Afscheid van een markante persoonlijkheid HE Openingsrede |ET afscheid van de heer J. W. Scheele als voorzitter van de kring Hulst der ZLM be tekent voor de ZLM het afscheid van een zeer markante persoonlijkheid. In onze ZLM immers heeft hij steeds een bijzondere, geheel eigen plaats ingenomen. Zijn werkzaamheden die uiteraard moesten passen in het grote, algemene kader van de ZLM, wist hij daarbij door eigen visie en opvat tingen steeds een typerend persoonlijk cachet mee te geven. De heer Scheele trad in 1935 toe tot het be stuur van de kring Hulst. In 1946 werd hij be noemd tot kring voorzitter. Onder zijn expansieve leiding nam in de naoorlogse jaren de populari teit van de kring in het land van Hulst snel toe. Hij bruiste van activiteit en vechtlust wanneer het er om ging voor het boerenbelang wat te bereiken. Ook als het er om ging om als boerenstand eens op 'n grootse wijze naar buiten te treden, was hij een grootmeester in organiseren. We denken hierbij o.a. aan de landbouwdagen en bezoek van H.M. de Koningin aan de tentoon stelling in 1955 te Kloosterzande hetgeen door hem met groot enthousiasme en aktiviteit werd verzorgd. Dat was allemaal een kolfje naar zijn hand. Deze met hart en ziel aan zijn ZLM verknoch te boer was in zijn 25-jarige ambtsperiode als voorzitter in de ware zin van het woord een be stuurder die vooral ook ver in de toekomst keek, en daardoor steeds openstond voor de snel ver anderende omstandigheden zoals mechanisatie, ruilverkavelingen etc. Er heeft zich in zijn voor zittersperiode een ware omwenteling voltrokken voor de boer, waar vroeger misschien 100 jaar voor nodig zou zijn geweest. Hierbij heeft de heer Scheele zich tijdens de algemene kringver gaderingen een goed begeleider getoond voor deze snel veranderende omstandigheden. Ongetwijfeld zullen vele leden op 16 dec. a.s. de scheidende voorzitter de hand komen druk ken, tijdens een feestelijke bijeenkomst uitslui tend voor de leden te Kloosterzande, niet als een formaliteit, maar uit genegenheid en erkente lijkheid voor hetgeen hij voor de boerenstand in het land van Hulst in de achter ons liggende periode heeft weten te bereiken. Voor de anderen, niet-leden der kring, zal deze mogelijkheid ook geboden worden en wel op 23 december te Hulst. Door zijn gegeven adviezen, en zijn voorbeeld was het voor zijn medebestuursleden een ge noegen met hem te mogen samenwerken, en is men hem veel dank verschuldigd. In de toekomst zal men nog gaarne dikwijls met hem in contact komen! Wij wensen de heer en mevrouw Scheele ten slotte nog vele en gelukkige jaren toe, omringd door hun kinderen en kleinkinderen! De openbare receptie wordt op 23 december 1971 gehouden, waarin na een 25-jarig voorzit terschap van de kring Hulst der ZLM, afscheid wordt genomen van de weled. heer J. W. Scheele. Deze receptie, waarop men van harte welkom is, vindt plaat in ,,De Koning van Engeland" te Hulst van 5 tot 6 uur n.m. HET AFSCHEIDSCOMITÉ. (Vervolg van pagina 1) Mede een aanleiding hiertoe is het nu eindelijk verschenen rapport van 'het Amerikaanse organisatie bureau Little. Wie van de hoofdlijnen van dit rapport kennis neemt, wordt niet geschokt door allerlei nieuwe zienswijzen. Daarmede is het rapport in geen enkel opzidht veroordeeld. Het is wel eens goed dat een ander het ook zegt! De adviezen ten aanzien van het rooien lijken overigens nogal rigoreus; anderzijds toont de huidige situatie wat tijdens de algehele inzinking van de laatste jaren min of meer verborgen bleef dat een aantal fruitbedrijven wel en andere niet kans zien van de huidige situatie te profiteren. De laatste categorie zal daar vroeg of laat de gevolgtreking uit moeten maken. Vroeg is beter en in die zin zal ook een overheidshulp gericht moeten worden. Boven dien zoals de scribent in ons Land- en Tuinbouwblad constateert kan er moeilijk bezwaar tegen zijn de verouderde opstanden op te ruimen. Het positieve punt, wat in dit rapport nog eens wordt bevestigd, is dat de Nederlandse en zeker de Zuidwestelijke fruitteelt geen verloren zaak is. Het woord is nu aan de Minister cm met, zo is onze mening, een hernieuwde gerichte rooipremie en een duidelijke ondersteuning aan veilingfusies, waarbij ons inziens de sanering een duidelijk knelpunt is, te komen. Immers in de fruitveilingproblematiek gaat het in dit stadium vooral om een afstoten van niet meer noodzakelijke outillage en het concentreren op be staande centraal gelegen punten. Bestuurlijk behoeft, zo dachten wij na ihet opruimen van nare perikelen, weinig een broodnodig samengaan in het Zuidwesten meer in de weg te staan! Voorts geeft het rapport ons inziens alle aanlei ding om de overbruggingsfinanciering los te maken van de sociale beperkingen, die deze tot nog toe om geeft en waartegen we steeds bezwaar hebben aan getekend. IN ons gewest zijn er een viertal onderwerpen, waar we nader bij stil moeten staan. Het zijn op zich geen nieuwe onderwerpen, maar toch vragen ze om een enkele kanttekening onzerzijds en hoewel ik hierbij zoals altijd het geval was voor per soonlijke verantwoording spreek, meen ik toch de gevoelens binnen onze groepering zodanig te kennen, dat ik van een ZLM-standpunt mag spreken. De eerste kwestie, waarover de discussie zidh de afgelopen periode verder heeft ontwikkeld, is die ten aanzien van de tweede nationale luchthaven. Juist eind vorige week verscheen er een nota van het Col lege van Gedeputeerde Staten van de Provincie Zee land. Als wij het uit de persverslagen goed hebben be grepen, hangt het Provinciaal bestuur i.e. Gedeputeer de Staten van Noord-Brabant nog steeds het stand punt aan, dat West-Brabant voor een dergelijke lucht haven een gunstig gelegen gebied is. Op zichzelf een conclusie, die op het eerste geziclht niet te ontken nen lijkt, maar bij afweging tegen andere mogelijk heden voor ons steeds meer vragen oproept. Wanneer immers deze kant van het land gekozen moet wor den, dan komt het ons logisch voor, wanneer reke ning wordt gehouden met de concentraties van maat schappelijke en economische aktiviteit om ons heen, met name in België en Duitsland. Men zou eens aan het wel vaker genoemde geografische centrum ten zuiden van de lijn BredaTilburg kunnen denken. Deze ligging lijkt ook in het kader van de bestaande en aan te leggen infrastructuur bepaald niet ongun stig. Richt men zich meer op louter nationale overwe gingen, dan heeft ongetwijfeld de Markerwaard het voordeel, omdat dit vliegveld dan kan aanleunen tegen het centrumfunktievervullende Schiphol. Bo vendien tast men daar bestaande gebieden niet aan. Bovendien dreigt ons inziens bij een keuze van West- Brabant wij herhalen' het de ruimtelijke en> eco nomische structuur aangetast te worden. Het komt ons voor dat men dan in het Deltagebied van diverse walletjes tracht te eten. Recreatie, land bouw of meer eigentijds gezegd open ruimte industriële groenpolen van omvang, woongebied en dan ook nog een nationale luchthaven! Opmerkingen die, zo dachten wij, ook betrekking hebben op een ligging nabij Goeree. Het argument dat een planning in West-Brabant toch nog juist buiten Ihet hoefijzer, die de Rijks Pla nologische Commissie voorziet, valt, vinden wij „Spielerei" met de letter niet met de geest van het standpunt, dat we in het Zuidwesten de open ruimte willen behouden. IN Zeeland is sinds kort een nieuwe ontwikkelings- schets verschenen. Een discussiestuk met alter natieven, waarop we in de zomervergadering reeds wat vooruitliepen. Ten aanzien van de ontwikkeling met betreking tot de industrialisatie krijgen we in derdaad een wat rustiger beeld dan uit vele van de rapporten der laatste jaren. Er schijnt ook wat meer behoefte te zijn aan wat geleidelijkheid, teneinde de opvang van datgene wat in Zeeland verschijnt aan industrieën en mensen beter mogelijk te maken. In hoeve'rre de teruglopende economie toch nog tot een versnelling van de voor Zeeland wenselijke aan pak zal leiden, kan moeilijk worden overzien. Over- heidsimpulsen lijken' in de eerste plaats gericht te zul len worden op het Noorden en Zuid-Limburg. Hoewel dus het Westerscheldebekken als industrieel gebied wel vaststaat, meer vragen zijn er omtrent de plaats waar een verdere aanzet voor d^ ontwikkeling moet komen. Het begon met de wat zinloze discussie over het voorontwerp streekplan Oost Zeeuws-Vlaanderen, een plan dat inmiddels praktisch gesproken: van de tafel is verdwenen. Ook was een discussie indertijd niet erg opportuun, omdat over een bepaald gebied, na melijk Saeftinge, niet gesproken mocht worden. Niet dat wij er ons veel van hebben aangetrokken, maar in het kader van het beleid was deze beperking wel een realiteit. Dit alles is dan doorbroken door de discussie, die officieel gevoerd mocht gaan worden, over het Baal- hoekkanaal. Nu het dan officieel allemaal mag is Ihet misschien goed vanuit het landbouwgezichtspunt de zaak nog eens nader op een rij te zetten. (Zie verder volgende pag.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 3