De maand maart
op het zuid-westelijk
landbouwbedrijf
12
Zo vroeg en zo nauwkeurig mogelijk werken met de kunstmeststrooiers kan Italiaans raaigras kan pas gezaaid worden als de dekvrucht 20 cm lang
eventuele zoutschade voorkomen. is. Te vroeg zaaien werkt zaadvorming in de hand.
Een proefveld met suikerbieten: rechts: kunstmest vroeg gestrooid, links:
kunstmest laat gestrooid.
stoffen zo vroeg mogelijk te strooien, dus zodra U met
de strooier op het land kunt. Schade door hoge zout-
concentraties worden dan vermeden. Bovendien is dan
het fosfaat behoorlijk ingewerkt voor de zaaitijd aan
breekt, fosfaat verplaatst zich n.l. zeer slecht door de
grond. De laatste jaren is bij proeven naar voren ge
komen, dat vroege aanwending gunstiger kan werken.
Is het niet mogelijk vroeg te bemesten, dan de mest
stoffen toch goed door de grond verdelen door het
voor de zaai te strooien en in te werken.
Het is altijd moeilijk om de hoeveelheid stikstof, die
men op diverse gewassen zal geven, te bepalen. De
weersomstandigheden en vooral de hoeveelheid neer
slag in het groeiseizoen spelen een grote rol. Deze
herfst en winter is er zeer weinig neerslag gevallen.
ONKRUID
r/EEK, kleinhoefblad, wilde haver en duist geven
de nodige problemen. Van groot 'belang is te we
ten op welk tijdstip de beste bestrijding is uit te
voeren.
1°. Let vooral op de uitzaai van kleinhoefblad uit de
slootkanten en wegbermen. (Iin maart bloeit het
reeds met mooie gele bloemen). Spuit bij het ver
schijnen van de eerste bloemen deze plekken met
MCPA.
2°. Tegen kweek kan op bietenland tot enkele we
ken voor het zaaien nog 1520 kg TCA worden
toegepast, zo mogelijk na een grondbewerking.
Hoe vroeger toegepast, hoe kleiner de kans op
groei remming bij de bieten en hoe beter het af
fect op de kweek.
3°. Duist in wintertarwe. Diegene die in het najaar
geen bestrijding heeft kunnen uitvoeren, wat ove
rigens de beste bestrijdingsmogeliijkheden geeft,
kan nu nog op grond boven de 30 slib 2—3 kg
Eptapur Speciaal toepassen. Op lichte gronden
kan men veiliger 2 kg Gesaran 2088 gebruiken.
Ook andere zaadonkruiden worden bestreden.
Gras en klaveronderzaai is niet mogelijk.
Een normale gift zal te hoog zijn. Vooral bij winter
tarwe verdient een gedeelde stikstofgift de voorkeur.
Een „sohrale-opfokmethode" waarbij in het begin
van de groei slechts de halve hoeveelheid stikstof
wordt verstrekt en ongeveer twee weken voor het in
aar komen de tweede helft wordt toegediend, blijkt tal
van voordelen te hebben. Een gewas dat in april/mei
over (te) veel stikstof beschikt is gevoeliger voor meel
dauw. De kans op legering wordt door deling van de
gift kleiner, terwijl een CCC-behandeling vaak ach
terwege 'kan blijven wat op zijn beurt de kans op op
treden van afrijpingsziekten verkleint. Kortom een ge
deelde stikstofgift legt de basis voor een gezond
gewas!
De kwaliteit krijgt reeds bij meerdere produkten een
grotere invloed op de uit te betalen prijs. Als er te veel
stikstof gestrooid is, snijdt het mes aan twee kanten
ten nadele van de 'boer. Te lage opbrengst en boven
dien nog een lagere prijs. Rekening houdende met de
droge winter en de daarmee gepaard gaande geringe
uitspoeling kan de stikstofgift voor granen en vlas dit
voorjaar 20 a 25 kg lager zijn dan normaal.
GRONDBEWERKING
DIEGENEN die een voorbewerking hebben toege
past zullen h'et land in één volgende bewerking
zaaiklaar kunnen leggen. Streef over het algemeen
naar zo weinig mogelijke bewerkingen. Een opper
vlakkige regelmatig diep losgemaakte toplaag zal bij
dragen tot een regelmatiger opkomst. Het zaad moet
op de vaste vochthoudende bodem komen te liggen.
Dit geldt vooral voor de fijnzadige gewassen. Granen
en vooral erwten mogen gerust na een diepere be
werking wat dieper gezaaid worden. De schade door
het gebruik van bodemherbiciden kan door een wat
diepere zaai van de erwten voorkomen worden. Sterk
drogend weer geeft aanleiding om na de zaai te gaan
rollen. Achteraf blijkt dan dat men er veelal te laat
mee begon. Men begint over rollen te denken als de
tpplaag al zo ver uitgedroogd is, dat er beslist geen
resultaat meer van verwacht kan worden.
Duist in wintertarwe kan op gTond boven 30 slib
bestreden worden met 23 kg Eptapur Speciaal per
ha. Op lichte gronden kan men veiliger 2 kg Gesaran
2088 gebruiken.
De bedrijfsvoorlichters,
J. M. J. VAN AERTS,
K. F. MALCORPS.
C. A. R GOES.
EDURENDE de afgelopen wintermaanden heb-
ben weer diverse landbouwers de weinige uren
benut om over de lichte nachtvorst bepaalde percelen
een voorbewerking te geven. Op de kalkhoudende,
goed ontwaterde percelen is dit een goed werk, om
zonder structuurbederf een vlakke ligging te krijgen
en om spoorschade tot een minimum terug te bren
gen. Bovendien wordt in een open winter veel klein
vuil vernietigd. Mogelijk krijgt men daarvoor nog een
kans. Het bouwplan staat nu vast.
De lage prijzen zuilen voor bepaalde gewassen wel
een inkrimping betekenen, zoals erwten en uien en
de gunstige resultaten van blauw-maanzaad en karwij
ondergaan ais men de praktijk beluistert een uitbrei
ding. Ook voor mais neemt de belangstelling toe. Hoe
wel men er niet van moet uitgaan dat mais het ge
was is voor kweekpercelen hoeft anderzijds een lichte
bezetting met kweek géén reden te zijn om geen mais
te telen, aangezien met Atrazin (eventueel plus uit-
vloeier na opkomst) hier wel wat tegen te doen valt.
Overdrijven in bepaalde richting is zeer riskant. Men
dient terdege rekening te houden met opbrengsten
en prijzen voor een vergelijkingsbasis. Velen zullen
dan ook naar aanleiding van gesprekken op winter
vergaderingen en artikelen in de pers een deelbegro
ting gemaakt hebben om voor hun bedrijf met betrek
king tot vruchtwisseling en arbeid tot een zo goed
mogelijk resultaat te komen. Door saldo-vergelijking
heeft men de gewassen afgetast op hun aantrekkelijk
heid voor de financiële uitkomst van het bedrijf.
BEMESTING
IYE eerste werkzaamheid na de winterperiode is
het strooien van de kunstmest. Op veel percelen
ziet men de bakens (stokken of witte plastic-vlagge
tjes) reeds staan. Dit werk kan vooral op voorbewerk
te percelen zeker nog uitgebreid worden. Op heel wat
landbouwbedrijven gunt men zich geen tijd. in de zaai-
periode deze voorzieningen te doen en rijdt men maar
op „gezicht" en gevoel. De gemaakte fouten worden
later pas zichtbaar. Verder is 'belangrijk dat de cen
trifugaal- of pendelstrooier in de werkstand op het
perceel op de juiste hoogte wordt afgesteld. Deze
stand moet horizontaal zijn, zowel van achter als van
opzij gezien. Bij een volledig gevulde voorraadbak zal
de trekker diep insporen, waardoor het strooibeeld be-
invloed wordt.
Strooibanen zijn niet gewenst, vooral niet op gra
nen en graszaad, maar ook niet bij de rooi-gewassen,
al zi'et men de directe schade niet zo duidelijk dab bij
opgaande gewassen. Zeer grote hoeveelheden kunnen
beter in twee keren gestrooid worden. De strooibanen
kan men dan laten verspringen.
De fosfaat- en kaligiften zijn de laatste jaren ver
hoogd. Vooral de fosfaatbemesting moet op kalirijke
gronden naar boven. Het grondonderzoek laat dit dui
delijk zien.
Op aardappelen, uien en suikerbieten worden grote
hoeveelheden aangewend. Het is van belang de mest-