KNLC MET ZORGEN OVER DE DREMPEL fa NIEUWJAARSVERGADERING LANDBOUW-COMITÉ Ik wens U in het nieuwe jaar veel goeds, want het is wel duidelijk dat er landbouwpolitiek bezien zeker ook slechte dingen zullen komen. Met woorden van deze strekking opende de voorzitter de eerste vergade ring in 1972 van het hoofdbestuur van het Koninklijk Nederlands Landbouw-Comité. De zorgen voor het nieuwe jaar betreffen vooral de gang van zaken met het EEG-prijsbeleid en alles wat daar roet in het eten kan gooien. Het hoofdbestuur stond er uiteraard uit voerig bij stil. Verder had het hoofdbestuur de samenstelling van het dagelijks bestuur te regelen en te spreken over vele andere zaken, waarvan we met name noemen het Urgentieprogramma, de Grondbank, het uitgifte- beleid voor Oostelijk Flevoland en het mond- en klauw zeer. Voor het eerst aanwezig als lid, resp. adv. lid van het hoofdbestuur, en als zodanig hartelijk verwelkomd, waren de heren J. B. Becu te Groede, de nieuwe voor zitter van de ZLM en de heer K. Sikkema te Oudeschip als vertegenwoordiger van de P.J.G.N. J. L NYSINGH ONDERVOORZITTER De heer H. P. H. Waalkens te Tollebeek was in het dagelijks bestuur aan de beurt van aftreden en niet herkiesbaar omdat hij ook aftrad als hoofdbestuurs lid, in verband met zijn terugtreden als voorzitter van de LM.IJ. Hem werd hartelijk dank gebracht voor de bekwame en prettige wijze waarop hij in de bestuursorganen van het K.N.L.C. zijn grote bijdrage leverde tot de behar tiging van het landbouwbelang. Deze erkentelijkheid werd ook op stoffelijke wijze onderstreept. In de vacature van lid van het dagelijks bestuur werd voorzien door de verkiezing van de heer H. E. Takens te Veendam, voorzitter van de Veenkoloniale Boerenbond. Tot opvolger van de heer Waalkens als ondervoorzitter van het K.N.L.C. werd het dag. be- stuurslid de heer J. L. Nysingh te De Wijk aangewezen. Het dagelijks bestuur is er nu als volgt uit komen te zien: ir. C. S. Knottnerus te Steenbergen (voorzitter), J. L. Nysingh te De Wijk (ondervoorzitter), W. H. Jas te Dubbeldam, W. J. Lokhorst te Deil, H. E. Takens te Veendam en mr. E. Kuylman te 's-Gravenhage (alge meen secretaris). VALUTA-MOEILIJKHEDEN Het in Washington bereikte akkoord over voorlopige nieuwe muntwaarde-verhoudingen moet nog gevolgd worden door de nodige aanpassingen in het interne EEG-beleid. Het hoofdbestuur onderkende met grote zorg dat zich hierbij nog veie moeilijkheden kunnen voordoen. Daar is in de eerste plaats het vraagstuk van de z.g. bandbreedte: de schommelingen die men rondom de nieuw gekozen waardeverhoudingen toe staat. In Washington heeft men een zodanige ruimere marge genomen dat die in de gemeenschappelijke EEG-markt storend en onbruikbaar is. Voorlopig gaat de EEG nog door met onderlinge heffingen en resti tuties voor belangrijke landbouwprodukten, waarvoor de werkelijke waardeverhoudingen de grondslag zijn. Vorig voorjaar heeft de EEG besloten tot de gelei delijke totstandkoming van de economische en munt unie; een eerste stap zou juist zijn de verkleining van de bandbreedte bij de EEG-valuta. Het hoofdbe stuur meent dat men nu zeker toe behoort te passen wat afgesproken was. Voortgang met de vorming van de EEG-geld-unie 'is beslist noodzakelijk. Verstorin gen van de landbouwmarkt en het landbouwbeleid vanuit die hoek zijn niet langer te dulden. Tweede probleem als straks, zoals verwacht, het Amerikaanse Congres zijn goedkeuring geeft en de nieuwe muntwaardeverhoudingen officieel worden, is de nieuwe waarde van de EEG-rekeneenheid. Aan passing van de waarde van de rekeneenheid (waarin de officiële EEG-landbouwrichtprijzen etc. zijn vastge steld) ligt in de rede, b.v. met een gemiddelde van de opwaardering van de EEG-valuta. Als echter de rekeneenheidwaarde minder stijgt (of zelfs gelijk blijft) dan de waarde van de nationale munt daalt in het betreffende EEG-land de prijs uit gedrukt in nationale munt. Dit kan zich voor West- Duitsland gemakkelijk voordoen, maar het is voor Ne derland ook niet ondenkbaar. Italië, dat (evenals waar schijnlijk Frankrijk) duidelijk met zijn nationale prijzen omhoog zou gaan, blijkt n.l. helemaal niet zo gesteld op die opwaardering van de rekeneenheid. Er ontstaat dan voor de eerstgenoemde landen het probleem hoe de nationale prijsdaling goed te maken. Men kan de grensheffingen en -restituties handhaven en/of men kan het zoeken in een verhoging van de BTW voor landbouwprodukten (die algemener werkt en ten laste komt van de consumenten of misschien ook de schatkisten). Rechtstreekse toeslag uit de staatskas is ook denkbaar maar weinig reëel te ach ten. Het hoofdbestuur sprak in elk geval als zijn be sliste mening uit dat inkomensdaling voor de boeren als gevolg van de oplossing van de genoemde valuta moeilijkheden onaanvaardbaar is. PRIJZEN 1972/73 Zojuist ging het alleen nog maar om het vermijden van prijsdaling in nationale munt in enkele EEG-landen, waaronder misschien Nederland. Dan blijft de naar het oordeel van het hoofdbestuur dringende eis tot wezen lijke verbetering van het landbouw-inkomen in de hele EEG door middel van het gemeenschappelijk prijsbe leid voor 1972/73 en volgende jaren. Gelukkig heeft de EEG-commissie haar voorstellen van juni vorig jaar 2 3 ingetrokken. Het hoofdbestuur nam kennis van berichten dat dr. Mansholt nu eraan zou denken een prijsverhoging van gemiddeld 8 voor te stellen. Het stelt dan in de eerste plaats vast dat daarmee nog duidelijk beneden de verlangens van het COPA zou worden gebleven. Evenals het COPA zou de Commissie ook verschil per produkt maken, waarbij zij dan vooral voor akkerbouwprodukten te laag uit zou komen vergeleken met de nodige verbete ring. In landbouwaktualiteiten 1971 is ondermeer één der behandelde onderwerpen de afzet van consumptie aardappelen. Meer hierover op pagina 20 en 21. Voorts moet het hoofdbestuur voorlopig aannemen dat het prijzenoverleg zal komen na het bovengenoem de valuta-overleg en dat bij de prijsvaststelling daar mee rekening zal worden gehouden. Wat zou beteke nen dat een deel van de prijsverhoging „opgaat" aan de opwaardering van de nationale munt (voor Neder land a.h.w. een „korting" van 2,76 Het hoofdbe stuur stelde nogmaals dat de prijsvaststelling op zich zelf en dus los van de geldcrisis zou moeten geschie den. 'EEG-landen die door een rekeneenheid-opwaarde- ring al profiteerden, zullen echter in andere richting werken, met name Italië; het zal de prijzen weer kun nen koppelen aan het structuurbeleid. De ongerustheid van het hoofdbestuur wordt nog vergroot door de onzekerheid over de uitkomst van het inmiddels begonnen handelsoverleg tussen de EEG DINGEN VAN DE WEEK EN OOSTERSCHELDE Uit reacties is ons gebleken dat hetgeen in „Dingen van de Week" in het ZLM land- en tuin bouwblad van vrijdag 7 januari over de Ooster- schelde is geschreven aanleiding kan geven tot mis verstand. Aan ons blad werken verschillende mede werkers voor diverse rubrieken mede, die regelmatig hun bijdragen aan de redaktie te Goes zenden. Het geen deze omtrent verschillende zaken schrijven geeft vanzelfsprekend niet het standpunt het ZLM-bestuur weer. Dit komt tot uiting in dc ver slagen van de vergaderingen van HB en ledenraad. De redaktie leest alle bijdragen voor plaatsing dom en past deze zo nodig aan. Waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt en bij houthakken vallen spaanders! Dit is oofe het geval geweest bij het doornemen van de copy yan „Dingen van de Week". Deze kwam maandagochtend 3 januari binnen, er was 's morgens bureauvergade- ring en 's middags vergadering van het bestuur. Copy moest naar de drukker gezonden worden. Achteraf blijkt nu, tot onze spijt, dat het vluchtig doorlezen van „Dingen van de Week" niet vol doende kritisch is geschied en de betreffende pas» sage bijzonder ongelukkig is geredigeerd. Het stand-, punt van het bestuur van de ZLM betreffende de noodzaak tot afsluiting van de Oosterschelde is on veranderd en positief. RED. en de Ver. Staten. Van EEG-zijde is men gelukkig nog niet bereid om op de brutale Amerikaanse eisen in zake EEG-prijsverlaging en -systeemverandering in te gaan. Maar over geforceerde graanopslag en over een voorzichtiger exportbeleid zal wel worden gesproken. Zaken die niet zullen nalaten in de praktijk straks een zekere prijsdruk, met name bij de granen, uit te oefe nen. Het hoofdbestuur sprak tenslotte in het algemeen de hoop uit, dat de verantwoordelijke bewindslieden op nationaal en EEG-vlak de redelijke verlangens van de landbouw inzake de noodzakelijke prijzen- en inko mensverbetering zullen erkennen en overeenkomstig zullen handelen. URGENTIEPROGRAMMA Het hoofdbestuur juichte het toe, dat het Landbouw schap op korte termijn weer een urgentieprogramma voor het overheidsbeleid ten behoeve van land- en tuinbouw gaat opstellen. Zo'n programma zal op grond slag van het Meerjarenprogramma van vorig jaar de punten moeten bevatten die dit jaar het belangrijkst zijn, ook al in verband met de voorbereiding van de rijksbegroting 1973. Het hoofdbestuur ging akkoord met de inmiddels reeds ontworpen opzet van het urgentieprogramma. Het onderstreepte dat het programma vooral de nood zaak moet stellen dat de land- en tuinbouw de alge mene inkomensontwikkeling moet kunnen bijhouden. Hiertoe zal ook een EEG-beleid zonder kans op geld politieke storingen kunnen bijdragen. Op nationaal vlak zal vooral door allerlei belastingfaciliteiten de positie van de zelfstandige ondernemer moeten worden ver sterkt. Voldoende overheidsmiddelen moeten beschik baar zijn om perceels- en kavelvergroting, ontsluiting, betere waterbeheersing, bedrijfsvergroting etc. onver kort voortgang te doen hebben. GRONDGEBRUIK Bij één van de mogelijkheden om de financierings problemen in het landbouwbedrijf van de naaste toe komst te verlichten stond het hoofdbestuur uitvoe- rjqer stil, t.w. de proef met de grondbank die men thans bezig is uit te werken. Het heeft het hoofdbestuur onaangenaam getroffen dat kennelijk getracht wordt, waar het rapport van de commissie-Wellen al com promissen bevatte, de praktische toepassing op grond- slaq van dat in grote lijnen aanvaarde rapport nog onqunstiger te maken. Als men een eerlijke proef wil nemen met de grondbank zal men niet bij voorbaat de zaak onaantrekkelijker moeten maken. Het ging erom een financieringswijze te vinden die duidelijk voordelen had boven de eigendom en van dit beginsel zal men moeten blijven uitgaan, wil de georganiseerde landbouw blijven meewerken aan de verwezenlijking van de in het rapport-Wellen neergelegde grondbank- 90OpChhet terrein van grondgebruik valt voorts nog te wijzen op de ernstige bezwaren die het hoofdbe stuur had tegen het nieuwe uitgiftebeleid in Oostelijk Flevoland. In het bijzonder gelden die de sterke ver korting van de erfpachtsduur en het afzien van de bouw van woningen bij de pachtbedrijven door de overh Jd. (Zie verder pag. 17)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1972 | | pagina 13