Melkbaarheidsonderzoek in Zeeland Vrjj stabiele prijzen slachtrunderen KORTE WENKEN 17 I. HAMMING specialist rundveefokkerij C.A.R. Goes DOCHTERGROEPEN VAN STIEREN INDIVIDUEEL ONDERZOEK ANDER leiding van Prof. dr. ir. R D. Politiek werd im 1959 aan het Instituut voor Veeteelt- kundig Onderzoek (I.V.O.) te Zeist begonnen met onderzoek om de melkbaarheidgegevens nauwkeurig vast te leggen. Na de instelling van De Landelijke Com missie voor het Melkbaarheidsonderzoek wordt sinds 1962 in het gehele land het routine-onderzoek bij dochtergroepen op grote schaal uitgevoerd. Mede dank zij de activiteiten van de heer J. H. Lamtinga worden reeds sinds 1960 in Zeeland alle daarvoor in aanmer king komende stieren onderzocht (zie tabel 1). Hierbij is 1 stier (Vissers Dina's Adema 17), die natuurlijk gedekt heeft bij de stierenvereniging „Gapinge". Van een K.I.-stier worden 25 a 30 eerste kalfskoeien eenmaal met het kwartierenapparaat gemolken. De gemiddelde produktie wordt gecorrigeerd naar 7 kg melk. De correctiefactor is 0,12 per kg melk. Voor deze gecorrigeerde maximale melksnelheid geldt de vol gende klasse-indeling. lager dan 1,85 kg/min. 1,851,99 kg/min. 2,00—2,14 kg/min. 2,152,29 kg/min. 2,302,44 kg/min. 2,452,74 kg/min. 2,75 en hoger slecht onvoldoende bijna voldoende voldoende goed zeer goed best Jaar van Naam van de stier onderzoek gecorr. max. voorkw. melk snelheid 1. 1960 Dokter Lente's verwachting 2,89 48 2. 1961 Mercedes 2,01 49,0 3. 1962 Ornea Adolf 2,28 40,4 4. 1963 Edzard 2,13 47,5 5. 1964 Rudolf Siccama 2,63 43,6 6. 1964 7. 1965 8. 1965 9. 1966 10. 1966 11. 1967 12. 1967 13. 1969 14. 1970 15. 1970 16. 1970 Bij le kalfskoeien van het F.H.-veeslag is de hoe veelheid melk in de voorkwartieren gemiddeld 44,5 Volgens Prof. dr. ir. R. D. Politiek is de optimale gecorrigeerde maximale melksnelheid 2,75 kg/minuut. Resultaten van het melkbaarheidsonderzoek van dochter- groepen van in Zeeland gebruikte stieren in de jaren 1960 t/m 1971 Janna's Adema 2,29 44,5 Lytse Rudolf 2,40 43,3 Amarilla Gretha's A.K.A. 2 2,21 43,4 Adson Gerrit W 2,07 43,4 Skijldumer Bouke 2,57 44,3 Wargaster Combinator 2,46 41,3 Nienke's Hotse 1,75 46,9 Vissers Dina's Adema 17 1,97 48,2 Nimrod 1,65 43,4 Zonnestein 24 2,16 42,5 Frans 385 2,60 44,7 Gemiddeld 2,25 44,7 ITTT deze tabel blykt, dat er 3 stieren in de klassen v onvoldoende en slecht ingedeeld worden, 4 stie ren in de klassen bijna voldoende, 4 stieren in de klas sen voldoende en goed en 5 stieren in de klassen zeer goed en best. Uit de landelijke gegevens blijkt, dat er een regel matig stijgende tendens is in de gemiddelde cijfers van melkgift en maximale melksnelheid bij 7 kg. Zo was de gemiddelde gecorrigeerde maximale melksnel heid in 1962 bij 169 stieren 2,24 kg/min. en in 1970 bij 219 stieren 2,54 kg/min. Er is goed op melkbaarh'eid te selecteren, daar deze sterk erfelijk bepaald is. Dat blijkt ook uit de ver erving van de melkbaarheid van zonen van een be paalde vader. Iedere veehouder heeft te maken met selectie op zjjn bedrijf. Voor die selectie zijn de melk- baarheidsgegevens belangrijk, want melkbaarheid komt als een «economisch belangrijke gebruikseigen schap sterker naar voren. Het is een eigenschap, waarbij gestreefd moet wor den naar een optimum, d.w.z. een snelheid, die niet te hoog opgevoerd moet worden, daar dat bezwaren met zich mee zal kunnen brengen, o.a. ten aanzien van het uitliggen van de melk, maar aan de andere kant zeker niet te laag mag zijn, daar dieren met een lage melksnelheid duidelijk niet meer op de bedrijven passen. Waarschijnlijk worden gemakkelijk te melken koeien onder praktijkomstandigheden gemiddeld sneller en beter uitgemolken, waardoor de produktie beter ge handhaafd blijft. Voor het regelmatig en vlot melken is het nodig, dat de melktijden niet teveel uiteenlopen. Daarom is het belangrijk, dat zodra gemiddeld een goed niveatu bereikt is, compensatieparingen toegepast worden. Dus dat men bij taai melkse koeien bij voorkeur een stier kiest, die de melkbaarheid belangrijk verhoogt. Bij zeer vlot te melken koeien past best een stier, die bij het melkbaarheidsonderzoek onder het gemiddelde uitkwam. INDIVIDUEEL ONDERZOEK MAAST het onderzoek op melkbaarheid bij dochter- I* groepen van stieren is ook het onderzoek bij indi viduele dieren van betekenis. Vanaf 1964 is er de ge legenheid om de koeien individueel te onderzoeken. Bij individueel onderzoek worden per koe 2 melkin gen verricht, n.l. 1 maal een avond- en 1 maal een morgenmelking achtereenvolgens tussen de 3e en 12e en de 13e en 22e lactatie week. H«et gevonden gemiddelde van de 2 melkingen be treffende de maximale melksnelheid wordt niet gecor rigeerd naar een bepaalde melkhoeveelheid. Het indi viduele onderzoek is niet aan de eerste lactatieperiode gebonden. Daar de produktie toeneemt tot ongeveer de 6e lactatie is een correctie op de melkhoeveelheid niet gemakkelijk nauwkeurig aan te geven. Bovendien neemt de maximale melksnelheid toe tot en met de 4e lactatie. Door prof. dr. ir. Politiek is evenwel een globale waardering aangegeven zoals die bij de ont wikkeling van dit onderzoek is opgesteld. maximale melksnelheid le 2e 3e 4e en meer lactatie lactatie lactatie lactaties hoog hoger dan 2,65 2,95 3,25 3,55 normaal gemiddeld 2,25 2,55 2,85 3,15 laag lager dan 1,85 2,15 2,45 2,75 Het percentage melk uit de voorkwartieren neemt wat af met het toenemen van de leeftijd (bij het F.H.- veeslag van ca. 45 tot 41 De hoeveelheid namelk neemt toe met de leeftijd. Tot en met 1971 zijn in Zeeland reeds van 128 koeien de melkbaarheidsrapporten gefiatteerd. In onder staande tabel zijn de gegevens daarvan verwerkt. In 1964 is er begonnen met het onderzoeken van 4 vaar zen op het bedrijf van W. L. den Hamer te Axel. Aantal dieren met gefiatteerde melkbaarheidsrapporten in Zeeland (1964 t/m 1971) ingedeeld naar jaar en lactatie en vergeleken met het landelijk totaal jaar le lact. 2e 3e lact. lact 4e Totaal lact. aant. bedr. Totaal aantal onderz. dieren Nederland 1964 4 4 1 48 1965 1 4 4 8 17 6 176 1966 9 1 1 3 14 3 178 1967 5 2 2 3 12 3 315 1968 7 2 2 4 15 9 336 1969 5 9 4 5 23 14 433 1970 10 13 3 4 30 14 637 1971 5 3 2 3 13 9 Het is verheugend dat het individuele melkbaar heidsonderzoek zich gunstig ontwikkelt. Dit onder zoek kan in belangrijke mate bijdragen in het voor komen van teleurstellingen als bij aankoop van jonge stieren een goed melkbaarheidsrapport van de moeder kan worden overlegd. Koeien, die opgenomen worden in het S.I.P.-programma moeten ook een goed melk baarheidsrapport hebben. Mede daardoor was de deel name in Zeeland goed. Het is goed om bij aankoop van stieren het rapport ter inzage te vragen. Er staan tevens eventuele opmerkingen op vermeld. Het is belangrijk, dat de koeien vroegtijdig op gegeven worden, zodat de melkingen nog gedaan kun nen worden. Het onderzoek bij vaarzen verdient de voorkeur. De eigenschap kan dan het meest nauw keurig worden vastgesteld. VEE EN VLEES De gemiddelde marktprijs voor slachtrunderen isKALVERPRIJZEN OMHOOG voor de week tot 19 november becijferd op 263,26, doch werd wegens gering verschil 38 ct.) gehand haafd op het peil van voorgaande week, zijnde 263,64. De gemiddelde marktprijs in Nederland lien met 24 cent op tot ƒ268,19. De invoer uit derde landen 'blijft belast met de 75 -heffing die voor de week vanaf 22 november onveranderd bleef, te weten 31,15. Alle genoemde prijzen op basis vain 100 kg levend gewicht. In de week tot 12 november werd 257 ton rundvlees uitgevoerd en 339 ton ingevoerd, welk handelsverkeer zich goeddeels afspeelde tussen de lidstaten van de EJE.G. en derhalve in hoofdzaak betrekking had op kwaliteitenruil. Aan bevroren industrievlees kwam 245 ton binnen, alsmede 315 levende slachtdieren, Waarvan 72 uit Hongarije, 21 uit Engeland, voorts 99 uit België; 81 uit Duitsland en 42 uit Frankrijk. Uit België kwamen bovendien door de weiderij 42 levende dieren binnen. De gemiddelde E.E.G.-marktprijs voor vette kalve ren is becijferd op ƒ415,58, dat is ƒ6,03 hoger dan voorgaande week. De gemiddelde marktprijs in Nederland liep met 10,52 op tot 435,07. In de week tot 12 november werd 1711 ton kalfsvlees uitgevoerd, waarvan 760 ton naar Italië; 721 ton naar Duitsland en 177 ton naar Frankrijk. Aan levende kalveren werden 189 mest- en 39 slachtkalveren naar de partnerlanden afgeleverd. Voor de mesterij werden 907 nuchtere kalveren aan gevoerd, waarvan 548 uit Duitsland; 220 uit Frankrijk en 139 uit België. Aan mestkalveren kwamen nog 53 stuks uit België en 122 uit Engeland. VARKENSPRIJZEN 7 CENT OMHOOG De coöperaties en inkoopcombinaties voor de in dustrie hebben de uitbetalingsprijzen voor de in de week tot 27 november over te nemen varkens met 7 cent verhoogd. De NCB (Boxtel), de VAKO (Oss) en de HOVA (Cuyk) gaan uit van een prijs van 2,92 voor geslachte varkens van eerste kwaliteit 75/85 kg, uitbetalingsklasse gelden kortingen van 12, 17 en 22 uitbetalingsklasse g'elden kortingen van 12,17 en 22 cent, terwijl voor zwaardere varkens de kortingen uiteenlopen van 1 tot 2 cent per kg. De Coveco gaet uit van een prijs die 4 cent hoger ligt, doch men houdt daar 1% in voor kosten. In de week tot 7 november werden ca. 190.000 varkens geslacht. In de week tot 12 november gingen 9273 levende en 39.628 geslachte varkens naar de partnerlanden, waarvan resp. 3996 18.189 naar Frankrijk; 2725 8802 naar Italië; 1331 11.487 naar Duitsland en 1221 150 naar België. Aan magere delen gingen 1357 ton naar de partnerlanden, alsmede 489 ton buikspek en 157 ton rug- en industriesnek. In de week vanaf 1 november was de gemiddelde E.E.G.-referentieprijs ƒ3,13 per kg (3,12). In de partnerlanden waren de referentie- prijzen de volgende: Nederland ƒ2,70 (f2,75); België ƒ2,93 (ƒ2,87); Duitsland ƒ3,21 (ƒ3,18); Frankrijk ƒ3,04 '(onver.); Italië ƒ3,47 (ƒ3,49). C.A.R. Zevenbergen. DE MEESTE AKKERBOUWERS zijn dit jaar vroeg klaar met het ploegen. Daarna kunt u beginnen met het schoonmaken van machines en werktuigen. Veel arbeid kunt u besparen door dit schoonspuiten te doen met water ondër een druk van 15 a 20 atmosfeer. Zeer geschikt hiervoor zijn aftakaspompjes of een sproei- machine. De waterleiding heeft te weinig druk. DIRECT NA HET SCHOONSPUITEN van machines 'en werktuigen moeten deze met een hoge druk vetspuit goed worden doorgesmeerd om vuil en water dat even tueel in de lagers is binnengedrongen weg te krijgen. Blijf zo lang spuiten totdat er schoon vet uit de lagers naar buiten komt. DE TEELT VAN UIEN op met stengelaaltjes be smette percelen is nadelig voor de opbrengst en de kwaliteit. Het is daarom belangrijk dat van aaltjes- vrije grond wordt uitgegaan. De aanwezigheid van aaltjes kan door middel van grondonderzoek vooraf worden vastgesteld. Dit maakt het mogelijk om be smette percelen uit te sluiten voor de teelt. Het grond onderzoek wordt uitgevoerd door het bedrijf slabora torium voor Grond- en Gewas-onderzoek te Ooster beek. BIJ SCHUURBEWARING van knolselderij is de beste bewaartemperatuur 1 a 2° C. Dit is echter in ons klimaat moeilijk- constant haalbaar. Regelmatig venti leren is daarom nodig. Bij te sterk ventileren verliezen de knollen aanzienlijk aan gewicht door uitdrogen. Om dit uitdrogen tegen te gaan kunt U het best ventileren met lucht die een hoge luchtbevochtigheid heeft en een lage temperatuur. NOG TE VEEL BEDRIJVEN worden traditioneel gevoerd en te weinig wordt omgezien naar andere mogelijkheden. Heeft u het voornemen flinke aanpas- singsirwesteringen te doen, bereken eerst de rentabili teit daarvan. Zou het niet wenselijk zijn uw bedrijf zonder meer eens te laten doorlichtenDe plaatse lijke bedrijfsvoorlichter kan u daarbij helpen. TE LAAT BESTELLEN van zaaizaad voor snijmaïs geeft vaak teleurstellingen omdat het gewenste ras is uitverkocht of slechts gedeeltelijk leverbaar. Bestel daarom zodra u weet dat u snijmais wilt zaaien. Uw leverancier kan er dan voor zorgen dat u de gevraagde hoeveelheid van het goede ras ontvangt. DE WEIDE-iNSTALLATIE heeft zijn werk weer gedaan. Laat het appar, at niet langer in regen en mist staan dan nodig is. Maak de installatie schoon en geef hem eens een nieuw verflaagje alvorens het opgebor gen wordt. Goed onderhouden materiaal gaat jaren langer mee. DE MEESTE INGEZAAIDE graslandpercelen bevat ten weer zeer veel muur. Dit onkruid groeit ook in de winter welig door en gaat het gras verstikken. Wacht vfiet, maar spuit nu met 4 l M.C.P.P. per ha. Als het vriest, echter niet spuiten.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 17