„EEG van zes naar tien" Kansen voor grotere agrarische export Aardappelvaria 18 De uitbreiding van de E.E.G. met nieuwe lidstaten, in het bijzonder het Verenigd Koninkrijk, biedt kansen voor vergroting van de Nederlandse agrarische export, fn de afgelopen vijf jaar is de uitvoer van onze land en tuinbouwprodukten en produkten van de voedings middelenindustrie gestegen met 90 tot ongeveer 12y2 miljard gulden. Het moet toch mogelijk zijn, (niet alleen als gevolg van inflatie) dat deze export in de loop van de zeventiger jaren tot een bedrag van 20 miljard wordt vergroot. Tot deze conclusie kwam de minister van landbouw en visserij, ir. P. J. Lardinois, aan het slot van zijn toe spraak over gevolgen van de uitbreiding van de E.E.G. voor de Nederlandse landbouw, die hij voor honderden zakenlieden op 2 december j.l. in bet Internationaal Congrescentrum RAI te Amsterdam hield. Hier was onder het thema „E.EG. van Zes naar Tien" een voor lichtingsbijeenkomst voor het zakenleven belegd door de Nationale Raad voor Handelsbevordering (C.H.K.) te Oen Haag. |y| INISTER LARDINOIS waarschuwde er voor, niet te zeer te speculeren op de extra ruimte die een vergrote EEG meebrengt. Met prognoses daarover moet men voorzichtig zijn. Er zijn stellig extra stimulansen en mogelijkheden in het verschiet en of die waargemaakt zullen worden hangt van de penetratiekracht van handel en industrie af. De zeer grote en sterke levensmiddelen industrie in het Verenigd Koninkrijk ziet met haar tal rijke specialiteiten ook een markt op het continent, ook in ons land dus, voor zich openen. Concurrentietoename van Engeland en Denemarken is te verwachten. Niet alleen zal alle kracht moeten worden ingespannen om het Nederlandse produkt op de overigens niet onbekende en niet onbereikbare Britse markt te brengen, maar ver dere concentratie in de Nederlandse agrarische handel en industrie zijn geboden. Bundeling van het aanbod is on middellijk daaraan gekoppeld. Te verwachten is, dat uit breiding van de EEG verschuivingen in de patronen van produktie en consumptie teweeg zullen brengen. Het totale beeld zal zeker geen optelsom van bestaande pro duktie- en exportposities van de Zes en de Vier vormen. Er komt een nieuwe dynamiek in het geheel van de Tien, waarvan het effect bij, benadering niet kan worden voor speld. MET een aantal factoren zal zeker rekening moeten worden gehouden. In de eerste plaats zijn dat de bij overeenkomst ingebouwde afspraken als de verplich tingen ten aanzien van de Nieuw-Zeehmdse zuivel en de suiker van de Gemenebest-landen. Tweederde deel van de agrarische export van de tien landen van de vergrote Gemeenschap wordt naar partnerlanden uitgevoerd. In dit geheel neemt onze landbouw een belangrijke plaats in met een jaarlijkse invoer van 8% miljard en een uit voer van 12,5 miljard? een netto exportsaldo van f 4% miljard derhalve. Hiermede is ons land momenteel bin nen de Zes het enige land met een netto agrarische ex port. Zelfs Frankrijk is tot dusverre niet verder gekomen dan een evenwichtspositie en importeert evenveel als het exporteert. QNS land is niet de meest geschikte plaats voor ex tensieve produkties, zoals granen en rundvlees. Engeland heeft evenals Frankrijk hiervoor een aantal natuurlijke voordelen boven de Nederlandse landbouw. De dierlijke veredelingssector in ons land staat daaren tegen vrij sterk. Met name van Denemarken zullen wij hierin wel concurrentie ondervinden, maar de bewinds man zag geen reden hiervoor bevreesd te zijn, temeer omdat onze geografische ligging gunstig is en wij over een bijzonder efficiënte mengvoederindustrie beschikken. De bijkomende kansen, die wij in deze sector vooral op de Britse markt kunnen krijgen, zijn van bijzonder belang voor onze vleeswarenindustrie, die op die markt van oudsher opereert en door het vervallen van protec- ties betere mogelijkheden zal krijgen. Een mogelijke ver groting van de boterafzet schatte minister Lardinois de eerstkomende vijf jaar vrij gering. De exportmogelijk heden voor kaas zag hij rooskleuriger. De minister ver wachtte, dat de posities die deze landen op de Britse markt hebben, de komende jaren voor een groot deel zullen worden verloren. Daartegenover staat echter dat belangrijke zuivelproducenten als Denemarken en Ierland (met lagere melkprijzen die aan de boeren worden uit betaald) onder invloed van het EEG-prijspeil een extra stimulans voor hun produktie zullen krijgen. Hij toonde zich dan ook een voorstander van een voorzichtige navi gatie voor de komende jaren met betrekking tot de zui- velproduktie. yooR onze tuinbouwprodukten op de Britse markt zag de bewindsman gunstiger perspectieven. Wel iswaar zal de afbraak van de bescherming van de Britse markt voor de tuinbouwprodukten iets langzamer ver lopen, maar, mede gezien de omvang van de produktie, achtte de minister hiervoor goede mogelijkheden van afzetverruiming in het verschiet. Naar alle waarschijnlijk heid zal dit niet voor alle tuinbouwprodukten gelden; in het bijzonder voor appelen en peren zal het moeilijk zijn voor Nederland zich een positie op die Engelse markt te veroveren. Onze beste kansen zullen vooral in produkten van de glastuinbouw, bloembollen en andere sierteelt gewassen liggen. VERGADERING BESTUUR LANDBOUWSCHAP (Vervolg van pag. 17) AANSLUITING VAN BEERHOUDERS BIJ DE GEORGANISEERDE V ARKEN SZIEKTENBESTRIJDING In verband met de inwerkingtreding van de nieuwe Verordening berenhouderij 1971 heeft de hoofdafde ling Veehouderij van het Landbouwschap in haar novembervergadering het besluit genomen, dat de aansluiting bij de georganiseerde varkensziektenbe- strijding voor de beerhouders gehandhaafd blijft in die provincies waar deze verplichting ook onder de oude Berenverordening reeds bestond. Ten aanzien van de beerhouders in de overige pro vincies zal het overleg plaatsvinden aan de hand van een begin 1972 verschijnend rapport over de varkens gezondheidszorg. Tezijnertijd volgen hierover nadere mededelingen. BENOEMINGEN Het bestuur van het Landbouwschap benoemde onder meer tot voorzitter van de commissie Water staats- en Waterschapsaangelegenheden de Iheer prof. mr. J. M. Polak te Wageningen er. tot lid van de af deling Fruitteelt de heer M. J. Goud te Baarland. TELERSGROEPERINGEN BEVORDEREN (Vervolg van pag. 13). de telersgroepering zal coördinerend kunnen op treden bij de voorziening van uitgangsmateriaal, de teeltbegeleiding, het rooien, de opslag en de sortering; deelnemers bij telersgroeperingen zullen meerja rige overeenkomsten moeten aangaan; zij krijgen een leveringsplicht en leveringsrecht; de telersgroepering zal bevoegd zijn om aanwij zingen te geven inzake de produktiekwaliteit, tijd stip van levering, orijsbepaling en uitbetaling; de telersgroepering zal met het collecterend be drijf trachten de afzet te baseren op meerjarige contracten met grotere afnemers in binnen- en buitenland; de collecterende apparaten trachten via een sa menwerkingsorgaan richting te geven aan de ver dere uitbouw van telersgroeperingen; de telersgroeperingen zullen streven naar een toe passing van moderne technieken. ALS KIKKERS NIET IN KRUIWAGEN TE VANGEN! A LHOEWEL het rapport van de Werkgroep „Aard- appelafzet" bij het Landbouwschapsbestuur veel bijval ontmoette, werd door deze en gene twijfel uit gesproken of een en ander wel zo gemakkelijk van de grond zal komen. Ir. G. J. A. Bouma van de Friese Mij die blij was met de voorstellen van de werk groep, omdat de verbouwers van consumptie-aard appelen op 't ogenblik zo in de problemen zitten, voorzag bij de uitvoering verschrikkelijke moeilijk heden. „De boerenstand is een kruiwagen met kik kers; men kan deze mensen helaas niet vangen", zo zei hij! Hij vond de situatie van de verkopende teler sinds zijn grootvaders tijd nog niet zo erg veel ver beterd. Toen placht de handelaar in tijden van afzet- moeilijkheden Van alles op de aardappelen aan te mer ken te hebben. Nu is het onlangs nog gebeurd, dat twee wagons uitstekende bintjes door een grote ver kooporganisatie zijn geweigerd omdat ze te oud zou den zijn voor verwerking. Maar in werkelijkheid wa ren het volgens ir. Bouma chicanes omdat men ze niet kon plaatsen! Van verschillende kanten werd er in het landbouw schapsbestuur op gewezen dat de werkgroep in haar nota het woord „coöperatie" zorgvuldig had verme den. De voorzitter van het schap, ir. C. S. Knottnerus, en drs. K. C. van Kempen van de werkgroep gaven te verstaan dat het beslist de bedoeling is dat de werkgroep mogelijkheden voor coöperatie en parti culiere handel wil openlaten zonder een voorkeur uit te spreken. Overigens worden er nu reeds 350.000 ton aardappelen op ongeveer dezelfde als de voorgestelde werkwijze verhandeld gebaseerd op reeds bestaande (coöperatieve) afzetstructuren. Voorzitter Knottnerus hoopte dat het spoedig zo ver zal komen „dat we diegenen die nog voor de vrije markt telen kunnen verwaarlozen". Van de overheid wordt verwacht, dat zij behulpzaam is bij het ophef fen van knelpunten die de beoogde ontwikkeling in de weg staan. Een en ander hangt mede af van de mogelijkheden die de E.E.G. hiertoe biedt. Op de algemene ledenvergadering van de CHV in Til burg is de vrees uitgesproken dat er voor de Nederlandse aardappeltelers heel zware tijden voor de deur staan. „Er voltrekt zich een aardappeldrama, omdat de Fransen hun enorme oogst tegen zeer lage prijzen aanbieden, ook aan de vaste afnemers in het buitenland. Er kan niet tegen geconcurreerd worden". De Franse aardappel ver dringt de Nederlandse. Dat geldt voor consumptie- en voederaardappelen. De toestand wordt nog verergerd, omdat Nederlandse aardappelhandelaren van de goed kope Franse aanbiedingen gaarne gebruik maken. „Een desastreuze ontwikkeling, waaraan niet veel is te dioen", aldus de heer Mathot van de CÜ.V. Ir. H. Vredeling heeft, als lid van het Europese parle ment, de Europese Commissie gevraagd of de heffing die West-Duitsland op de invoer van aardappelen zou willen stellen in overeenstemming is met de bepalingen van het EEG-verdrag. Hij informeerde tevens in welk stadium de plannen verkeren, om consumptie- en voer- aardappelen onder de werking van het gemeenschappe lijk landbouwbeleid te brengen. ZWEEDSE AARDAPPELOOGST MIDDELMATIG De Zweedse aardappeloogst van dit jaar zal van mid delmatige omvang en kleiner dan de oogst van verleden jaar zijn, zo blijkt uit ramingen van de federatie van boe renbonden in Zweden. Het areaal wordt voor dit jaar op 49.100 hectare geraamd. Dat is acht procent minder dan verleden jaar. De totale produktie van consumptie-aard appelen zal vermoedelijk 1.230.000 ton bedragen tegen verleden jaar 1.490.000 ton. De federatie verwacht dat vraag en aanbod op de binnenlandse markt ongeveer in evenwicht zullen blijven. De prijzen zullen op de binnen landse markt vermoedelijk enigszins gaan stijgen. Dat houdt verband met de nieuwe minimum- en maximum prijzen due voor dit seizoen zijn vastgesteld. Op 1 juli van dit jaar is in Zweden een organisatie opgericht die op diverse manieren invloed op de markt kan uitoefenen als de prijzen bepaalde grenzen overschrijden. De Fede ratie van boerenbonden in Zweden heeft gemeld dat de prijzen op de Zweedse aardappelmarkt als gevolg van de grote vraag vorige week zijn gestegen. IERSE AARDAPPELOOGST KLEINER DAN VERLEDEN JAAR Het ministerie van landbouw van de Ierse Republiek schat het aardappelareaal in Ierland dit seizoen op 46.146 ha; vergeleken met een areéal van 49.000 ha in 1970. De vroege oogst van consumptie-aardappelen neemt onge veer 1.568 ha in beslag en de hoofdoogst 44.578 ha. Het pootaardappelareaal is op 4.773 hectare geraamd. Vol gens het ministerie is het nog niet goed mogelijk een betrouwbare raming van de opbrengst te geven. Vermoed wordt dat de produktie twintig tot dertig procent groter zal zijn dan de vijftien ton per hectare die verleden jaar werd geoogst. DE NEDERLANDSE AARDAPPELUITVOER In de week van 22 tot en met 27 november j.l. bedroeg de uitvoer 14.500 ton consumptie- en industrieaardappe len.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 18