VERZEKERINGSINSTELLINGEN VAN DE ZLM Geringe premieverhoging voor personen-, bestel- en vrachtwagens per I januari 1972 ALGEMENE VERGADERING K.N.L.C. 3 £1 IN een extra vergadering heeft het bestuur van de Onderlinge Verzekering Maatschappij (O.V. M.) zich afgelopen week nogmaals beraden over een eventuele premieverhoging voor het komende jaar 1972. Aan dit beraad lag tevens een bijgewerkte ex ploitatierekening tot 1 november 1971 ten grondslag, waaruit bleek, dat de aanvankelijk geraamde resulta ten niet gehaald zullen worden. Weliswaar belooft 1971 een gunstig schadejaar te worden, waarbij we zelfs, qua aantal schadegevallen, onder het aantal van 1970 kunnen blijven. Behalve, dat dit geringere aantal schadegevallen toegeschreven mag worden aan ons nieuwe kortings- en toeslagsysteem heeft het gunstige weer hierop ook een belangrijke rol gespeeld. Deze laatste factor is meegenomen als toevallige bate. Ondanks een te verwachten gunstig resultaat over 1971 heeft het bestuur in haar vergadering toch ge meend te moeten besluiten de voorschotpremietarie ven voor personen-, bestel- en vrachtwagens ingaan de 1 januari 1972 met 10% te verhogen. De te ver wachten algemene kostenstijgingen voor 1972 liggen weliswaar hoger, doch het bestuur wenste met deze geringe premieaanpassing te moeten volstaan. Voor traktoren, combines, landbouwmachines, bromfietsen, motoren en scooters blijven de oude premietarieven gehandhaafd. GEEN EXTRA PREMIE MEER W.A.-DEKKING AANHANGWAGENS EN CARAVANS IN de dekkingsvoorwaarden zal er met ingang van 1 januari 1972 een gunstige wijziging komen n.l. in die zin, dat dan onder de W.A.-dekking van per sonen- en bestelauto's automatisch tegen W.A.-risico een aanhangwagen of caravan is meeverzekerd. Tot nu toe moest daarvoor extra betaald worden. Veelal werd vergeten het gebruik van een aanhangwagentje of caravan achter de verzekerde wagen op te geven. Bovendien bracht het verwerken van de wel opgege ven aanhangwagentjes en/of caravans extra admini stratieve rompslomp met zich. Na 1 januari 1972' be hoeven deze aanhangers althans voor de W.A.-dek king dus niet meer extra opgegeven te worden. 'Wenst men een aanhangwagen of caravan wel tegen kasko-risico verzekerd te hebben dan dient dit wel opgegeven te worden aan de maatschappij. OMZETTING POLISSEN VóóR 1 DECEMBER OPGEVEN IN het land- en tuinbouwblad van 15 oktober 1971 wezen wij er op, dat omzettingen van all-risks naar W.A.-dekking voor 15 november diende te wor den opgegeven. In dat artikel zinspeelden wij er reeds op, dat mogelijk een geringere premieverhoging per 1-1-1972 zou plaatsvinden. Die verzekerden, die nu op grond van bovenstaande definitieve mededeling omtrent de premietarieven 1972, alsnog hun all-risksverzekering van hun auto om wil len zetten in een W.A.-dekking krijgen daarvoor nog de gelegenheid tot uiterlijk 1 december a.s. Wij verwachten niet, dat daarvan nog gebruik zal worden gemaakt maar stellen niettemin de mogelijk heid daartoe open. Het komt ons voor, dat de opgesomde bestuurs besluiten bij de leden en begunstigers zullen meeval len. Feit is in ieder geval, dat de premieverschillen met andere maatschappijen nog groter zijn geworden ten onze gunste! DE L. (Vervolg van pagina 1) GRONDVERWERVING PIJPLEIDINGSTRAAT WACHT OP PARLEMENTAIRE GOEDKEURING De regering is zich ervan bewust, dat zolang de behandeling in de Staten-Generaal van het betreffen de wetsontwerp niet tot een beslissing heeft geleid, de aanleg van de pijpleidingstraat op de in dit wets ontwerp vastgestelde wijze niet als vaststaand mag worden beschouwd. Dit antwoordt de minister van verkeer en waterstaat, dr. W. Drees jr., mede namens zijn ambtgenoot van landbouw en visserij ir. P. J. Lar- dinois, op schriftelijke vragen van het Tweede Kamer lid Waalkens. Er moet echter op worden gewezen, zo vervolgde de bewindsman zijn antwoord, dat de aan leg van de leidingstraat PernisKlundertBelgië Zeeland is voorgesteld met het oog op de snelle ont wikkeling van de vervoersrelaties en de dringende be hoefte aan vervoer door buisleidingen. Het wetsont werp beoogt een ongeordende aanleg van deze lei dingen te voorkomen en voor de voorziening in deze behoefte een uit een oogpunt van ruimtelijke ordening aannemelijke oplossing te bieden. Gelet op de in een aantal gevallen zeer grote urgentie van de bedoelde behoefte is het onontkoombaar, dat voorbereidende maatregelen worden genomen, die niet achterwege mogen blijven wil de leidingstraat kunnen worden ge realiseerd. Verder deelden de bewindslieden mee, dat de Stich ting Adviesbureau Onroerende Zaken te Rotterdam geen opdracht heeft ontvangen om gronden voor de buisleidingstraat aan te kopen. Wel heeft de Stichting opdracht gekregen om te adviseren over schadeloos stellingen, die individueel kunnen worden aangeboden bij aankoop van de benodigde gronden. Voor de nood zakelijke voorbereidende maatregelen ten behoeve van de leidingstraat is op de begroting 1971 (Verkeer en Waterstaat) een bedrag uitgetrokken. Op de Memorie van Antwoord die op 9 november j.l. betreffende het wetsontwerp Pijpleidingstraat ver schenen is en waaruit bij vluchtige lezing blijkt dat de bewindslieden de vele argumenten die in de Bij zondere Commissie tegen dit wetsontwerp, alsmede de voorgestelde alternatieve tracé's in feite van de tafel willen vegen, komen we de volgende week terug. Van de zijde van de Zelfstandige Handel en Industrie wordt ook niet nagelaten hierop duidelijk de aandacht te vestigen. De boer blijft zelfstandig en draagt min der risico's. Het zijn beide zaken die boer en tuinder zeer aanspreken. Maar is -het een werkelijkheid of is het slechts verbeelding? Zijn de risico's inderdaad minder of zijn ze alleen maar anders?, zo vroeg ir Knottnerus zich af. Iemand die aan een eier-integratie meedoet heeft die meer of minder risico's dan iemand die dat niet doet? Ik zou zeggen: minder. Iemand die lid is van de Suiker Unie, heeft die meer of minder risico dan iemand die levert aan de C.S.M.? Tegen woordig met de diversificatie kan men de positie min der goed overzien, maar afgezien daarvan zou ik zeg gen dat het risico niet groter is. Interessanter is de vraag bij de aardappelhandel want daar is nog veel meer concurrentie, ook in de afzet. C'N nu de zelfstandigheid die velen nog zo aan- spreekt. Ir. Knottnerus wilde hierover graag ook een paar vragen opwerpen. Hij meënde dat hier veel meer het gevoel spreekt dan het verstand. Op het vlak van het leven van alle dag, de indeling van zijn eigen tijd, wanneer sommige werkzaamheden moeten ge beuren en wanneer men een uurtje, zou kunnen rus ten of wanneer men lange dagen moet maken, kan men natuurlijk zeggen dat een ondernemer zelf vrij kan beslissen. Hij is vrij om tijdens de oogst desnoods 24 uur per dag te werken en ook om helemaal niets te doen, maar dat is gewoonlijk als het regent. Maar wie beslist er nu eigenlijk? Is men daar vrij in? Wan neer het produkt rijp is om te oogsten dan moet het geoogst worden. Men kan dat niet uitstellen dan op straffe van grote economische schade. Hetzelfde is in nog sterkere mate het geval wanneer men dieren houdt. Een koe moet ten minste twee keer per dag gemolken en het liefst op dezelfde tijd of men wil of niet. Ook hier een duidelijke economische gebon denheid. Natuurlijk slaat de vraag heel duidelijk op de eco nomische zelfstandigheid. Een boer moet vrij blijven om die produkten te telen die hijzelf meent dat de beste bijdrage aan zijn inkomen kunnen leveren. Maar hoeveel van deze produkten zijn er waarbij hij de af- zet al niet van te voren moet vastleggen voor hij aan de teelt begint? Het worden er steeds meer en voor steeds minder produkten blijven er zogenaamde vrije markten over. Een boer moet vrij zijn om die pro dukten aan te kopen die hij nodig heeft voor de laag ste prijs. Maar als het nu zo is dat de laagste prijs alleen haalbaar is als de continuïteit verzekerd is, als men zich dus vastlegt voor een aantal jaren, wat dan? Hij moet vrij zijn om zijn produkten voor de hoogste prijs af te kunnen zetten, om zelf het tijd stip van verkoop te bepalen. Maar is het niet op vallend dat wij dit systeem jaar en dag hebben toege past en dat er desalniettemin steeds meer produkten zijn die een vast afzetpatroon te zien geven? De con currentie in zowel de toeleveringsbedrijven als in de afzetketen wordt steeds kleiner en dus de keuzemoge lijkheid ook. De zelfstandigheid aan de economische kant van het bedrijf wordt daardoor ook steeds klei ner. Is het niet opmerkelijk dat de meeste personen die de boer proberen deze zelfstandigheid toch als een belangrijke factor te willen laten zien zelf allen in loondienst zijn? Dus blijkbaar zelf helemaal niet zo aan de zelfstandigheid hangen! ijyiEN kan het betreuren maar het is nu eenmaal niet anders dan dat de moderne tijd veel bin dingen met zich brengt. Dat is ook duidelijk de con clusie uit het rapport over de akkerbouw dat onlangs door de hoofdafdeling Akkerbouw van het Landbouw schap is uitgebracht, althans als men het goed leest en ook tussen de regels wil lezen. Wij moeten duide lijk zoeken naar produkten waar afzet voor is en zor gen dat de verwerkers van deze produkten de con currentie met anderen kunnen volhouden. De pro dukten die voor vrije markten worden geteeld leve ren een te geringe bijdrage aan het inkomen van de boer. Dit geldt vooral voor granen waar zich bovendien dan nog het verschijnsel voordoet dat zij door de prijsmanipulaties in de EEG niet meer hun natuur lijke bestemming vinden en worden verdrongen door uitheemse produkten. Het is natuurlijk een dwaze ge- (Zie verder pag. 16) MIDDELING VAN INKOMENS nIJ sterk wisselende inkomens kan de progressie in de tarieven voor de inkomsten- en de loon belasting bijzonder nadelig werken. De middelings regeling biedt de mogelijkheid om voor winst uit onderneming en loon uit dienstbetrekking het pro gressienadeel in bepaalde gevallen te verzachten. De herrekening geschiedt over perioden van drie aaneengesloten kalenderjaren. Men is geheel vrij in de keuze van het tijdvak, zij het dat een bepaald jaar slechts in één tijdvak kan worden begrepen. Wie mid deling over de jaren 1968 t/m 1970 vraagt, kan ver volgens op zijn vroegst middeling over de jaren 1971 t/m 1973 verkrijgen. Men dient daarom zorgvuldig te kiezen. De in werkelijkheid over het herrekentijdvak ge heven belasting wordt op verzoek teruggegeven, indien en voor zover de belasting, die over dat tijdvak is ge heven, de belasting, die verschuldigd zou zijn indien de winst dan wel het loon gelijkmatig aan elk dier jaren zou worden toegerekend, met meer dan 5 van het laatst bedoelde belastingbedrag en tevens met meer dan f 150,overtreft. Overschrijdt het verschil de daarvoor gestelde grens, dan wordt uitsluitend het meerdere teruggegeven. JLS U dit leest, ziet U het belang van deze rege- ling misschien niet zo direkt zitten. Wij hebben echter sedert 1969 teruggaven kunnen bereiken die in de honderdduizenden guldens lopen. Vele verzoeken om middeling werden echter te laat ingediend, omdat de belasingbiljetten ons te laat werden toegezonden. Dan werd toch nog wel ambtshalve teruggaaf ver leend op grond van de overweging dat de regeling nog betrekkelijk nieuw was. Dit zal echter veranderen. Hoewel de fiskus tot 1 januari 1972 een soepele houding heeft aangenomen ten aanzien van de termijn binnen welke het verzoek moet zijn gedaan zal vanaf genoemde datum streng de hand worden gehouden aan deze termijn. Het verzoek moet zijn ingediend binnen twee maanden nadat de laatste op de jaren van het herrekentijdvak betrekking hebbende aanslag in de inkomstenbelasting, inhouding van loonbelasting en of beschikking om geen aanslag op te leggen on herroepelijk is geworden. U kunt dus ongemak en teleurstelling voorkomen als U de aanslagen direkt na ontvangst eerst aan uw boekhouder zendt. Dit is niet alleen belangrijk voor deze middeling maar ook voor het eventueel indienen van een bezwaarschrift. Het verwondert ons zo dikwijls dat er zoveel biljet ten ons te laat bereiken, om nog tijdig een bezwaar- of beroepschrift in te dienen. Behandeling kost dan altijd meer tijd, dus meer geld, terwijl men is over geleverd aan de gunst van de Inspecteur. In rechte is dan niets meer te bereiken. Wees dus op tijd, anders kan het U geld kosten! PA AU WE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 3