Afscheid Ir. J. Prins
als voorzitter
van de ZLM
5
Uhebt in deze periode veel en moeilijk werk voor
de Zeeuws-Brabantse maar ook voor de Ne
derlandse landbouw verricht. U hebt dit gedaan op
een charmante wijze en in grote stijlNu gaat U ons
verlaten en hoezeer ons dit spijt wij respecteren het
volledig dat U deze verdiende kans op een zeer eer
volle promotie hebt aangepakt.
Nu we U toch moeten laten gaan zijn we echter
verheugd dat we U afstaan aan het Cebeco, in een
be vriend-aanverwant bedrijf waar U zich speciaal
met de akker- en de weidebouwsector zal gaan be
moeien. We zien met belangstelling Uw werk daar
tegemoet en wensen U hierin veel succes en bevre
diging toe!
U verlaat ons. U ihebt de Zeeuwen en ook de Bra
banders leren kennen en waarderen en zij U. U
laat een gezonde Landbouwmaatschappij achter, met
een goed personeelbestand, door U geschoold en door
Uw voorbeeld gestimuleerd. Maar ook laat U een zeer
groot aantal vrienden achter en het is voor mij een
grote eer U en Uw vrouw namens allen voor dit alles
hartelijk te danken.
Mevrouw Prins, U h'ebt uw man vele uren en avon
den moeten missen terwijl hij voor onze zaak op stap
was. U bent Uw man tot een zodanige steun geweest
dat hij zijn werk heeft kunnen doen zoals hij het ge
daan heeft. Gaarne wil ik U hiervoor dit bloemstuk
aanbieden en onze hartelijke dank uitspreken.
Aan U meneer Prins wil ik als herinnering aan
Uw Zeeuwse tijd een bon aanbieden. Het zal ons een
genoegen doen dat U hiervoor een boekenkast aan
schaft in Uw nieuwe woning. U kunt er veel Zeeuwse
herinneringen in opoergen.
Tenslotte doet het mij een groot genoegen U het
besluit van het Hoofdbestuur te kunnen mededelen
van 22 november j.l. om U ingevolge artikel 6 van
de statuten der ZLM te benoemen tot erelid van de
Maatschappij, zulks op grond van de bijzondere ver
diensten voor de ZDM en de landbouw in het alge
meen gedurende de periode 19601971 waarin U ach
tereenvolgens agrarisch-sociaal voorlichter, algemeen
secretaris en algemeen voorzitter van de ZLM was.
(applaus).
AFSCHEIDSTOESPRAAK
COMMISSARIS DER KONINGIN
De Commissaris der Koningin in de provincie Zee
land, Mr. J. van Aartsen, zegt in z'n toespraak tot de
heer Prins onder geen voorwaarde deze vergadering
te hebben willen missen. De Commissaris wijst in z'n
afsdheidswao'rden op de vele verdiensten van de heer
Prins voor land- en tuinbouw en voor de provincie
in het algemeen. Het Provinciaal bestuur heeft vele
contacten met de ZLM i.e. de heer Prins gehad en
deze zijn altijd van goede aard geweest. Niet dat hij
altijd gemakkelijk was, maar het was prettig om met
hem te praten; in de eerste plaats om zijn deskundig
heid en in de tweede plaats omdat hij zich altijd po
sitief heeft opgesteld ten opzichte van de ontwikke
lingen in Zeeland. Het standpunt van dc heer Prins
was altijd, aldus spreker, dat er met de landbouw te
allen tijde over alle zaken te praten is, mits het eigen
belang niet wordt geschaad!
De Commissaris zei voorts voor de tweede maal bij
het afscheid van een ZLM-voorzitter aanwezig te
zijn. Het was moeilijk voor U om de heer Geuze op
te volgen, maar ik wil U complimenteren dat U dit
zo goed is gelukt. Als Provinciaal bestuur hebben wij
het altijd gewaardeerd dat U in Uw openingsrede al
tijd zulke belangrijke en aktuele punten hebt aange
sneden, zoals nu weer de tweede nationale luchtha
ven en het Land van Saeftinge. Ook hebt U in de
provincie veel gedaan voor de bestrijding van de mi
lieuverontreiniging, onder meer door het waardevol
le rapport van de heer Tesink en U naar aanleiding
van een bezoek aan een aluminiumfabriek in Ameri
ka. Sinds U het vorig jaar lid van Provinciale Staten
is geworden, zijn de contacten met het Provinciaal
bestuur nog nauwer geworden en hoewel we het lang
niet altijd eens waren, waren de contacten toch altijd
zeer plezierig. Hoezeer het ons ook spijt, toch moe
ten wij het respecteren dat U weggaat.
De Commissaris besloot zijn toespraak met de heer
Prins hartelijk te bedanken voor al hetgeen hij voor
het Provinciaal bestuur en voor de Provincie Zeeland
heeft gedaan. Als compensatie hebben wij het feit
dat de heer J. B. Becu voorzitter is geworden. Wij
hebben het vertrouwen dat op dezelfde wijze als met
de heer Prins zal kunnen worden samengewerkt.
Tot slot feliciteerde de Commissaris de heer Scheele
met zijn benoeming tot erelid van de ZLM en zei de
heer en mevrouw Prins de allerbeste wensen mee te
geven in de nieuwe funktie en woonplaats.
AFSCHEIDSTOESPRAAK
BURGEMEESTER IIUBER, VAN GOES
De Burgemeester van Goes, Mr. F. G. A. Huber,
zegt ditmaal gaarne de vergadering van het College
van Burgemeester en Wethouders van de gemeente
Goes op de tweede nlaats te hebben gezet om deze
belangrijke vergadering van de ZLM bij te kunnen
wonen.
Zich rechtstreeks tot de heer en mevrouw Prins
wendend, zegt de burgemeester dat zij in feite in
Zeeland op doortocht waren. Het is dan ook de twee
de voorzitterswisseling, die ik bij de ZLM meemaak
en dan wordt er steeds een terugblik geworpen, naast
het richten van het oog op de toekomst. De heer Hu
ber zegt het te betreuren dat er straks geen voorzit
ter noch secretaris Goes als woonplaats zal hebben,
doch hoopt dat dit toch binnen afzienbare tijd weer
wel het geval zal zijn.
Een terugblik werpend op de periode van aanvan
kelijk het secretarisschap en later het voorzitterschap
van de heer Prins, wijst de heer Huber op vele hoog
tepunten en ook dieptepunten, die in de agrarische
sector konden worden geconstateerd. Was er ener
zijds de grote fruitteeltcrisis, anderzijds was er de
grandioze herdenking van het 125-jarig bestaan der
Maatschappij met de daaraan verbonden tentoonstel
ling! Zo zijn er nog tal van punten aan te geven, al
dus de heer Huber, die de aandacht van een ZLM-
voorzitter geheel hebben opgeëist.
Een grote vraag, die ons thans bezighoudt is niet
meer die van wat doen we met de grond, doch hoe
behouden we de grond. We geraken gelukkig lang
zamerhand doordrongen van het feit, dat we zuinig
moeten zijn met de grond.
Bij het afscheid bood de heer J. B. Becu mevrouw Prins
een bloemstukje aan voor de vele avonduren die zij
haar man heeft moeten afstaan terwijl hij voor de ZLM-
zaak op stap was!
Van de gunstige uitslag van de stemming over de voor
gestelde wijzigingen van de ZLM-statuten en het huis
houdelijk reglement wordt achter de bestuurstafel ken
nisgenomen.
De heer Huber besluit zijn toespraak met de heer
en mevrouw Prins het allerbeste voor de toekomst
te wensen en hartelijk te danken voor de samenwer
king in al deze jaren en in de persoonlijke sfeer voor
de vriendschap, die er tussen de familie Prins en de
familie Huber is geweest.
TOESPRAAK
EREVOORZITTER ZLM IR. M. A. GEUZE
ANDER grote hilariteit van de vergadering zegt de
heer Geuze, dat Zeeland per 1 januari 1972
twee belangrijke dingen kwijt raakt, namelijk het
veer HoedekenskerkeTerneuzen en de heer Ir. J.
Prins. In de 122 jaar, voorafgaande aan het in dienst-
treden van de heer Prins heeft de ZLM 12 voorzit
ters gekend, die gemiddeld 10 jaar zijn gebleven.
Mocht is dus, aldus de 'heer Geuze, te lang gebleven
zijn; dan mogen wij van U zeggen, dat U te kort bent
gebleven.
De eerste 20 jaren na de tweede wereldoorlog wer
den gekenmerkt door zaken, die reeds door de heer
Becu zijn gememoreerd; de wederopbouw, zowel na
de oorlog als na de watersnood, de verkavelingen, de
wisselende conjunctuurperioden, de Benelux- en later
de E.E.G.-verwachtingen, de ontwikkeling van de
verzekeringssector, het begin van de bemoeiingen van
de sector recreatie. Toen de heer Prins zijn werk be
gon, aanvankelijk in wat andere kwaliteit, is er in
snel tempo veel veranderd. Zijn funktie als voorzit
ter ging samen met een belangrijke overgangstijd; de
sanering was reeds begonnen, doch de schaalvergro
ting was nog in zijn beginfase. De verschillen in op
vatting, aanvankelijk in de grotere steden betiteld
met „de kloof tussen de generaties" diende zich ook
op het platteland aan; de vraagstukken van de ruim
telijke ordening kwamen direct op de landbouw af,
de fruitteelt kwam in ongekende moeilijkheden en
wat aanvankelijk onze trots was, namelijk de Zuid-
Westelijke akkerbouwsector, is thans tot een zorgen
kind geworden.
Wat dat betreft, aldus de heer Geuze, is in de per
soon van Uw opvolger zeker de juiste man op de
juiste plaats gevonden. De heer Becu staat bekend
als een akkerbouwexpert bij uitnemendheid. De af
vloeiing uit de landbouwsector heeft thans ook in dit
gewest grote vormen aangenomen. De schaalvergro
ting gaat met moeite en pijn gepaard; de organisato
rische verwikkelingen nemen toe, o.a. soms door het
oprichten van nieuwe belangengroeperingen.
Niettegenstaande dit alles, hebt U de werfkracht
en de omvang van deze mooie organisatie als de ZLM
is, op peil weten te houden en er zelfs de dimensie
van een Zuid-Westelijke organisatie aangegeven door
de integratie met de Noord-Brabantse Mij. van Land
bouw.
Wat voor een provincie blijkbaar niet mogelijk is,
de gewestvorming, is voor de ZLM wel mogelijk ge
weest. Tot de hier aanwezige leden en over hun hoof
de heen zegt de heer Geuze dat met afneming van
getal als percentage van de totale bevolking in Ne
derland en in de E.E.G. een zo groot mogelijke een
heid meer dan ooit gewenst is. In het oosten zegt men:
wanneer drie personen edel van hart zijn verandert
zelfs klei in goud. En dat is nu net wat de boer van
daag zou kunnen, gebruiken want de aardappelen en
uien zullen niet in goud veranderen!
De heer Geuze zegt de heer Prins te hebben leren
kennen als een man met niet te veel twijfels en die
op tijd nee durft te zeggen. Dit alles en de Zeeuwse
ervaring erbij kan U van groot nut zijn in Uw nieu
we taak. Wij mogen in dit opzicht veel van U ver
wachten. Er is nog veel te zaaien en te maaien en de
oogst is groot, maar mege U tot de arbeiders behoren
waarvan het Matthëuswoord heeft gesproken, aldus
Ir. Geuze!
AFSCHEIDSTOESPRAAK IR. C. S. KNOTTNERUS
Namens het Landbouwschap er. het Koninklijk
Nederlands Landbouw Comité dankt de 'heer Ir. C. S.
Knottnerus de heer Prins voor al het werk, dat hij
in het belang van genoemde instanties heeft verricht.
Afscheid hoef ik van U niet te nemen, aldus de heer
Knottnerus, omdat U wel weggaat uit Zeeland maar
geen afscheid neemt van de landbouw. Wij zijn blij
met Uw funktie bij het Cebeco en verwachten van
Uw hand verschillende nota's en rapporten, waarvan
we dan weer af moeten wachten of de voorstellen
daarin realiseerbaar zijn. Ook namens de collega's
van de overige landelijke organisaties dankt de heer
Knottnerus de heer Prins voor de prettige samenwer
king en persoonlijk ook voor de vriendschap. De heer
Knottnerus besloot zijn toespraak met een „tot ziens".
AFSCHEIDSTOESPRAAK
VAN DE IIEER G. J. DE JAGER
De heer G. J. de Jager, zich namens de landbouw
organisaties het woord tot de heer Prins richtend,
zegt het zeer op prijs te stellen ter gelegenheid van
dit afscheid iets te mogen zeggen. Onze meningen
waren niet altijd gelijkluidend, maar nu zal de heer
Prins geer. tegenspel kunnen bieden. De heer De
Jager wees erop dat de heer Prins door de georgani
seerde landbouw altijd zeer werd gewaardeerd en
dat de verhouding tussen de organisaties altijd goed
is geweest. Een onlosmakende voorwaarde daartoe is
een stuk vertrouwen. En dit vertrouwen valt niet als
een rijpe appel in de schoot van de organisaties. Veel
meer is het een plantje, dat met zorg opgekweekt en
grootgebracht moet worden. Dank zij de zorg van de
heer Prins is het plantje goed gegroeid, soms met be
mesting, soms:met onkruidbestrijding.
De heer De Jager vervolgde dat de heer Prins zich
een doorzetter heeft getoond en een goede boer. Ook
als voorzitter van het Landbouwschap heeft hij de
industrialisatie en de gevolgen voor de landbouw on
derkend en op de bres gestaan voor goede schade
loosstellingen. De heer De Jager zei veel waardering
te hebben voor de vasthoudendheid van de heer Prins
bij de belangenbehartiging van de Zeeuwse land
bouw en vond dat hij daarin dan ook als een groot
voorbeeld gezien mag worden. De Zeeuwse landbouw
is U veel dank verschuldigd. Zeer bedankt voor alles
wat U in het belang daarvan hebt gedaan!
Tegen betaling van één cent overhandigde de heer
De Jager aan de heer Prins namens het Landbouw
schap het traditionele Zeeuwse mes, als ornament te
gebruiken en niet als instrument! Een mes is iets wat
strijdlust oproept, aldus de heer De Jager, en dat is
zeker iets, waaraan het U niet ontbreekt.
Tot slot wenste de heer De Jager de heer Becu ge
luk met zijn benoeming tot voorzitter van de ZLM
en sprak de hoop uit dat ook met hem een prettige
samenwerking zal ontstaan.
AFSCHEIDSTOESPRAAK
DR. IR. C. W. C. VAN BEEKOM
De heer Dr. Ir. C. W. C. van Beekom zei het ver
trek van de heer Prins te zien in het kader van een
funktieruiling in de keten pröduktie en afzet. Bij dr
(Zie verder pag. 15)