De aardappelsituatie 11 Onder druk van een grote bruto- oogst in de EJE.G. en mede door Franse (export) subsidiemaatrege len, met daartegenover een geringe vraag in derde landen, lijkt een spoedige verbetering van de con sumptie-aardappelmark t niet waar schijnlijk. De verdere marktontwik keling zal voornamelijk bepaald worden door de kwaliteit en hemd- baarheid en door de omvang van de exportmogelijkheden naar derde landen later in bet seizoen. Denaar verhouding gunstige voeraardappel- prijzen in aanmerking nemende kunnen kwalitatief minder goede partijen beter spoedig als veevoe der worden afgezet. Dit bespaart tevens overbodige bewaarkosten VOORLOPIGE OOGSTRAMING |\E resultaten van de op 10 september j.l. gehouden voorlopige oogstrammgen zijn weer hoger dan de gunstige opbrengsten die vorige jaren reeds bereikt werden. De volgende cijfers geven hiervan een beeld. Opbrengsten per ha Kleiaardappelen /and aardappelen 1971 (voorlopig) 1970 1969 1968 Gemiddeld 1960 t/m '64 Gemiddeld 1965 t/m '69 bruto netto bruto netto 38 ton 33,5 ton 37 ton 39 ton 34.2 ton 30,2 ton 35.3 ton 28,6 ton 29.4 ton 24,3 ton 33,6 ton 28,1 ton 31 ton 26 ton 32 ton 25 ton 28,9 ton 23,6 ton 29,9 ton 23,3 ton 28,5 ton 23,1 ton 29 ton 23,1 ton Het prijspeil van consumptieaardappelen verloopt dit najaar bijzonder onbevredigend. Waren de groot- handelsprijzen in september j.l. iets. aangetrokken, oktober laat een geleidelijke daling zien. Uitgezonderd enkele specifieke binnenlandse rassen als Eigenheimer. Uit de cijfers die het Produktschap voor Aardappelen geeft over de doorsnee noteringen op de Rotterdamse beurs af laadplaats in het land per 100 kg de afgelopen weken blijkt eens te meer de ongunstige gang van zaken in de consumptieaardappelsector. 6 sept 27 sept 11 okt 18 «At Bintje 35/50-55 7,50 9,90 9,25 9,25 Bintje 40/opw. 8,75 10,50 10,9,75 Bintje 45/opw. (It.) f 10,75 10,25 10, Bintje 50-55/opw. 8,75 9,75 9,50 9,25 Eigenheimer 40/opw. 13,15,15,50 15,50 Voeraardappelen 4,75 5,50 6,5,75 Niettegenstaande er regelmatig import van voer aardappelen uit W.-Duitsland, Frankrijk en België plaatsvindt, zijn de voeraardappelprijzen voor deze tijd van het jaar bepaald niet ongunstig. Vandaar dat minder goede partijen beter als veevoeder kunnen worden afgezet waardoor onnodige bewaarkosten ver meden kunnen worden. AOK bij vergelijking van de doorsnee noteringen per half oktober met die van de afgelopen jaren blijkt hoe onbevredigend dit naiaar het prijspeil is. 1971 1970 1969 1968 1967 Bintje 35/50-55 9,25 ƒ12,— ƒ20,— ƒ13,50 9,25 Bintje 40/opw. 9,75 ƒ11,75 ƒ20,75 ƒ14,75 ƒ10,25 Bintje 50-55/opw. 9,25 ƒ11,25 ƒ20,50 ƒ14,50 ƒ11,— Eigenheimer 40/opw. ƒ15,50 ƒ21,— ƒ25,— ƒ18,— ƒ13,75 Voer aardappelen 5,75 4,75 4,50 3,25 3, Daarbij valt het od dat deze herfst het verschil tussen de telersprijs (voor ongesorteerde consumptie aardappelen) en de groothandelsprijs abnormaal klein is; kleiner dan op grond van het geringere uitschot- percentage en de sorteerkosten verklaarbaar is. Dit houdt in, dat het collecterend afzetapparaat terwille van de afzetrelaties de continuïteit in hun bedrijf veelal met verlies werken. De terughoudendheid' van de telers 'bij hun verkopen is hiervan de voornaamste oorzaak. Van een ruim aanbod zoals bij een laag en dalend prijspeil nogal eens voorkomt, is dit najaar geen sprake. Aangenomen kan worden dat afgezien van teeltkontrakt- en coöperatie-aardappelen thans een groter deel van de oogst in handen van de telers is dan in deze tijd van het jaar gebruikelijk is. De termi/nmarfctnoteringen, waarin de verwachtin gen van het bedrijfsleven tot uitdrukking komen, tonen aan dat er over de verdere marktontwikkeling nogal onzekerheid bestaat. Termijnmarktn oteringen voor Bintje 40/opw. op april Gewogen gemiddelde weekprijs in: 1971 1970 1969 1968 2de week juli 15,60 18,25 16,35 13,95 2de week augustus 13,80 16,50 24,25 15,05 2de week september 14,14,55 23,70 12,75 2de week oktober 14,25 13,20 31,25 17,— 3de week oktober 13,40 32,20 17,25 De consumentenprijzen in de grote steden waren oer half oktober volgens de steekproef van de stede lijke statistiekbureaux de prijzen te Amsterdam voor Bintje 32 (24-39) et/kg en in Den Haag op 27 (1935) ct/kg. Voor Eigenheimer lagen deze prijzen resp. op 40 (34—46) ct/kg voor Amsterdam en op 34 (2939) ct/kg voor Den Haag. In vergelijking tot de telersprijzen zijn de consumen tenprijzen hoog waarbij in aanmerking dient te worden genomen dat thans overwegend kleinverpakte en voor een geringer deel gewassen aardappelen worden ver kocht. Ook dat de winkelomzet steeds dalende is door een kleiner wordende consumptie van verse aard appelen. Een andere factor van betekenis is, dat in toe nemende mate aardappelen rechtstreeks van telers, en on andere wijze buiten d<e winkels om, worden gekocht. Kleiaardappeleii aandeel Zandaardappelen aandeel tonnen tonnen Groningen 126.650 6 5.030 1 Friesland 137.400 6 10.000 2 Drenthe 640 58.080 13 Overijssel 1.400 36.590 8 N.O.P. 267.410 12 i O. Flevoland 259.340 12 Gelderland 40.050 2 54.260 12 Utrecht 2.680 i 2.610 1 Noord-Holland 308.000 14 12.280 3 Zuid-Holland 379.240 17 1.930 Zeeland 456.930 20 990 Noord-Brabant 194.120 9 196.550 42 Limburg 58.740 2 84.500 18 Nederland 2.232.600 100 462.820 100 Nederland België/Luxemburg W.-Duitsland Frankrijk Italië Oppervlakten In de E.E.G. X 1.000 ha 1967 1968 1969 1970 1971 138 147 145 158 154 65 58 46 48 45 707 659 589 597 556 531 470 419 412 401 339 319 306 320 312 1.535 86 1.468 82 De pootaardappelen en vroege aardappelen zijn by deze cijfers inbegrepen. Vooral de ha-opbrengst van de kleiaardappelen steekt zeer gunstig af bij die van de voorafgaande jaren. Het percentage uitschot dat dit jaar voorlopig is geraamd, is laag. Uitschotpercentages van de bruto-opbrengst Kleiaardappelen Zandaardappelen 1971 (voorlopig) 12,5 16,1 1970 20,9 21,4 1969 11,7,% 18,2% 1968 19 21,8 Door de specialisatie van de aardappelteelt, die onder meer tot uitdrukking komt in grotere opper vlakten per bedrijf, wordt met alleen de ha-opbrengst gunstig beïnvloed, maar ook het percentage uitschot. Dit laatste komt vooral op de zandgronden, waar de teelt van industrieaardappelen zich geleidelijk uit breidt, duidelijk naar voren. De netto - d.w.z. de marktwaardige - totaalopbreng sten die dit jaar voorlopig zijn geraamd geven in ver gelijking tot voorgaande jaren het volgende beeld. Totaal netto-opbrengsten consumptie- en pootaardappelen X 1.000 ton Kleiaardappelen Zandaardappelen Samen 1971 (voorlopig) 2.232 463 2.695 1970 2.013 542 2.555 1969 1.897 472 2.369 1968 1.909 513 2.422 1967 2.011 632 2.643 Hieruit blijkt dat dit jaar 219.000 ton klei-aard- appelen meer en 79.000 ton zandaardappelen minder zijn geraamd dan vorig jaar. Voor klei- en zandaard appelen tezamen zou de oogst dit jaar 140.000 ton groter zijn dan vorig jaar en ongeveer gelijk aan oogst 1967. De definitieve oogstraming kan omstreeks half november bekend zijn. In praktijkkringen overheerst de mening dat de definitieve raming wat lager zal uit komen dan de voorlopige raming. Raming netto-opbrengsten per provincie/gebied Consumptie- en pootaardappelen E.E.G. 1.780 1.653 1.505 In verhouding 100 93 85 zonder kleine perceeltjes. De cyters hebben betrekking od alle aardappelen. Bekend is dat de doelgerichte voeraardappelteelt in deze jaren nogal is ingekrompen, terwijl de teelt van fabrieksaardappelen (zetmeel en alcohol) vooral in ons land en in W.-Duitsland is uitgebreid. Van de opbrengsten in de E.E.G. zijn de cijfers nog niet geheel volledig of nog zeer voorlopig. De volgende cijfers worden daarom onder het nodige voorbehoud gegeven. Bruto E.E.G.-opbrengsten (zeer voorlopig) X 1000 ton Nederland België/Luxemburg W.-Duitsland Frankrijk Italië 1968 1969 1970 1971 5.045 4.700 5.650 5.700 1.625 1.480 1.660 1.560 19.196 15.985 16.250 15.200 10.033 9.030 8.740 9.070 3.960 3.975 3.840 3.630 39.859 35.170 36.140 35.160 24,1 t. 23.3 t. 23,5 t. 23,9 t. De kwaliteit van de aardappelen liet zich aanvanke lijk uitzonderlijk goed aanzien, vooral wat betreft de vorm van de aardappelen en het lage uitschot. Door het zeer droge weer hebben echter een aantal partijen by het oogsten beschadigingen opgelopen. Het laat zich bovendien aanzien dat de blauwgevoeligheid groter is dan van de vorige oogst. Voor onze afzet en dus ook voor de prijsvorming is het nodig dat telers en handel zorgvuldig te werk gaan bij de bewerking en het transport en er naar streven de meest gevoelige partijen tijdig te ruimen. EXPORT De export van de nieuwe oogst is in september, toen 47.000 ton is uitgevoerd, op gang gekomen. Het export tempo wordt geleidelijk aan wat hoger. Van 1 t/m 8 oktober zijn 16.000 ton aardappelen uitgevoerd. De ontwikkeling van de export wordt in hoofdzaak bepaald door de aardappelpositie in het buitenland, zowel binnen als buiten de E.E.G. Volgens nog zeer voorlopige cijfers is het E.E.G.-areaal met ca. 67.000 ha of 4 Mi ingekrompen. Totaal Opbrengst per ha De ervaring leert dat de definitieve oogstcijfers het beeld van de voorlopige oogstraming niet wezenlijk veranderen. Het doet eigenaardig aan dat de gemid delde bruto ha-opbrengsten in de E.E.G. in deze vijf jaren zeer kleine verschillen te zien geven, t.w. van 23,3 tot 24,1 ton. Of deze verschillen toevallig werkelijk zo klein zijn of dat de oogstcijfers onvoldoende be trouwbaar zijn om op grond daarvan de marktsituatie te beoordelen, is niet te zeggen. Zoals de ervaring in eigen land heeft geleerd is het niet eenvoudig een goede oogstraming voor aardappelen te maken. SITUATIE ELDERS AVER de situatie in de afzonderlijke landen kan het volgende worden opgemerkt. In W.-Duitsland komt de ruim 1 miljoen ton kleinere oogst overeen met de areaalinkrimping van 7 De ha-opbrengst van 27,4 ton is zelfs nog iets hoger dan de opbrengsten van de twee vorige jaren toen deze op 27,2 ton was geraamd. Frankrijk heeft bij een 3 kleiner areaal de ha- opbrengst IVi ton hoger geraamd dan vorig jaar. De totale oogst zou ruim 300.000 ton groter zijn. De pryzen zijn laag. Op de export naar derde landen zou een exportsubsidie worden gegeven. Volgens niet officieel bevestigde berichten zou voor dit doel en voor sub sidie op het drogen van aardappelen. 11 miljoen gul den door de Staat beschikbaar zijn gesteld. De ex portsubsidie zou van geval tot geval kunnen verschil len, maar op reeds gedane transacties zou ca. 4, per 100 kg zijn gegeven. Met deze subsidie kan de import behoefte op de derde lan den-markt niet wor den vergroot, maar wel wordt het internationale prijspeil erdoor gedrukt. Het enige doel is om landen die anders niet in Frankrijk zouden kopen, maar b.v. in Nederland of België, over te halen wél in Frankrijk te kopen. Dit niettegenstaande bij de afzetproblemen met oogst 1967 in EJELG.-verband is afgesproken dat de landen geen exportsubsidie meer zouden geven zonder, ge meenschappelijk overleg vooraf. Wat betreft de export naar de E.E.G.-partnerlanden hoort men uit het bedrijfsleven nogal eens de mening dat de Franse verkoopprijzen lager zyn dan op grond van de Franse noteringen plus de kosten van embal lage, transport e.d. mogelijk geacht moet worden. Intussen is aangekondigd dat in het binnenland de minimummaat op 40 mm wordt gesteld en de maxi- mummaat op 70 mm. Ook op deze wijze hoopt men de markt te steunen. De kwaliteit van de Franse oogst zou in veel gevallen te wensen overlaten. Behalve groen zou er door de droge rooi-omstandigheden nogal beschadiging en blauw voorkomen. De Belgische oogstraming is nog niet bekend, waar om deze mede op grond van het ca. 7 kleinere areaal naar verhouding (d.w.z. 100.000 ton) lager is aangeno men. De marktsituatie is daar uiteraard eveneens slecht. De export is 'beperkt en voornamelijk gericht op Italië en W.-Duitsland. In ons land komen nog wat voeraardappelen binnen en soms ook nog partijen con sumptie/industrieaardappelen. Daartegenover staat dat uit Nederland (vnl. Z.-Vlaanderen) en Frankrijk aardappelen worden ingevoerd. Italië is dit jaar vroeg met de import begonnen. Frankrijk is verreweg de grootste leverancier, daarop volgen Zwitserland, Nederland en België. Hoewel dit uit de eerste oogstraming niet duidelijk blykt, zou de oogst gedrukt zijn door droogte. Aan Nederlandse aardappelen wordt de voorkeur gegeven, maar het prijsverschil met de Franse en Zwitserse Bintje be draagt meerdere guldens per 100 kg als gevolg waar van ons aandeel op de Italiaanse markt naar ver houding van de totale invoer toch nog gering is. Zwitserland heeft zeer hoge ha-opbrengsten en zal op de Italiaanse markt waarschijnlijk een ernstige con current blijven. De Zwitserse exportprijzen worden af gesteld op die van Frankrijk en Nederland, wat als regel, en zeker dit najaar, inhoudt dat een hoge export subsidie wordt gegeven om het verschil met de telers- garantieprijs plus kosten en invoerrechten te over bruggen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 11