De ziekenhuiskosten verzekering Landbouwbegroting 1972 in Tweede Kamer VERZEKERINGSINSTELLINGEN VAN DE.ZLM SI iN het land- en tuinbouwblad van 24 sept. 1971 hebben wij een uitvoerige beschouwing gewijd aan de invoering van een keuzemogelijkheid in het eigen risico bij de Ver. voor Ziekenhuisverpleging Zuid en Noord te Goes. Waarschijnlijk was het artikel te uitvoerig om het goed te lezen. De reakties waren al thans gering. Het zou ook kunnen zijn, dat in het alge meen uit dit artikel de konklusie is getrokken, dat het eigen risico toch te weinig premievoordeel oplevert! Dat bovendien de weg terug wordt afgesneden, in dien men in de 5-jaarsperiode van het eigen risico in het gezin met een ernstige kwaal komt te zitten, zai velen uwer ook aan het twijfelen hebben gebracht. O.i. terecht. Het gaat er niet om welke premievoor delen er vandaag met een vrijwillig eigen risico te behalen zijn. Het gaat er in dezen vooral om, welke consequenties dit voor de toekomst met zich mee kan brengen! De aanvragen voor een vrijwillig eigen risico lopen dan ook nog niet hard. Belangrijk vinden wij, dat de mogelijkheid daartoe geschapen is. U mag, maar moet geen eigen risico nemen. PREMIETARIEVEN Z.H.V. A ANGEZIEN de premietarieven van de ziektekos- ten verzekeraars steeds in beweging zijn, mede als gevolg van stijgende ligdag- en specialistenkosten, lijkt het ons goed hieronder nogmaals de huidige ta rieven van de Z.H.V. te publiceren. Daarvoor is reden temeer, omdat u, indien u elders verzekerd bent, mo gelijk binnenkort weer een schrijven omtrent premie verhoging kunt verwachten. Zowel bij de ouderen als kinderen wordt in de eer ste horizontale kolom aangegeven de huidige premie zonder eigen risico. Van deze premiebedragen en ook alle daaropvolgende bedragen wordt voor de lecfen en begunstigers van de ZLM, die via onze collectieve op jaarbasis zijn verzekerd, 8 korting in mindering gebracht. Verder is op de volgende regels het premietarief genoemd, indien een eigen risico gedragen wordt U kunt dan nog eens het verschil zien in premie tussen zonder en met eigen risico. Daarbij zij opgemerkt dat genoemde eigen risicobedragen uiteraard geen be trekking op de huisartsenhulp hebben en maar voor ƒ125,resp. 250,op de ambulante specialisten hulp. Aan de hand van nevenstaande gegevens kunt u de te betalen premie voor uw gezin bij de Z.H.V. uit rekenen. Daarbij dient u wel te bedenken, dat slechts voor 2 kinderen beneden 16 jaar premie betaald moet worden. Zij, die in loondienst zijn en hun loon of salaris per 1 januari1972 boven de loongrens van 18.800,komt te liggen, vallen dan buiten de verplichte sfeer van de ziekenfondswet. Zij moeten dan maatregelen nemen om zich vrijwillig te verzekeren. Ook voor hen kunnen bovenstaande tarieven een aanwijzing geven. Tenslotte zij opgemerkt, dat de pre mietarieven van de Ver. Ziekenhuisverpleging „Zuid en Noord" (Z.H.V.) per 1 januari a.s. niet worden ver hoogd. Aan de hand van onderstaande tarieven ber>t u dan m staat een premievergelijking te maken. co E o Ouderen boven 16 jr. zonder E.R. met E. R. v. 250 met E. R. v. 500 met E. R. v. 1000 met E. R. v. ƒ1500 Kinderen onder 16 jr. zonder E.R. met E. R. v. 250 met E. R. v. 500 met E. R. v. ƒ1000 met E. R. v. 1500 (E.R. betekent eigen risico). „462 „123 „438 „123 „381 „123 „345 „123 78 78 78 78 78 DE L (Vervolg van pagina 1) Bij verdere aandrang uit de Kamer bleek de minister niet ongenegen een proefneming buiten ruilverkave- lingsverband niet bij voorbaat uit te sluiten. Hij was echter niet bereid in te gaan op suggesties uit de Kamer tot opzetten van een meerjarenprogramma' voor de Grondbank. De bewindsman vreesde, dat aldus het experimentele karakter zou verloren gaan. Over de financiële aspecten van de proef was de bewindsman niet pessimistisch. De middelen van de Stichting Beheer Landbouwgronden, waaruit de proef zal worden gefinancierd, belopen een bedrag (de 5 miljoen voor bosaankopen buiten beschouwing laten de) van 33 miljoen, dat door de mogelijkheid van gespreide betaling in principe dubbele koopkracht heeft. Daarnaast voert de Stichting beheer over een groot areaal landbouwgronden, waarvan het door suc cessieve verkoop vrijkomende geld onmiddellijk op nieuw voor aankopen kan worden gebruikt, een „re volving fund" dus. Minister Lardinois trok hieruit de conclusie dat de Stichting Beheer Landbouwgronden, zo nodig de beschikking heeft over een 100 miljoen, hetgeen dus voldoende ruiimte garandeert voor de Grondbanfcproef. ■Minister Lardinois hanteerde deze financiële argu mentatie in zijn weerwoord in de tweede termijn van het Kamerdebat, ten aanzien van de door de heer Voortman (P.v.d.A.) eni vier anderen, mede door D'66, ondersteunde motie, inhoudende „in de Landbouwbe groting 1972 de subsidie voor ruilverkaveling met 20 miljoen te verminderen en een bedrag van 10 mil joen hiervan ter beschikking te stellen van de Stich ting B?.heer Landbouwgrondenomdat de grondaan koop ten behoeve van de op te richten Grondbank niet noodzakelijk ten laste behoort te komen van de bestaande aktiviteiten van de Stichting Beheer Land bouwgronden". De bewindsman wees er in zijn reactie op deze motie verder op dat 20 miljoen vermindering op ruilverkaveling, temporisering van aktiviteit over het gehele in uitvoering zijnde programma van 600.000 ha teweeg zou brengen. De voortgang van andere dan Landbouwzaken in de Tweede Kamer bracht mede, dat over de motie Voortman c.s., evenals over de goedkeuring van de begroting van Landbouw en Visserij, bij nadere ge legenheid zal worden gestemd. HERZIENING PACHTWET Sinds de laatste Pachtwetwijziging is volgens minis ter Lardinois nieuwe aanpassing aan de maatschappe lijke ontwikkeling hoogst noodzakelijk. Hij stelt zich dan ook voor ogen de aangekondigde herziening van de Pachtwet in d!e loop van 1972 aan de Kamer voor te leggen. Het is de bedoeling essenties, als de sociale kanten van' de Pachtwet, te behouden en daarnaast te zorgen dat ook de pacht als financieringsinstrument gehandhaafd wordt. De wetsherziening beoogt vooral de mobiliteit van de grond te bevorderen. Gedacht kan verder wprden aan het instituut van de erfpacht. Het moet toch mogelijk blijven, aldus de bewindsman, om jonge capabele mensen boer te laten worden op een modern bedrijf zonder dat zij beschikken over een enorm privé-vermogen. LANDINRICHTINGSWET Betreffende de in het kader van het landbouwstruc- tuurbeleid aangekondigde voorbereiding van een Landinrichtingswet verzekerde de minister de Kamer dat met deze wetsindiening niet overhaast te werk zal worden gegaan. Landinrichting is een evolutie van ruilverkaveling, waarmede wat het wetgevende as pect betreft ook eerst ervaring zal worden opgedaan bij de Reconstructiewet voor Midden-Delfland. Even als indertijd met de Ruilverkavelingswet 1954 het ge val is geweest, zal de voorbereiding van de Landin richtingswet jaren in beslag nemen. De minister bleek positief te stajan tegenover het kamperen op de boer derij, al moeten er wel minimale eisen op sanitair en planologisch gebied gesteld worden. rR is aanleiding vandaag eens stil te staan bij de heffing van vennootschapsbelasting van de kleinere verenigingen die op landbouwgebied werk zaam zijn. Wij willen eerst nog even in herinnering brengen dat wij in 1969 een nieuwe wet op de vennoot schapsbelasting hebben gekregen. Ze kwam niet uit de lucht vallen want regering en parlement hadden er 10 jaar over gedaan om die wet tot stand te brengen. Er is eens een schrijver geweest die het verwijt hreeg dat hij er zo lang over deed eer er een boek gereed was om gedrukt te worden. Hij gaf toe dat het altijd erg lang duurde, maar zei hij: ,^Als ze af zijn, zijn het ook kunstwerken". Nu, van deze wet vennoot schapsbelasting kan men dit bezwaarlijk zeggen. De heren IJsselmuiden en Visser, die in 1970 een commen taar erop schreven zeggen in het „Woord vooraf": ,J£r is geen spoor van elegantie te bespeuren in dit werk stuk van de wetgevende macht", en ze vragen: „Kan men het woeste hoofdstuk 8 (van de wet) lezen en gelukkig blijven?" Nu valt dit allemaal nog wel een beetje mee, maar als men dit alles leest wordt men er sterk aan her innerd dat wetten maken ook maar mensenwerk is, ook al heeft de Griekse wijsgeer Plato aan het begin van zijn boek „Wetten" gezegd dat ze van de goden komen! /V. 17 naar de kleine landbouwcoöperaties en andere verenigingen op landbouwgebied. In de genoem de wet komt de bepaling voor, dat lichamen die werk zaam zijn o.a. op het gebied van de landbouw en de onderlinge schadeverzekering vrijgesteld zijn van de vennootschapsbelasting als zij voldoen aan bepaalde voorwaarden. In de eerste plaats staat in de wet de voorwaarde dat bij deze lichamen het streven naar winst geheel moet ontbreken of maar van bijkomstige betekenis map zijn. In het Uitvoeringsbesluit Vennoot schapsbelasting 1971 zijn voor de genoemde lichamen de eisen voor vrijstelling nader gepreciseerd. Ten eerste is de vrijstelling alleen van toepassing als, indien er winst wordt behaald, deze in het jaar waar van moet worden bezien of de vrijstelling geldt, en in elk van de voorafgaande twee jaren niet meer bedraagt dan 5.000,Dit cijfer houdt natuurlijk verband met het feit dat bij coöperatieve verenigingen die uit delingen uit de winst doen, ook als zij niet zijn vrij gesteld, toch de eerste 5.000,aan winst niet wordt belast. In de tweede plaats geldt voor de lichamen dus de coöperatieve of andere verenigingen die werkzaam zijn op landbouwg ebied dat hun doel, dat in de statuten wordt omschreven en ook hun feitelijke werkzaam heden uitsluitend of nagenoeg uitsluitend mogen uit geoefend worden ten behoeve van hun aandeelhouders, leden, deelnemers of deelgerechtigden De term „nagenoeg uitsluitend" wordt in de praktijk utgelegd als dit voor tenminste 90 het geval is. HHENSLOTTE worden er nog eisen gesteld aan de grootte van het vermogen. Deze eisen verschillen nog naar de aard van de werkzaamheden, zo men wil van het bedrijf, dat het lichaam uitoefent. Voor lichamen die bedrijfsmiddelen exploiteren geldt dat de WAARDE VAN DE BEZITTINGEN in het jaar zelf en de twee daaraan voorafgaande jaren een bedrag van f 100.000,niet te boven mag gaan. Dit bedrag geldt dus o.a. voor werktuigencoöperaties, sproeiverenigingen enzovoorts. Voor een z.g. werkgeversvereniging, een vereniging dus die arbeidskrachten beschikbaar stelt en voor aan koopverenigingen van landboviwbenodigdheden geldt de vrijstelling alleen als het VERMOGEN een bedrag van f 10.000,niet te boven gaat. Hetzelfde bedrag is van toepassing voor Uchamen die van leden-pluimveehouders eieren aankopen of ver zamelen. Een onderlinge schadeverzekeringsmaatschappij mag behalve wat over de winst gezegd is ook niet meer bezittingen hebben, f 100.000,over dezelfde periode bekeken, als de werktuigen/verenigingen en dergelijke. Tenslotte geldt de vrijstelling voor lichamen die de verbetering van het landbowwpaard in Nederland ten doel hebben en dat ook in feite nastreven. Zij mogen hun winst uitsluitend aanwenden ten bate van de paar denfokkerij in Nederland of een algemeen belang, be halve een uitkering van ten hoogste 5 per jaar over gestort kapitaal of inleggelden. Het was deze week nogal een technisch verhaal. Aan bestuurders en leden van de kleinere verenigingen die op landbouwgebied werken wilden wij de hierboven staande informatie toch doorgeven. PAAUWE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 3