De
rentabiliteit
van
de
aardappelteelt
9
Het Groninger Landbouwblad bracht
in het nummer van de vorige week
een uitvoerig artikel over de renta
biliteit van de aardappelteelt. Daar
in wordt in het bijzonder ingegaan
op de kostprijs en de winstmogelijk
heden uitgaande van een gemiddelde
telersprijs van 12,50/100 kg. Indien
de in deze bijdrage verwerkte gege
vens aan de eigen bedrijfsomstandig
heden worden aangepast, kunnen de
calculaties ook voor het Zuid-Westen
wetenswaard zijn.
Dit cijfer is eer, landelijk gemiddelde. Gevreesd
moet worden dat de Groninger gemiddelde prijs iets
lager ligt. Bovendien lag de gemiddelde landelijke
Bintjesprijs lager dan voornoemde 14,70. In verband
met het bovenstaande is hieronder een gemiddelde
telersprijs aangehouden van 12,50 per 100 kg voor
consumptie-aardappelen. Wanneer wij nu bijv. uit
gaan van een gemiddelde netto-opbrengst van 30 ton
en plm. 5 ton uitschot dan komen we op een gemid
delde bruto-geldopbrengst per ha van:
30.000 kg a 12,50 3.750 per ha
5.000 kg a 5,00 250 per ha
bruto-opbrengst cons.-aardappelen ƒ4.000 per ha
Dit cijfer zal dus moeten worden aangepast aan de
eigen bedrijfsomstandigheden. Er zijn in de praktijk
bedrijven die dit bedrag gemiddeld genomen niet
halen, doch er zijn ook bedrijven die hier nogal iets
boven liggen. Veel hangt uiteraard ook af van het
niveau van de kg-opbrengsten per ha. Deze zijn de
laatste jaren gestegen, zoals bijv. blijkt uit de gemid
delde opbrengstcijfers van de klei-aardappelen zoals
deze zijn vermeld in het laatste jaarverslag van het
Produktschap voor Aardappelen. Er is een stijging
geregistreerd in de laatste 5 jaren t.o.v. de vorige 5
jaren van gemiddeld 3,8 ton per ha.
Voorop moet worden gesteld dat er geen officiële
kostprijsberekeningen per produkt' van het L.E.I. meer
zijn, zodat er daar geen aanknopingspunten meer te
vinden zijn. Nu geeft dit geen onoverkomelijke be
zwaren, omdat voor het praktische bedrijfsbeleid de
gemiddelde totale kostprijs van een gewas geen door
slaggevend argument behoeft te zijn voor het al dan
niet verbouwen van dit gewas. Van groot belang is
immers: ondier welke bedrijfsomstandigheden moet ik
het gewas op mijn bedrijf verbouwen?
Het is duidelijk dat daarbij vooral de vraag naar
voren komt: wat is mijn gemiddeld aardappelsaldo.
Dit saldo kan van bedrijf tot bedrijf sterk fluctueren,
afhankelijk van het opbrengstenniveau enerzijds en
de mechanisatiegraad anderzijds. De hieronder ver
melde saldoberekeningen van consumptie-aardappe
len en pootaardappelen dienen dus aan de eigen be
drijfsomstandigheden te worden aangepast.
Er is in onderstaande calculatie verondersteld dat
men in belangrijke mate is aangewezen op de hulp
van derden (loonwerk).
Direct toe te rekenen kosten per ha
(vrijwel geheel loonwerk).
poot goed
poten
bemesting
N
P
K
sproeien
frezen
doodspuiten
loofklappen
hagelverzekering
selectie
licentiekosten
rente omlopend kapitaal
oogsten inclusief afvoer
naar de boerderij
bewaar- en sorteerkosten
opneemkosten vracht
areaalheffing
veldkeuring nacontrole
plomberingskosten,
Stopaheffingen
PC NB
Totale
direct toe te rekenen kosten
cons.
poot-
aard
aard
appelen
appelen
per ha
per ha
550
950
95
95
155
145
115
115
150
165
260
200
P.M.
P.M.
O
O
rH
200
65
io
20
365
P.M.
130
170
610
610
940
1285
335
200
200
75
440
ƒ3450
ƒ5300
Het zgn. aardappelsaldo wordt nu verkregen door
deze toegekende kosten af te trekken van de gemid
delde geld opbrengst per ha. Deze kunnen echter zeer
sterk variëren. Zowel de kg-opbrengsten als de prij
zen fluctueren. Wij zullen hier nu eerst nader op in
gaan.
WELKE CONSUMPTIE-AARDAPPELEN
OPBRENGST?
Volgens het produktschap voor Aardappelen was
het verloop van de telersprijzen van consumptie-aard-
appelen op de zeeklei af-boerderij in de afgelopen
jaren gemiddeld als volgt:
consumptie-aardappelen
prijs per 100 kg
9,70
13,95
13,85
11,60
13,90
20,90
17,35
8,10
13,25
24,30
oogst 1960
1961
1962
1963
1964
1965
1966
1967
1968
1969
10-jaarlijks gemiddelde
WELKE POOTAARDAPPELOPBRENGST?
Ook hier zien we zeer sterke schommelingen. Sta
tistische gegevens over de gemiddelde prijzen af-
boerderij zijn officieel niet bekend, hetgeen natuur
lijk ook verband houdt met de grote verscheidenheid'
aan rassen en klassen. Statistische gegevens over de
gemiddelde opbrengsten per ha zijn er wel. Zo re
gistreert bijv. de Keuringsdienst Groningen van de
NAK welke hoeveelheden gemiddeld per ha worden
geplombeerd. In de laatste jaren was dit:
Gem. geplombeerd per ha
in kg (afgerond)
Alle rassen
(incl. Bintje)
1960
1961
1962
1963
1964
1965
1966
1967
1968
1969
1970
Bintje
19.400
17.600
18.500
17.700
18.800
12.500
19.100
20.900
20.900
20.300
18.620
19.000
17.300
17.800
16.700
18.500
13.000
20.400
20.300
19.900
21.200
19.660
Ook hier doet zich echter nog een probleem voor.
Is n.l. pootgoed voor eigen gebruik achtergehouden
dan is dit niet in bovenstaande cijfers vermeld. De
feitelijke gemiddelde opbrengstcijfers liggen dus ho
ger dan uit de hierbovenvermelde tabel naar voren
komt. Om nu toch tot een calculatie te komen zullen
wij voor de pootaardappelteelt uitgaan van de vol
gende cijfers:
Opbrengst pootaard. 22 x 24 5.280 per ha
Uitschot en bovenmaat
7 ton x 8 570 per ha
bruto-opbrengst pootaardappelen 5.850 per ha
Ook dit cijfer moet natuurlijk worden aangepast
aan de eigen bedrijfsomstandigheden.
WELKE SALDO'S PER HA
Uitgaande van bovengenoemde cijfers ontstaan dus
de volgende saldo's:
cons.-aard. pootaard.
Bruto-opbrengst per ha 4.000 5.850
Af: direct toe te rekenen kosten 3.450 5.300
Saldo per ha
550
550
14,70
Het voorgaande leidt tot een viertal opmerkingen:
1. Uit het feit dat er geen verschil is berekend tus
sen het consumptie-aardappelsaldo en het poot-
aardappelsaldo mag niet de conclusie worden ge
trokken dat de ene teelt net zo rendabel is als de
ander. Bepalend is immers de situatie op het eigen
bedrijf.
2. Het niveau van de opbrengsten per ha is van zeer
groot belang voor het saldo per ha.
3. Indien aardappelteelt hoofdzakelijk met behulp
van derden (loonwerk) geschiedt is dit slechts
verantwoord indien sprake is van relatief zeer
hoge opbrengsten. De zgn. nog niet toegerekende
kosten, die nog moeten worden afgetrokken van
de hiervoor vermelde saldo's van 550 bedragen
n.l. al heel gauw 1200 tot 1300 per ha bij de
aangegeven bedrijfsaanpak. Bovendien zijn de sal
do's van andere vruchtwisselingsgewassen zonder
meer hoger dan voornoemde saldo's.
4. Opvoering van het opbrengstenpeil is in zijn al
gemeenheid dringend gewenst
ZELF MECHANISEREN?
Bij het voorgaande is dus uitgegaan van vrijwel al
les laten doen door derden. Op vele aardappelbedrij-
ven is echter sprake van eigen of gemeenschappelijke
mechanisatie. Het is duidelijk dat in die situatie het
zgn. aardappelsaldo per ha stijgt omdat de direct toe
gerekende loonwerkkosten komen te vervallen. Te
genover deze saldostijging staat uiteraard: de stijging
van de werktuigkosten, alsmede van de loonkosten
(voortvloeiende uit het bemannen van deze machi
nes).
Het is duidelijk dat eigen mechanisatie slechts dan
verantwoord is indien sprake is van een voldoend
groot aardappelareaal. Het volgende voorbeeld, waar
bij is uitgegaan van volledige eigen mechanisatie, kan
dit duidelijk maken:
Direct toe te rekenen kosten bij volledige eigen (of
gemeenschappelijke) mechanisatie:
per ha
cons.-aard. pootaard.
pootgoed
550
950
bemesting
99
420
99
425
sproeimiddelen/klappen
99
155
99
330
hagelverzekering
99
10
99
20
selectie premie (eigen mensen)
99
135
rente omlopend kapitaal
99
130
99
170
areaalheffing
99
200
veldkeuring -f- nacontrole
99
75
plomberingskosten, Stopaheffing
99
440
Totale toegerekende kosten
1.265
2.745
Trekken we bovengenoemde kosten af van de hier
voor aangehouden bruto-geldopbrengsten van respec
tievelijk 4000 per ha voor consumptie-aardappelen
en 5850 voor pootaardappelen, dan ontstaan dus de
volgende aardappelsaldo's: 2735 per ha voor con
sumptie-aardappelen en 3105 per ha voor pootaard
appelen. Er is dus sprake van een zeer grote saldo-
„winst" t.o.v. de situatie waarbij sprake is van vrij
wel volledig „loonwerk". Deze saldowinst bedraagt
voor consumptie-aardappelen 2735 ƒ550 ƒ2185
per ha; voor pootaardappelen ƒ3105 ƒ550 2555
per ha. Tegenover deze saldowinst staat natuurlijk:
1. de stijging van de werktuigkosten en 2. de stijging
van de loonkosten.
Ad. 1. De stijging van de werktuigkosten
Voornoemde kostenstijgingen kunnen uiteraard
sterk variëren; afhankelijk van o.a. de bedrijfsgroot-
te, samenwerking ja dan nee, het al dan niet aanwe
zig zijn van een vorstvrije schuur enz. Het hieronder
gegeven rekenvoorbeeld zal daarom uiteraard ook
weer moeten worden aangepast aan de eigen situatie.
Stel nu eens dat er sprake is van de navolgende aard
appelinvestering:
1 pootmachine 5.000
1 sproeimachine 3.500
1 rooimachine 18.000
de helft van 2 kipwagens 7.500
1 stortbunker 4.000
1 boxenvuller 6.500
1 transporteur 3.500
1 sorteermachine 6.500
de helft van heteluchtkanon 500
1 aardappelbewaarplaats incl. ventilator,
roosters, aardappelbakjes enz. 20.000
Totale investering 75.000
(Zie verder pag. 15)