Achtergronden en betekenis van kontraktproduktie De „VAN HOBOKEN-PRIJS,, 9 WERKSTUK TOPKADERCURSUS 1970/71 VAN J. KODDE, BIGGEKERKE HTER gelegenheid van het 125 -jarig bestaan der ZLM in 1968 heeft de Koninklijke Maat- schap tussen Eigenaren van gronden in de Wilhelminapolder en de Oost-Beveland polder een bedrag van f 259,als geschenk aan de ZLM aangeboden dat eens in de twee jaar door de Maatschap beschikbaar gesteld zou worden voor jongeren, als beloning voor een tweejaarlijks uit te schrijven prijsvraag, een landbouwonderwerp betreffende. Aan deze prijs is toen de naam „Van Hoboken-prijs" gegeven naar de voorzitter van de Maatschap) I )OOR het bestuur der ZLM werd in overleg met de Maatschap de Wilhelminapolder en de Commissie Topkadervorming Zuid-Westen besloten de Van Hoboken-prijs 1971 toe te kermen aan de best beoordeelde scriptie van de deelnemers aan de Torkader cursus 1979/1971. De Commissie Topkader vorming Zuid-Westen heeft na selectie van alle scripties, de drie beste inzendingen aan het ZLM-bestuur voorgelegd. Na beoordeling door de jury voor toekenning van de Van Hoboken-prijs bestaande uit de heren J. B. Becu, GroedeIr. J. Minderhoud, Wilhelminadorp, G. J. de Jager, Wer kendam, S. de Visser, Aagtekerke, F. v d. Hoek, Anna Jacöbapolder en A. Korteweg werd in de maandag j.L gehouden D.B.-vergadering besloten de „Van Hoboken-prijs 1971" toe te kermen aan de heer J. Kodde te Biggekerke voor zijn werkstuk Achter gronden en betékenis van kontraktproduktie". De uitreiking van de prijs aan de heer Kodde zal tijdens de Algemene Vergadering van de ZLM op 6 december a.s. plaatsvinden. Hierop vooruitlopend is het ons een genoegen de bekroonde inzending in ons ZLM Land en Tuinbouwblad te kunnen publiceren. Red. INLEIDING Kontraktproduktie is beslist geen ontwikkeling van de laatste tijd. Ze wordt in verscheidene takken van land- en tuinbouw al geruime tijd toegepast. Vele land bouwers grijpen het aan als een manier om zich een goed inkomen te verwerven en daarbij de risiko's zo veel mogelijk te vermijden. Anderen zijn erg gesteld op hun „vrijheid en zelfstandigheid" en willen er niets van weten. Een feit is dat de kontraktgebonden produktie toe neemt en dat er toch weinig over gesproken en ge schreven wordt. Dit bleek me bij het zoeken naar literatuur op dit terrein. Cijfers en statistieken zijn er haast niet over te vinden. Vandaar dat ik er ook weinig kan noemen. Ik pretendeer ook zeer beslist niet volledig te zijn in mijn verhaal, daarvoor kon ik geen overzicht op de hele situatie krijgen. Graag wil ik hier bedanken de heren J. Hof en F. Bom van Cebeco en (wijlen) de heer P. T. Hilhorst van de N.K.T.V. die bereid zijn geweest in een ge sprek met mij de nodige informatie te geven. DE LANDBOUW PROBLEMEN GENOEG HET gaat de landbouw in Nederland en heel Europa de laatste jaren niet erg voor de wind. Diverse faktoren zijn hiervan de oorzaak: a. De steeds sterker optredende inflatie. Deze werkt sterk kostenverhogend wat een boer niet in de prijzen kan doorberekenen. b. De landbouw is één van de meest kapitaalinten sieve bedrijfstakken in de ekanomie. Dit geeft enorme financieringsproblemen. c. Bedrijfsekonomisch is er de noodzaak tot produktie- verhoging. Dit heeft makro-ekonomisch gezien overproduktie tot gevolg lagere prijzen. d. De totstandkoming van de EEG heeft de concur rentie verscherpt. e. De strukturele ontwikkeling van de landbouw komt achter bij de nieuwe technische, sociale en struk turele ontwikkelingen in de ekonomie. Een van de grootste problemen voor de individuele boer is, dat hij alleen heel weinig aan de situatie kan veranderen. Dat wordt steeds meer een politieke zaak (Brussel). Omdat de boeren als kiezers sterk in de minderheid zijn kunnen zij echter weinig politieke macht uitoefenen. ALS mogelijkheden om zijn inkomen op peil te houden blijven er voor de individuele boer dan nog over: Kostenverlaging; Produktieverhoging; Verbetering van de struktuur van het eigen bedrijf. Daarnaast gaan de boeren gezamenlijk steeds meer inzien dat een horizontale zowel als vertikale bundeling van krachten noodzakelijk zijn voor de boer om zijn positie te handhaven en eventueel te verbete ren. De horizontale samenwerking, ook wel horizon tale integratie (Horizontale integratie Parallelli satie. Het is een verkeerde uitdrukking, die steeds meer gebruikt wordt.) genoemd, zien we bijvoorbeeld bij samenwerking van twee of meer landbouw bedrijven. Dit kan op een klein onderdeel zijn, maar ook een volledige samenvoeging. Ook een bestaand bedrijf dat aan veredelingsproduktie (varkens, kippen, kalveren) gaat doen valt onder deze noemer. Verder kennen we: Aan- en verkoopcoöperaties, werktuigencoöperaties en aardappel-, uien-, graan pools. Deze vormen van samenwerking zijn bedrijfsekono- misch gezien noodzakelijk. Een rationeler gebruik van arbeidskrachten, machines en gebouwen, betere fok- dieren, gezamenlijke inkoop van bedrijfsmiddelen en een geregelde verkoop van produkten. Makro-ekono misch gezien zal ze in bijna alle gevallen de produktie stimuleren, wat onder de huidige omstandigheden be paald niet wenselijk kan worden geacht. Dit nadelig effekt zal zich steeds weer wreken in lagere prijzen (voor de vrije produkten) en of een kostbare financie ring van de overschotten (voor de gegarandeerde pro dukten). Vertikale samenwerking (vertikale integratie, waar bij opgemerkt kan worden dat integratie per definitie vertikaal is!) vertoont dit verschijnsel van verstoren van de markt haast niet. Ze is vaak zelfs een manier om het aanbod op de vraag af te stemmen. Dit laatste, het afstemmen van de agrarische produktie op de vraag is noodzakelijk om een redelijke prijs te kunnen bedingen. Dit komt dan het inkomen van de boer ten goede. Om misverstanden te voorkomen: de agrarische producent heeft te maken met een weerrisico op brengstrisico dat varieert van 80120 Dit zal bij de hele programmeringen moeten worden ingekalku- leerd. Hoe dat zal moeten is een vraag waar ik hier liever niet op inga. Eén van de belangrijkste vormen van Integratie is Kontraktproduktie. Het lijkt me daarom nuttig eens in te gaan op de „Achtergronden en betekenis van Kontraktproduktie". ACHTERGRONDEN KONTRAKTPRODUKTIE INTEGRATIE Kontraktproduktie is dus een onderdeel van het ekonomisch proces, dat we Integratie noemen. De definitie van „Integratie" luidt: „Integratie is het samenvoegen van twee of meer opeenvolgende fasen uit de bedrijfskolom". Toenemende belangstelling voor de graszaadteelt op participatiebasis. bedrijfstak (fase) Wat een bedrijfs kolom is zien we hiernaast. Dus: een reeks opeenvolgende be- drijfshuishoudin- gen van grond- stoffenproducent tot consument. AKKERBOUW CONSERVENINDUSTRIE GROOTHANDEL DETAILHANDEL KONSUMENT We kennen dit integratieproces zowel in als buiten de landbouw, vaak spelen beide er in mee. Binnen de landbouw kunnen we dit verschijnsel als volgt onderverdelen: 1. Integratie van boer met handel; 2. Integratie van boer met verwerkende industrie; Een andere verdeling is: a. Boer neemt verwerking en/of afzet in eigen hand; b. Industrie of afzetonderneming gaat grondstoffen produceren; Om enkele voorbeelden te geven: ad. 1. Teeltkontrakt met aardappelhandelaar; ad. 2. Teeltkontrakt met conservenfabriek; ad. a. Coöp. Zuivelfabriek - Coöp. Suikerfabriek; ad. b. Varkensslachterij, dat zelf op grote schaal var kens gaat mesten. INTEGRATIE blijkt bij dit alles een gevolg te zijn van ekonomische en technische veranderingen in het agrarische bedrijfsleven en daarbuiten. Het is een poging om mee te komen in de snelle concurrentie- stroom. Er bestaat soms wel het misverstand, dat de vele veranderingen in de landbouw tegenwoordig het gevolg zouden zijn van integratie. In werkelijkheid is het juist andersom. In deze poging om de concurrentie het hoofd te bieden, heeft de landbouw de resultaten van de snelle technische ontwikkelingen wel toegepast. De struktuur is echter vrijwel ongewijzigd gebleven. De agrarische onderneming is dezelfde kleine gezins onderneming gebleven met het patroon van eigenaar- beheerder-bewerker in één persoon. Dit heeft lange tijd goed gefunktioneerd en funktio- neert hier en daar nog wel. Toch dwingen diverse fak toren de landbouw van strategie te veranderen. Om er enkele te noemen: Sterke stijging van de kapitaalbehoeftePro blemen bij overdracht. Noodzaak van goed bedrijfsbeheer. De produktiemiddelen worden groter en duurder met als gevolg een dalende winst. Aan de vraagzijde treedt een sterke bundeling op. Meer vraag naar grotere kwantiteiten van gelijke kwaliteit over het hele jaar. Integratie op verschillende fronten is een duidelijk antwoord op deze gewijzigde situatie. Welke rol gaat de individuele boer nu spelen in dit proces? Hij zal zich bij iedere stap, die hij zet op deze integratieweg moeten afvragen: „Wat schiet ik er mee op?" Zowel op korte als op lange termijn moet hij de voor- en nadelen onderkennen en tegen elkaar af wegen. In de praktijk ontbreekt het daar nogal eens aan. Een boer die b.v. besluit om 5 van zijn grond te bestemmen voor graszaad op kontrakt zal daarover zeer waarschijnlijk geen hele avond zitten rekenen. Maar als hij dat ook niet doet wanneer hij zo lang zamerhand V* tot Va van zijn produkten op kontrakt heeft, dan moeten we hier toch wel een vraagteken plaatsen. (Zie verder pag. 10)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 9