BROUWGERST- AKTUALITEITEN 8 ^AT de korrelopbrengsten van de gerst dit jaar tegen gevallen zijn en in het brouwgerstgebied aanmer kelijk lager waren dan gemiddeld was bekend. Het NIREM geeft in het 3e kwartaalverslag 1971 over de periode 1 juli1 oktober hierover en over de proef velden het volgende overzicht: Korrelopbrengsten zomergerst 1966—1971 kg/ha Jaar Zuidwest klei Centrale klei Noord, klei 1966 3800 3800 2 3900 1967 5000 4800 3500 1968 4100 4000 3900 1969 4300 4600 4200 1970 3800 4300 3500 Gemiddeld 4200 100 4300 100 3800= 100 1971 (voorl.) 3400 81 3900 91 4100 108 Naast tegenvallende korrelopbrengsten in het Z.W. Op beide proefvelden zijn duidelijke verschillen tussen de rassen in kwaliteit aanwezig. Laag in eiwit zijn: Zephyr, Hellas, Kristina, Danpro, Cam brinus H. 179-5. Hoog in eiwit zijn: Union, Brevia, Mazurka, Villa, Hebe, MGH 290-67. Het afvalpercentage was hoog bij Hellas, Karri, Cam- brinus en MGH 270-67 en laag van Villa, Cebeco 6501, Hebe, GIV 260 en Union. Het percentage I II was hoog van Wing, Mazurka, Villa, CIV 260 en Hebe, en laag van Hellas, Delisa en MGH 290-67. Drie weken na de oogst kwam bij alle rassen nog een zekere matQ van kiemver- traging voor die het duidelijkst was bij CIV 260, Brevia en LBW 6104. Wat betreft de moutanalyses vermeldt het verslag dat voor 1972 interessant zijn: Berac, Wing, Mazurka, Villa, Cebeco 6501, Drossel en Hebe. Kwalitatief wordt echter geen van de genoemde ras sen beter dan Berac gezien. Dit niveau bereiken Gerkra en H. 179-5 die landbouwkundig echter geen uitgespro ken verbetering t.o.v. Berac vormen. Als kwaliteitsras sen op het huidige opbrengstniveau verdienen ze echter toch de aandacht. b. Hectarevelden De ha-velden ondergingen evenals de meeste gerstper celen een nadelige invloed van de droogte en hitte in juli. Het zwaargelegerdte gewas Zephyr te Zaamslag ver toonde nogal wat. doorwas, overigens was dit ook bij Berac het geval. Zowel de ha-velden te Zaamslag als die te Colijnsplaat werden begin augustus geoogst onder redelijk gunstige weersomstandigheden. De korrelop brengsten waren: kleigebied van ca. 20 beneden het gemiddelde van de laatste 5 jaar lag ook het afvalpercentage hoog. Die wordt op gem. 30 geschat. De periode van kiemver- traging was kort als gevolg van de hitteperiode in juli waarvan bij ervaring bekend is dat deze een snelle kie ming van de gerst bevordert. Dit betekent danook dat enige schot in de partijen gevonden wordt. Wat de rassenkeuze betreft: Delisa is in Nederland het belangrijkste zomergerstras geworden (18 van het- areaal). Daarop volgen Impala en Volla met 14 ieder en Zephyr en Mazurka met 12 Cambrinus beslaat 10 van het areaal. Verder worden nog verbouwd de rassen Alfor, Herta en Julia (elk 4 Berac (3 Mi nerva (2 en voorts Sultan en Union (1 Ook op de zuidwestelijke klei is Delisa met 34 van het areaal het voornaamste ras, Cambrinus neemt nog 32 (7 gedaald sedert vorig jaar) in en Zephyr 22 Tenslotte beslaat Berac al 9 van het ingezaaide opper vlak. Zomergerstproefvelden. Rassenproeven op kleine veld jes. In totaal werden in het zuidwestelijk kleigebied een viertal rassenproeven aangelegd waarbij de proefvelden op de proefboerderij „De Rusthoeve" te Colijnsplaat en op de proef-boerderij te Westmaas mede de rassen be vatten die in het kader van het Barley Committee wor den verlangd. Op beide proefvelden heeft een hevige meeldauwaan- tasting plaats gehad en is een hevige legering opgetreden waarvan het gewas zich in de hitte-periode van juli niet herstelde. Wat de meeldauwaantasting betreft bleven alleen de rassen Cebeco 6501, L.B.W. 6104, Wing, Drossel en Ma zurka vrij, de andere rassen werden alle aangetast waar van hevig: Kristina, Hellas, Karri, Cambrinus, Danpro en Zephyr. De legeringsverschillen tussen de rassen waren uitgesproken duidelijk aanwezig. Te Colijnsplaat was deze vlak voor de oogst wat sterker dan te Westmaas. Sterk gelegerd waren de rassen Caimbrinus, Brevia, Kar ri, Delisa en C.I.V. 260. Weinig gelegerd waren Cebeco 6501. Kristina. De strostevigheid van Drossel, Berac, Danpro, Wing, Mazurka, L.B.W. 6104, en Gerkra was acceptabel. De rassenproefvelden Colijnsplaat en Westmaas kon den op 10 resp. 6 augustus onder goede weersomstandig heden worden geoogst. Wat de korreiopbrengst betreft blijkt dat dae van Cam brinus, Zephyr en Delisa de laagste opbrengst hebben en ongeveer op hetzelfde niveau liggen. Berac en Mazurka liggen daar 10 boven en C.I.V. 260, Cebeco 6501, Dros sel, L.B.W. 6104 en Wing nog eens 10 daarboven. Er zijn dus enorme verschillen tussen de rassen waarbij de verschillen in meeldauwgevoeligheid een belangrijke rol spelen. Waarom Berac, als niet meeldauwresistent ras, toch zo'n hoge korrelopbrengst heeft, kan mogelijk ver klaard worden door aan te nemen dat dit ras nog een zekere tolerantie tegen meeldauw heeft! Boven Mazurka en Berac zijn er dus alweer een aantal andere rassen die een hoger niveau van korrelopbrengst halen. Helaas wordt daartussen (met uitzondering van L.B.W.) geen ras aangetroffen van een betere kwaliteit dan de bestaande. De beide rassen H. 179-4 en Gerkra waarvan de proefmouterij-ervaring, ze in een zeer goede kwaliteitsklasse (1) plaatst, liggen wat opbrengstniveau betreft dit jaar 7 boven de rassen Cambrinus, Zephyr en Delisa. Over het algemeen blijkt de gerst van deze proefvelden van goede kwaliteit te zijn. Het proef veld te Colijnsplaat heeft gemiddeld over dezelfde 22 rassen een eiwitgehalte dat 0,5 hoger ligt dan dat te Wesfcmaas (10,6 tegen 10,1 Colijnsplaat Zephyr 'bruto: 8280 kg le soort 5280 kg Zaamslag Zephyr bruto: 9782 kg le soort 4836 kg Totaal gerst: 10.116 kg 3000 kg (36 4946 kg (51 Berac bruto: 9640 kg le soort 4675 kg Berac bruto: 14881 kg le soort 11814 kg 16.489 kg 4965 kg (51,5 3067 kg (20,6 Per ha omgerekend in kg/ha: Zephyr Berac Zaamslag: 3334 (100) 4295 (129) Colijnsplaat: 4600 (100) 4547 99) De partijen zullen rasgewijs gemengd vermouten wor den door de Fa. Menu te Kloosterzande en bovendien zowel in de proefmouterij van het N.I.B.E.M. als in die van de Amstel/Heineken Brouwerij te Amsterdam sepa raat worden vermouten. De verwerking van het mout zal door de brouwerijen Grolsch en Brand worden uitge voerd. STIKSTOFBEMESTINGSPROEFVELDEN Begin juni trad ook op de beide N-trappenproefvelden een flinke legering op voornamelijk bij de hoogste stik stof-giften. Bij het proefveld te Colijnsplaat was de lege ring wat vroeger en heviger dan te Kamperland. Ter ver mijding van een te groot effect op de korrelopbrengst door meeldauw werden beide proefvelden met calixin bespoten hetgeen een duidelijke remming van de aantas ting betekende. Beide proefvelden werden begin augus tus geoogst. Enkele gegevens betreffende korrelopbrengst en mate van legeren zijn. KORRELOPBRENGSTEN (15 N-trappenproefvelden opgeschoond (kg/ha) en mate van legeren waarbij 1 niet gelegerd; 9 volledig gelegerd. Gebr. Janse Van Langeraad Colijnsplaat Kamperland N gift kg/ha kg/ha legeren kg/ha legeren 0 5765 1 5588 1 30 5918 3 5965 2 60 5259 4 5929 2 90 4624 6 5941 4 120 4953 6 5788 5 ZAAITIJDENPROEFVELD Bij de zaaitijdenproef te Colijnsplaat waarbij het zaai zaad met Milstem vlak voor de zaai werd behandeld is het niet gelukt door deze behandeling de meeldauw in de twee laatste zaaitijden buiten te sluiten. De conclusie van deze ene proef kan zijn dat onder de omstandigheden van dit jaar het, op welke zaaidatum men ook heeft moeten zaaien, gewenst was de voorkeur aan het hoogstopbrengende ras (Berac) te geven. Zoals vroeger reeds ervaren was heeft een late zaai steeds een nadelige invloed zowel op de korrelopbrengst als op het eiwitgehalte. HOOG EIWIT PROEFVELD Enkele percelen Delisa gelegen op de proefvelden van „De Rusthoeve" te Colijnsplaat ontvingen einde mei nog een extra stikstofgift van 120 kg gegeven in stadium 7. Reeds na een week tekende de extra N-gift zich door een donkerder groen in het gewas af. Later trad bij de hoger N-gift een duidelijk sterker legeren en meer door was op dan in de delen van het veld die die extra N-gift niet hadden ontvangen. Aan het einde van het seizoen waren de gedeelten met de extra N-gift door hun vieze zwartheid duidelijk van de rest te onderscheidien. Bij de bepaling van de korrelopbrengst bleek tussen de objecten weinig verschil te bestaan. Het verschil in eiwitgehalte bedroeg 2,5 waarbij de extra N-gift als hoogst op 12,5 kwam. Ofschoon op grond van één proefjaar geen definitieve conclusies getrokken mogen worden volgt uit de cijfers: a. Het niveau van de korrelopbrengsten van beide proefvelden is gelijk. Dit is in verband met conclusies t.a.v. het eiwitgehalte verheugend b. Op de lichtere grond te Colijnsplaat dient de stikstof- bemesting zorgvuldiger te worden gekozen. Een teveel geeft al gauw een opbrengstdepressie. De zwaardere gronden te Kamperland kunnen meer stik stof verdragen maar de hogere N-gift resulteert hier noch in een hoger noch in een lager niveau van 'kor relopbrengst. INVLOED VAN HET GEBRUIK VAN CHEMISCHE MIDDELEN OP HET GERSTGEWAS EN DE INVLOED ERVAN OP DE KWALITEIT De resultaten in vorige jaren verkregen met bespui- tingsproeven tegen meeldauw hebben door gebrek van het optreden van meeldauw alleen het volgende resul taat opgeleverde Het toepassen van bestrijdingsmiddelen tegen meeldauw heeft, indien geen meeldauw optreedt, geen gunstige maar evenmin een ongunstige invloed op de korrelopbrengst. Als gevolg daarvan werden door het NIBEM in 1971 geen proeven ter bestrijding van meel dauw aangelegd. Het jaar 1971 gaf een ongekende meeldauwaantasting te zien ook in het zuidwesten. De oorzaak daarvoor zal gelegen zijn in het bijzonder gunstige weer voor het ver spreidien van deze ziekte (droog, koele nachten in mei). Er zijn dan ook door andere instanties veel gegevens be treffende het effect van de meeldauwbestrijding met ver schillende middelen verzameld. De details van de resul taten zijn niet volledig bekend. Globaal gesteld kan worden dat toepassing van Cali xin zowel als van Milstem een aanzienlijke vermindering van aantasting ten gevolge heeft Zowel de korreiop brengst als de kwaliteit worden hierdoor zeer gunstig beïnvloed

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 8