De verjaardag
van Jesus
Overpeinzingen rond kerstmis van een plattelandsvrouw
3
rLK jaar herdenken we op het Kerstfeest
de geboorte van Christus. Dat is een wat
plechtige uitdrukking. Wij zeggen gewoonlijk: ik
vier mijn verjaardag. Op zo'n dag komen de
mensen je feliciteren. Daarmee zeggen ze eigen
lijk, dat ze het fijn vinden dat je er nog steeds
bent. En de bedoeling van een verjaardag is, dat
je dit zelf ook fijn vindt, dat je je bestaan feeste
lijk beaamt. Kerstfeest heeft ook dat karakter.
Feestelijk wordt het bestaan van Jezus Christus
gevierd. Daar verheugt de kerk zich elk jaar
weer over.
Het blijft zinvol je steeds af te vragen: waar
om doen we dat? Waarom vieren we het bestaan
van Jezus? Wie was Hij dan? Is daar nog iets
over te zeggen? Vele namen worden Jezus op
gedrukt: wonderdoener, wereldverbeteraar, re
volutionair, hippie. Dat hangt af van de bril
waarmee je Hem beziet. Ook de bijbel geeft een
naam. De engel zegt: „Gij zult zijn naam heten
Jezus". Zo'n naam zei in Israël iets. Zoals je
heette, zo was je ook. En Jezus betekent: de
Heer redt. Met andere woorden: in het leven
van Jezus zul je kunnen zien, dat God een Red
der is. In de manier waarop Jezus leeft, zal dui
delijk worden wie God is.
CEN van de meest frappante verhalen in dit
L verband is de genezing van een verlam
de man. Een aantal vrienden weten hem met ont
zettend veel moeite bij Jezus te krijgen. Door
het dak nota bene! Ze zijn niet voor één gaatje
te vangen. Ze zien er nog gat in. Jezus reageert
heel positief op deze volhardendheid. Maar Hij
zegt iets, wat niemand verwachtte. Jezus zegt:
„Mens uw zonden zijn u vergeven". Dat vond Hij
de meest fundamentele genezing. De zonde is 'n
levensgevaarlijke ziekte. Op staande voet ko
men de vragen op: wie is Jezus? Kan Hij dit
doen? Heeft Hij de bevoegdheid om dit te zeg
gen? Dan laat Jezus zien hoe in Hem duidelijk
wordt ,dat de Heer een Redder is. Om te be
wijzen, dat Hij er de macht toe heeft de zonden
te vergeven, zegt Hij tot de verlamde: „Sta op!"
En hij stond op! Eerst geneest Jezus de gestoor
de verhouding tussen God en mens. Daarna laat
Hij zien hoe als gevolg daarvan heel het leven
geneest. In Jezus zien we hoe God reddend be
zig is onder de mensen. Vanuit Jezus kunnen
we iets zinnigs zeggen over God. In zijn woor
den en daden mogen we de woorden en daden
van God zien. Zoals Jezus omgaat met mensen,
zo gaat God om met mensen.
Dat is een vérgaande uitspraak. Over wie
God nu precies is, plegen we onwetend de
schouders op te halen. Het ligt meer voor de
hand dat je over God, die toch zo anders is, niets
met zekerheid kunt zeggen. Het is al onbegrij
pelijk, dat Hij bestaat. En dat je Hem dan nog
kunt leren kennen! Dat in deze wereld, zoals
die reilt en zeilt, een wereld van jongens en
meisjes die verliefd worden, van boeren die bie
ten oogsten, van verkeer dat de straten vult,
dat midden in die dagelijkse wereld God op ons
toekomt. Dat Hij iemand is, die je kunt leren ken
nen. Dat is onbegrijpelijk!
IN de dagen van Lukas 2 heeft God een
definitieve beslissing genomen. Hij is een
mens geworden met een naam, met een levens
geschiedenis. Daarin is duidelijk geworden wat
God wil: Redder zijn. God is uit de hemel ge
komen en heeft als de minste der mensen onder
ons geleefd. Dat is de grote omwenteling in de
geschiedenis van de omgang tussen God en
mens. God heeft zichzelf laten zien. We spre
ken niet meer over een God ver weg, maar dicht
bij. Niet abstrakt, maar konkreet, levensecht. Hij
is niet meer iets waarmee je alle kanten op kunt,
maar ons in de mens Jezus van Nazareth duide
lijk geworden als de Redder. Dat wil Hij zijn: de
Heiland, de Heelmaker. Hij geneest de wonden.
Hij herstelt de kapotte verhoudingen. Hij bevrijdt
uit de greep van de wereldmachten. Hij redt uit
de slavernij van de zonde. Hij is God met ons,
God voor ons.
IN Jezus is God naar de wereld van de
jnensen gekomen om te laten zien dat Hij
de Redder wil zijn. Maar waarom heeft God deze
oe macn
^Ismaar
Want Hij
Tqen, zei
onbegrijpelijke stap toch gedaan? Omdat God
het geluk wil voor de mens. Omdat Hij de vrede
wil op aarde. Omdat Hij de gerechtigheid wil
onder de volkeren. God wil een gave, feestelijke
aarde en een vrije, blije mens. Hij wil dat het
zeer goed is. Daarom had Hij een speciaal volk
afgezonderd. De wereld zou aan Israël moeten
zien wat er gebeurt als je je laat gezeggen door
deze God. Maar de Stem van God werd niet
doorslaggevend. Er was geen oor voor. Maar
de macht van het kwaad werd in de wereld
machtiger. Dat kon God niet aanzien.
Hij wil niet gelukkig zijn zonder de mens.
zegt het Evangelie, toen kwam God zelf.
Ortp zo heel dicht bij ons te kunnen zijn. Om
zo duidelijk te laten zien wie Hij is en wat Hij
wil.
jOD is begonnen. En als Hij eenmaal be-
gonnen is, gaat Hij door, Hij zal het laatste
woord hebben. Hij zal niet rusten voor het doel
is bereikt, de totale verlossing van de mens
en de wereld. Jezus heeft zijn wonderen gedaan
als tekenen, als dia's van het komende Rijk van
God. We hebben de tekenen. De toekomst is
begonnen. God is onstuitbaar bezig. Hij is de
wereld niet meer uit te krijgen. Hij is de Heer,
die het te zeggen heeft.
Jezus heeft ons laten zien dat God een Redder
is .Zijn bestkan wordt door de kerk feestelijk
gevierd. Noglaltijd. Want de Heer is niet van gis
teren. Hij blijft dezelfde in dit voornemen om
Redder te zijn. Op Kerstfeest herinneren we ons
dat Hij gekomen is. De oude profetie ging in
vervulling. Maar zijn reddend werken gaat door.
Dat is nog niet voltooid. Zo zeker als Hij geko
men is, komt Hij terug. Geen mens die Hem
weerhoudt om onze God te zijn. Dat maakt ons
bestaan zo zinvol. Dat maakt, dat wij onze eigen
verjaardag kunnen vieren, ons eigen bestaan
feestelijk kunnen beamen. Het wonder van Kerst
en de verwachting van zijn komst opnieuw, wekt
in óns de belofte lang te zullen leven in de glo
ria. In de glprie van de Heer die redt, die onze
zonden vergeeft en een nieuwe toekomst opent.
December 1971.
Ds. B. WALLET.
Aagtekerke.
Hoog in de bergen
ligt het kleine dorpje
de sneeuw is hagelwit
de hemel helder en klaar
ik hoor de kerkklokken tinkelen.
In de huizen branden kaarsen,
de flakkerende vlammetjes weerspiegelen
in de ogen van de kinderen.
Hoe vredig is het hier.
Is zo onze wereld?
Neen
Bommen, oorlog,
honger en ellende,
jalouzie en afgunst
in onze harten,
zwarte, modderige straten,
stinkende rivieren en wateren.
Vrede, nooit!
Is zo onze wereld?
Of is hij als het kind,
dat met vallen en opstaan
juist leerde lopen.
Dat ons vreugde zal brengen
maar ook verdriet,
dat wij met liefde zouden willen helpen
een mens te worden
maar dat onze hulp zo vaak versmaadt
en waarvan wij nooit zullen weten
hoe het in de toekomst met hem gaat.
Is zo onze wereld?
JEANNE AIR.