TUINBOUW-
KLANKEN
a
Hoe besteden wij ons vergaderseizoen
Tripsaantasting in gladiolen baart moeite en kosten
voor teler en verwerker
Groot is ook niet alles
DINGEN VAN DE WEEK
r\E prijzen zijn verre van aantrekkelijk voor de te-
Iers, maar als het tempo van afleveren niet snel
toeneemt zal het verderop in het seizoen niet meeval
len om de enorme voorraden af te zetten.
Met de intrede van de maand november is er ook
voor de THOOLSE agrarische bedrijven een wat rus
tiger tijd aangebroken. Niet dat het werk ineens afge
lopen is, want in een goed geleide onderneming is er
door een goede planning het werk zoveel als moge
lijk is over het gehele jaar verdeeld. Wij kunnen ech
ter in de wintermaanden nu toch wat méér tijd be
steden hoe of wij met onze zaken „bij de tijd" kun
nen blijven. Dit houdt ook in dat wij zonodig voor
onze bedrijfsorganisatie goede besturen helpen kie
zen. Ook de verschillende studieclubs die de laatste
jaren zeer zeker hun nut hebben bewezen, zullen ho
pelijk weer goed bezocht worden. Daarbij zalv door
de leden in samenwerking met de besturen, serieus
gezocht moeten worden waarmee een studieclub of
vereniging het beste gediend is. Uiteraard staan de
verschillende teeltvoorlichtingen in een goede be
langstelling, want er moet, en zeker in deze tijd, zo
economisch mogelijk worden geteeld. Het zou eigen
lijk zó moeten worden dat door niet harder te wer
ken, toch het rendemend van de bedrijven omhoog
gaat. Om een goed bestuur van de diverse verenigin-
De kalender wijst de 13e november wanneer we de
bijdrage voor SCHOUWEN en DUIVEL AND samen
stellen. Hoewel de neerslaghoeveelheid gering is ge
weest, had het weer de afgelopen week een guur ka
rakter. Wat regen, veel wind en een paar fikse nacht-
vorstjes. Of de lichte vorst van invloed zal zijn op de
prijsvorming van de uien moet nog blijken. Tot heden
zit er nog weinig schot in. We vernamen dat de be
waring van de uien hier en daar niet vlekkeloos ver
loopt. We hebben veel zacht weer gehad met mistige
nachten. Het tarrapercentage van de reeds geruimde
cellen ligt aan do hoge kant. Een factor die ook nog
kostenverhogend werkt. Al met al een moeizame zaak.
Op de specifieke wintergroente na is de oogst van
knolselderij, wijnpeen en witlof een eindweegs ge
borgen. De opbrengst en kwaliteit van de knolselde
rij loopt sterk uiteen. Veel percelen met matige kg-
opbrengst. Hier en daar ook wat bruinkleurig in het
vlees, waardoor de aflevering wat moeite geeft.
Wijnpeen zijn er dit jaar op Schouwen en Duive-
land heel weinig uitgezaaid. Het is een zeldzaamheid
wanneer men een perceeltje ziet. "'Wat de voorraden
aangaat zou dus een redelijke prijs verwacht mogen
worden. De kg-opbrengst van veel percelen witlof
valt tegen. Het is in de nazomer wellicht toch te droog
geweest voor een forse wortelontwikkeling. Voor de
witloftrekkers is de start goed. Het lof is over het
algemeen van goede kwaliteit en de prijs goed, dit
in tegenstelling van de prijs voor diverse bladgroen
ten en prei.
De oogst van de gladiolen is dit jaar, begunstigd
door het fraaie weer, vlot verlopen. Naar schatting
zal na half november nog maar amper 10 moeten
worden gerooid. De verwerking tot keuringsklaar
produkt vergt uiteraard nogal wat meer tijd dan het
rooien. Vandaar dat bij de meeste drogerijen nog een
flinke voorraad aanwezig is. Toch zal de gehele droog-
periode korter zijn dan vorig jaar. Twee belangrijke
factoren spelen daarbij een rol, n.l. de bollen komen
over het algemeen zuiver in de bak en het produkt
is gemiddeld aan de fijne kant. De omzet van de
olieleverancier zal daarom laag uitvallen en uiter
aard een kostenverlaging voor de verwerkers.
De tripsaantasting baart dit jaar weer de nodige
zorgen. Heel wat manden gladiolen zijn de laatste we
ken i.v.m. aanwezigheid van levende trips afgekeurd.
De nabehandeling vergt extra werk en kosten. On
danks een vrij intensieve volleveldsbehandeling blijft
de trips een probleem. Aanbeveling verdient, naast
de traditionele naftalinebehandeling in de droogcel-
len, ook vaponastrips op te 'hangen, 1 op 30 m3.
Met de prijzen wil het tot heden nog niet vlotten,
behoudens enkele uitschieters. Dat is dan meest het
geval voor soorten waar te weinig van is uitgeplant.
De veilingnoteringen voor vele handelssoorten liggen
bepaald, te laag om van een lonende teelt te spreken.
Sommige zelfs nog beneden kostprijs.
We zitten met vele tuinbouwprodukten qua areaal
boven het plafond en dat wreekt zich bij normale
vraag in de prijzen. We hebben in onze sektor alles
te maken met de harde economische wet van vraag
en aanbod.
Engeland zal toetreden tot de E.E.G. Men hoopt en
verwacht dat zulks een positieve zaak kan worden
voor onze land- en tuinbouw. Een ruimere markt is
aanbevelingswaardig, maar laten we hopen dat En
geland een verdienstelijker partner wordt dan Frank
rijk. We doelen 'hiermee op de harde politieke lijn en
de concurrentievervalsende maatregelen door onze
Franse bondgenoot.
gen te hebben moet er óók zeker een goede doorstro
ming zijn met aanvulling van de jongere generatie.
Niet dat een wat ouder wordend bestuurslid gemist
kan worden want hun ervaringen kan soms een te
sterke modernisering in ons leefpatroon desgewenst
wat afremmen. Het is voor veel oudere leden soms
tocih al moeilijk om steeds al het nieuwe van deze
tijd te aanvaarden. Juist deze leden hebben iets meer
tijd nodig om zich nieuwe denkbeelden en inzichten
eigen te maken. Zij zijn immers soms nog in het vóór
oorlogse tijdperk opgevoed, en dat is een heel ver
schil met de tegenwoordige tijd. Met belangstelling
hebben wij vorige week in de ZLM-krant de uiteen
zetting gelezen hoe of men zijn toekomstige bedrijfs-
opvolger dient op te leiden. In principe zijn wij het
dan ook met de schrijvers eens dat de opvolger reeds
op jonge leeftijd mede inspraak moet hebben in de
bedrijfsvoering. Ook dat er gelegenheid en kans moet
zijn dat hij uit het bedrijf zich een beginkapitaal kan
vormen om te zijner tijd het bedrijf zelfstandig te
kunnen financieren. Misschien dat er door de be
drijfsorganisaties en studieclubs deze winter aan dit
punt eens aandacht geschonken kan worden door
het houden van een lezing van een deskundige over
deze zaken. De ondernemer van de toekomst, zal met
medewerking van zijn voorganger, aan een goed fun
dament geholpen moeten worden zodat hij in staat
is om zelf in vertrouwen aan de bovenbouw te kun
nen werken.
Ook uw WALCHERSE correspondent heeft met in
teresse de verslagen gevolgd van ons ondernemings
front. We hebben er trouwens al eerder op geatten
deerd. Onze mammoethconcerns zitten wat wij hier
plegen te noemen „met de vingers tussen de deur"!
Nu is er natuurlijk geen sprake van dat onze grote
concerns naar de knoppen gaan. Maar voor de eige
naren worden de revenuen verminderd en wat nog
veel erger is, de werkgelegenheid komt in de knel.
Wij, die ons nog goed herinneren hoe erg de werk
loosheid was in de crisisjaren '33 vinden wel van alle
factoren de minst verteerbare: de werkloosheid.
Alom kent ieder wel gevallen van mensen die mis
bruik maken van de sociale mogelijkheden om een
goede uitkering te krijgen om toch wel het eigen
tuintje te kunnen onderhouden Tegen deze kleine
minderheid staat de grote massa die graag wil pres
teren. Althans zeker overtuigd is van het Bijbelse
woord dat men niet eten kan zonder werken. Toch is
er o.i. geen sprake van en ruimte voor paniek. We
maaien thans de oogst van het stormpje dat we zelf
ontwikkelden.
Wat is n.l. het geval? Zodra een bedrijf (groot of
klein) winst maakt of maakte, waren de georgani
seerde werkers in een bedrijf er als de kippen bij
om die winst af te romen. Nu zijn er en die zullen er
ook blijven, bedrijven die winst maken. Gewoon door
kunde of ondernemerschap enz. enz. Helaas worden
dan gelijk alle bedrijven uit zo'n branche over één
kam geschoren. Gevolg, de minder sterke onderne-
(Zie verder pagina 9)
LIET gaat niet best met de afzet van zaaiuien. Wel-
1 1 iswaar gaan er wekelijks grote hoeveelheden
de grenzen over naar vele landen, maar het aanbod is
dermate groot dat de prijzen zeer laag zijn. Ook is
de export tot nu toe kleiner geweest dan het vorig
jaar. Ze lag steeds op het niveau van twee jaar ge
leden, maar dit jaar wordt de produktie van zaaiuien
in ons land geschat op bijna 400 miljoen kg tegen 250
miljoen kg twee jaar geleden.
Óndanks de financieel erg teleurstellende resulta
ten van het vorige uienseizoen, heeft er toch weer een
uitbreiding van deze teelt plaats gevonden. Het is op
het moment nog precies bekend hoe groot het areaal
is maar volgens de voorlopige C.B.S. gegevens is er
dit jaar in ons land een areaal uien van 9640 ha tegen
het vorig jaar 8460 ha en twee jaar geleden 6865 ha.
Het Produktschap voor Groenten en Fruit wijdde dezer
dagen een uitvoerig marktoverzicht aan de situatie
op de nationale en internationale uienmarkt. Daaraan
ontlenen we het volgende:
Net als het vorig jaar is de uitbreiding van de uien-
teelt weer het grootst geweest in de IJsselmeerpolders.
Deze nemen thans tesamen ruim 30 van het uien-
areaal voor hun rekening. Het vorig jaar was dat 25
en twee jaar geleden 23 Zeeland is met bijna 40
van het areaal nog het belangrijkste produktiegebied
van uien in ons land maar de nieuwe polders komen
wel erg snel opzetten. Dit betreft dan alleen de zaai
uien, hetgeen ook het belangrijkste produkt is, zeker
op het ogenblik. Het C.B.S. schatte de gemiddelde
produktie van zaaiuien dit jaar op 41 ton per ha. Het
vorig jaar was dat 39,5 ton en twee jaar geleden 36,5
ton. In Zeeland dacht men eerst aan een produktie
van 39 ton per ha maar daar is wat meer geoogst en
in de Noord Oostpolder dacht men aanvankelijk aan
44 ton per ha maar daar is de produktie wat kleiner
uitgevallen.
Op grond van deze areaal- en opbrengstcijfers komt
men dus aan een hoeveelheid zaaiuien van bijna 400
miljoen kg. Wanneer men het verliespercentage bij
opslag stelt op het gemiddelde van de voorgaande
jaren dan kan de handelsproduktie van zaaiuien wor
den gesteld op ongeveer 350 miljoen kg. Rekent men
de zilver- en plantuien er ook nog bij dan komt men
aan een handelsproduktie dit jaar van 417 miljoen kg
dat is 23 meer dan de produktie die het vorig sei
zoen in de handel kwam. Wanneer men het begin van
de export van zaaiuien stelt op 1 oktober dan is er in
de maand oktober 31 miljoen kg geëxporteerd tegen
het vorig jaar 40 miljoen kg.
Hoe laag de prijzen wel zijn blijkt uit het feit dat
de gemiddelde grenswaarde bij export volgens de
C.B.S.-gegevens in juli uitkwam op 47 cent per kg
(vorig jaar 71 cent) in augustus op 32 cent (vorig jaar
50, cent) en in september op 19 cent (vorig jaar 27
cent).
De Nederlandse uiervexport heeft een zeer grote
geografische spreiding. Bijna 30 van de wereld-
export van uien neemt Nederland voor zijn rekening
en naar waarde gemeten zelfs 35 Toch ligt van
het gehele uienareaal van de wereld minder dan 1
in Nederland. Ons aandeel in de wereldproduktie be
draagt echter 3
De belangrijkste importeurs, zeker van Nederlandse
uien zijn West-Duitsland, Frankrijk en Engeland, ter
wijl onze grootste concurrenten op de wereldmarkt
zijn: Egypte, India, Spanje, de Ver. Staten, Polen,
Italië, Tsjecho-Slowakye, Canada, China, Hongarije en
Zuid-Afrika. Niet alleen in ons land maar ook in Enge
land is, de laatste jaren de uienproduktie sterk toege
nomen.
\A/ELK een goede naam de Nederlandse uien heb-
vv ben, vooral in Engeland, blijkt uit het feit dat
enige tijd geleden een> Engels Vakblad niet serieus
bedoeld, maar wel veelzeggend schreef, dat misschien
Engelse uien naar Nederland geëxporteerd zouden
kunnen worden om ze vervolgens, na hier te zijn her-
gesorteerd en omgepakt, tegen een aanmerkelijk bete
re prijs weer naar Engeland te laten reëxporteren.
West-Duitsland is de grootste importeur van uien
en de grootste klant van de Nederlandse uienexpor-
teurs. De eigen produktie van dit land valt in het niet
bij de invoer. De zelfverzorgingsgraad ligt rond 5
Het aandeel van Nederland bij de uienimport In
West-Duitsland bedroeg het vorig jaar 49 Het aan
deel van Nederland is de laatste jaren steeds toege
nomen, maar de concurrentie van andere leveranciers-
landen is toch nog altijd groot. Dat zal ook wel zo bkj-
ven want landen als Polen en Hongarije en tot op ze
kere hoogte ook Spanje leveren een kwaliteit en va
riëteit die Nederland niet kan leveren. Verder komen
bepaalde landen aan de markt met een vers produkt
in een tijd waarin Nederland alleen bewaaruien heeft
aan te bieden. Dat geldt met name voor Egypte en
ook wel voor Italië en Spanje.
De Engelse zelfvoorzieningsgraad ligt met 40 heel
wat hoger dan die van West-Duitsland. Onder de leve
ranciers van uien aan Engeland neemt Spanje de eer
ste plaats in, op verre afstand gevolgd door Neder
land.
De oogst in dit land is dit jaar groot en de kwali
teit redelijk. De uien zijn echter wel kleiner van stuk
dan gewoonlijk, zulks als gevolg van de droogte in
de groeiperiode. De prijzen van uien in Engeland zijn
ook bijzonder laag.
Al met al nog al een sombere situatie op de uien-
markt en perspectief voor de toekomst lijkt op dit
moment weinig aanwezig te zijn.