I
kracht®:/
uitgedokterd door BASF
Belangrijke aspecten rondom de voorjaarsgrondbewerking
KALKTIPS
Eén van de grootsten op het gebied
van gewasbescherming!
C.A.R. Goes
A. REMIJN
Axel
Door de komst van speciale grondbewer
kingswerktuigen zoals aangedreven eggen
is de gehele grondbewerking in een ander
daglicht komen te staan.
Als ide uitgangspunten zoals vlakploe-
gen en eventueel voorbewerken goed
uitgevoerd zijn, kan met één bewerking
een goed egaal zaaibed worden verkregen.
Vooral voor de fijnzadige gewassen is het
nodig dat de grondbewerking zo ondiep
uitgevoerd wordt dat het zaad op de on
bewerkte opgevende gronid1 gezaaid kan
worden.
Een goede diepteregeling van de aange
dreven eg is voor een oppervlakkige be
werking noodzakelijk.
De intensiteit van grondbewerking mag
niet te groot zijn. Speciaal aardappelen,
maar ook bieten, kunnen schade ondervin
den van een verdichte grond als gevolg
van een te fijne verkruimeling.
De mogelijkheden om de grondbewerking
in het voorjaar tot een minimum te (be
perken worden vaak nog onvoldoende be
nut. De boer zal er goed aan doen aan de
nieuwe ontwikkelingen de nodige aandacht
te schenken.
Grof ploegwerk vraagt, vooral voor een regelmatige
opkomst van fijnzadige gewassen, in de winter een
voorbewerking.
Door een te sterke verkruimeling 2 X schudeggen kan gemakkelijk
verdichting van de bovenlaag optreden.
gronden gemakkelijk aanleiding geven tot vollopen
in de vers bewerkte grond. Wrijfplaten hebben dit
euvel niet, maar kunnen er toe bijdragen, dat er op
de aansluitingen gemakkelijk grondiruggetjes ont
staan. Hierdoor kan de vlagligging weer in gevaar
komen, hetgeen vooral bij het bietenrooien met zes-
rijïge oogstsystemen grote problemen kan geven.
Het gebruik van aangedreven eggen geeft de
mogelijkheid van een zeer intensieve grondbewer
king. Gebleken is dat men ihiermede toch wel erg
voorzichtig moet zijn. Door een te sterke verkruime
ling wordt de grond zo verpulverd, dat ze na regen
gemakkelijk dichtslempt. Een lager toerental of een
hogere rijsnelheid is dan noodzakelijk.
DIEPE GRONDBEWERKING
Voor aardappelen wordt meestal een diepe grond
bewerking toegepast. De 'bewerkingsdiepte zal altijd
afhankelijk moeten zijn van de dikte van de bewerk
bare bovenlaag en niet van de maximaal haalbare
diepte. Het pootklaar maken van de grond in één
bewerking is hier in principe eenvoudiger dan bij
een oppervlakkige bewerking.Doordat de bewer
kingsdiepte hier/ veel groter is, kan meestal ook op
ruig geploegd land in één bewerking een voldoende
vlakligging worden verkregen.
De intensiteit van de grondbewerking voor aard
appelen is vaak erg groot. Men gaat er in de praktijk
meestal van uit, dat een zeer sterk verkruimelde
grond een betere groei zal geven en daardoor een
hogere opbrengst. Dit is echter een veronderstelling,
die volkomen onjuist is. Recente proeven van de
laatste jaren met verschillen in intensiteit van be
werking hebben het tegendeel bewezen. Een sterke
verkruimeling van de grond heeft tot gevolg dat
onder invloed van regen de grond sterk gaat ver
dichten. Hierdoor kan er voor het wortelstelsel ge
makkelijk zuurstofgebrek ontstaan met als gevolg
een lagere opbrengst. De extensieve grondbewerkin
gen en de objecten zonder grondbewerking gaven
steeds de hoogste opbrengst. Speciaal het recht
streeks poten in voorbewerkt land of in de ploeg-
sneden blijkt voonde groei van de plant erg gunstig
te zijn. Opbrengstverschillen van 510!% ten gunste
van minimale grondbewerking zijn geen uitzonde
ring. Deze nieuwe inzichten hebben ertoe geleid dat
Een goede diepteregeling door middel van wrijfplaten'of steunrollen is voor
een regelmatige diepteregeling noodzakelijk. Op vlak geploegde grond kan
met een bewerking worden volstaan.
De tijd, die in het voorjaar nodig is voor het zaaien
en poten van de gewassen is de laatste jaren steeds
korter geworden. Andere inzichten betreffende de
grondbewerking en de ontwikkeling van nieuwe
werktuigen hebben er toe bijgedragen dat het werk
vlotter en dikwijls ook onder betere voorwaarden
plaatsvindt. Speciaal voor de grondbewerking en de
verzorging voor aardappelen zijn reeds diverse
nieuwe werktuigen ontwikkeld.
zoveel mogelijk in het najaar of over de bevroren
grond moeten worden toegediend. Wanneer aan deze
voorwaarden wordt voldaan, kan voor 'het zaaiklaar
maken met één 'bewerking worden volstaan. Ver
schillende 'bedrijven passen reeds met zeer goede
resultaten dit systeem toe.
De beste kieming vindt plaats, als het zaad op de
vaste ondergrond ligt. Dit impliceert dat voor fijne
zaden een regelmatige en ondiepe grondwerking ge-
Steeds meer en meer tracht men de grondbewer
king in het voorjaar voor alle gewassen in één be
werking uit te voeren.
Hierdoor is de belangstelling voor speciale grond
bewerkingswerktuigen, die de grond in één werk-
gang zaai- of pootklaar maken groot. Speciaal de
aangedreven eggen zijn in dit opzicht in trek.
De mogelijkheid om deze eggen ook onder moei
lijke omstandigheden te gebruiken voor het zaai
klaar maken van tarweland in het najaar, heeft voor
velen de aanschaf aantrekkelijker gemaakt. Daar
naast is het laden en lossen van eggen komen te
vervallen, hetgeen sneller en gemakkelijker werken
tot gevolg heeft. De mogelijke voor- en nadelen t.a.v.
het gebruik zullen hier nader onder de aandacht
worden gebracht.
OPPERVLAKKIGE GRONDBEWERKINGEN
Alle fijnzadige gewassen waaronder bieten
vragen een oppervlakkige grondbewerking 2 a 3
cm diep terwijl daarnaast een goede vlakligging
van groot belang is. Om in één enkele bewerking
van de grond aan deze voorwaarden te voldoen is
geen eenvoudige opgave. Vooral op onregelmatig en
hol geploegd land is het niet mogelijk het perceel
met een ondiepe bewerking in één keer vlak en
regelmatig diep los te krijgen. Bij het ploegen zal
men reeds de volle aandacht moeten vestigen op een
goede vlakstelling en een gesloten ligging. Op de
zwaardere gronden is het gewenst om de grond over
nachtvorst voor te bewerken met de cultivator, waar
door een grove egalisatie plaatsvindt. Om het aantal
sporen op het land te beperken zal de bemesting
wenst is. Aan de diepteregeling van aangedreven
eggen dient dan ook veel aandacht te worden be
steed. De meeste van deze eggen zijn voor dit doel
uitgerust met een rol, die de diepte regelt of wrijf
platen. De regeling van de diepte met behulp van
deze rollen is bijzonder goed, maar kan op de klei-
in enkele streken van het land dit reeds op praktijk
schaal wordt toegepast. Het kluitenprobleem bij het
rooien mag 'bij deze methoden niet geheel over het
hoofd worden gezien. Veelal is een toename van het
aantal kluiten te verwachten, naarmate de bewer
king van de grond te wensen overlaat.
STICHTING NED. KALKBUREAU DE BILT.
OOK DIT JAAR ZAL WEER veel slecht grasland
met gebruik making van de frees worden vernieuwd.
Een goede basisbemesting hierbij is erg belangrijk. Let
daarbij ook vooral op de kalktoestand.
BIJ GRASLANDVERNIEUWING vormt de oor
spronkelijke ondergrond het nieuwe zaaibed. Deze is
meestal zuur. Door een bekalking uit te voeren vóór
het frezen wordt de kalk tijdens de bewerking goed
door de grond gewerkt. Bij goede pH zal het graszaad
beter aanslaan.
BIJ GRASLANDVERNIEUWING of inzaai van
bouwland is er volop gelegenheid de kalktoestand
vooraf op peil te brengen. Door hierbij gebruik te ma
ken van een magnesiumhoudende kalkmeststof zal
tevens de magnesiumtoestand van de grond worden
verbeterd zulks ten gunste van de minerale samenstel
ling van het jonge gras.
KALKMINNENDE GEWASSEN zoals gerst, tarwe,
mais en bieten vragen een goede pH van de grond.
Het verkrijgen van topopbreng sten van deze gewassen
is mede voor een groot deel afhankelijk van een juist
bekalkingsbeteid.
BASF Nederland N.V.,
""—"l Afdeling Landbouw,
BASF Kadestraat 1, Postbus 1019,
Arnhem, Tel.: 085 - 45 06 91.