Van twee
kanten
bekeken
2
het veld langs de weg staat een man in het eindeloze
veld vol suikerbieten. Hij was er gisteren ook en eergiste
ren en ook morgen zal hij er zijn. Met een eenvoudig werktuig
steekt hij biet na biet het loof af en daarna licht hij ze met een
tang de grond uit. Eén voor één, honderden, duizenden. De hoop
jes loof nemen toe, de stapeltjes bieten eveneens. Langs hem
heen, over de weg dendert soms een gigantische machine op
wielen en met veel geraas. Dit mechanisch monster kan ook wat
de man doet, doch vele malen zo snel en dus in veel korter tijd.
Maar de man gaat "door en elke dag is het resultaat van zijn
werk in nog meer stapeltjes te zien.
Dat zo iets nog bestaat, denk je dan. Is die man zijn tijd ver
ten achter? Weet hij niet dat de machine de prestaties van een
mens vele malen overtreft?
Hij zal het zeker weten. En toch gaat hij rustig door. Van de
ochtend tot de middag en daarna verder tot de laagstaande zon
in het nevelige westen verzinkt.
Hopeloos geval nietwaar? En toch! Wanneer hij zijn arbeid
beschikbaar heeft, zijn kracht en zijn geduld voorhanden heeft?
Dan rekent hij en weet: zoveel uren, zoveel dagen en het werk
zal gedaan zijn. Geen dure machine, maar mankracht, doorzettings
vermogen, onverzettelijke wil om dat werk te doen. En het komt
gereed, de bieten worden afgevoerd. Op tijd en zelfs eerder dan
bij velen, waar de machine zijn plaats innam. Zijn kosten zijn ge
ring en zijn gewin naar wens. Door tijd, moed en volharding.
ANGS de oude bochtige dijk staan onderaan de knotwilgen
in een lange rij. Ze zijn niet meer van deze tijd. De stam
men zijn uitgehold, gescheurd, de koppen uiteengespleten, ga
pende kraters. Sommige stammen zijn halverwege afgebroken of
geheel in tweeën gedeeld. Waardeloze boomstronken zijn het.
Geen plank van te zagen. Geen paar klompen van te maken. Ver
molmd, verrot, gebroken, gescheurd, met mos en schimmel be
dekt.
Sommige stammen hebben de strijd al opgegeven. Ze liggen
half ter aarde met uitgestrekte dode takken. Een tragische stoet
van uitgeleefde ouden van dagen? Hoog tijd om deze uitgeleefde
karikaturen van bomen met een trekker omver te halen? Of toch
niet? Denk ze eens weg en de grillige onderbreking tussen akkers
en dijk bestaat niet meer. Wat overblijft is een kaal land en een
sloot zonder entourage.
Bekijk zo'n eeuwenoude tronk eens. Je ziet grillige lijnen in de
schors, kleurige vlakken van korstmossen in schakeringen van
zachtgroen tot goudgeel. De holle stam en allerlei openingen
tussen het knoestige hout zijn uitverkoren plekjes voor de vogels.
Mezen en winterkoninkjes hebben er hun domein. Voor hen is
dit het paradijs met vele schuilhoeken en voor vele andere vogels
is de wirwar van omhoogstrevende takken een rustpunt na hun
vlucht. In de warrige vegetatie rond de zware wortels vinden fa
zanten en patrijzen voedsel en dekking. Volg het ongebaande pad
langs de voet van deze lange rij reuzen onderaan de dijk en
besef, dat ze bij. dit landschap behoren met hun gespleten stam
men en grillige vormen.
iN een kerk ergens op Ziiid-Beveland liggen eeuwenoude
zware zwarte grafzerken. Met moeite kan men nog een paar
namen, een jaartal, een wapen herkennen. Vele voeten zijn er ge
durende drie vier eeuwen over heen geschuifeld. Voeten van
vele generaties, die in de wandelkerk vertoefden, voor en na de
dienst.
Zo is het harde arduin afgesleten en zijn de ingebeitelde letters
er tekens vervaagd. Er is nog een reden waarom de inscripties
zo moeilijk leesbaar zijn. Men heeft er n.l. de zitbanken boven
geplaatst en men moet zich daar kruipend tussen begeven om
de opschriften te ontcijferen. Vele kerkgangers zitten 's zondags
op een graf en schuren met hun voeten de zerken noq wat verder
af.
Weinig eerbied voor de doden en voor de historische waarde
van zo'n oude grafzerk, zegt misschien de één. De ander haalt
zijn schouders op en denkt, dat is voorbij, een stuk steen en
misschien ligt dat graf niet eens onder die steen.
Toch ligt zeer waarschijnlijk dat gebeente van één of meer
voorouders van nu nog ter plaatse levende afstammelingen daar
wèl. En zeker is, dat die voorvaders toen niet de minste in de
parochie waren, doch er als schout een functie van betekenis
hadden. Dan is die steen en dat opschrift een stukje historie
van het dorp en de gemeenschap en dat dient men dan niet
letterlijk onder stoelen of banken te steken, om er vanaf te zijnl
Li ET dagelijks leven is vol van dergelijke tegenstellingen.
Een stokoude man gaat langzaam voorbij. Hij heeft de jaren
der zeer sterken bereikt, maar zijn oog is wat dof geworden, zijn
hand wat beverig en zijn tred is verre van veerkrachtig. Wat zeg-
Pagina
Lonen en prijzen en Premies Sociale Verzeke
ring in 1972 17
Agenda, Bestemmingsplannen enz18
Jfr O.V M. verzekeringen: Dat moeilijke schade
formulier 19
Automatisering en stijging arbeidslonen toe
nemend gevaa- voor de rentabiliteit van de
agrarische bedrijven21
Waar de boer met zijn „spul" blijft is geen
zaak voor zuiveringschappen 23
Grote landbouwbedrijven in Engeland 24 t/m 28
Een nieuwe techniek: Thermische behande
ling van gewassen en Isolatie van aardappel-
bewaarplaatsen 28 29
Ervaringen met vlaskernen31
Vee en vlees33
500e I.L.R. bulletin verschenen35
Marktoverzicht39
gen we dan? Opgeleefd, bijna uitgeblust, onproductief of iets nog
hardvochtigere. Maar ook daar schuifelt een stukje geschiedenis
voorbij. Eens was hij een landbouwer van formaat en in zijn jeugd
de beste schaatsenrijder van het eiland. En als je nader met hem
kennis maakt, blijkt dat zijn geest helder is, zijn geheugen on
voorstelbaar en zijn levenservaring een stuk historie, dat aan het
nog korte leven van de jeugd van thans voorafging.
Zo heeft alles twee kanten. Een voorzijde nu en een
achterkant gisteren. Dat geldt voor mensen, voor grafstenen,
voor bomen, voor elk ding en elk feit.
Het geldt ook voor Kerstmis. Dat was eens een geboorte in een
stad in het oosten en een overnachting in een stal, zoals Coreggio
'die in 1525 schilderde.
Enerzijds is dat feest nu een huiselijke aangelegenheid met warm
te, gezelligheid, uitgebreide maaltijden en geestrijke dranken, daar
naast voor velen een uitgaansdag geworden. Het verschil met de
beelden hiervoor is echter, dat de andere betekenis van Kerstmis,
n.l. de viering van de geboorte van Christus voor vele anderen
nog steeds het middelpunt uitmaakt en nog dezelfde zin en be
doeling heeft, die het bijna tweeduizend jaar lang had. Kerstmis
heeft dus ook twee kanten, die echter geen van beide de achter
kant lijken te zijn. Of is het zo, wanneer we de vergelijking toch
doortrekken, dat de achterkant in werkelijkheid de voorzijde is?
December '71
v. Y.