VERZEKERINGSINSTELLINGEN
VAN DE ZLM
Omzetting polissen
dient voor I november
te geschieden
Rijks- en -landbouwbegroting
en parlementaire behandeling
3
PRIMA OP TIJD
UW VOERTUIGENPARK KONTROLEREN
Evenals vorige jaren willen wij ook nu de verzekerden
bij de O.VM. er op attenderen, dat voor 1 november a.s.
aan ons kantoor dient te worden opgegeven of men de
all-risks verzekering van een bepaald object per 1 januari
1972 wenst om te zetten in een WA. verzekering.
Aan deze datum moeten wij strikt de hand houden
omdat voor 15 november a.s. alle korrekties bekend moe
ten zijn om de gegevens in de computer te kunnen ver
werken.
Dit betekent, dat verzoeken voor omzettingen, welke
ons na 1 november a.s. bereiken, niet meer in behande
ling kunnen worden genomen.
Dit lijkt wat ambtelijk maar op de keper beschouwd is
het geen onredelijk verzoek. U als verzekerde heeft al
maanden lang de vraag all-risks voortzetten of alleen
WA. kunnen overwegen en beantwoorden.
Wij willen hier nadrukkelijk verklaren, dat ons jaar
lijks terugkerende verzoek toch wel goed werkt. Dank
u wel verzekerden! Uiteraard zijn er ieder jaar weer
laatkomers maar in het algemeen houdt men zich aan
voornoemde spelregels.
Dit is daarom zo plezierig omdat daardoor een massa
extra werk, rompslomp en ook wel boze telefoontjes,
dus tijd en geld', worden bespaard.
Of het gewenst is een all-risks verzekering om te zet
ten in een WA. verzekering valt niet met een paar zin
nen te omschrijven.
Uiteraard is het zo, dat de lage premies van onze
O.V.M. een all-risks verzekering veel langer rechtvaar
digen. Indien u dan bovendien nog 40 korting geniet
en toch van plan bent de auto of ander object volgend
jaar om te ruilen tegen een nieuwe is de beslissing al
heel eenvoudig.
WAT VAN BELANG IS
Van groot belang is tevens of de O.V.M. van de ZLM
haar premietarieven per 1 januari 1972 gaat herzien.
U hebt intussen via televisie, radio en dagbladen ver
nomen, dat de partikuliere verzekeraars hebben besloten
de premietarieven WA en all risks drastisch te verhogen,
ingaande 1 november 1971. Wat de ZLM gaat dioen is
nog niet exact te zeggen. Waarschijnlijk is een geringe
verhoging van de premietarieven voor personen- en
bestelwagens gewenst. Het verschil tussen onze tarieven
en die van partikuliere verzekeraars zal in ieder geval
weer veel groter worden.
Een duidelijke zaak is o.i. dat een oud object, waar
van de waarde 500,of minder bedraagt, en waar
mede men voorlopig nog blijft rijden alleen W.A. ver
zekerd moet zijn.
Gezien de mededeling over de premiestelling kan
het er voor een aantal verzekerden nog wel
eens inzitten om hun lopende WA. verzekering voor een
betrekkelijk nieuwe wagen per 1 januari 1972 om te
zetten in een all-risks. Ook dit willen wij dan gaarne
voor 1 november a.s. weten.
Wij gaan u bovendien verzoeken voor I november a.s.
te kontroleren of uw motorvoertuigen wel allemaal zijn
verzekerd en/of er soms nog voertuigen van u verzekerd
zijn welke al een tijd geleden door u zijn verkocht of
opgeruimd.
Het kan ook zijn, dat u verzuimde een vervangend
voertuig aan ons op te geven.
De vraag lijkt op het eerste gezicht wat overbodig.
Toch zouden wij niet gaarne een diner weggeven aan al
diegenen, die b.v. nog premie betalen voor een object
dat zij al lang niet meer bezitten (goede klanten) of met
een voertuig rijden, dat niet verzekerd is terwijl zij van
gedachten zijn, dat het wel werd opgegeven.
Daarom ons advies: kijkt u voor 1 november a.s. toch
maar even uw verzekerd bestand na.
Voor u en voor ons kan dit alleen maar narigheid be
sparen.
DENK OM BIETENSLIK
De bietencampagne is onder bijzonder gunstige om
standigheden van start gegaan. Dit betekent, dat er mo
menteel geen slik op de weg komt. Zodra het echter één
flinke bui regent zijn die bietensporen direkt te volgen.
Dit betekent slipgevaar. Nu schrijft de Wet voor, dat het
slik onmiddellijk van de weg verwijderd moet worden.
Het mag althans geen gevaar opleveren voor andere weg
gebruikers. Behalve een fikse boete zit er tevens het ge
vaar aan vast, dat derden bij zo'n slippartij letsel oplopen.
Mocht het dus nog eens regenen let u dan vooral op het
achterlaten van sliksporen.
Anderzijds willen wij alle autobezitters wijzen op het
gevaar de komende najaars- en winterperiode in te gaan
met gladde banden. Ook daarvoor zijn wettelijke voor
schriften. Maar afgezien daarvan, is het altijd nog gezon
der de banden tijdig te verwisselen dan in het ziekenhuis
tot de konklusie te moeten komen, dat u daarmee juist
te laat was!
de L.
PRIJSVRAAG LAND- EN TUINBOUWMECHANISATIE
INZENDINGEN NOG MOGELIJK
TOT 15 NOVEMBER
Tot 15 november kan men nog ontwerpen inzenden
voor de Prijsvraag Land- en Tuinbouwmechanisatie,
die ter gelegenheid van de Land- en Tuinbouw RAI
72 (17 t/m 22 januari) onder auspiciën van de Fede
ratie Het Landbouwwerktuig, wordt georganiseerd
door RAI Gebouw N.V.
Er is een totaalbedrag van ƒ12.000 aan prijzen be
schikbaar. Aan de prijsvraag kan door iedereen wor
den deelgenomen, individueel of in groepsverband.
Deelnemers dienen ontwerpen in te zenden van hulp
middelen, die door anderen kunnen worden toegepast
en die kunnen bijdragen tot nieuwe, betere, arbeids
besparende en/of arbeidsverlichtende werkmethoden
in land- en tuinbouw.
In dit verband wordt gedacht aan machines, werk
tuigen, installaties, kassen, gebouwen e.d. De inzen
dingen zullen worden beoordeeld door een jury uit
prof. ir. G. J. Quast, ir. F. Coolman, ir. J. Crucq, ir. J.
Groenendijk, ir. J. A. Stender en ir. L. H. Huisman,
allen te Wageningen.
De vorige prijsvraag heeft voor verschillende inzen
ders van prijswinnende en bekroonde ontwerpen tot
fraaie successen geleid. Van een sla-oogstwagen zijn
In een schrijven aan de voorzitters van de Tweede
Kamerfracties van de Politieke Partijen heeft het Land
bouwschap zijn standpunten geformuleerd over de Land
bouwbegroting 1972, opdat daarmede bij de parlemen
taire behandeling van de Rijksbegroting rekening gehou
den kan worden. Het Landbouwschap wijst er o.m. op
dat de landbouw ernstig heeft geleden onder de inflatoire
ontwikkelingen. Door de structureel zwakke marktpositie
van de agrarische produktcn kan de landbouw zich tegen
deze inflatietendenzen niet verweren. Over de laatste
3 jaren zijn deze inkomens in de land- en tuinbouw ge-
middielr met 4l/2 per jaar achtergebleven bij de ove
rige sectoren van het bedrijfsleven, hetgeen in feite een
stijging van 8 had moeten zijn. Per saldo is reeds een
verschil van 23l/2 ontstaan. De prijsdaling doet zich
er 145 gemaakt en verkocht; van een papierserveerder
voor de bollen- en bloementeelt 100. Verder heeft een
lopende band voor gebruik in kassen vooral in Noord-
Brabant ingang gevonden en vinden ook een poot-
aardappel-ontsmettingsmachine, een stroverdeler en
een loofafsla-apparaat op ruime schaal toepassing.
De prijsuitreiking zal plaats vinden tijdens de Land
en Tuinbouw RAI. Nadere inlichtingen worden verkre
gen bij RAI Gebouw N.V., Europaplein 8, Amsterdam
(tel. 020—730641, toestel 126).
vooral voor bij de landbouwprodukten als aardappelen,
varkensvlees en pluimvee en eieren, die o.m. buiten de
EEG-prijsregelingen vallen.
Bij een vergelijking van de hoofdlijnen van het rege
ringsbeleid op het gebied van die landbouw en de hoofd
lijnen uit het meerjarenplan van het Landbouwschap
blijkt dat een aantal onderdelen uit het Meerjarenpro
gramma in de Rijksbegroting voorkomt, welke echter
door de beperking van financiële middelen niet of slechts
ten dele worden gerealiseerd.
Zo neemt de landbouwbegroting in omvang met 4
toe, terwijl dit percentage voor de Rijksbegroting SV2
bedraagt. De aktiviteiten van het Ontwikkelings- en
Saneringsfonds worden wat betreft de sanering voort
gezet, terwijl er voor het ontwikkelingsgedeelte niet
meer ruimte komt; de rentesubsidies moeten kennelijk
wachten op de EEG-besluiten over de structuurpolitiek!
Ook de grondbankproef wordt naar omvang te beperkt
voorgésteld en het ruilverkavelingsbeleid door de be
vriezing van de gelden beperkt. Daarbij zal de financiële
armslag van die Stichting Beheer Landbouwgronden ver
minderd worden. Door de besnoeiing van de uitgaven
komt ook de door de regering voorgestelde landinrich
tingswet in het gedrang. Tenslotte is ook teleurstellend
het voorstel, hoewel de regering aandacht besteedt aan
de afzet van landbouwprodukten, om die overheidsbijdra
ge voor exportbevordering te bevriezen.
ZELFSTANDIGENAFTREK
PïE fiscale positie van de zelfstandige staat tegen-
ivoor dig in de belangstelling. Het rapport van
de Commissie van Soest komt tot de conclusie dat met
betrekking tot de maatregelen voor oudendagsvoor-
ziening de zelfstandige sterk achterstaat bij de loon
trekkende.
In het regeringsakkoord staat dat op basis van dat
rapport maatregelen getroffen zullen worden. Het is
niet zo dat dit rapport zonder meer gevolgd zal worden.
Er zal gematigd worden. Er zullen variaties worden
aangebracht. Dat alles vereist uiteraard weer studie
en voor 1973 hebben wij niet te verwachten dat voor
deze materie een wettelijke regeling getroffen zal zijn.
Nu is er in 1971 wel een zekere verlichting met be
trekking tot de belastingdruk voor de zelfstandige, mits
hij investeringen doet. Als hij in dot jaar voor meer
dan 2.000heeft geïnvesteerd in duurzame produk-
tiemiddelen krijgt hij een aftrek op de winst van dat
jaar van 10 van de investering.
Voor mensen met een uyinst die hoger is dan
f 60.000,wordt de aftrek lager. Als die winst meer
dan 60 mille is de aftrek 8 meer dan f 70.000,is
ze 6 bij f 80.000,en f 90.000,wordt 4 en 2
en bij winsten van meer dan een ton vervalt ze hele
maal.
rR is nu een wetsontwerp ingediend om deze af-
trekregeling voor 1972 te wijzigen. Deze wijzi
ging heeft betrekking op twee punten.
Ie. de aftrekpercentages worden verhoogd met een
kwart, dus 10% wordt 12XA 8 wordt 10
enz.
2e. Er komt een minimumaftrek van 300,
Met deze laatste wijziging wordt bereikt dat ook de
kleine zelfstandige die met zijn investeringen beneden
de f 2.000,grens blijft, niettemin een aftrek genieten
gaat. Gezien de bedoeling van de regeling is dit zeker
billijk.
Of het billijk is de zelfstandigenaftrek op de manier
zoals nu gebeurd te koppelen aan de hoogte van het
inkomen boven een bepaald bedrag is een andere vraag.
Wij zetten hier wel vraagtekens.
Daarbij moeten wij er rekening mee houden, dat be
drijven met hoge winsten dikwijls ook hoge investerin
gen moeten doen. Van de ondernemer worden hoge
belastingen gevraagd. Ook die bedrijven en die onder
nemers hebben het niet gemakkelijk onder de druk
van de Nederlandse belastingen anno 1971. Onder de
boeren kom je overigens deze inkomens maar weinig
tegen. Daar zijn de prijzen niet naar!
VERMOGENSBELASTING
HET tarief van de vermogensbelasting bedraagt
volgens art. 14 van de wet vermogensbelasting
f 5,per f 1.000,vermogen. Sedert 1966 is er echter
een tijdelijke verhoging tot f 6,per f 1.000,Die zou
in 1971 aflopen.
Nu is er niets blijvender dan tijdelijke verhogingen
van belastingen. Het is daarom niet te verwonderen
dat er een regeringsvoorstel is ingediend om die extra
gulden per duizend 2 jaar langer te heffen. Dit te
billijken is natuurlijk heel iets anders.
De vermogensbelasting is naar onze mening in zijn
tegenwoordige vorm uit de tijd. Speciaal met betrek
king tot gronden kleven er zeer grote bezwaren aan,
omdat de rendementswaar de van grond ver beneden
de verkoopwaarde ligt. Dat is een maatschappelijke
werkelijkheid, waarmee in de huidige wetsbepalingen-
niet wordt gerekend, al heeft o.i. de rechtspraak er
wel oog voor.
Op het Devartement van Financiën is men op de
vermogensbelasting aan het studeren. Ook op de moge
lijkheid van een belasting op vermogenswinsten. Als
er een dergelijke belasting komt zal dit invloed hebben
op de heffing zowel van inkomstenbelasting als van
vermogensbelasting. Deze studie zal zeker niet klaar
komen voor het einde van 1972. Het zijn nu eenmaal
moeilijke vraagstukken. Er zullen mensen zijn die zeg
gen dat „ze" het allemaal veel te ingewikkeld maken.
Deze mensen hebben niet helemaal ongelijk. Alleen,
als er een regeling komt, proberen wij allemaal er
mazen in te ontdekken, om er tussendoor te kruipen.
Dat is ieders goed recht! Maar het betekent wel dat
iedereen eraan meewerkt om de eenvoud verre te
houden. Dat moeten wij ook willen weten. TTTTr_
PAAUWE.