Hoe is het met uw gezichtsvermogen VERZEKERINGSINSTELLINGEN VAN DE ZLM rjET komt tegenwoordig nogal eens voor dat een verpachter, als land of een hoeve vrij van pacht komt omdat de pachter zijn bedrijf moet staken, dat onroerend goed gaat verkopen. J?EN eigenaresse van ongeveer 9/2 ha grond ver- si |YE Stichting „Oog en Bril" heeft in 1971 eieni lande- lijk onderhoek uitgevoerd met betrekking tot het gezichtsvermogen' van onze bevolking. De resultaten toonden aan, dat een belangrijk percentage van onze ■bevolking niet zo'n best gezichtsvermogen heeft. Dit onderzoek is toegespitst op d'e houders van een rijbewijs, waarbij 1.000 personen werden getoetst op gezichtsscherpte, dieptewaarneming, samenwerking tussen de beide ogen, zijdelings gezichtsveld, kleuronderscheidingsverrïlogen. Met betrekking tot de dieptewaarneming zij opge merkt, dat deze ontstaat door de samenwerking van beide ogen. Aldus ontstaat het drie-dimensionale beeld, dat de mensen met goede ogen als vanzelfsprekend ervaren. Velen beschikken echter maar over één vol doend werkend oog. Voor hen is het moeilijk de af stand tot een naderende of inhalende auto te schatten. Vele automobilisten met de handicap hebben door jarenlange ervaring geleerd toch op redelijke wijze afstanden te bepalen. Een groot gevaar vormen echter diegenen, die zich van een falend dieptegezicht niet bewust zijn. Ditzelfde geldt ook voor een bep'erkt zijde lings gezichtsveld. Maar niet alleen het zien veraf is belangrijk. De autobestuurder moet ook zijn dashbord goed kunnen bekijken en de instrumenten (als bijv. de snelheidsmeter) duidelijk kunnen aflezen. Kan men de tussenafstand niet onmiddellijk goed waarnemen, dan raakt men vermoeid, terwijl langdurig turen steeds gaat ten koste van de aandacht voor de weg. GROEP GETESTEN Getest werden 620 mannen en 380 vrouwen, die aangezien d'e samenstelling van de Nederlandse rij bewijshouders identiek is aan die van de Nederlandse bevolking in de leeftijdsgroep van 20 tot 65 jaar naar leeftijd en regio werden onderverdeeld aan de hand van de aktuele bevolkingsstatistiek. Bij het onderzoek, dat werd uitgevoerd met behulp van Ortho-Rater apparatuur, werden enkele vaste vragen gesteld, betrekking hebbend op: de leeftijd van de betrokkenen, de datum van afgifte van het rijbewijs, en het aantal kilometers dat per jaar gemiddeld werd gereden. Bovendien werd aangetekend of de geteste personen al dan niet een bril droegen. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK Over het gehele land blijkt zonder onderscheid te maken tussen mannen en vrouwen het gezichts vermogen van gemiddeld 27,7 der rijbewijshouders niet in orde te zijn! Dat wil zeggen, dat er om ver schillende redenen aanmerkingen op gemaakt kunnen worden. Bij de vrouwen is het hoger, namelijk 30,8 tegen 26,85 bij de mannen. Van 6,5 is het gezichtsvermogen in hoge mate on voldoende. Van 12,4 is dit eveneens onvoldoende, zij het in mindere mate daar het hier maar één oog 'betreft. Van 4,8 blijkt de gezichtsscherpte van beide ogen twijfelachtig te zijn en is er onvoldoende diepte waarneming. Van 4 is eveneens de gezichtsscherpte van beide ogen twijfelachtig, maar is er nog wel vol doende dieptewaarneming. Het is mogelijk, om het allergrootste deel van de 27,7 rijbewijshouders waarvan het gezichtsver mogen niet in orde bleek te zijn te helpen met een korrektiebril of kontaktlenzien of een verbetering in korrektie van hen die reeds een bril dragen. Het kleine gedeelte, dat niet op deze manier ge holpen kan worden, wordt echter attent gemaakt op hun beperkte mogelijkheid, hetgeen zeker preventief zal helpen. BIJ HET OUDER WORDEN ACHTERUITGANG GEZICHTSVERMOGEN BOVENSTAANDE percentages hebben zoals reeds opgemerkt betrekking op alle geteste personen, dat wil zeggen van 20 tot 65 jaar. Uit de leeftijdskolommen valt echter duidelijk af te lezen, dat omstreeks 40 jaar zowel bij de mannen als de vrouwen de ogen snel minder worden. D'e volgende tabellen geven een overzicht van de resultaten ver deeld naar leeftijd en geslacht. GS Onv. GS Onv. GS twijfelachtig DW DW Leeftijd 2 ogen 1 oog Onvold. Void. Aanm. 20—24 2,34 5,26 3,31 3,24 13,25 25—29 10,47 2,99 1,5 0,75 15,71 30—34 1,69 9,32 4,24 1,69 16,94 35—39 2,65 9,73 3,53 6,19 22,70 40—44 4,67 14,02 4,67 3,74 27,10 45—49 6,60 17,92 6,60 1,89 33,01 50—54 11,24 15,73 7,87 4,49 39,33 55—59 14,12 17,65 5,88 11,77 49,42 60—64 24.00 21,32 9,33 8,00 62,65 Totaal 6,5 12,4 4,8 4,0 27,7 Verklaring der afkortingen. GS Gezichtsscherpte Onv. «Onvoldoende Void. Voldoende DW Dieptewaarneming Aanm. Aanmerking op het gezichtsvermogen om één of andere reden. KONKLUSIES Van de houd(st)ers van een rijbewijs, in de leeftijd van 2065 jaar, valt bij 27,7 een aanmerking te ma ken op het gezichtsvermogen. Dit kan betrekking heb ben op de geziohtsscherpte, en/of dieptewaarneming en/of het zijdelings gezichtsveld. Bij de vrouwen is het gezichtsvermogen (30,8 minder dan dat van de mannen (26,85 Van 6,5 is het gezichtsvermogen dermate onvoldoende, dat van een gevaarlijke situatie in het verkeer moet worden gesproken. De betrokkenen weten in overgrote meerderheid, dat hun ogen niet in orde zijn. Van 12,4 is het ook onvoldoende, zij het in mindere mate, daar het hier maar één oog betreft. Deze kate- gorie is zich zijn tekortkoming niet bewust. Van nog eens 4,8 blijkt de gezichtsscherpte van beide ogen twijfelachtig te zijn en is er onvoldoende dieptewaar neming. Van 4 is eveneens de gezichtsscherpte van beide ogen twijfelachtig, maar is er nog wel voldoende dieptewaarneming. Dat betekent dat voor 18,9 van de rijbewijshoud- (st)ers een korrektie van het gezichtsvermogen nood zakelijk c.q. zeer wenselijk is. Na het bereiken van de 35-jarige leeftijd wordt het gezichtsvermogen in snel tempo minder. In deze periode behaalt 20J3 het rij bewijs van de mannen en 3ff van de vrouwen. Op het gezichtsvermogen van ruim een derde, 37,4 van de briJdragende rij:bewijshoud(st)ers (24,6 van het totaal) valt ondanks de aangebrachte korrektie toch nog een aanmerking te maken. 'Zij zullen zich vrijwel allen een sterkere bril of andere kontakt- lenzen moeten aanschaffen, willen zij op verantwoorde wijze aan het verkeer kunnen deelnemen. OPMERKINGEN Uiteraard doet de Stichting „«Oog en Bril" in haar rapport een aantal aanbevelingen, t.w.: a. Voor het afnemen van het rijexamen de kandidaat aan een ogenitest te laten onderwerpen; b. het invoeren van een ogentest «bij verlenging van het rijbewijs boven 40-jarige leeftijd; c. Op het rijbewijs laten aantekenen of de eigenaar brildragend is, dan wel gebruik maakt van kon- taktlenzen. Wij meenden, dat bovenstaande gegevens belangrijk genoeg waren om u daarvan kennis te laten nemen. Die rijbewijshouders, die twijfelen aan hun gezichts vermogen doen uiteraard verstandig de oogarts te be zoeken. De verkeersveiligheid is daarmede wel ge diend. DE L. Als grond pachtvrij wordt, dan betekent dat, zoals wij allemaal weten, een belangrijke stijging van de waarde vergeleken met wat het in verpachte staat waard was. Wij weten ook, dat een particulier, als hij een bestanddeel van zijn vermogen verkoopt, buiten de inkomstenbelasting blijft. Een vermogensvermeer- deringsbelasting kennen wij in ons land niet. Nog niet, moeien wij wel zeggen, want er gaan regelmatig stemmen op, om wel zo'n belasting in te voeren! Voor ons hoeft dat beslist niet, maar wij zijn er niet op berekend dat ze het eerst aan ons zullen vragen als ze plannen hebben om ook de vermogenswinsten te gaan belasten! Enfin, we wachten dat maar af! Momenteel blijven de resultaten van zuivere ver mogenstransacties in ieder geval nog buiten de belas ting. Nu is er uiteraard nog wel eens verschil van mening tussen belastingbetaling en de inspecteurs over de vraag of een bepaalde transactie in de vermogenssfeer of in de inkomenssfeer ligt. Dat was ook het geval in de zaak die wij nu bespreken willen. ■*-' pachtte die aan 2 pachters (broers), die ook een hoeve exploiteerden waarvan zij eigenaar waren. De gebroeders wilden in 1966 hun bedrijf staken we gens hun hoge leeftijd. De eigen hofstede wilden ze verkopen en ze vroegen aan de verpachtster van de 9/2 ha of die bereid was om die gronden te verpach ten aan een koper van hun hoeve. De verpachtster voelde daar niets voor. Zij wilde de grond, als de broers de pacht opzegden, als pacht- vrije grond verkopen. De broers hadden in 1965 al eenj geprobeerd de grond in verpachte toestand te kopen. De eigenares was daar niet op ingegaan. Zij wilden liever afwachten tot de broers hun bedrijf moesten staken en dan verkopen. Dit is uiteraard een heel logisch standpunt nu het verschil in prijs tussen vrij en verpacht zo groot is. Voor de pachters was het echter van groot belang als zij de pachtrechten konden overdragen aan de koper van hun eigendommen. Die waren met die 9/z ha pacht erbij, nogal wat aantrekkelijker voor een koper dan zonder. Ze erbij kopen voor een vrije prijs, stelde natuurlijk aan Ie portemennaie van een adspi- rant-koper, hoge eisen. Ï\E pachters gingen dus nog onderhandelen met de' eigenares en bereikten overeenstemming. Aan de eigenares moesten ze het verschil betalen tussen de waarde van de vrije grond en verpachte grond. Dat verschil werd geschat op f2.000,per hectare. In totaal kwam dit op f19.114,De koper van het bedrijf van de oude pachters betaalde dit bedrag aan hen en zij betaalden dit door. Hij kreeg op verder normale voorwaarden, een pachtcontract voor 24 jaar. Nu kwam het. De eigenares gaf de f19.114,niet aan als inkomen. Ze beschouivde dit als een ver goeding voor waardedaling van de grond. Ze had die immers vrij kunnen krijgen en zou bij verkoop dat bedrag, boven de waarde van verpachte grond, belas tingvrij in de zak hebben kunnen steken. De inspec teur was het er niet mee eens. Hij beschouwde de f 19.114,als „sleutelgeld" en belastte het met in- komstehb e lasting Voor het Gerechtshof te Arnhem werd over het geschil geprocedeerd. Het liep voor de eigenaresse slecht af. Het Hof ging akkoord met de inspecteur. De aanslag bleef, zoals ze was. Waarom eigenlijk? Het Hof overwoog dat de eigenaresse zich had ont houden van elke beschikkingsdaadover het on roerend goed. Onder beschikken moeten wij hier ver staan „verkopen". De eigenaresse had alleen maar „beheersdaden" verricht. Ze hod niet meer gedaan 'dan een pachtovereenkomst ontbinden en een nieuwe sluiten. En dat had f 19.114,— opgeleverd, en die waren, ook volgens het Hof, belastbaar. Jammer voor de eigenaresse! li/1 EN ziet hieruit dat het altijd oppassen is als men een bepaalde transactie doet. De afloop van het bovenstaande geval is op zich zelf niet verwonderlijk. In 1959 heeft een soortgelijk geval gespeeld met een verhuurd gebouw. Ook toen was „sleutelgeld" betaald en <ook toen was er belasting geheven. De feiten waren verder niet geheel gelijk, maar er was toch nogal veel overeenkomst. Daarom was te verwachten dat het ook nu niet goed zou aflopen voor de eigenares. Uit dit alles blijkt wel dat het van groot belang karnzijn, hoe men een transactie inkleedt. Helaas weet men dit soms pas als het alles gedaan is. En dan is het te laat. Daarom is het van belang van te voren wet en rechtspraak zo nauwkeurig mogelijk na te gaan voor men iets doet. En dan nog komt men wel voor ver- róssingen te staan. paAUWE. 7

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 7