hendrix'
rantsoen-
calculator
melkproduktie
kg krachtvoer per dag tijdens droogstand
week voor afkalven
Vereenvoudigde wijze
van rantsoenberekening met calculator
15
W. BRUNNEKREEF
hoofd melkveehouderij sektor
Hendrix' Voeders N.V.
Een nieuw systeem van rantsoenberekening, gebaseerd op de
vereiste koncentratie in de drogestof van het totale rantsoen
houdt beter rekening met de individuele eisen van de koe. De
produktie zal hierdoor gunstig beïnvloed worden, terwijl
slepende melkziekte wordt voorkomen. Met behulp van een
zogenaamde rantsoencalculator kan de boer zonder veel reken
werk de gewenste krachtvoergift aflezen, afhankelijk van zijn
ruwvoerkwaliteit, zowel tijdens de laktatieperiode als tijdens de
droogstand.
KONCENTRATIE/KG DROGESTOF
UOEWEL het wenselijk zou zijn, om met alle faktoren die bij de opname een rol
spelen, rekening te houden, zal het duidelijk zijn, dat dit op praktische
bezwaren stuit. Het lijkt daarom voorlopig zinvol om met de meest belangrijke
eis, namelijk de koncentratie -per kg drogestof rekening te houden. Vooral als we
de koncentratie uitdrukken in igzw/kg ds, wordt ook aan de eis voor verteerbaar
heid tegemoet gekomen, omdat de ZW wordt berekend uit de analysecijfers X de
verteringscoëfficiënten van de diverse componenten.
Ook in een Fins onderzoek komt men tot de konklusie, dat men bij de rantsoen
berekening de koncentratie in de drogestof als uitgangspunt moet kiezen.
Aan de hand van uitvoerige berekeningen omtrent de maximale drogestcxf-
opname en de energiebehoefte, kwam men tot de opstelling van de volgende tabel
voor een koe van 500 kg levend gewicht:
kg ds uit krachtvoer (700 gzw/kg ds)
0
2
4
6
8
10
12
14
15
kwaliteit ruwvoer
588 gzw/kg ds
15,4
18,5
21,5
24,0
26,7
29,8
32,1
35,0
36,4
434 gzw/kg ds
9,0
12,7
16,0
19,7
22,6
26,2
29,7
32,5
34,2
370 gzw/kg ds
6,4
10,2
14,0
17,6
21,5
24,7
28,5
31,4
33,3
kg melkproduktie (4 vet) bij' de gegeven hoeveelheden krachtvoer (ds) en de
betreffende kwaliteit ruwvoer ad libitum verstrekt.
Duidelijk blijkt hieruit de sterk toenemende hoeveelheid krachtvoer bij de
hogere produkties, teneinde de koe in staat te stellen voldoende voedingsstoffen
op te nemen. Ook is hieruit te konstateren, dat de stelling 1 kg krachtvoer voor
2% kg melk beslist niet op gaat!
(Zie verder pag. 17)
HUIDIGE RANTSOENBEREKENINGSMETHODE
DIJ het in ons land algemeen toegèpaste systeem van rantsoenberekening wordt
uitgegaan van een zogenaamde grondrantsoen. Dit berekende grondrantsoen,
dat doorgaans bestaat uit de op het bedrijf aanwezige ruwvoeders, eventueel aan
gevuld met enige aangekochte produkten wordt verondersteld voor alle dieren
in de stal gelijk te zijn.
Boven' het grondrantsoen wordt voor elke kg hogere produktie 1 kg kracht
voer geadviseerd. Als dus een grondrantsoen geschikt is voor bijvoorbeeld onder
houd 7,5 kg melk, dan ontvangt een koe, die 10 kg melk geeft 1 kg krachtvoer
en een koe die 30 kg produceert 9 kg krachtvoer per dag.
BEZWAREN
HOEWEL men algemeen aanneemt, dat dit een goed systeem is, zijn er een
aantal duidelijke bezwaren aan verbonden:
a. Niet alle koeien nemen het gemiddelde grondrantsoen werkelijk op, omdat de
drogestof opname beperkt is. De koeien met de hogere produkties nemen van
wege de hogere krachtvoergïften minder op van het grondrantsoen dan de
dieren met lage en middelmatige produkties. Hierdoor worden vooral de
koeien met hoge produkties onder de norm gevoerd, waardoor naast onvol
doende produktie de 'kans op slepende melkziekte toeneemt. De dieren met
lage produkties ontvangen dikwijls teveel krachtvoer.
b. Voor vele boeren is het systeem door het daaraan verbonden rekenwerk moei
lijk uit te voeren. In vele gevallen komt er dan ook weinig van rantsoen-
berekening terecht.
DROGESTOFOPNAME IS BEPERKT
De hoeveelheid drogestof die een koe opneemt is van verschillende faktoren
afhankelijk zoals: gewicht, produktieniveau, individuele verschillen tussen dieren,
met name de gezondheidstoestand, verloop opfok e.d., verteerbaarheid voer,
volumegewicht en smakelijkheid voer.
Omdat de hoeveelheid drogestof die een koe kan opnemen beperkt is, is het
gewenst bij de rantsoienberekening met deze faktoren rekening te houden.
Zo stelt men in Duitsland bijv, eisen ten1 aanzien van de verteerbaarheid van
liet voer. De volgende uitgangsgegevens worden hierbij wel gehanteerd:
Melkproduktie (kg) 10 15 20 25 30
Verteerbaarheid ds van totale rantsoen 66 70 74 77 80
Naarmate de produktie hoger wordt, dient in het totale rantsoien de verteer
baarheid van de ds toe te nemen.
Uit Amerikaanse onderzoekingen is naar voren gekomen, dat het wenselijk is
om eisen aan het rantsoen te stellen ten aanziien van de energie-inhoud per\
volvmedeel. Er wordt voorgesteld om als uitgangspunt te kiezen cal/ml voer.
DE RANTSOENCALCULATOR
yENEINDE het werken in de praktijk met dit nieuwe systeem te
vereenvoudigenis door Hendrix' Voeders N.V. een rantsoen-
calculator ontwikkeld, waarop men de noodzakelijke gegevens zeer ge
makkelijk kan instellen en aflezen. Deze rantsoencalculator is bij Hendrix'
Voeders te Boxmeer en de plaatselijke verkopers te verkrijgen. In de
praktijk gaat men er als volgt mee te werk:
ir Men bepaalt de kwaliteit van het ruwvoer (grondrantsoen). Het beste
kan dit geschieden door middel van het laten onderzoeken van gewas-
monsters.
Ook kan de kwaliteit van de ruwvoeders geschat worden volgens een
tabel (achterzijde calculator)
ir De rantsoencalculator wordt ingesteld op de betreffende melkgift
van de koeien.
De gewenste krachtvoergiften worden gegeven bij de gehaltes 400
500550 gzw/kg ds in het ruwvoer. Tussenliggende kwaliteiten wor
den geschat.
Het soort krachtvoer wordt bepaald aan de hand van de verhouding
gzw/gvre in het grondrantsoen.
Naast de geadviseerde krachtvoergift wordt het ruwvoer onbe
perkt verstrekt. Bij hoog produktieve koeien kan het noodzakelijk
zijn om het ruwvoer gedeeltelijk te beperken.
TOlJ de advisering van de hoeveelheden krachtvoer wordt naast de
normale normen rekening gehouden met:
ir Het stimulerend effekt van het steaming-vp systeem tijdens de droog
stond (5 weken); d.wjz. de krachtvoergift wordt afhankelijk gesteld
van te verwachten topproduktie na het kalven en het tijdstip in de
droogstand.
De mogelijkheid van een extra stimulans op de melkgift in de eerste
maanden na het kalven. De dieren krijgen alle kansen om een hoge
topproduktie te halen doordat de krachtvoerhoeveelheid in die
periode is gebaseerd op 2 kg hogere melkproduktie dan de koe in
werkelijkheid geeft.
In feite betekent dit, dat de koeien in deze periode onbeperkt kracht
voer naast onbeperkt ruwvoer ontvangen. Ook uit een Amerikaans
onderzoek (4) bleek, dat de hoogste opbrengst minus voerkosten be
haald werd, als de eerste 45 dagen het krachtvoer ad lib. verstrekt
werd (op Nederlandse omstandigheden omgerekend).