VAN DER HAVE voor graszaadteelt tel. 01102-1441* s Zaaidichtheid en oogstzekerheid bjj vlas Bestrijding van koprot (Botrytis allii) in zaai-uien Verwerking van kunstmest op landbouw bedrijven 8 In „Bedrijfsontwikkeling" van januari 1972 wijzen in een artikel ir. G. Liefstingih en G. Blink van het P.A.W. er op dat, nu de vlasverwerkende industrie verder gemechaniseerd wordt, men er steeds meer naar moet streven het vlas tot aan de oogst overeind te houden. Het onderzoek heeft zich dan ook be halve op de verhoging van opbrengst en kwaliteit vooral gericht op verhoging van de oogstzekerheid. Het rassenonderzoek vormt een voornaam deel van het onderzoekprogramma. Daarnaast zijn een juiste rijenafstand en zaaidichtheid van belang voor het verkrijgen van een goede kwaliteit vlas bij Ihoge opbrengsten. Uit rijenafstand- en zaaidichtheid praktijkproeven is gebleken dat het onder de gegeven omstandig heden van ras, rijenafstand en stikstof bemesting, voor de vlasteler gunstig zou zijn geweest van een hoge zaaidichtheid uit te gaan. wanneer geen of weinig legering optrad. Immers de opbrengst aan on- gerepeld strovlas nam dan over het algemeen toe naarmate van een hogere zaaidichtheid was uitge gaan. Bij legering, vooral wanneer deze vroegtijdig plaatsvond, werd de strovlasopbrengst in veel min dere mate beïnvloed. Uitgaande van verwerkingskosten van 20 ct. per kg ongerepeld, -een kg-prijs van 75 ct. voor NAK- gekeurd zaaizaad of 35 ct. voor slagzaad en een prijs voor de lange vezel van ca. ƒ2,00 (middenkwaliteit) (Zie verder pag. 10) BENLATE VOOR TOEPASSING VRIJGEGEVEN S.N.Ui.F„ Middelharnis. aantasting van uien door die schimmel Botrytis allii is in sterke mate bepalend voor het bewaar- rendement. Bij ernstige aantasting kunnen gedurende de bewaarperiode uitvalpercentages voorkomen van 30 50 in jaren met minder gunstige omstandigheden voor het optreden van de schimmel bedraagt de uitval vaak niet meer dan enkele procenten. Hoewel de aantasting zich meestal pas openbaart gedurende de bewaring, vindt de infektie door de schimmel al tijdens of aan het einde van het groeiseizoen plaats. De schimmelaantasting komt voor in de vorm van kop-, wond- of bodemrot. De schimmel kan overblijven op het zaad en op orga nisch materiaal in de grond en kan zo reeds bij het be gin van de teelt infektie teweeg brengen. Ook kunnen schimmelsporen door de lucht (b.v. van afvalhopen) wor den aangevoerd Uit hetgeen tot nu toe bekend is over de levenswijze van de schimmel kunnen we dus vast stellen, dat in principe vanaf het zaaien tot aan de oogst gevaar bestaat voor infektie. 'Y'OT nog toe kon met geen enkel chemisch middel een bescherming tegen infektie door de koprotschim- mel op praktische wijze gerealiseerd worden. Met de komst van de zgn. systemische fungiciden zijn echter de perspektieven hiervoor aanzienlijk vergroot. In uien wer den dieze middelen voor het eerst in 1969 door de SNUiF in het onderzoek betrokken. De tot nu toe hiermee be reikte resultaten waren dermate bevredigend, dat thans het onder de naam Benlate in de handel gebrachte syste mische fungicide voor toepassing in zaai-uien is vrijge geven. Ter illustratie van bovenstaande zijn van een in 1971 in Oostelijk Flevoland uitgevoerde koprotbestrijdings- proef de resultaten van het middel Benlate in onder staand overzicht vermeld. Zaadbehandeling met Benlate (kontrole be waarmonsters: 11 en 12 januari 1972) Objekten Koprot in Bodemrot in Zaadbehandeling met 2 gr. Benlate per kg zaad 2.5 0.7 Onbehandeld (alleen thiram) 18.4 3.9 'I^AAR aanleiding van de bij het onderzoek opgedane ervaringen werd voor de toepassing van Benlate de volgende gebruiksaanwijzing opgesteld: „Zaadbehandeling naar 2 gr. Benlate per kg zaad. On der ongunstige kiemingsvoorwaarden kan de veldop- komst engiszins nadelig beïnvloed worden. Ter 'bescher ming van het zaad tegen kiem- en bodemschimmels mag die gebruikelijke zaadontsmetting met thiram niet achter wege blijven. Hoewel de bestrijding in hoofdzaak gerealiseerd wordt met de zaadbehandeling, kan het effekt van deze toepas sing nog enigermate vergroot worden door tijdens de groeiperiode 1 of 2 bespuitingen uit te voeren met 0.5 kg Benlate in omstreeks 200 1 water per ha. Deze veldtoepassing kan plaatsvinden vanaf een ge waslengte van circa 20 cm tot aan het strijken van het loof. Bij het uitvoeren van twee bespuitingen is een tus senruimte van ongeveer een maand gewenst. In ieder geval dient het middel te zijn toegepast, voordat de eer ste planten gaan strijken". f^LS aanvulling op de gebruiksaanwijzing zijn de vol gende punten van belang: In verband met de geringe hoeveelheid imiiddel per kg zaad dient de zaadbehandeling uiterst nauwkeu rig te worden uitgevoerd. Gezien de aanwezige outillage bij de zaadteeltbedrij- ven voor de ontsmetting van het uiezaad met thiram wordt verwacht, dat deze bedrijven ook met Benlate behandeld zaad zullen aanbieden. In verband met de aanwezigheid van veelal 'betere zaaizaadontsmettings- apparatuur lijkt ons het zaadteeltbedrijf inderdaad de meest aangewezen plaats voor deze behandeling. Hierbij is het voor de teler van belang, dat op de ver pakking van het zaad te lezen is of de behandeling met Benlate heeft plaatsgevonden. Over de invloed van de toepassing van Benlate op door mechanische beschadiging ontstaan wondrot zijn nog onvoldoende gegevens bekend. In de komen de jaren zal hieraan bij het onderzoek nog de nodige aandacht besteed worden. HOUDT BIJ HET KIEZEN VAN EEN STROOIER REKENING MET NIEUWE ONTWIKKELING VAN LOSSE VERWERKING IN het januarinummer van „Bedrijfsontwikkeling van het Ministerie van Landbouw" gaat de heer J. T. Andringa Ing. van het Rijkslandbouwcon- sulentschap voor Landbouwwerktuigen op de opslag, verwerking, transport en verdeling van meststoffen op landbouwbedrijven in. Al naar gewas, grondsoort en meststof zal de gebruikte hoeveelheid dikwijls 1000 tot 2000 kg per ha bedragen. De verwerking en het strooien geschiedt op uiteenlopende tijdstippen, maar valt grotendeels in de voorjaarsmaanden samen met veel ander werk. Werkmethoden die leiden tot arbeidsbesparing en gemakkelijk werken zijn dan ook belangrijk, terwijl ook spreiding (voor- of na jaar) in de tijdstippen van toediening verlichting kan geven. KUNSTMEST IN ZAKKEN UOOR de verwerking van kunstmest in zakken kan het horizontaal en verticaal verplaatsen aanzienlijk worden verlicht door gebruik te maken van transporteurs en laadborden. Het vullen van de strooiers gebeurt meestal vanaf een wagen. Uiter aard kan men vlak voor het strooien de kunstmest bij de leverancier afhalen. Ook het lossen van de aanvoerauto op landbouwwagens is een bruikbare methode. Laden van een wagen met een transpor teur vraagt meestal twee personen. Laadborden kun nen door één persoon worden gehanteerd met be hulp van een voorlader of een hefmast aan de trek ker. Per laadbord kan 500 tot 1000 kg (10 a 20 zak ken) worden verplaatst, afhankelijk van trekker, voorlader of type hefmast. Deze hulpmiddelen vrar gen meestal weinig extra investering en geven ver lichting van het zware werk. Kunstmest in zakken Bij verwerking van kunstmest in zakken is een belangrijke werkverlichting mogelijk door gebruik te maken van laadbordenDe laadborden kunnen worden gehanteerd met behulp van een hefmast of een voor lader aan een trekker heeft als voordelen: een goed overzicht, gemakke lijke opslag en controle op hoeveelheid en dosering. TRANSPORT ITIT de opslagplaats zullen de meststoffen naar het veld moeten worden gebracht om daar te worden verdeeld. Dit laatste kan met een kunstmest strooier gebeuren. Een grote bakinhoud en een kleine transportafstand is dan gunstig. Verspreide perceelsligging, kleine en/of moeilijk te transporteren strooiers, grote percelen en afstanden zullen tussen- transport nodig maken. De hiervoor te gebruiken wagens zullen geschikt moeten zijn om de strooiers te vullen. Veel strooiers zijn te hoog of zodanig ge construeerd dat ze niet of moeilijk uit standaard (kip)-wagens gevuld kunnen worden. STROOIEN VOOR het strooien en verdelen van de meststof- fen worden op grote schaal centrifugaal- en pendelstrooiers gebruikt. Daarnaast komen schotel-, nokkenrad-, schuifrad-, vijzel- er. pneumatische strooiers voor. Al deze machines hebben vóór- en nadelen. Som mige zijn uitsluitend geschikt voor korrel-, andere daarentegen alleen voor poedervormige meststoffen. Belangrijk zijn verder de kwaliteit van :het werk, de capaciteit en de prijs. Nu de verwerking van losse meststoffen op gang is gekomen, moet de strooier ook hiervoor geschikt zijn. Hierbij spelen transport, vullen en wijze van strooien een grote rol. De keuzemogelijkheid is op het eerste gezicht zeer groot. Maar als de machine aan alle eisen moet vol doen, zal blijken dat de keuze moeilijk kan worden door het beperkte aanbod. LOSSE VERWERKING MEER MOGELIJKHEDEN Verwerking in losse vorm biedt meer mogelijk heden als alles hierop wordt afgestemd. Het gebruik van speciale kunstmestsilo's is zeer interessant maar ook vrij kostbaar. Ze zijn in het bijzonder geschikt als weinig kunstmestsoorten worden gebruikt en er een lang strooiseizoen is. Daarom zal men op weide- bedrijven wellicht spoediger tot bouw van een kunst - mestsilo komen dan op akkerbouwbedrijven. Ook bij het kiezen van een strooier zal eventueel rekening gehouden moeten worden met de nieuwe ontwikke ling.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1972 | | pagina 8