P. J. Zuid - Geluid HET BOEDDHISME Fijnaart en het Boeddhisme Jongerenaktiviteiten 18 Onder redaktie van: H. A. HARDERWIJK Inleiding- De afdeling Fijnaart belegde vrij dagavond j.l. een bijeenkomst rond het onderwerp: „het Boeddhisme". De aanwezigen hebben ongetwij feld genoten van de boeiende in leiding door drs. J. de Kort Inte ressant en boeiend, omdat de in leider duidelijke verbindingen wist te leggen tussen het boeddhisme en een aantal verschijnselen in onze huidige maatschappij zoals: de hip pies, de groeiende belangstelling van vooral de jongeren voor de oos terse mystiek, de yoga, enz. Tevens werd duidelijk, waarom ontwikke- lingssamenwerkingsprojekten - naar westerse begrippen - zo eindeloos traag op gang komen. De inhoud van de inleiding leek ons interes sant genoeg om hem verkort weer te geven in deze rubriek. Boeddha (560480 v. Chr.) was een vorstenzoon uit de stand van de krijgers, afkomstig uit noord oost India. Van zijn leven is weinig met zekerheid te zeggen, alles is gehuld in legenden. Dat is trouwens ook niet belangrijk: voor de gelovige boeddhist maakt het niet veel uit of alles echt gebeurd is. Daarom ver tellen we het leven van Boeddha volgens de meest gangbare legende. Nadat zijn moeder op wonderlijke wijze in verwachting was geraakt, werd onder veel bijzondere gebeurtenissen een jongen geboren, dit zij Siddharta (hy wiens doel bereikt is) Gautama (fami lienaam) noemde. Hij werd opgevoed in zorgeloos heid en weelde, alle ellende en lijden werd van hem weggehouden. Zijn leven loopt voorspoedig, hij trouwt en krygt een zoon, en alles is in orde. Maar op een rondrit door de stad ziet hij een oude man en, omdat hy nooit zoiets gezien heeft, komt hij diep onder de indruk en denkt na. Op andere ritten ziet hy een zieke en een dode. Daardoor raakt hij nog meer onder de indruk van het lijden van de mens. Als hij later een monnik ontmoet, met wie hij een gesprek heeft, besluit hij zijn weelde en rust op te geven en verlaat het paleis. Hij gaat in de leer bij een paar brahmanen, die hem onderwijzen in yoga en meditatie, maar het bevalt hem niet. Dan sluit hij zich aan bij een 5-tal asketen, die in strenge afzonde ring leven. Siddharta volgt hen na, maar na een tijd van zware vasten begeeft zijn lichaam het. Op ster ven na dood ligt hij op de grond en ziet in, dat de askese de mens uiteindelijk schaadt. Hij eet weer, tot grote ergernis van de 5 andere kluizenaars, vertrekt en neemt plaats ergens onder een boom om te medi teren. Hij is nu dicht by de „ontwaking/verlichting" en de boze godheid Mara probeert op alle mogelijke manieren hem te verleiden (parallellen met het bij- belverhaal-Jezus in de woestijn). Maar Siddharta houdt stand en bereikt de verlichting. Nu is hij de Boeddha, de Verlichte, die het hele bestaan doorziet, zijn vroegere levens en het ontstaan van het lijden. Aanvankelijk aarzelt hij zijn nieuw ontdekte inzich ten mee te delen aan die mensen: zullen ze het wel begrypen? Maar hij besluit het toch te doen en ver telt het allereerst de 5 asketen; zij bekeren zich di- rekt. Boeddha trekt nu rond, levend van aalmoezen, die de mensen hem geven. Zijn aanhang is groot, mensen van allerlei soort en van elke kaste volgen hem, koningen geven hem geschenken en een trouwe groep leerling is altyd bij hem, onder wie zijn lieve lingsleerling Ananda. Na veel jaren, als hij zijn einde voelt naderen, gaat hy weer in meditatie verzonken zitten en na laatste gesprekken met Ananda gaat hij op in het Nirwana. Zyn lichaam wordt verbrand en de as wordt verdeeld over acht plaatsen, waar later heiligdommen stoepa's) worden gebouwd. DE LEER VAN BOEDDHA De leer van Boeddha is heel praktisch gericht. Vra gen als: bestaat er een god? wat is de hemel? wat is de zin van het leven? enz., beantwoordt hij niet. Hij vergelijkt iemand, die zulke vragen stelt met een man, die door een giftige pijl getroffen is maar die, als zyn vrienden de pyl willen verwijderen, zegt: nee, ik wil eerst weten wie de pijl geschoten heeft, hoe oud 'hy is, hoe hy eruit ziet, wat voor vergif het is, van wat voor hout de pijl gemaakt is. Voor hij dit weet is hij dood. Een van de hoogtepunten van boeddha's leer is die van de vier edele waarheden en het achtvoudige pad: „Dit nu, o monniken, is de edele waarheid van het leed: geboorte is leed, ziekte is leed, sterven is leed, vereniging met die ons lief zijn is leed, scheiding van wie ons lief zijn is leed, niet verkrijgen van wat men wenst is leed, in het kort, gehechtheid aan de vijf elementen van het bestaan is leed. Dit nu, o monniken, is de edele waarheid van het ontstaan van het leed: het is de dorst naar weder geboorte, verenigd met vreugd en hartstocht, die alom genot zoekt, namelijk de dorst naar zingenot, de dorst naar bestaan, de dorst naar macht. Dit nu, o monniken, is de edele waarheid van de opheffing van het leed: de volkomen opheffing van die dorst door vernietiging der driften, hem laten varen, hem prijsgeven, hem opgeven, hem geen plaats geven. Dit nu, o monniken, is de edele waarheid van het pad dat voert naar de opheffing van het leed, dat is het edele achtvoudige pad: het juiste geloof, het juis te besluit, het juiste woord, de juiste daad, het juiste levensonderhoud, de juiste inspanning, de juiste me ditatie, de juiste koncentratie". Evenals in het Hindoeïsme is er de overtuiging, dat de mens wedergeboren wordt tengevolge van wat hij in dit leven doet (het Karma). Lht proces van ster ven, geboren worden, weer sterven, enz. heet het „rad der wedergeboorte". Wie 't pad van de Boeddha volgt, wordt bevrijdt uit deze kringloop en bereikt het Nirwana, het niets. Nu is de vertaling „het niets" erg misleidend. Want het is niet niets, het is reëel. Maar Boeddha noemt het zo, omdat hy misverstanden wil voorkomen. Hij wil geen theologische beschouwingen, hy wil dat men de weg volgt. Éi de mens die dat doet, ontdekt van zelf hoe het Nirwana is. Het is beter er niet over te spreken, want woorden schieten tekort om deze heel andere werkelijkheid te beschrijven. Overigens is het niet zo dat men pas bij de dood het Nirwana kan bereiken, al tijdens het leven is dit mogelijk. Er wordt vaak gesproken over het ateisme van het b-^eddhisme. Inderdaad zijn de goden niet belangirijk voor de boeddhist. Ze bestaan wel, maar de mens is belangrijker. En in een hoogste god gelooft men niet. Toch kan men het boeddhisme niet ateïstisch noe men, want het Nirwana is het hoogste goed en staat op één lijn met de hoogste god. DE GEMEENSCHAP Het boeddhisme kent kloosters voor monniken en ook voor nonnen (zij het dat Boeddha pas na lang aarzelen vrouwen toeliet). Het kloosterleven is een voudig: men heeft maar een paar (gele) kleden, men leeft van aalmoezen en de kloosterlingen besteden veel aandacht'èan meditatie. Regelmatig zijn er bij eenkomsten trekt men voor een langere periode rond. Naast deze kloostergemeenschap bestaat er de gro te kring gelovigen. Zij vereren de Boeddha en leven volgens bepaalde voorschriften: niet doden, geen mens en dier, en ook niet liefdeloos zijn (ahisna); niet stelen, maar vooral zelf geven; kuisheid, voor de monnik celibaat, voor de gehuwden trouw aan el kaar; niet liegen of schelden, maar vriendelijk zijn; geen gebruik van bedwelmende dranken of drugs. Ook veel eten, veel rijkdom of een te prettig bed zyn uit de boze. Na het heengaan van Boeddha werden er koncilies gehouden. En hoe meer de tijd verstreek, destemeer sekten, groepen en meningsverschillen ontstonden er. De eerste eeuwen echter bleef het boeddhisme nog een geheel. Lange tijd was Het een kleine beweging, maar onder keizer Asoka 250 v. Chr.) bloeide het boeddhisme geweldig. In die tijd bereikte het Cey lon, waar het nu nog steeds overheerst. De zendings drang van deze religie reikte echter verder: het kwam in Burma, Thailand, Achter-Indië, Indonesië, China, Korea en Japan. In de rheeste van deze landen bestaat het nog. Alleen uit India zelf verdween het omstreeks 1000 n. Chr. HET GROTE EN HET KLEINE VOERTUIG Momenteel zijn er twee hoofdrichtingen in het boeddhisme: het mahayanan- en het hinayanaboedd- hisme. Of: het „grote voertuig" en „het kleine voer tuig". De naam „het grote voertuig" heeft deze vorm van boeddhisme gekregen, omdat het niet alleen een voertuig naar de verlossing is voor monniken en ge trouwe gelovigen, maar omdat Boeddha voor alle mensen is gekomen en allen redt, vaak zonder dat het pad volgen. Soms is het noemen van de naam van Boeddha alleen al voldoende om gered te wor den. We zien dat Boeddha hier een echte godheid is geworden. In deze vorm van boeddhisme is het ideaal van de verloste ook om pas dan op te gaan in het Nirwana als door zyn hulp alle mensen gered zijn. Hij geeft de zaligheid voorlopig prijs om de hulpbe hoevende mensheid te helpen en hij is vol medelijden en erbarmen. Een dergelijke verloste heet een bodd- hisattva. Deze vorm van boeddhisme vinden we voor al in Nepal, Tibet, Korea en Japan. Het boeddhisme van het „kleine voertuig" heeft het ideaal bewaard van de heilige, die het Nirwana binnengaat zodra hij kan. In deze stroming is de kloosterorde erg belang rijk. In de moderne tijd heeft het boeddhisme een nieu we stimulans gekregen door de uitdaging van het westen. Er is een koncilie geweest, het sociale vraag stuk dat hier altijd meer belangstelling had dan in het hindoeïsme wordt sterker aangepakt, er wor den monniken naar Amerika en Europa gezonden en het onderwijs wordt uitgebreid. Hoe het vandaag de dag in China en Tibet is valt moeilijk te zeggen. HET ZEN BOEDDHISME Het Zen-boeddhisme, afkomstig uit Japan, waar het sinds de 6e eeuw al bestond, is een merkwaardige richting. Het is niet eenvoudig te zeggen wat het pre cies inhoudt, omdat de aanhangers geen waarde hech ten aan woorden, taal, heilige boeken, logika, theolo gie, dood, leven, enz. Alles is relatief, is schijn of maya. Waar het wel om gaat is eigenlijk niet in onze begrippen uit te drukken. Het komt ongeveer hier op neer, dat de mens het Nirwana, het Boeddha-zijn, dus het ware zijn, in zijn eigen hart zoekt. We kunnen de bevrijding in onszelf zoeken en vinden, alleen zijn we te geremd om dit te ontdekken. Zen spreekt velen in het westen aan: het zoeken van de waarheid in zichzelf (zoals by drug-ervarin gen!), onverschilligheid tegenover de (technokrati- sche) maatschappij zijn voor velen zaken, die gewel dig boeien. En een voordeel is, dat men om dit te bereiken niet in een klooster hoeft te gaan: het in zicht kan in het gewone dagelijkse leven bereikt wor den en men blijft gewoon werken. Wat veranderd is, is de kijk op de wereld. Er zijn echter ook minder prettige kanten aan Zen. In een dergelijke geesteshouding van onverschillig heid kan het gebeuren, dat er absoluut geen interes se meer bestaat voor problemen als armoede, honger, enz. (Met deze enorme problematiek krijgt men te maken bij de ontwikkelingssamenwerking). En inde tweede wereldoorlog waren de Zen-soldaten het meest fanatiek: alles is immers schijn, wat komt mijn leven er dan op aan? TONEEL Na het enorme succes van vorig jaar, behaald met het toneelstuk „Om de Karashoeve" moet het moge lijk zijn om dit jaar wederom over voldoende spe lersmateriaal te beschikken voor het instuderen van een prima toneelstuk. Een ieder, die iets voelt Voor een toneelstuk, een revue of een schetsje kan zich opgeven bij: Iz. Haartsen, Damstraat 31, Schoondijke (01173-334). Help ons de titel te verdedigen!! PLOEGWEDSTRIJD WEST ZEEUWS-VLAANDEREN Dit jaar organiseert de P.J.Z.-afdeling weer een ploegwedstrijd op eigen land. We rekenen evenals in voorgaande jaren op een grote deelname, omdat ploegen niet alleen leuk, maar daarnaast ook belang rijk werk is. De nrs 1 en 2 worden afgevaardigd naar de ploegkampioenschappen West Zeeuws-Vlaanderen. Opgave vóór 23 oktober a,s. bij: Iz. Haartsen, Dam straat 31, Schoondijke, tel. 01173-334. NOORD-BEVELAND De P.J.Z.-afdeling Noord-Beveland organiseert een cursus „combines en persen", welke plaats zal vinden op de Praktijkschool te Schoondijke. De cursus duurt lMs week. De kursisten zijn intern. De cursus start de 2e week van januari 1972. Kosten: ƒ90,—-. Op gave voor deelname aan deze cursus zo spoedig mo gelijk bij: K. Remijn.se, Wissenkerkepolder 6, Wissen - kerke, tel. 01107-362. Mochten er leden van andere P.J.Z.-kringen even eens aan deze cursus willen deelnemen, dan kan men zich opgeven bij het hierboven genoemde adres

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 18