UIT DE PRAKTIJK Door droogte geen struktuurbederf van de grond Korrelmaisoogst vlot verwerkt Kortere bietencampagne - termijnkwantums lager! Geen werk - maar wel prijzen problemen Rond de Sr holde 5 De regenhoeveelheid in oktober is in WALCHEREN aanzienlijk beneden normaal (het veeljarig gemid delde) gebleven en schommelt zo rond de 40 mm. In heel West-Europa gaat de droogte ons toch wel parten spelen. De rivieren hebben een abnormale lage waterstand, met alle gevolgen van dien. De drink watervoorziening van sommige gebieden wordt steeds slechter. In de tuinbouwgebieden heeft het sproei- water een te hoge zoutconcentratie. Al met al worden de nadelen van deze langdurige droogteperiode groter en de voordelen kleiner. Naarmate de werkzaamhe den op het veld in de landbouw vorderen wordt ook de behoefte aan droog weer minder urgent. Vooral het droogste gedeelte van ons gebied, de noordelijke helft ondervindt moeilijkheden met o.a. het wintervoorploegen. Op sommige percelen is het niet mogelijk dit goed uit te voeren zonder de kans op materiaalbreuk. Verder is ook de kans aanwezig op een wat onregelmatige opkomst van de winter tarwe. Op vele bedrijven is men vrijwel klaar met het rooien van de bieten. Meer dan 90 is nu wel ge rooid. Daarnaast is ook het ploegen op wintervoor al ver gevorderd, zodat op het merendeel van de be drijven het einde van de werkzaamheden van oogst jaar 1971 in het zicht komt. De bodem, groeiplaats van de gewassen, maar óók draagvlak voor steeds zwaarder wordende machines komt er, aan het einde van dit oogstjaar vrijwel on geschonden af. Vrijwel nergens is er structuurbederf voorgekomen. Onze indruk is, dat wanneer we onder dergelijke omstandigheden de grond kunnen bewer ken, dit meer waard is dan een flinke vorstperiode in de winter, met andere woorden een goede start voor oogstjaar 1972. We hebben de indruk dat het areaal wintertarwe dat gezaaid is en mogelijk nog wordt, nog eerder uit gebreid is t.o.z. van 1971. Het vee en grasland profiteert ook van het droge weer. De dieren kunnen lang in het veld blijven zon der ongunstige gevolgen terwijl ze nog weinig ver zorging vragen. De grasgroei is niet groot meer, maar het grasbestand heeft niet te lijden van stuktrappen of wateroverlast. Hopelijk kunnen we uit deze opti mistische puntjes weer moed putten om ook om het volgende oogstjaar weer de nodige maatregelen te treffen. Tot nu toe, 8 november, zijn de veldwerkzaamhe- den op SCHOUWEN-DUIVELAND zeer vlot verlopen. De suikerbieten zijn voor het grootste deel uit de grond. De rooimaehines hebben dit seizoen onder gun stige omstandigheden hun werk kunnen doen, behou dens enige tegenslag in 't begin vanwege de droogte t.a.v. een bepaalde machine. De kg-opbrengsten val len mee, goed 50 ton per ha, met geen hoge tarraper- centages, en het suikergehalte ligt ook goed. Ook dit jaar blijkt wel weer, dat die percelen, die goed be dacht zijn met N niet aan de hoge kant zijn met 'het suikergehalte. Het wintertarwe-zaaien is door 't mooie weer vroeg 'begonnen. Veel is er in de eerste helft van oktober gezaaid en daarna ging men gewoon door. Ook veel bietenpercelen zijn met tarwe gezaaid. Het ziet er wel naar uit, dat het areaal wintertarwe zeer groot zal zijn. De opkomst van de tarwe was zeer goed mede begun stigd door de vrij hoge grondtemperatuur. Er is hier ook veel aandacht besteed aan de duistbestrijding. De maand oktober was de korrelmaisoogstmaand. Alle korrelmais 220 ha) is door de 2 aanwezige machi nes vlot verwerkt. De opbrengsten lopen nog al wat uiteen. De gemiddelde opbrengst valt wat tegen. De te vroege zaai op sommige percelen en fritvliegaan- tasting zijn daarmede de oorzaak van. De gemiddelde opbrengst ligt rond de 6000 kg met zeer gunstig vocht gehalte 33—34 Het ploegen ging tot nu toe vrij goed, plaatselijk wat aan de droge kant, maar beter zo dan te nat. Het onderploegen van grasgroenbemesters gaf plaat selijk een minder goed resultaat. Betere en goed afge stelde voorscharen zou beter geweest zijn. Toch is het niet zo, dat deze ingekuild moeten worden. De tijd van opstallen van 't melkvee is weer aan gebroken. Voer geen grote massa's vers bietenloof kop, n.l. niet meer dan 40 kg per dier per dag. Anders geeft men luxe-consumptie en bovendien werkt dat diarree in de hand, hetgeen, een teken is van onvol ledige vertering van 't voedsel en kan leiden tot ver lies aan mineralen. Het inkuilen van bietenloof is dit jaar tot nu toe onder gunstige omstandigheden verricht kunnen wor den. Zuiver gewonnen voer betekent veel voordeel. Ook op THOLEN EN ST. PHILIPSLAND verlopen de werkzaamheden tengevolge van het bijzonder goe de weer erg vlot. Een zo gunstig najaar als dit zullen we dan ook zelden meemaken. Verschillende collega's in de zwaardere polders heb ben de laatste bieten reeds aan de hoop liggen, terwijl de rest voor het grootste gedeelte gerooid zal zijn als U dit leest. Want rond half november wil ieder de bieten toch wel van het land af hebben als het weer goed is. Zeker nu de campagne met een week bekort is (en waarschijnlijk langer) wordt de bewaarperiode, met uiteraard toch altijd verlies daardoor ook korter. Het doet echter wel wat vreemd aan als je ener zijds bericht krijgt van een kortere campagne, terwijl op sommige ladingsplaatsen de termijnkwantums ge halveerd worden. Het geeft de indruk dat er iets niet klopt. Over de ladingsplaatsen zal waarschijnlijk heel wat gediscus sieerd worden op de sub-kringvergadering van de Suiker-Unie maandag a.s. Een ding weten we echter nu al zeker, als er ver andering in de bietenontvangst komt dit grote kosten meebrengt voor de Thoolse teler in de vorm van ver brede dammen en of verharde terreinen. En als er geen prijsverbeteringen komen zijn kosten verhoging in welke vorm ook onaanvaardbaar. De wintertarwe is onder prima omstandigheden ge zaaid kunnen worden en de eerst gezaaide percelen staan dan ook al mooi groen. Vele percelen zijn ge spoten met, een onkruidbestrijdingsmiddel en hoewel het nog wel vroeg is om een oordeel te vellen over het effect lijkt dit toch wel gunstig. Laten we hopen dat het goede begin ook mag resulteren in een goede oogst zomer '72. Wat de prijsvorming van onze pro- dukten betreft kunnen we alleen maar in mineur stemming zijn. De aardappel- en uienprijs is resp. laag en extreem laag. Wanneer hier in de loop van het seizoen geen ver betering in komt ziet het er bedroevend uit. We hebben ook op ZUID-BEVELAND nu wat regen gehad. Diegenen die wegens het te grof liggen van de geploegde grond nog niet konden zaaien zullen, nu de grond wat uit elkaar wil breken, dit wel spoedig kunnen doen. Al met al zal er dan zeer veel winter tarwe uitgezaaid zijn. De vroegst gezaaide komt goed boven! Afgelopen nazomer is er nogal wat graszaad voor de zaadwinning 1972 uitgezaaid. Door de droogte was de opkomst minder goed en op verschillende percelen is de stand nu onvoldoende om ze te laten liggen. De andere werkzaamheden zijn een heel eind ge vorderd. Het ziet er naar uit dat de laatste bieten deze week wel gerooid zullen worden. De afvoer van de bieten verloopt vlot. Reeds een groot deel van de knolselderij is gerooid. Ondanks het komkommervirus is het blad en de daar door minder groei is de opbrengst nog vrij redelijk. Ze is gelukkig wat hoger dan in 1970. Toch zullen er percelen zijn die zwaar tegenvallen. Ja de gehele oogst van aardappels, uien, knolselderij en suikerbieten is buitengewoon goed verlopen. Met het zaaien van wintertarwe en het op wintervoor ploe gen is het even zo vlot gelgaan. Problemen en moei lijkheden zijn er -bij de werkzaamheden eigenlijk niet geweest. Problemen zijn er echter wel bij de prijzen van verschillende gewassen. Daarom zullen we ons nu spoedig moeten bezinnen over het resultaat van 1971 en op welke manier we verder moeten. Vragen als: arbeid afstoten (als dat nog 'kan), andere gewas sen kiezen, nog machines aanschaffen of overwegen oim op loonwerk over te gaan, samenwerking zoeken met anderen, een bijbaantje aannemen of er radikaal mee stoppen, eventueel door middel van de sanering, moeten goed doordacht worden? Door blijven sukke len en het niet tijdig nemen van beslissingen kan kwalijke gevolgen hebben! Wanneer we zo eens door onze provincie rondrij den dan constateren we, dat er wel een zeer groot areaal aan wintertarwe is uitgezaaid en dan rijst on getwijfeld de vraag wat hiervan wel de oorzaak kan zijn. Zijn de uitzonderlijke goede en droge weersom standigheden van deze herfst hier debet aan of gaat de boer zich aanpassen aan de steeds stijgende ar- beidsschaarste en aan de geweldige kostenverhogin gen welke een zeer intensief bouwplan nu eenmaal met zich meebrengt? Nu we beschikken over de nieu we chemische middelen, welke in hoofdzaak tegen de duist bedoeld zijn maar tevens ook heel wat andere zaadonkruiden meenemen, zijn we in staat om die percelen welke in het verleden minder geschikt wa ren voor de inzaai van wintertarwe, ook hiervoor te bestemmen. Vanzelfsprekend zal er in het bouwplan '72 dus weinig ruimte meer overblijven voor zomer- tarwe en zomergerst. De brouwgerstcontracten ko men hierdoor in de knel en alleen bij uitvriezen van de wintertarwe zal hiervoor meer ruimte ontstaan. Zo blijkt weer dat een bouwplan van vele factoren afhankelijk is en dat niet alleen de prijzen van de producten er hun stempel op drukken, maar dat tevens de weersomstandigheden van grote invloed zijn en een machtsinvloed hebben op het beleid van de boer. Tijdens de bietenoogst hebben we ervaren hoe ge makkelijk we deze herfst gewerkt hebben. Het droge weer heeft ons in staat gesteld om op volle capaciteit te rooien en zelfs de suikerfabrieken zullen mede vanwege de geringe tarra een paar weken eerder klaar zijn. De geringe tarra zal ook weer gunstig tot uiting komen in de transportkosten en ook in de bie- tenhopen speelt dit een rol, want bij een lager tarra- cijfer ontstaat minder broei in de hoop en zodoende ook weer minder verlies aan suiker bij de bewaring. Het zijn allemaal voordelen die van veel belang zijn. Een enkele collega beweert, dat de bieten in novem ber nog zo lekker kunnen groeien en daarop inhakend mogen we daarbij wel stellen, dat zo'n man ook veel ellende meestal op de koop toe moet nemen. Op de vergadering van de „Polderbond" hebben we vernomen, dat de zee een macht is die geen uitstel duldt, reden waarom de Oosterschelde met spoed dient te worden afgesloten. Primair dient het land tegen het water te worden beschermd. Een nieuwe zorg welke aan onze waterschappen thans is opge dragen is om het water tegen het land te bescher men en hiermede wordt speciaal bedoeld om de ver vuiling van het water met kracht tegen te gaan. Ook de zgn. vervuilers zullen meer betrokken worden bij deze taak en ook hen zal de rekening worden gepre senteerd indien straks blijkt dat er door hun toedoen dure zuiveringsinstallaties gebouwd zullen moeten worden. De Westerschelde leek op de kaart wel op een riool dat het afvalwater van het achterland naar open zee moet voeren, maar gelukkig is het water in deze zeearm nog niet zo vuil. Wij hebben echter de taak er voor te zorgen dat het water nog niet vuiler wordt. Ook mede in verband met het zuiver houden van het water is de eb- en vloedwerking van groot belang en het is juist daarom heel dikwijls moeilijk te verdedigen dat ook deze zeearm afgesloten moet worden. Buurman had ook nog een suggestie aan gaande bovengenoemde materie. Midden in de Wes terschelde wil hij een groot eiland opspuiten met INGEZONDEN UIENPOOL: WAT IS DE GOEDE WEG Voor het ingezonden stukje getiteldi „Met de uienpool op de goede weg?" in uw blad van 5 november 1971 hebben we niet veel waardering. We vinden het enkel maar afbrekende kritiek op het beleid van Cebeca (of springt de inzender in de bres voor de uienteler? Dan is dat heel menslievend!). De uienpool is zelf heus mans genoeg om z'n zaken in te delen, zoals haar dat zelf goeddunkt. Er zal dan ook wellicht geen enkele normaal denkende uienteler zijn, die een dergelijke inzending bijzonder op prijs stelt, ongeacht of hij al dan geen deelnemer is van de pool. Prijzen kan men toch niet dwingen; de vrije handel niet, en Cebeoo niet. De inzender moet beginnen met twee spreekwoorden niet over het hoofd te zien n.l.: „Verbeter de wereld; begin bij Uzelf', en „Wie in z'n eigen tuintje wiedt, ziet het onkruid van een ander niet". 6 november 1971 Groot- en Kommissiehandel in landbouwprodukten, FRANS LOUWIESSE, Temeuzen. zand en daarop een vliegveld projecteren; dit eiland met tunnels verbinden naar noord en zuid, hierbij vooral denkend aan de vaste oeververbinding voor Zeeuws-Vlaanderen. Door de vernauwing die hier door in de Schelde ontstaat zal de stroomsnelheid van het water toenemen en een grotere doorspoeling zou volgens hem daarvan het gevolg zijn. Met dit plan zou de minister bepaald meerdere vliegen in één klap hebben. Het ontbreekt er alleen nog maar aan, dat buurman nog niet in Den Haag zetelt.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 5