Jaarverslag
D. J. van der Have N.V.
1970/71
DINGEN VAN DE WEEK
22
Het jaarverslag van het Koninklijk Kweekbedrijf en
Zaadhandel D. J. van der Have n.v. te Kapelle (Z.)
over boekjaar 1970/71 werd per 30 juni 1971 met een
goed resultaat afgesloten.
De omzet aan kweekprodukten steeg in deze periode
met 2,4 millioen gulden n.L van 22,7 naar 25,1 millioen
gulden, terwijl in bet voorgaande boekjaar reeds een
stijging van 19,3 naar 22,7 millioen gulden werd be
haald. In twee jaar tijd dus een totale omzetvergroting
vain 5,7 millioen gulden. Deze omzetverbetering in
1970/71 die nagenoeg geheel in het binnenland is ge
realiseerd, betreft voornamelijk de groepen graszaden
en mais.
Wanneer men de ontvangsten uit buitenlandse
royalty-kontrakten omrekent naar zadenverkoop, be
tekent dit een omzet van circa 15 millioen gulden. De
geconsolideerde omzet komt dan op 40 millioen gul
den. Van dit omzetcijfer uitgaande kan geconcludeerd
worden dat ca. 65 van de bedrijfsaktiviteit op het
buitenland betrekking heeft.
De door de hogere omzet bereikte verbetering in de
bruto-opbrengst is juist voldoende geweest om de
stijging van de kosten op te vangen. Het bruto-winst
cijfer kwam dit jaar op ƒ7.062.000,Na aftrek van
algemene kosten, rente en afschrijvingen en na reser
vering vennootschapsbelasting kon ruim 848.000,
worden toegevoegd aan de algemene reserve. Over het
geplaatste aandelenkapitaal wordt voorgesteld een
dividend van 20 uit te keren. Van de beschikbare
winst wordt 33,9 uitgekeerd.
Evenals vorig boekjaar vormt de onheilspellend
doorgaande kostenspiraal een bedreiging voor de
handhaving van gelijke bedrijfsresultaten. Dit toe
komstbeeld noodzaakt tot hernieuwde actie om omzet
en imarge intensief uit te werken.
De omschakeling van de meerkiemige suikerbieten-
zaden op de nieuw ontwikkelde genetisch eenkiemige
rassen, geeft mogelijkheden tot verruiming en tot
een nieuwe benadering van markten en marktposities
in vele landen. Verder biedt het artikel mais interes
sante vooruitzichten door het creëren van een „vroege"
mais met een gunstige afrijping, die nu ook in Neder
land geteeld kan worden. Tijdige aanpassing van de
bedrijfsoutillage, zoals verdere mechanisatie van de
zaaizaadverwerking en nauwgezette regeling van het
extern en intern transport, heeft speciale aandacht. De
samenwerking met Pioneer Hibred International te
Des Moines Iowa U.S.A. heeft geresulteerd in het be
sluit om voor gezamenlijke rekening in Frankrijk een
mais-veredelingsstation te stichten te Selommes aan
de Loire.
De stijging van het aandeel in de Nederlandse teelt
van graszoden heeft zich over de verslagperiode voort
gezet. Verwacht wordt een gestadige groei in deze
sektor. Om de aansluiting te verbeteren met de maai
dorsers die tegenwoordig praktisch uitsluitend losge-
storte produkten oogsten, is in 1970 een begin gemaakt
met de ontvangst van losgestort graszaad.
Bij oogst 1971 is de aanvoer in zakken verder terug
gedrongen. De losse ontvangst èn ontvangst in kisten
is gebleken de meest gewenste werkwijze voor de toe
komst te zijn. Dientengevolge zijn wij 'begonnen een
groot aantal kisten van 2,7 m3 inhoud aan te schaf
fen. De verwerking van graszaad te weten drogen,
opslaan, schonen en verpakken vereist daardoor een
geheel nieuwe opzet van het intern transport.
Door onze technici is een pneumatisch transport
systeem ontwikkeld met verbindingen tussen ont
vangst-, drooginstallatie en schoningsapparatuur.
In de loop van zomer 1971 zijn de voorbereidingen
getroffen voor de bouw van een nieuw magazijn met
een vloeroppervlak van 2000 m2 waarin opslag van
gereedgekomen partijen zal plaats vinden.
Tevens zal in de machine-afdeling de verwerking
van het genetisch éénkiemig suikerbietenzaad worden
geconcentreerd. Vooral echter worden de bedrijven in
de zaaizaadsector op een zware proef gesteld door een
onzeker, weifelend EEG-landbouwbeleid.
Bij een aantal produkties voornamelijk graszaden
is een looptijd van twee tot drie jaar een normale
cyclus tussen aanvang en afwikkeling van de teelt. Op
deze betrekkelijk lange termijn kunnen onzekere fac
toren remmend werken.
De ontwikkeling van nieuwe rassen vindt gestadig
voortgang. Zowel op de Nederlandse rassenlijst als op
de rassenlijst in enkele Europese landen zijn weer een
aantal nieuwe rassen ingeschreven. De rassenstatistiek
telt thans 58 rassen, opgenomen in de Nederlandse
Rassenlijst.
Verdergaande sanering van het fruitteeltbedrijf De
Albertinehoeve N.V., Kloetinge werd noodzakelijk ge
acht, zodat in boekjaar 1970/71 weer ca. 3.50 ha boom
gaard is gerooid. Het resultaat van de landbouwbedrij
ven „Havezathe" te Swifterbant-Oostelijk Flevoland
(55.97 ha) en „Stuyvesanthoeve" (28.74.20 ha) bleef
gunstig, doch viel dit jaar lager uit. Over het algemeen
kon de kilo-opbrengst van de diverse gewassen gunstig
geacht worden. De resultaten van het nog resterende
areaal fruitteelt waren teleurstellend, zodat deze af
deling verder zal worden teruggebracht.
Het begin december 1970 aangekochte bedrijf in de
Zimmermanpolder is 105.51.88 ha groot. De betrekke
lijk jonge polder (in 1882 bedijkt, totaal 238 ha) 'bevat
kalkrijke klei- en zavelgrond van een prachtige struc
tuur. Bij de overname was ongeveer 10 ha fruitteelt
aanwezig. Daar het evenwel niet langer verantwoord
werd geacht verder in de fruitteelt voort te gaan is de
gehele aanplant inmiddels gerooid, waarbij van de
verhoogde rooipremie gebruik kon worden gemaakt.
VERLENGING REGELING OMBOUW AARDGAS GLASTUINBOUWBEDRIJVEN O.- EN S.-FONDS
Het Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de
Landbouw heeft de regeling ter bevordering van de
omschakeling van verwarmingsinstaillaties van glas
tuinbouwbedrijven op aardgas met 2 jaar verlengd.
Aanvragen voor een bijdrage kunnen nu tot 1 januari
1974 worden ingediend. Om voor de bijdrage van
3.000,in aanmerking te komen, dient het bedrijf van
de ondernemer, die zijn hoofdberoep in de tuinbouw
moet hebben, aan de volgende, reeds bekend'e voor
waarden te voldoen:
de op het glastuinbouwbedrijf aanwezige verwar
mingsinstallatie mag niet reeds voor 1 juli 1970 op
aardgas zijn omgeschakeld;
het bedrijf moet naar het oordeel van de Hoofd
ingenieur-Directeur voor de Bedrijfsontwikkeling
perspectief biedend zijn;
het bedrijf moet vallen onder een collectief aan
sluitingsplan van een gasdistributiebedrijf. Dit plan
dient o.m. in te houden, dat het betrokken gas
distributiebedrijf aan de aan het plan deelnemende
ondernemers:
geen aansluitingskosten tot aan hun bedrijf in
rekening brengt (behoudens door het bestuur in
bijzondere gevallen verleende ontheffing bij
zeer hoge aansluitingskosten binnen een collec
tief plan)
een voor alle deelnemers gelijk bedrag van in
totaal ten hoogste f 1.500,in rekening brengt
voor de kosten van de dienstleiding op hun
bedrijven en behuizing van de meet- en regel-
apparatuur;
de aansluiting van het glastuinbouwbedrijf op het
distributienet van het betrokken gasdistributiebe
drijf moet voor 1 januari 1975 tot stand zijn 'ge
komen;
het betrokken gasdistributiebedrijf moet hebben
verklaard het aardgasverbruik van het bedrijf op
tenminste 130.000 m3 oer iaar te schatten.
Aanvragen kunnen worden ingediend bij de districts
bureauhouder, binnen wiens werkgebied het bedrijf
van de ondernemer is gevestigd.
O IT zal al weer het laatste overzicht zijn dat we
schrijven in 1971. Wekelijks mochten we op
deze plaats in deze rubriek stil staan bij datgene
wat ons als tuinders bezig hield. Velerlei en vele vraag
stukken kwamen op ons af. Het leven van de tuinder
is er in 1971 niet gemakkelijker op geworden; integen
deel we ervaren dagelijks dat het een keiharde zaak
is om zelfstandige ondernemer te zijn. Er wordt een
grote mate van aanpassing en bijsturing gevraagd en
degene die dit niet kan, om welke reden dan ook, moet
ervaren dat zijn positie achteruit gaat.
We hebben nog al eens te horen gekregen dat we
dikwijls pessimistisch waren in onze beschouwingen
binnen deze rubriek. We zijn van mening dat we van
nature niet pessimistisch zijn maar we dreigen dat
wel te worden wanneer we rondom ons kijken en zien
in welke richting de maatschappij zich ontwikkeld. Er
voltrekken zich structurele veranderingen waarbij men
moeite heeft om zich er bij neer te leggen of bij aan
te passen wanneer men wat ouder is geworden en
toch nog niet zo heel oud is.
Wanneer we zien hoe veel jonge mensen staan
tegenover het leven en het werken en we vergelijken
dat dan met de wijze waarop we zelf en de meesten
van de oudere garde zijn opgegroeid, dan begrijpen
we dikwijls niet welke richting het uit moet.
Overigens hebben we in 1971 moeten ervaren dat
de bomen niet tot in de hemel groeien en dat we niet
straffeloos kunnen voortgaan met het leven boven
onze stand. De rekening van vele jaren hollende in
flatie is in de loop van dit jaar gepresenteerd gewor
den in de vorm van afnemende bedrijfswinsten en
toenemende werkloosheid. Wanneer het gezond ver
stand niet op korte termijn zegeviert, is helaas te vre
zen dat 1972 een nog veel moeilijker jaar gaat worden.
Er is ons de laatste jaren soms voorgehouden dat
sparen het meest onverstandige zou zijn wat men kan
doen. Toch zien we de laatste maanden dat er bij de
grote spaarbanken belangrijk meer wordt ingelegd dan
terug betaald. Zou het er op wijzen dat er toch bij
een grote groep van mensen de angst leeft dat er
een andere tijd kan komen en dat het dan verstandig
kan zijn wat achter de hand te hebben? We weten
het niet, maar die gedachte kwam wel bij ons op toen
we dat lazen.
\A/E gaan deze week geen overzicht schrijven over
het jaar cjat voorbij ging in de tuinbouw. Het
was gemiddeld wat minder slecht voor de fruittelers,
maar de uientelers en die zijn er veel in ons ge
bied zitten met een waardeloos produkt en het
vorig seizoen was ook al slecht. We vernamen dat
de veilingomzetten in onze provincie gemiddeld tussen
5 en 10% hoger liggen dan het vorig jaar, toen ze
veel te laag waren. Het betekent dat de opbrengsten
van onze produkten nauwelijks de stijgende kosten
hebben bijgehouden.
De kasgroenten hebben het dit jaar redelijk gedaan.
Deze sektor was de meest winstgevende van de tuin
bouw maar in ons gebied speelt deze juist geen al te
grote rol.
De kleinfruitteelt deed het redelijk maar deze sec
tor loopt in belangrijkheid terug omdat het alleen maar
interessant is wanneer men de pluk en andere werk
zaamheden in gezinsverband kan verrichten en de
mogelijkheden hiertoe worden steeds kleiner. We moe
ten ook binnen de tuinbouw in ons gebied steeds meer
gaan doen met steeds minder mensen en dat is geen
gemakkelijke opgave.
Daarom is het begrijpelijk dat het aantal onderne
mers in onze sektor terug loopt. We betreuren dat,
maar er gaan zoveel gevestigde waarden en zeker
heden verloren in deze tijd. De aanpassing aan dit
alles vereist veel. Er is veel onzekerheid op alle ter
reinen en we vragen ons af waar het heen gaat. Als
ouderen die de economische crisis van de dertiger
jaren in zo sterke mate bewust hebben meegemaakt,
vragen we ons af of we staan voor een herhaling
van deze vreselijke tijd. De laatste tijd spreken we
zelfs af en toe jonge mensen die zien dat de econo
men de ontwikkelingen toch niet zo goed en stevig
in de hand hebben als ze dachten.
MISSCHIEN zegt u: het is weer geen opwekkend
verhaal geworden dit laatste overzicht van 1971.
Toch willen we besluiten met het waarschuwen tegen
een te overdreven pessimisme. We vinden het uiter
aard jammer dat er zulke grote veranderingen optre
den, maar dat wil niet zeggen dat het ook niet tot iets
goeds kan leiden. Dat er b.v. binnen de fruitteelt een
drastische sanering noodzakelijk is, zal ieder erkennen
die de huidige situatie goed bekijkt. Er komt nog veel
te veel fruit van minderwaardige kwaliteit. Dat er ten
aanzien van de afzet wat moet veranderen, staat als
een paal boven water. We begrijpen nog steeds niet
dat er nog mensen te vinden zijn die willen en kun
nen verdedigen dat op Zuid-Beveland binnen een af
stand van 20 km drie veilingen hun fruitprodukten
aanbieden. Zeker, het is een historisch gegroeide si
tuatie maar het feit ligt er dat het niet meer past in
de wereld van 1971. Hoeveel zou er alleen al in dit
gebied verloren gaan door deze nodeloze versnippe
ring. We laten het bij deze enkele opmerkingen. We
hopen enkel dat 1972 voor u allen een goed jaar mag
worden.