De maand november
op zuid westelijk
landbouwbedrijf
8
H. BAARVELD
R. v. d. MEER
Consulentschap voor de Akkerbouw
en de Rundveehouderij te Goes
Een arbeidsbesparende en snelle methode om bietekoppen en -blad te verzame
len, die algemeen wordt toegepast. Door tijdig in te kuilen worden verliezen
voorkomen en wordt de kwaliteit van de kuil bevorderd.
Door tijdig in te kuilen worden verliezen van bietekoppen en -blad voorkomen
en wordt de kwaliteit van de kuil bevorderd.
Zodra de gewenste minimum temperatuur is be
reikt, kan men enkele dagen met ventileren wachten.
Door de ademhaling warmen de aardappelen zich in
de genoemde temperatuurtrajecten ca. M C. per dag
op, dat wil zeggen dat het, wanneer de minimum tem
peratuur is bereikt, 56 dagen zal duren eer de ma
ximum temperatuur is bereikt.
Om gewichtsverliezen zoveel mogelijk te beperken
moet niet meer worden geventileerd dan strikt nood
zakelijk. In dit verband verdient het tevens aanbe
veling om te ventileren bij mist of regen, dus met
vochtige lucht. Wil het ventileren enig effect sor
teren dan zal het verschil tussen buiten- en binnen-
temperatuur 2° C. moeten zijn.
UIEN
De velddroging van de zaaiuien is goed gelukt, zo
dat we mogen aannemen dat na 3 a 4 weken constant
ventileren voldoende vocht is afgevoerd. Om de kwa
liteit van het product na het drogen te behouden,
moet in de eerste plaats de temperatuur in de be-
waarruimte zo laag mogelijk worden gehouden. Van
elke koude-periode moet worden geprofiteerd om de
optimale bewaartemperatuur van O02° C. zo dicht
mogelijk te benaderen. Hoewel het gewenste aantal
ventilatie-uren sterk afhangt van de hoedanigheid
van de partij, zijn 2030 ventilatie-uren per week
beslist noodzakelijk. De bewaarverliezen verschillen
van jaar tot jaar en binnen eenzelfde jaar van be
drijf tot bedrijf. Ze kunnen aan de hand van het bruto
of het nettoproduct berekend worden. Het verschil
tussen veldgewas en leverbare uien bedraagt onge
veer 7 Vervolgens bedraagt het verlies 1.18 van
het bruto ingebrachte product per 10 dagen bewaar -
duur.
bemester, waar het onderbrengen van het gras op
wendakkers en geren moeilijkheden zal kunnen op
leveren verdient het aanbeveling het gras op deze
gedeelten vooraf met Gramoxone dood te spuiten.
KWEEKRESTRIJDING
In november is het tijd voor de kweekbestrijding.
Met een bespuiting met ±75 kg/ha TC A over reeds
op wintervoor geploegd en daarna met de cultivator
grof bewerkt land, bereikt men over het algemeen
aanzienlijk betere resultaten dan met een bespuiting
tijdens de stoppelbewerking.
Op slempgevoelige grond is een bewerking na het
wintervoorploegen minder op z'n plaats. Hier liggen
de sneden meestal ook al vlakker en de resultaten
zullen dan ook weinig achterblijven bij die op de
zwaardere grond, waar 'het land vlakgetrokken werd.
Een bewerking met de cultivator over de vorst in
januari/februari bevordert het resultaat. De toepas
sing is duur, maar een zwaar met kweek bezet per
ceel kost meer aan opbrengstderving.
De TCA-bespuiting vóór de winter is vooral ook
van belang voor enkele ploegsneden langs de randen
van het perceel, omdat van hieruit het kweekgras
vaak het land ingroeit. Hiertoe kan men in de rug-
spuit 2 kg TCA-spuit op 15 liter water mengen, het
geen voldoende is voor een strook van 200 x 1 m.
Neem de te bespuiten strook echter niet te smal!
Gebruik van TC A-korrels is ook mogelijk. De wer
king hiervan is echter minder: 100 kg granulaat kan
men ongeveer gelijkstellen aan 75 kg spuitpoeder.
Tussen het moment van toepassing van TCA en het
tijdstip van inzaaien moeten minstens 3 maanden
verlopen.
goed grondrantsoen bevat 5700 gr. zetmeelwaarden
en 1000 gr. verteerbaar ruw eiwit of meer. Dit is goed
voor 10 liter melk. Indien een goede eiwit-zetmeel-
waardeverhouding in het grondrantsoen aanwezig is,
kan verder worden volstaan met 1 kg koek, meel of
brok met 15 v.r.e. voor iedere 2% liter melk boven
de hoeveelheid melk, waarvoor het grondrantsoen
voldoende is.
Uit het voorgaande kan u afleiden, waarom het zo
belangrijk is om hoogwaardig ruwvoer te winnen.
Dan kan de koe namelijk meer melk produceren uit
dezelfde hoeveelheid droge stof in het ruwvoer van
het grondrantsoen. Dit bespaart krachtvoer, wat per
kg zetmeelwaarde vaak duurder is als de ZW uit
ruwvoer, dat op het eigen bedrijf wordt gewonnen.
Hebt u tekort aan ruwvoer en het basisrantsoen is
voldoende eiwitrijk, dan kunt u dit gedeeltelijk aan
vullen met voeraardappelen of pulp. Dit is voordeli
ger dan uitsluitend krachtvoer.
VEEVERZORGING
Wanneer de melkkoeien en het jongvee dag en
nacht op een grupstal komen is geheel of gedeelte
lijk scheren aan te bevelen. Een klauwverzorgings-
beurt voor de dieren kan zere klauwen en speenbe-
trappen in de winter voorkomen.
CONTROLE VAN DE KUIL
Hebt u een gras-, bietenkoppen- of snijmaiskuil
aangelegd, controleer dan of de plastiek afdekking
geen gaten of scheuren vertoont. Luchttoetreding kan
de hele kuil bederven en de voederwaarde sterk doen
dalen.
De maand november is een periode op het Z.W.
landbouwbedrijf, waar men de laatste hand legt aan
de veldwerkzaamheden van dit oogstjaar en de basis
legt voor het komende. Op de gemengde bedrijven
breekt de stalperiode weer aan. Produkten als aard
appelen en uien blijven daarnaast onze aandacht vra
gen.
AARDAPPELEN
Op veel bedrijven liggen er thans aardappelen, het
zij in permanente, hetzij in provisorische bewaar-
ruimten opgeslagen. De aardappelen zijn dit jaar
weer zeer kiemlustig, zodat aangenomen mag wor
den dat alle partijen voor levering na één december,
zijn behandeld met een kiemremmingsmiddel. De
eerste 2 fasen van de bewaring, namelijk de droging
en de verkurking zijn achter de rug. Nu hebben we
te maken met de koeling. 46 weken na de oogst
moeten de volgende bewaartemperaturen zijn be
reikt:
consumptie-aardappelen: 47° C.
chips aardappelen: 712° C.
aardappelen voor frites en
droogindustrie: 58° C.
SUIKERBIETEN
De laatste suikerbieten zullen deze maand gerooid
moeten worden. Het is lang droog geweest, maar het
weer kan vrij spoedig omslaan. Stort de bieten daar
om nu op een verharde goed bereikbare plaats. Deze
maand kunnen we ook vorst gaan verwachten. Denk
aan de grote kans op vorstschade, wanneer de bieten
in langswaden van de 6-rijige rooisystemen op het
veld liggen. Bij vorst kunnen de bieten goed worden
afgedekt met plastiek. Na de vorst moet men het plas
tiek zo spoedig mogelijk verwijderen, omdat dan spoe
dig broei in de hoop ontstaat, wat ten koste van het
suikergehalte gaat.
TARWE ZAAIEN
In tegenstelling tot de eerste berichten blijkt de be
smetting van het zaad met kiemschimmels, voorna
melijk Fusarium, veel hoger te zijn. Vooral op de
wintertarwe is de besmetting met Fusarium vrij ern
stig. Met klem wordt daarom geadviseerd alle zaai
granen te ontsmetten tegen kiemschimmels. Bij een
goed zaaibed en een goede verdeling, kan bij gebruik
van pendel-, pneumatische- of centrifugaalstrooier
met dezelfde hoeveelheid zaaizaad worden volstaan
als bij gebruik van een normale zaaimachine. In ge
val van een grof liggend zaaibed vraagt deze metho
de 10 meer zaaizaad. Voor de rassenkeuze en de
duistbestrijding wordt verwezen naar eerder gepu
bliceerde artikelen hierover in dit blad.
PLOEGEN
In oktober is reeds veel, voornamelijk aardappel
land, onder gunstige omstandigheden op zaai- of win
tervoor geploegd. In de maand november zullen voor
namelijk bietenland en percelen met groenbemesting
geploegd moeten worden. Het onderploegen van de
grasgroenbemesters zal dit jaar over hét algemeen
minder problemen geven dan voorgaande jaren, van
wege de geringe bladmassa. Dit neemt echter niet
weg dat een ruime en goed afgestelde ploeg zeer be
langrijk blijft voor een goed resultaat.
Op percelen met een goed ontwikkelde grasgroen-
Granen zijn bijzonder gevoelig. Behalve daar waar
in 1972 bieten gezaaid zullen worden moet na 1
december geen TCA meer worden toegepast.
WEIDE EN VOEDERVERBOUW
In oktober is er al veel bietenblad en -koppen in
gekuild. De laatste jaren neemt het aandeel van de
kop in het totale product af. De veehouder doet er
verstandig aan om de kop niet te klein te nemen. In
geval van bij kopen zou hij per ha iets meer kunnen
betalen, indien er een goede kop aan het blad zit.
Het werk is toch hetzelfde en de zetmeelwaarde in
de kop is tweemaal zo hoog als het blad (resp. 140 en
70). In november kan men beter bietenkoppen en
-blad inkuilen dan tot de kerstdagen proberen z.g.n.
„vers" blad te voeren. De eerste gevallen van oxaal-
zuurvergiftiging bij rundvee zijn geconstateerd. Wees
op uw hoede en voer niet te grote hoeveelheden bie
tekoppen en -blad. Om een geleidelijke overgang van
weide- naar stalperiode te krijgen is het 's nachts op
stallen eind oktober aan te bevelen. Het kost iets
meer werk, doch bij melkgevende koeien (speciaal
nieuwmelkse) loont dit zeker de moeite.
Laat de graslandpercelen goed de winter ingaan.
Dat wil zeggen geen ruig grasland laten liggen en de
mestflatten en resten bietenkoppen spreiden.
VEEVOEDING
Aan het einde van de weideperiode kan de balans
worden opgemaakt van het aanwezige ruwvoer, zo
wel kwantitatief als kwalitatief. Nu is het tijd om
tot 20 april 1972 te berekenen hoeveel ruwvoer er
nodig is. Met de volgende zaken dient rekening ge
houden te worden:
le. Hoeveel grootvee-eenheden er gemiddeld aan
wezig zullen zijn.
2e. Het aantal voederdagen.
3e. De hoeveelheid aanwezige ruwvoer schatten.
Met behulp van deze uitgangspunten en de normen
uit het voedernormenboekje kan dan berekend wor
den hoeveel ZW er totaal nodig is. Men moet ernaar
streven het vee zoveel mogelijk goedkoop ruwvoer
te laten opnemen. Een dier neemt echter maar een
bepaalde hoeveelheid droge stof op. Dit is 8 tot 13
kg uit ruwvoer. Hierbij zij opgemerkt, dat hetgeen
een koe graag eet, b.v. voederbieten en krachtvoer
vaak boven deze grenzen worden opgenomen. Een