Geneesmiddelen kunnen gevaarlijk zijn, zelfs voor varkens Ondanks betere technische resultaten lager rendement in Brabantse varkensmesterjj HETlaboratoriumonderzoek, dat voor deze ziekte drie dagen duurt, wees echter uit dat het niet de ziekte van Aujeszky was. Na enig speurwerk bleek, dat enkele maanden tevoren op dit bedrijf diarrhee was opge treden bij een koppel fokgelten. 17 Gezondheidsdienst voor Dieren in Noord-Brabant, Boxtel. Door de toename van het aantal varkens per bedrijf en het daarmee gepaard gaande grotere ziekterislko, komt de moderne varkenshouder steeds meer met geneesmiddelen in aanraking. Daar men met geneesmid delen vaak fouten maakt en nogal eens dure fouten lijkt het ons ver standig voor elke varkenshouder de onderstaande regels aandachtig door te lezen en het daarin vermelde goed ter harte te nemen. KWALITEIT EN PRIJS kwaliteit van een geneesmiddelen is over het alge meen belangrijker dan de prijs. Een geneesmiddel van goede kwaliteit wordt in <te handel gebracht meestal alleen via de dierenarts door de bonafide ge neesmiddelenfirma's die, na uitgebreide en vaak lang durige onderzoekingen, overgaan tot verkoop van het middel. Zij zijn er dan zeker van dat die werkzaamheid goed is dat er, mits op de juiste wijze bewaard en toe gepast, geen schadelijke nevenwerkingen kunnen op treden. Enige tijd geleden kwatnlen er klachten uit Amerika, waar men in ham uit blik bruine plekken had aangetrof fen. Deze werden toegeschreven aan restanten van een minderwaardig en/of onjuist ingespoten preparaat tegen bloedarmoede. Dergelijke zaken doen onze export geen goed. Dat ook de prijs op zich belangrijk is, staat onomstote lijk vast. Een geneesmiddel dient om zieke dieren te ge nezen of de ziekte te voorkómen, in ieder geval om ver dere schade door sterfte, groeivertraging, verhoogd voe- derverbruik en dergelijken te beperken. Daarom zal het d eprijs die U er voor betaalt, meestal ruimschoots waard zijn. Toch mag U gerust prijsbewust zijn. Kijk echter uit wat U koopt! Een boer kocht een flesje van 250 cc schurftbestrij- dingsmiddel in de „vrije handel", omdat hij dacht dat zijn dierenarts zo duur was. Hij betaalde 6,75 en op het etiket stond: „verdunning: twee eetlepels op een liter water". Haalt U een dergelijk middel bij uw dierenarts, dan staat er imeestal op: „verdunning één eetlepel op twee of drie liter water" en het is zeker dat U dan niet vier of zes maal 6,75 betaalt! HET BEWAREN VAN GENEESMIDDELEN Dit is een belangrijke zaak. Er zijn veel geneesmidde len, die niet onbeperkt houdbaar zijn. Bij dergelijke mid delen wordt dit door een goede firma duidelijk en met een uiterste datum vermeld. Een aantal middelen moet in het donker of in een koelkast bewaard worden, omdat anders de werkzaamheid achteruitgaat. Tenslotte is het meest dringende advies: Bewaar al uw geneesmiddelen en/of bestrijdingsmiddelen achter slot, zodat kinderen en andere „onbevoegden" er niet bij kunnen. Zorg dat ze zó opgeborgen worden, dat men ze niet kan verwis selen met voedingsmiddelen of medicijnen die U voor Uzelf of voor uw kinderen in huis hebt. DE TOEPASSING VAN GENEESMIDDELEN Nog niet zo heel lang geleden werd er op een voor lichtingsdag aan het forum de volgende vraag gesteld: „Is er niet een spuitkursus waar de boeren zelf spuiten kunnen leren?" Het antwoord van de dierenarts die in het forum zat, was: „Ja, die kursus is er, hij wordt in Utrecht gegeven en duurt zeven jaar". Toch komt het de laatste tijd steeds meer voor, dat bepaalde varkenshouders in goed kontakt met hun die renarts die him bedrijf begeleidt en onder verant woordelijkheid van die dierenarts bepaalde middelen in huis hebben en deze op aanwijzing van hun dieren arts zelf toepassen. Hiervoor is een goed samenspel nood zakelijk. Door schade en schande wordt men wijs. De man, dne bij zijn buurman zieke biggen ging inspuiten en op de manier een ziekte op zijn eigen bedrijf binnenhaalde, kan U dat vertellen. Ook de varkensfokker, die met een vuile spuit en een vuile naald zijn biggen tegen bloedarmoede behandelde en enige tijd later tot de ontdekking kwam, dat er nogal wat door infekties op de inspuitplaats doodgingen, kan het U vertellen. Een goed kontakt met Uw dierenarts kan U veel narigheid besparen. DE DOSERING VAN GENEESMIDDELEN De dosering dat wil zeggen: de hoeveelheid die U van een geneesmiddel moet inspuiten of ingeven of door het voer of het drinkwater moet mengen is ook een belangrijk punt. Ook hiermee worden nogal eens fouten gemaakt. Voor antibiotika bijvoorbeeld geldt, dat wanneer U ze in een te lage dosering gebruikt, de kans bestaat dat be paalde bacteriestammen er als het ware aan gewend raken en niet meer door het antibiotikum gedood worden. Het gevolg is dan, dat zo'n geneesmiddel op de duur niet meer helpt tegen een bepaalde ziekte. Een ander gevaar is de overdosering, dat wil zeggen dat men teveel van het middel toedient, of bijvoorbeeld dezelfde hoeveelheid aan jonge biggen geeft, die de die renarts voorschreef voor oudere dieren. Om U dit wat duidelijker te maken het volgende voorbeeld. Nog niet zo lang geleden werden wij door een dieren arts gevraagd om mee naar een fokbedrijf te gaan kijken, waar een vreemde ziekte heerste. Een aantal biggen op dit bedrijf vertoonde vreemde verschijnselen: ze draaiden in het rond, liepen tegen de hokwanden aan en sommigen lagen op hun zijde, maakten trappelbewegingen en stier ven na enige tijd. De dierenarts had in eerste instantie aan de ziekte van Aujeszky gedacht. In overleg met het laboratorium waren enkele biggen opgestuurd voor onderzoek en uit voorzorg waren de ongeveer 200 nog gezonde biggen voorbehoedend met serum ingespoten. De fokker had hiervoor van zijn dierenarts een genees middel gehad en dit had prima geholpen. Het potje was nog niet leeg en dus zuinig bewaard. Toen enige maan den later diarrhee optrad bij jonge biggen, had die eige naar enkele thee-lepeltjes van dit vrij giftige geneesmid del in een klein bakje drinkwater gemengd. Op de eerste plaats was de dosering daardoor veel te hoog geworden, maar .bovendien zijn er misschien wel tien verschillende oorzaken, waardoor diarrhee kan op treden. De schade: 20 gestorven biggen en 200 biggen „voor niets" ingespoten met een vrij duur serum en de dieren arts kan dit echt niet „voor niets" doen. Inderdaad een vrij dure fout! Voor U als moderne varkenshouder dus tot slot de volgende adiviezen: 1. Wees kwaliteits- en prijsbewust. 2. Bouw een goede samenwerking met uw dierenarts op. 3. Bewaar uw geneesmiddelen op de juiste manier, pas ze op de juiste wijze toe en houd U precies aan de door uw dierenarts voorgeschreven dosering. J. J. JANSEN, Consulentschap Varkens- en Pluimveehouderij Noord-Brabant en Zeeland. Enkele weken geleden hebben 650 Brabantse var- kensmesters de bedrijfsverslagen over 1971 ontvan gen. Middels een hele serie kengetallen is voor ieder bedrijf een analyse gegeven van de behaalde tech nische en economische resultaten. Aan de hand van dit cijfermateriaal kunnen gefun deerde adviezen worden gegeven met betrekking tot de bedrijfsvoering en zonodig bedrijfsaanpassing. Het provinciale verslag dat binnenkort klaar komt geeft bovendien ruime informatie over de situatie van de Brabantse varkensvleesproduktie op boerenbedrijven. GROTERE BEDRIJVEN Vooruitlopend op de gegevens die nog in het provin ciale verslag moeten worden verwerkt is het wellicht interessant enkele totaalcijfers en overzichten te geven van de situatie en uitkomsten in 1971. Ingedeeld naar bedrijfsgrootte blijkt dat het aantal aanwezige mestvar- kens per bedrijf weer is toegenomen en nu gemiddeld 301 bedraagt. Uit onderstaand staatje blijkt dat 20 van de bedrijven minder dan 150 mestvarkens heeft en even eens 20 van de bedrijven meer dan 400. In 1970 lagen deze percentages respectievelijk nog op: 28 van de be drijven 150 mestvarkens en 10 van de bedrijven 400 mestvarkens. Kernbedrijven 1971: meer varkens en betere kwaliteit Groep jaarbedrijven aantal bedrijven uitgedrukt 1970 1971 per groep in procenten 0100 mestvarkens 39 7 Gemiddeld aantal aanwezige 100—150 M 73 13 mestvarkens per bedrijf 285 301 150—200 M 85 15 Voederconversie 3,38 3,36 200—250 85 15 Voerprijs per 100 kg 38,04 ƒ39,09 250—300 99 73 12 Voerkosten per kg groei 1,28 ui 300—400 99 103 18 Grammen groei per varken per dag 575 575 400—500 99 54 9 uitval 3,1 2,7 500 99 64 11 IA 63 66 Opbrengstprijs p. kg geslacht gewicht 3,08 2,77 Totaal aantal jaarbedrijven 576 100 Saldo per gem. aanwezig m.v. 110,— 69,- BETERE TECHNISCHE RESULTATEN Dee technische resultaten zijn gemiddeld beter dan in 1970. Dit geldt met name voor de voederconversie, de uitval en het percentage IA geklasseerde dieren. De groei ligt met 575 gram per mestvarken per dag gelijk aan vorig jaar. De voerprijs is ruim 1,hoger. Als ge volg hiervan zijn de voerkosten per kg groei ondanks een gunstigere voederconversie met 3 ct gestegen. De gemiddelde opbrengstprijs per kg varkensvlees lag het laatste jaar gemiddeld 31 ct per kg lager. De voordelen die bedrijfseconomisch zijn behaald door een lagere voederconversie, lagere uitval en betere clas sificatie zijn niet toereikend geweest om de hogere voer kosten en de sterk lagere opbrengstprijs goed te maken. Daarmee is grotendeels verklaard dat ondanks de tech nisch betere resultaten in 1971 het uiteindelijke saldo per gemiddeld aanwezig mestvarken bedudend lager is ge weest dan in het „gouden" varkensjaar 1970.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1972 | | pagina 17