Eerste discussie
over E.E.G.-structuurbeleid
3
E.E.G.-RAAD VAN LANDBOUWMINISTERS
ET zwaartepunt van de besprekingen van de EEG-
ministers van Landbouw, op 25 en 26 oktober j.l.
te Luxemburg in Raadszitting bijeen, lag bij de struc-
tuurvoorstellen van de Europese Commissie, die tot ver
nieuwing van de Europese landbouw moeten leiden. De
discussies concentreerden zich daarbij op de vraagstuk
ken:
Welke categorieën landbouwbedrijven kunnen in het
kader van het EEG-structuurbeleid voor rentesubsidie
in aanmerking komen.
Hoe moet de samenhang worden gezien tussen de
bestaandle nationale steunmaatregelen en het EEG-
structuurbeleid, als dat een reële gestalte heeft ver
kregen.
Tijdens deze Raadzitting heeft minister Lardinois een
beroep gedaan op zijn Franse ambtgenoot, het verstrek
ken van nationale subsidies op de export van consump
tie-aardappelen te beëindigen. Minister Cointat zegde toe,
aandacht aan deze aangelegenheid te zullen besteden.
RENTESUBSIDIES EN NEDERLANDS STANDPUNT
■|"EN aanzien van rentesubsidies, die moeten dienen
om landbouwbedrijven een zodanige ontwikkeling
te geven, dat deze een met andere bedrijfstakken verge
lijkbaar inkomen kunnen behalen, werd het Nederlandse
standpunt door minister ir. P. J. Lardinois als volgt ver
tolkt:
Bedrijven die thans reeds een redlelijke inkomensbasis
hebben, verdienen cok de steun die rentesubsidies kun
nen verschaffen voor verdere ontwikkeling. Overigens
moet naar Nederlands inzicht de verstrekking van rente
subsidies aan een bepaalde begrenzing van de bedrijfs
investeringen worden gebonden en komen in het alge
meen die niet-grondgebonden produkties met name in de
sector van de dierlijke veredeling en de glastuinbouw,
niet voor rentesubsidies in aanmerking. Te snelle toe
name van de produktieomvang zou tot spoedige over
voering van de markt leiden. In het algemeen, zo is het
Nederlandse standpunt verder, moet de verstrekking van
de rentesubsidies niet te statisch wordien bezien omdat
de toekomstige bedrijfsontwikkeling moeilijk nauwkeu
rig vooruit kan worden bepaald.
Voor wat betreft de samenhang tussen een realiteit
geworden EEG-structuurbeleid en de bestaande nationale
steunmaatregelen, heeft minister Lardinois in een ver
klaring krachtig, en onvatbaar voor misverstand, uiteen
gezet, alleen bereid te zijn aan de totstandkoming van
dit EEG-structuurbeleidi mede te werken, indien dit be
leid gepaard gaat met een verregaande mate van afbraak
van alle nationale steunmaatregelen. De Franse en de
Italiaanse delegaties daarentegen gaven de wens te ken
nen, hun nationale steunbeleid ook in de toekomst naast
het EEG-structuurbeleid voort te zetten. Deze eerste
discussie over het z.g. herziene Plan Mansholt toonde
duidelijk aan, dat de standpunten van de onderscheidene
delegaties uit de zes lidstaten nog ver uiteen liggen. De
Raad besloot dan ook het Comité Speciaal voor de Land
bouw op te dragen de EEG-structuurbeleidvoorstellen
in hun totaliteit voor verdere behandeling in de Raad
voor te bereiden. In de op 22 en 23 november a.s. te
houden zitting van de EEG-Raad van Landbouwministers
zullen deze zaken opnieuw ter sprake komen.
NIEUWE BASISPRIJS GESLACHTE VARKENS
|N deze zitting heeft de Raad van Landbouwministers
voorts de nog voor het seizoen 1971/'72 resteren
de prijzen vastgesteld, die op 1 november 1971 van
kracht moeten worden. Voor ons land is hierbij vooral
van belang de basisprijs voor geslachte varkens. Deze
basisprijs is met 10,— verhoogd tot 289,60/100 kg
geslacht gewicht. De verhoging komt overeen met de
graanprijsverhoging, die reeds 1 augustus j.l. van kracht
is geworden.
KORT VERSLAG VAN DE
DAGELIJKS BESTUURSVERGADERING DER ZLM
(Vervolg van pagina 1)
TUINBOUW
IN zijn overzicht betreffende de ontwikkelingen in
de tuinbouwsector kon de heer Goud' meedelen
dat de recente beslissing van het Britse parlement om
toe te treden tot de EjEjG. in de toekomst mede voor
de Nederlandse tuinbouw van grote betekenis kan zijn.
Invoerrechten en verdere restricties zullen echter niet
direct tot het verleden behoren, zodat het nog wel
geruime tijd kan duren voor er sprake is van een on
belemmerde afzet van tuinbouwprodukten op de
Engelse markt, maar wanneer het tot dusverre gehan
teerde systeem van invoerkwota gedeeltelijk opge
geven wordt, kan dit reeds ruimere kansen in de af-
zetsfeer scheppen.
Op de binnenlandse markt is er zowel van kom
kommers, sla en tomaten een sterk verminderd aan
bod; de prijzen zijn vast en vertonen bij een nog ver
der dalend aanbod een stijgende tendens. De aanvoer
van spruiten komt langzaam op gang, de prijzen zijn
momenteel laag evenals de prijs van uien; de telers-
prijzen zijn zeÖs extreem laag.
In de hard fruitsector loopt de oogstperiode ten ein
de. Het gunstige weer heeft ertoe bijgedragen dat wat
de arbeidsvoorziening betreft er een volledige benut
ting van alle beschikbare krachten is geweest. Het
ontstellende gebrek aan fust heeft echter anderzijds
veel stagnatie bij de pluk teweeggebracht. Hier ligt
volgens de heer Goud een levensgroot probleem, waar
een oplossing voor gevonden moet worden, omdat het
veilingfust (telersfust) in velerlei opzicht op laakbare
en ergerlijke wijze door derden misbruikt wordt. Een
belangrijke schadepost was voor vele telers ook nog
de forse hagelsohade aan de laatste partijen fruit, die
plaatselijk nog aan de bomen hingen.
Ten aanzien van de prijzen van appels en peren
werd geconstateerd dat deze tot op heden beter ge
weest zijn in vergelijking met het vorig seizoen. Voor
de goede bedrijven is het nu mogelijk om enigszins
uit de kosten te komen. Dit wil echter nog lang niet
zeggen dat hiermee voor de fruittelers het verlies van
de laatste jaren is bijgewerkt.
De heer Goud meende dat er nog veel zal moeten
veranderen wil de bedrijfstak fruitteelt werkelijk uit
de moeilijkheden komen. Er ligt wat dit betreft dan
ook nog een belangrijke taak voor de bedrijfsgenoten,
de organisaties en de Overheid. Het structuurrapport
van het Amerikaanse bureau Littel, dat deze maand
zal worden uitgebracht, zal mogelijk hiervoor de no
dige aanknopingspunten bevatten voor Overheid en
bedrijfsleven.
VEEHOUDERIJ
FN aanzien van de recente ontwikkelingen in de
veehouderijsector werd medegedeeld dat, on
danks ruime aanvoeren op de markten de prijzen on
geveer op hetzelfde niveau zijn gebleven; dit gold
voor alle soorten vee. Een uitzondering vormen de
kalfkoeien, die zeer duur zijn en waar soms prijzen
van 2000,voor worden betaald.
Wat het jongvee betreft kan worden geconstateerd,
dat dit vlot wordt opgenomen, want de voederpositie
voor de a.s. winter is goed en de resultaten van de
mesterij zijn van dien aard, dat velen wat vee op stal
willen hebben.
De slachtveeprij zen blijven op peil en men verwacht
in het algemeen geen prijsval, zoals die het vorig jaar
is voorgekomen. In ons -land zijn de prijzen dan ook
ongeveer 4,per kilogram levend gewicht boven
de gemiddelde E.E.G.-notering; op Italië na zijn ze
op dit moment het hoogste van de gehele E.E.G.
De prijzen op de varkensmarkt verschillen van week
tot week wel wat, doch blijven toch ongeveer rond
hetzelfde niveau schommelen. Wel 'liggen de prijzen
in Nederland belangrijk beneden de gemiddelde
E.E.G.-prijs, ondanks het feit dat onze varkens, wat
kwaliteit betreft, bij de partnerlanden hoog wordt aan
geslagen.
De moeilijkheden bij de export van hammen zijn
aan deze situatie niet vreemd. Wat de situatie in de
pluimveesector betreft werd meegedeeld dat tenge
volge van de betrekkelijk lage eierproduktie de prij
zen lonend zijn te noemen. Ook voor de slachtkuiken-
sector, waarvan men bijzonder slechte verwachtingen
had, zijn de prijzen tot dusverre niet geheel tegenge
vallen.
In E.E.G.-verband ziet men dat men nu de eerste
maatregelen heeft getroffen om het hoofd te bieden
aan de melksohaarste. Men heeft n.l. een heffing ge
legd van 10 rekeneenheden of 36,20 per 100 kilo op
magere melkpoeder, die naar derde landen wordt uit
gevoerd.
De hoogte van deze heffing toont aan dat de E.E.G.-
commissie het ernstig meent, want door deze maat
regel zal er vrijwel geen melkpoeder meer naar deze
landen worden uitgevoerd. Door het wegvallen van
deze poeder op de wereldmarkt wordt verwacht dat
deze markt zal aantrekken. Op de binnenlandse markt
is deze maatregel nauwelijks merkbaar, want de vraag
is groter dan het aanbod.
BENOEMINGEN
IIET bestuur besloot de heer J. M. van Heijst te
Wouw opnieuw te benoemen tot lid van het be
stuur van de Gezondheidsdienst voor Dieren in Noord-
Brabant. Het bestuur bekrachtigde voorts de benoe
ming van mevrouw R. M. de MeesterBolt te Zierik-
zee tot lid van de Commissie van Toezicht van de
Huishoudschool te Zierikzee, zulks in de vacature van
mevr. Kastelein. Voorts kon worden akkoord gegaan
met een voorstel van het Provinciaal bestuur van Zee
land om de heer K. J. A. Baron Collot d'Escurry te
Kloosterzande te benoemen tot voorzitter van de
Plaatselijke Commissie voor de Ruilverkaveling Koe
wacht, zulks als oovolger van de heer dr. ir. J. P. M.
van der Wolf. De heer A. J. G. Doeleman te Nieuwer-
kerk zal op de Algemene vergadering van het K.N.L.C.
te Scheveningen als stemgerechtigd vertegenwoordi
ger van de ZLM optreden.
BEGROTING EN CONTRIBUTIEVASTSTELLING
1972
TIET Dagelijks bestuur besloot tot goedkeuring van
de begroting voor 1972 en tot aanbieding aan het
Hoofdbestuur in ongewijzigde vorm.
Ten aanzien van de contributie van het jaar 1972
betekent dit., dat het bestuur behoudens goedkeuring
door Hoofdbestuur en Algemene Vergadering, beslo
ten 'heeft deze niet te verhogen. Met een verhoging
van de contributie voor het jaar 1973 moet echter wel
rekening worden gehouden.
Auto
Omzetbelasting 14%
Verbruiksbelasting 15
Totaal
f 10.000,-
1.400,-
1500,-
f 12.900r
A UTOBEZITTERS zijn dikwijls het kind van de
rekening. Er is haast geen artikel te vinden dat
de schatkist meer belasting oplevert dan de auto.
Het begint al bij de fabricage of invoer. Boven de
omzetbelasting ad 14 moet n.1. nog een bijzondere
verbruiksbelasting van personenauto's worden betaald
ad 15
De nota bij invoer ziet er dan als volgt vit:
De belasting op de benzine is Tiog hoger. Wij menen
dat dit ongeveer 2/3 van de prijs uitmaakt. Verder is
er nog de motorrijtuigenbelasting, die ook elk jaar
omhoog gaat, per 1 januari 1972 is dat weer het geval.
Dan is er voor de inkomstenbelasting nog een be
paling met betrekking tot de kosten die als bedrijfs
kosten in mindering kunnen worden gebracht. De wet
Inkomstenbelasting schrijft n.l. voor dat 15 van de
cataloguswaarde niet als bedrijfskosten worden aan
gemerkt. Het maakt sedert 1 januari 1971 geen verschil
meer of dit een nieuwe of 2e hands auto is. Hetzelfde
percentage geldt voor beide categorieën.
T/OOR 1 januari 1971 was er wel een verschil, nX
r 10 van de cataloguswaarde voor nieuwe
auto's en 6 voor tweedehands auto's werd niet als
bedrijfskosten aangemerkt. Aanschaf van een ge
bruikte auto met een hoge cataloguswaarde kan door
deze wetsbepaling nu dan ook zeer nadelig werken.
Het doet er n.l. niet toe of veel of weinig voor privé
wordt gereden, de wet zegt nu eenmaal ALS er privé
gereden wordt, wordt een bedrag van 15 van de
cataloguswaarde niet als bedrijfskosten aangemerkt.
Voorbeeld:
Stel dat een auto met een cataloguswaarde van
f12.000,in gebruikte staat wordt gekocht voor
5.000,—. De autokosten-fictie moet worden toegepast.
Er wordt n.l. voor privé gereden. Niet als bedrijfs
kosten wordt aangemerkt 15 van f 12.000,alzo
1.800,per jaar.
Stel dat de totale kosten per jaar bedragen f 3.000,
Als privé kosten moet worden genomen 1.800,
Bedrijfskosten f 1.200,
Zou de nieuwe auto zijn aangeschaft met een cata
loguswaarde van 5.000,dan zouden de privé-
kosten volgens de fictie bedragen 15 van f 5.000,
is 750,De bedrijfslast was dan bij overigens gelijk
blijvende kosten f 3.000,750,is f 2250,
PïE conclusie kan geen andere zijn dan dat de
aanschaf van een gebruikte auto met een hoge
cataloguswaarde, die voor bedrijf en privé wordt ge
bruikt nadeliger is dan de aanschaf van een nieuwe
auto voor de catalogusprijs!
Door de 15 fictie kunnen de werkelijke kosten
van de bedrijfskilometers vaak niet ten laste van de
winst worden gebracht.
Aanschaf van een nieuwe (kleinere) auto voor de
zelfde prijs zal een betere verdeling over bedrijf en
privé tot gevolg hebben.
Het neemt niet weg dat de auto is een zeer gewaar
deerd gebruiksvoorwerp, wat evenwel duur moet wor
den betaald!
PAAUWE.