KNLC ALGEMENE VERGADERING Telersprijzen van zaaigranen op de korrel 5 Maandag 15 november j.l. werd in het Kurhaus te Scheveningen de jaarvergadering 1971 van het Kon. Ned. Landbouw-Comité gehouden, 's Morgens werden de huishoudelij ke zaken geregeld. Ook dit jaar werden weer korte uiteenzettingen gegeven over de werkzaamheden van enkele afdelingen of oommis sies van het K.N.L.C. De heer G. W. Bos behandelde aktuele tuinbouwzaken en de heer mr. E. Kuylman de landbouwbla den en het pogen om tot een zekere vorm van samenwerking te komen, 's Middags werd de openbare ver gadering gehouden. Wij vermelden hier in het kort een samenvatting van wat er in de ochtendvergadering onder meer aan de orde kwam. HUISHOUDING LANDBOUW-COMITÉ IVE afgevaardigden van de bij het K.N.L.C. aan- gesloten organisaties zijn vormen immers de eigenlijke algemene vergadering hadden geen moeite met het jaarverslag 1970. Ook keurden zij de rekening en verantwoording over dat jaar goed. Ken nis werd genomen van het verslag van de Financiële Commissie en de penningmeester werd décharge ver leend. In die Financiële Commissie was de heer G. Kistemaker te Midden-meer volgens de statuten aan de beurt om af te treden. In zijn plaats werd met al gemene stemmen gekozen de heer L. G. Bartelds te le Exloërmond. De beide andere commissieleden zijn en blijven de heren A. J. C. Doeleman te Nieuwer- kerk (Zld) en Tsj. J. de Jong te Mantgum (Fr.). De ontwerp-begroting van inkomsten, en uitgaven van het K.N.L.C. voor 1972 liet eer. tekort zien, dat echter nog gedekt zou kunnen worden uit de overge boekte winst van voorgaande jaren. Daarbij was dan al rekening gehouden met een verhoging van de con tributie van de aangesloten organisaties. Indertijd is in principe besloten voor de jaren 1971/1973 de af dracht jaarlijks met 15 te verhogen. De vergade ring keurde de begroting voor volgend jaar goed. Alvorens de reeds genoemde aktuele aangelegen heden te doen behandelen, ging de voorzitter van het K.N.L.C. nog in het kort in op een ander aktueel on derwerp, t.w. het overleg over de matiging van lonen en prijzen. De heer Knottnerus wees in het bijzonder op de positie van land- en tuinbouw in deze zo ge wichtige zaak van de inflatie-bestrijding. Land- en tuinbouw zijn daar sterk vóór, maar zij moeten wel voorwaarden stellen aan de gewenste matiging van prijzen. Onze bedrijfstak werkte tot nu toe bepaald inflatieremmend en liep een achterstand in inkomen op; agrarische prijzen worden in hoge mate ook be paald door markt, weer en dergelijke omstandigheden. AKTUELE TUINBOUWZAKEN De heer G. W. Bos, voorzitter van de afdeling Tuin bouw van het K.N.L.C., lichtte in een bondig betoog een aantal aktuele punten betreffende de tuinbouw toe. Nationaal-economisch is de Nederlandse Tuin bouw, omvattende groenten, fruit, bloembollen, bloe men cn boomkwekerijprodukten, van groot belang. Met een geldelijke opbrengst van ver over de twee miljard gulden per jaar levert de tuinbouw met zijn grote expert een positieve bijdrage aan onze beta lingsbalans. De concurrentiekracht van deze sektor is gezond, hoewel dikwijls tegen lagere prijzen moet worden afgezet. De concurrentie wordt daardoor scherper en het afvallen van de zwakste groep van ondernemers is evenals in andere bedrijfstakken onafwendbaar. De huidige bedrijfsbeëindigings regelingen sorteren echter nog onvoldoende effekt voor de tuinbouw. Verdere aanpassing is daarom noodzakelijk. De heer Bos stelde, dat de Nederlandse tuinbouw zich zal weten te handhaven, meer duide lijkheid t.a.v. concurrentieverhouding is echter nood zakelijk. Persoonlijk zou spreker alle steunmaatrege len in de E.E.G. willen afschaffen. Dit blijkt niet mo gelijk voorlopig, dan zullen nationaal maatregelen nodig zijn. Welke maatregelen ook getroffen zullen worden, produktiestimulerend zullen deze niet mo gen zijn. Alleen diepte-investeringen, mits verant woord, en moderniseringen zullen onderdeel van een steunbeleid moeten zijn. De heer Bos stelde t.a.v. de afzet dat korrekties van het veilingsysteem van groenten en fruit nodig zijn. De participatie van het Centraal Bureau van de Tuin bouwveilingen in de exportbedrijven zal uitgebreid moeten worden. Knelpunt van het huidige energie beleid noemde spreker de te hoge aardgasprijs in ver gelijking met de gedaalde stookolieprijs. Een redelij ke gasprijs op jaarbasis is nodig, gezien de begrijpe lijke terughoudendheid van de telers om ten koste van flinke investeringen over te schakelen van olie op aardgas. De bestrijding van de luchtvervuiling is hiermede ten zeerste gebaat. De heer Bos besloot zijn betoog met de volgende conclusies. 1. We dienen er rekening mee te houden dat zowel binnen de E.E.G. als onder invloed van de invoer van produkten uit derde landen de concurrentie steeds scherper gaat worden. 2. De aanwezige moeilijkheden zullen alleen opge lost kunnen worden door een gesloten organisato risch front. 3. De tuinbouwbelangen dienen niet steeds onderge schikt te worden gemaakt aan de nationale han delspolitieke belangen. 4. Onderzoek en voorlichting, vooral ten aanzien van nieuwe rassen, waarvan de groeiperiode bij gelijk blijvende produktie verkort wordt, en verdergaan de mechanisatie vooral in de glastuinbouw blijven van primair belang. 5. Betere voorwaarden zijn nodig voor hen die de tuinbouw willen verlaten. 6. De grote prestatie, waartoe onze nationale tuin bouw in staat is, kan alleen gecontinueerd worden, wanneer concurrentievervalsing tot het minimum wordt beperkt. In de hierop volgende discussie vroeg de heer Knottnerus de mening van de heer Bos over de drang van Italiaanse zijde om de minimumprijzen voor groenten en fruit op te drijven. Spreker stelde dat van Nederlandse zijde het standpunt wordt ingeno men zeer voorzichtig met de opvoering van het mi nimumprijspeil te zijn i.v.m. het streven van Italiaan se en Franse zijde naar een inkomenspolitiek. De heer Knottnerus plaatste een vraagteken bij de stelling (niet afkomstig van de spreker) dat het blij ven draaien van de veilingklok geen hindernis zou opleveren voor de centrale inkoop van 25 a 30 van de groente- en fruitproduktie door de grootwinkel bedrijven. Spreker beaamde dat er dit jaar grote prijsfluktuaties zijn geweest en dat hij mede daarom een uitbreiding van de participatie in de exporthan- del van de zijde van de telersorganisatie voorstaat. Tenslotte deed de heer Bos nog een beroep op de medewerking van de heer Knottnerus t.a.v. de ver krijging van grotere zekerheid betreffende het prijs peil van aardgas voor de tuinbouw. SAMENWERKING LANDBOUWBLADEN De algemeen secretaris mr. E. Kuylman hield hier na een inleiding, waarin hij de pogingen belichtte om te komen tot concentratie van landbouwbladen. Een aktuele kwestie, die echter al in 1886 speelde. Met name ging hij in op de voorstellen die in de laatste twee jaar door een werkgroep van de drie c.l.o. zijn voorgelegd aan de landbouworganisaties. Een inge wikkelde zaak, die organisatorische, technische en vooral financiële aspecten heeft. Verwacht wordt dat binnen enkele maanden beslissingen op dit terrein zullen worden genomen. LANDBOUW - C OMTTÉ -PRIJ S VOOR MR. GUERMONPREZ Omdat de voorzitter van de jury verhinderd was gaf mevrouw G. J. v. Beekhoff-v. Selms de toelich ting op de toekenning van de Landbouw-Comité- Prijs 1971 weer. De idee van de onderlinge ontmoe ting van verschillende bevolkingsgroepen heeft mr. O. V. L. Guermonprez bij al zijn aktiviteiten geleid. Hij was één van de pioniers van het Volkshogeschool- werk en is nog hoofdleider van de Volkshogeschool in Bergen. Ook buiten zijn direkte werkterrein, en zelfs internationaal, bracht hij stad en platteland dichter bij elkaar. Mevrouw Van Beekhoff noemde met name zijn aktiviteiten als voorzitter van de Stich ting Uitwisseling en Studiereizen voor het Platteland, die in haar 22-jarig bestaan duizenden meisjes en jongens in binnen- en buitenland als stagiaires heeft geplaatst en vele internationale excursies heeft geor ganiseerd. Maar vooral is de heer Guermonprez be kend als stuwende kracht van het Volkshogeschool centrum Méridon bij Parijs dat dit najaar zijn 25-jarig bestaan viert. Als voorzitter van het convent van al gemene plattelandsorganisaties in Noord-Holland, secretaris van de Culturele Raad van Noord-Holland en als lid van diverse commissies heeft hij steeds ge tracht de problemen van stad en platteland voor de hele bevolking duidelijk te maken. Momenteel is een door de heer Guermonprez bijeengebrachte werk groep doende te komen tot de stichting van een volkshogeschool in Amsterdam, de eerste stedelijke volkshogeschool in ons land. Hierna reikte de K.N.L.C.-voorzitter voor de tiende maal de prijs van duizend gulden uit. In zijn dank woord herinnerde de heer Guermonprez aan zyn start in het volkshogeschool werk in de dertiger jaren. Met de landbouworganisaties van het K.N.L.C. heb ben altijd goede contacten bestaan. Hij wees op de neiging om in een nieuwe vorm tot het platteland terug te keren. De stad is eigenlijk een jonge leef gemeenschap en zou zelfs als tijdelijk kunnen wor den beschouwd. Spreker haalde de opmerking aan: allen terug naar het platteland is een illusie, allen naar de stad is een nachtmerrie! Sekretaris Kring Zuid-West van de N.K.T.V. Al diverse keren is er van de zijde van de Neder landse Kontrakttelers Vereniging (N.K.T.V.) op gewe zen dat de kontraktteelt bij het vermeerderen van zaai granen onvoldoende rendement biedt. De telersprij zen halen na aftrek van kosten soms zelfs niet het peil van konsumptiegranen. Het kan niet anders of na deze ervaringen zal de teler zich de vraag gaan stellen: „Heeft het nog zin om op deze wijze door te gaan?" Er komen nog meer vragen naar voren: Wat is de oorzaak van deze lage prijzen? Worden de bestaande afspraken nagekomen en welke rechten kan de teler doen gelden? We zullen proberen op deze vragen een antwoord te geven. PLANNING EN DISCIPLINE VEREIST Lage prijzen worden meestal veroorzaakt door een te groot aanbod. Dat is ook bij de zaaigranen het ge val. De vraag is of hieraan iets te doen is. Ons inziens wel, want het is bekend, dat jaarlijks de oppervlakte zaaigranen voor vermeerdering in onderling overleg tussen de kwekers/handelaren wordt vastgesteld. Bij goede afspraken binnen de kommissie van kwekers/ handelaren zou het mogelijk moeten zijn om vraag en aanbod behoorlijk op elkaar af te stemmen. In de praktijk blijkt echter soms dat de kwekers onvol doende bereid zijn een beperking van het areaal van hun graangewassen te aksepteren. Het gevolg is dat het totale areaal te groot wordt en een overaanbod van zaaigranen wordt geschapen met als resultaat lage prijzen. Wanneer slechts een deel van de vermeerdering voor zaaidoeleinden kan worden bestemd drukt dit de prijs en worden maar al te vaak de moeilijkheden die hierdoor ontstaan afgewenteld op de telers. Be halve het oogstrisiko moet de teler dan ook nog het verkooprisiko dragen. Dat lijkt ons te ver te gaan. IEDER HET ZIJNE AM tot een verdeling van de zaaigraanopbrengst te komen hebber, de kwekers/handelaren een prijzenschema opgesteld, dat resulteert in een mini- mum-groothandelsprijs. Bij verkoop tegen deze mini- mum-groothandelsprijs moet de groothandelaar (licen tiehouder), wanneer hij de teler uitbetaalt waarop deze recht heeft, genoegen nemen met een minimale marge. Zodra echter verkocht wordt beneden de mi- nimum-groothandelsprijs wat nu al voorkomt gaat dit meestal ten koste van het rendement van de teler. De teler heeft echter minimaal recht op de basisprijs, die in het schema wordt genoemd, ver hoogd met een vergoeding voor kosten veldkeuring, duurder zaaizaad en reinigen combine. Daar bovenop komt nog de telerspremie, al naargelang het verkoch te kwantum. Dit alles bij levering franko schonings- bedrijf voor boerenschone partijen bij een overeen gekomen vocht-, verlies- en uitvalpercentage. VOORBEELDEN: ANDERSTAANDE voorbeelden kunnen het hier- bovengestelde hopelijk duidelijk maken. De be rekening gaat uit van toepassing van de minimum- groothandelsprijs per 100 kg af pand van gecertifi ceerd zaad le vermeerdering. Winter- Zomer- Winter tarwe tarwe gerst Vocht 17 16 17 Uitval 17 17 18 Verlies 1 1 2 Basisprijs 35,35,25 31,50 Vergoeding veldkeuring enz. 1,50 1,50 1,50 Telerspremie (bij verkoop van het totaal geschoonde kwantum) 3,94 4,17 3,93 Te ontvangen voor 100 kg Boerenschoon produkt 40,44 40,92 36,93 De teler heeft dus recht op bovenstaande bedragen (excl. eventuele bewaar- en rentevergoedingen). Daarbij komt nog 4 B.T.W. Bij een hoger uitval percentage dient het prijsverschil tussen boeren schoon en uitmaal van ca. 3,(bij brouwgerst 8,50) op bovengenoemde prijzen in mindering te worden gebracht. Bij vochtpercentages, welke hoger liggen dan hierboven vermeld, zullen droogkosten in rekening worden gebracht. Alhoewel het drogen van zaaigraan in het algemeen duurder is, kan licentie houder volstaan met de teler een droogtarief, geldend voor konsumptiegraan, in rekening brengen, omdat in het prijzenschema reeds een post voor extra dro gen is opgenomen. (Zie verder pag. 16)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 5