneden de leeftijd van 10 jaar
hebben de puzzle mooi gekleurd. Zij kregen een prach
tige verrassing thuis gestuurd.
Door deze wedstrijd, uitgaande van de Werkgroep
Landbouwveiligheid, hebben meer dan 8000 personen
nagedacht over de veiligheid bij het werk in de land
bouw, wat ongetwijfeld een stimulans is voor verdere
verbetering van de veiligheid, daar waar het nodig is.
De prijswinnaars zijn inmiddels getrokken. De hoofd
prijs van 500,gaat naar mej. M. L. A. van Beusekom,
bankemployée, Zuiderweg 19, Beemster (N.-H.).
De 2 tweede prijzen k f 250,zijn voor de heren H.
van Vulpen, landbouwer, Sandenburgerlaan 1, Doorn en
C. J. J. Raangs, landbouwer, Provincialeweg 34, Adorp
(Gr.).
Derde prijzen k 100,zijn gewonnen door K. G.
Thomas, grossiers, Postbus 37, Bilthoven (U.); G. Zijlstra,
oud-landarbeider, Mr. de Muincklaan 25, Grijpskerk
(Gr.); mevr. De Jongh, huisvrouw, Groene Zijde 103, Den
Haag; H.' M. J. Elemans, landbouwer, Hoekstraat 1,
Ravenstein; J. C. Goudswaard, landbouwer, 2e Kruisweg
2, Oud-Beijerland; Hetty van Dieren, scholiere, Korten-
hoevendijk 17a, Lexmond; Anneke Flikweert, scholiere,
Sluisweg 1, Nieuwerkerk (Zld); W. J. van Schooten,
landbouwer, Koelerweg 15, Harfsen (post Almen); F. H.
Bergsma, veehouder, Kleiterp 5, Bozum (Fr.) en Bas
Stehouwer, scholier, Middeldijk 30, Barendrecht.