Prijsverhoging akkerbouw
dient tenminste 7 °/0 te zijn
3
(Vervolg van pagina 1)
Dit Zuidwestelijk standpunt houdt o.a. in dat:
het rooien van verouderde boomgaarden bevor
derd moet worden;
de fruittelers moeten kunnen profiteren van te
verlenen rentesubsidies;
de overheid krachtige steun moet verlenen ter ver
betering van de afzet, oa. door toepassing van de
3,2,1-regeling.
WERKGEVERS - SOCIALE ZAKEN
IN zijn overzicht over de loononderhandelingen stel-
de de heer M. C. J. Kosten dat lonen plus so
ciale lasten momenteel viermaal zo hoog zijn als in
1958. De snelle stijging van de lenen stelt de agrari
sche werkgever voor grote moeilijkheden. Bij het lan
delijk loonoverleg is nog geen overeenstemming be
reikt. Omdat op 15 maart a.s. eerst weer wordt ver
gaderd kan per 1 maart geen nieuwe CA.O. worden
afgesloten. Van werkgeverszijde wordt de verhoging
van 11% op jaarbasis voorgesteld terwijl door de
werknemers 12% wordt gevraagd. Het voorstel om
de funktie van vaktechnisch arbeider in te voeren
werd evenals een voorstel tot verlaging van de loon
grens voor volwassen werknemers afgewezen. Over
een verhoging van de vakantietoeslag van- 6,4 tot
6,8 werd overeenstemming bereikt. De werktijds
verkorting zal thans nog niet gerealiseerd worden.
Aangezien over de werkelijke verhoging ingaande
1 maart nog geen volledige overeenstemming bereikt
is kunnen de weeklonen gedurende de eerste helft
van maart het beste op de oude basis worden uitbe
taald. Na de definitieve vaststelling der C.A.O. kan
dan een verrekening met terugwerkende kracht tot
1 maart plaats vinden. Wel dient er daarbij rekening
gehouden te worden dat op grond van de indexerings
clausule in de C.A.O-'s Landbouw, Tuinbouw en
Pluimveehouderij 1971/72 met ingang van 21 februari
j.I. de week- en uurlonen, de tarieven en de vakantie-
bonwaarde met een moeten worden verhoogd!
VEEHOUDERIJ
IN zijn overz-" -ht betreffende de ontwikkelingen
in de veehouderijsector deelde de heer J. M. van
Heijst mede, dat de prijzen van alle vee, behalve het
weidevee, momenteel onder druk staan. Het weide-
vee is hierop een uitzondering. De vraag naar deze
dieren wordt groter, omdat het weideseizoen in zicht
begint te komen. De nuchtere kalveren moeten de
grootste veer laten, wat een jaarlijks terugkomend
verschijnsel is. De lagere kalverprijs werkt automa
tisch door in de prijzen van de kall'koeien en hier komt
bij dat de melkprijs ook nogal wat daalt.
Ook de slachtveeprijzen zijn wat dalende; er schijnt
volgens spreker nogal wat levend vee ingevoerd te
worden, vooral uit Duitsland en uit derde landen. De
import van slachtvee is vrij, omdat het heffingstelsel
buiten werking is gesteld, aangezien de prijzen op
een bepaald niveau zijn gekomen. Wat de prijs betreft
zit Nederland momenteel mede aan top van de
E.E.G., België zit nog iets hoger, terwijl Duitsland
het laagste zit met een verschil van meer dan ƒ0,20
per kg levend gewicht.
De varkensprijzen zijn de vorige week met 8 cent
gedaald, wat mede veroorzaakt is omdat de mond
en klauwzeergebieden van een groot aantal beper
kingen zijn ontheven. De verwachting is dat deze
week de daling nog verder zal gaan, omdat de ham-
menexport het laat zitten, mede ten gevolge van de
devaluatie van de dollar.
Wat de pluimveeslachtsector betreft deelde de heer
Van Heijst mede, dat men al het mogelijke doet om
de prijs te beïnvloeden. Het is dan ook verheugend
voor spreker te kunnen mededelen, dat alle slacht-
industrieën in Nederland samen met die in Duitsland
een partij slachtkuikens uit de markt nemen voor ge
zamenlijke rekening en deze, als het nodig blijkt te
zijn, zullen zien te plaatsen op de markten van derde
landen. Hieruit blijkt dat internationale afspraken
mogelijk zijn. Het resultaat moet nog afgewacht wor
den, maar als deze naar wens verlopen, zou het mis
schien mogelijk zijn ook op andere terreinen te onder
handelen en afspraken te maken. Verder vond de heer
Van Heijst het verheugend te kunnen mededelen, dat
het mond- en klauwzeer zich niet verder heeft uitge
breid. Het was overigens de hoogste tijd, omdat Ja
pan reeds' een invoerverbod voor onze varkens had
ingesteld en België voornemens was dit te doen. Dit
zou een vervelende zaak geweest zijn, aldus spreker,
omdat België een belangrijke afnemer is, vooral van
de slachtzeugen.
BENOEMINGEN
UET bestuur besloot de heer J. F. Burger te We-
11 meldinge te benoemen tot lid van de Commissie
van Toezicht van de Lagere Agrarische school te Goes,
gevestigd te Kapelle, zulks in de vacature, die is ont
staan door het bedanken van de/heer W. Dekker te
Wemeldinge.
Tot plaatsvervangend lid van de Bestuurscommissie
van het Landbouwschap voor de heer Becu werd be
sloten de heer M. C. J. Kosten te Tholen voor te dra
gen.
Tot lid van de Commissie Tentoonstellingfonds der
ZLM werd benoemd de heer Jac. Scheele te Vogel
waarde, zulks in de vacature van deheer J. W. Scheele,
en tot lid van de Tuinbouwcommissie der ZLM werd
benoemd de heer P. de Meester te Heinkenszand, zulks
in de vacature van de heer M. P. C. van Nieuwen-
hudjzen.
Het bestuur besloot voorts de heer Mr. J. F. G.
Schlingemann voor een nieuwe zittingsperiode te her
benoemen als bestuurslid van de Onderlinge Verze
kering Maatschappij der ZLM.
Teneinde met voorlopige voorbereidingen van start
te kunnen gaan voor de in 1973 te houden Land- en
Tuinbouwtentoonstelling der ZLM te Kamperland
w?rd door het bestuur besloten over te gaan tot sa
menstelling van een Tentoonstellingsbestuur. Beslo
ten werd tot leden van dit bestuur te benoemen de
heren S. J. Dees, Wissenkerke: S. de Visser, Aagte-
kerke, J. Nieuwenhuyse, Lewedorp, K. Dees, Bieze-
linge, S. J. van Langeraad, Kamperland en de heren
Ir. D. Luteijn en W. C. Sinke.
INTEGRATIE ZLM-AFDELINGEN
FJET bestuur kon zich verenigen met het voorne-
men van de algemene vergaderingen van de af
delingen Schoondijke en IJzendijke der ZLM om tot
fusie over te gaan.
ZITDAGEN VOOR LEDEN IN DE
RUILVERKAVELING HEUSDEN EN ALTENA
IVE vergadering nam kennis van het besluit van
de afdeling voorlichting om voor de leden van
de ZLM in de Ruilverkaveling Heusden en Altena bij
voldoende belangstelling zitdagen te gaan houden,
teneinde de leden te adviseren over verschillende vra-
ken, die er nog leven ten aanzien van de definitieve
toedeling van de ruilverkaveling.
PRODUKTSCHAP VOOR AARDAPPELEN
VOORRADEN BIJZONDER GROOT
QIT jaar zijn de aardappelvoorraden bijzonder groot,
voornamelijk als gevolg van de grotere voorraden
pootaardappelen. Daarvan wordt via de Stopa een deel
voor veevoeder bestemd. De poterpositie was het vorig
jaar daarentegen krap, met import en hoge prijzen. Daar
bij komt dat het uitschot laag uitvalt n.l. slechts 10
tegen-het vorig jaar gemiddeld 15 %-. De voor aflevering
geschikte voorraden consumptie- en pootaardappelen per
20 januari j.I. over de gebieden verdeeld wordt, blijkens
een overzicht van het Produktschap voor Aardappelen,
als volgt geraamd:
kleiaardappelen zand aard appelen
x 1.000 x 1.000
ton ton
Groningen 54,5 2,5
Friesland 66,0 5,0
Drenthe 24,0
Overijssel 7,0
N.OP.
Flevopolder
Gelderland
Utrecht
Noord-Holland
Zuid-Holland
Zeeland
Noord-Brabant
Limburg
135,5
139,5
25,0
0,5
118,0
165,0
241,5
85,5
18,0
19,0
38,5
16,0
waarvan in voorraad
bij de handel
1.049,0 112,0
211,0 48,0
DE BUITENLANDSE MARKTEN
In januari zijn 60.000 ton consumptie- en industrie
aardappelen uitgevoerd. Het exporttempo in vergelijking
tot de twee voorgaande jaren blijkt uit het volgende
overzicht.
Export per maand x 1.000 ton
oogst 1971 oogst 1970 oogst 1969
in juni/juli/augustus 16 10 15
september 47 43 47
oktober 60 72 96
november 62 64 57
december 62 61 55
januari 60 67 60
307
317
330
In de eerste twee weken van februari is 36.000 ton uit
gevoerd, zodat het exportcijfer voor deze maand hoger
zal worden dan in januari. Dit dankzij de export naar
Spanje en Griekenland. Evenals vorige jaren zijn ook dit
seizoen weer de meeste aardappelen naar West-Duits-
land gegaan n.l. (tot 1 febr.) van oogst 1971 228.000 ton.
Dit tegenover 212.000 ton in oogst 1970 en 195.000 ton
in oogst 1969.
West-Duitsland heeft ook nog ruim 100.000 ton uit
Frankrijk ingevoerd en beperkte kwanta uit België en
Polen. Het prijspeil voor de Duitse aardappelen is even
eens laag, maar toch wat beter dan in ons land.
Italië is dit jaar een grote afnemer en heeft reeds meer
dan 100.000 ton uit Frankrijk en ca. 60.000 ton uit Zwit
serland ingevoerd. Doordat onze telersprijzen hoger zijn
dan de Franse, evenals de vrachtkosten, komen onze
aardappelen voor Italië te duur. Op bescheiden schaal
vindt er toch regelmatig uitvoer plaats.
Frankrijk is dit seizoen de grote concurrent met prij
zen die voor de telers nog een paar gulden beneden onze
telersprijzen liggen. Bintje 40/opw. in nieuwe zakken
worden verkocht tegen 10,tot 11,franco Frank
fort, Saarbrücken enz. en franco Spaanse grens tegen
ca. 13,per 100 kg.
Intussen heeft Frankrijk tot half februari rond 350.000
ton aardappelen uitgevoerd. Hierbij is de export van vroe
ge aardappelen inbegrepen (ruim 50.000 ton).
(Zie verder pag. 4.)
treft. Met andere woorden: dat het bedrag dat zij ver
schuldigd zijn over hun omzet precies gelijk is aan het
bedrag dat zij door hun leveranciers in rekening
wordt gebracht. Om een voorbeeld te geven:
Omzet aan landbouw- en veeteeltprodukten
50.000 a 4 f 2.000,—
f 10.000,leveringen a 14 1.400,
15.000,leveringen a 4 600,
Saldo
!\E twee opeenvolgende jaren met lage prijzen van
de akkerbouverprodukten roept vragen op betref -
fennde de Omzetbelasting. Vrijwel alle landbouwers
en veehouders hebben gekozen voor de zogenaamde
landbouwregeling, die er van uitgaat dat deze agra
riërs precies quitte spelen wat de omzetbelasting be
2.000,—
nihil
Dit is de basis, het uitgangspunt van de landbouw
regeling. Het standpunt heeft als gevolg dat landbou
wers geen aangifte moeten doen, geen omzetbelasting
aan de fiscus moeten betalen, maar ook geen terug
gaaf verkrijgen in het geval meer wordt betaald aan
de leveranciers dan verschuldigd zou zijn wanneer
volgens het normale stelsel afdracht plaats vond aan
de fiscus.
IT OOR de slechte opbrengsten in de landbouw-
sector gaat echter 'de gedachte leven dat keuze
voor de normale gang van zaken, te weten het aan de
fiscus betalen van de belasting over de omzet, ver
minderd met de betalingen die reeds hebben plaats
gevonden aan de leveranciers, gunstiger uitvalt dan
toepassing van de landbouwregeling.
Dit kan ieder persoonlijk wel ongeveer voor zichzelf
nagaan. Een berekening als hierboven opgenomen is
vrij gemakkelijk te maken. Men moet iets van de per
centages weten, dat is wat landbouw- en veeteeltpro
dukten betreft dus 4 terwijl wat de uitgaven be
treft er veel variatie is en wij te maken hebben met
14 !en 4 %-
DIJ de keuze moet evenwel er mede worden ge-
rekend dat die bindend is voor een periode van 5
jaar en dat aan alle voorschriften wat de administra
tieve verplichtingen betreft strikt de hand moet ioor
den gehouden. Zo moet in principe een inkoop- en ver-
koopboek worden bijgehouden. Bovendien moeten van
alle verkopen fakturen worden uitgeschreven en du
plicaten daarvan worden bewaard. Wanneer het be
rekende voordeel zeer gering is, adviseren wij NIET
over te gaan op het normale stelsel. Het is heus niet
zo eenvoudig ondernemer te zijn in de zin van de om
zetbelasting, de problemen zijn vele en wij verwach
ten dat de tarieven zullen worden verhoogd!
PAAUWE