wu hebben nu bij een 20-tal zuivelfabrieken enkele jaren ervaring. De eerste resultaten van deze mastitisbestrijding zijn gunstig. Onderstaande tabel geeft een overzicht betreffende de ervaring in deze fabrieks- gebieden. Organisatie en resultaten georganiseerde mastitisbestrijding -Noord-Brabant Kopziekte en nitraatvergiftiging 15 y IERONTSTEKING bij de koeien is, naast de para sitaire ziekten, in ons land een van de meest na delige ziekten bij het rundvee. Eenmaal per 14 dagen wordt een monster melk van elk bedrijf onderzocht op kwaliteit voor de uitbetaling. Van ditzelfde monster wordt ook het aantal ontstekingscellen bepaald. Alle bedrijven, waarvan de melkmonsters een te hoog aantal ontstekingscellen hebben, dat wil zeggen: een cel gehalte van meer dan 1.000.000 cellen per ml, ontvangen hiervan bericht. Op grond van dit 'bericht kan de veehou der de melkwinningsadviseur van de zuivelfabriek ver zoeken een nader onderzoek in te stellen. In vele gevallen neemt de melkwinningsadviseur uit zichzelf kontakt op met de veehouder en maakt een af spraak voor een nader onderzoek. De melkwinningsad viseur is „de soldaat in het veld" bij deze bestrijding. Hij kent zijn veehouders en kombineert het onderzoek dik wijls met voorlichting over de melkwinning. Op de mas- titisbedrijven worden door de melkwinningsadviseurs zonodig een of meer van de volgende onderzoekingen ingesteld: a. met behulp van het vierkwartierenschaaltje (CJVI.T.) wordt de melk van alle melkgevende koeien onder zocht op ontstekingscellen. b. de melkmachine-installatie wordt doorgemeten. c. indien nodig worden de melktechniek en de hygiëne beoordeeld. d. aan de hand van het bedrijfsonderzoek worden advie zen gegeven. Kwaliteitsonderzoek. Heronderzoek bedrijfsmelkmon- sters van bedrijven met veel uierontsteking bij de koeien. Totaal aantal bedrijven, waar ernstige mas titis werd gekonstateerdi 89, Aantal bedrijven verslechterd na een half Aantal bedrijven verslechter na een half jaar 9—10 Aantal bedrijven gelijk gebleven na een half jaar 67 Wij hebben op 75 van deze bedrijven ook alle koeien individueel onderzocht; het blijkt, dat verbetering van melktechniek en hygiëne het mastitisvraagstuk doet af nemen. Totaal aantal bedrijven 75 Aantal bedrijven verbeterd 6080 Aantal bedrijven verslechterd 912 Aantal bedrijven gelijk gebleven 68 Uit deze cijfers blijkt zonneklaar, dat op bedrijven, welke moeilijkheden hebben met uierontsteking, verbete ring zeer goed mogelijk is. In een grote praktijkproef, uitgevoerd in het gebied van de zuivelfabriek te Oss, werden van 383 bedrijven alle koeien met langwerkende penicillinepreparaten drooggezet; dit betrof 4000 koei en. Het waren uiteraard vooral bedrijven, welke proble men hadden met uierontsteking, die zich voor deze be handeling opgaven. Na verloop van tijd bleek, dat de koeien op de bedrijven, waar deze algemene behandeling plaatsvond, goed zijn opgeknapt. Over het algemeen waren de veehouders zeer tevreden. VOORKOMEN BETER DAN GENEZEN! |\E melkwinningsadviseur kan de bedrijven bezoe- ken: aop aanvrage van de veehouder. b. indien volgens het onderzoek het celgehalte van het bedirijfsmelkmonster éénmaal of herhaaldelijk te hoog is. Bij het bedrijfsonderzoek wordt vooral gelet op: 1. de hoogte van het vakuum. 2. de kapaciteit van de pomp. 3. en zonodig op de melktechniek en de hygiëne. De eerste bedrijfsresultaten zijn aan de hand van de verkregen cijfers zeer bevredigend. Gezien de resultaten, verkregen op een groot aantal bedrijven, is het algemeen gebruik van langwerkende penicilline, op bedrijven waar veel koeien met uierontsteking voorkomen, zonder meer te adviseren, dat wil zeggen: droogzetten met penicilline! Het gebruik van penicilline bij het droogzetten is dus voor alle melkkoeien aan te bevelen, op die bedrijven, waar uierontsteking een groot probleem is. Het gebruik van spray-vloeistof, direkt na het melken, heeft gezien de ervaringen een gunstig effekt op de konditie van de speenhuid. Vooral in het voorjaar, maar zelfs gedu rende het gehele jaar, is het van belang de speenhuid in goede konditie te houden. Bouw het sprayen in als een normale routinehandeling bij het melkproces! Denk er om: VOORKOMEN IS BETER DAN GENEZEN! PUBLIKATIE it Beproeving opraapwagens - publiatie 145 I.L.R., Wageningen, prijs 3,25, giro 88.00.18. De zelf- ladende en -lossende wagen speelt vooral bij het transport van graslandprodukten een rol van gro te betekenis. Er is in de loop der jaren een groot aantal merken op de markt verschenen. Deze pu- blikatie geeft de resultaten weer van een onder zoek naar werking, prestatie en constructie van 'n 11-tal opraapwagens aangevuld met 'n lijst „Tech nische gegevens" waarin van alle aan de markt zijnde merken een gelijkwaardig type is opgeno men. De publikatie bevat verder een aantal 'hoofd stukken waarin de constructie van de opraapwa- gen meer in zijn algemeenheid wordt beschreven. Verder zijn de punten weergegeven waarop o.a. gelet moet worden bij: het laden van gras voor stalvoedering; het maken van rijkuilen; het laden van hooi; het laden van conservenerwten; het la den van bietenblad en het laden van stoppelknol len. JAC. BOGERS. Consulentschap Rundveehouderij en Akkerbouw - Tilburg In de nazomer komt jaarlijks nog te veel kopziekte voor bij het melk vee. Wanneer voldoende voorzorgs maatregelen genomen worden kan de kopziekte sterk beperkt worden. Kopziekte treedt op als het magne siumgehalte van het bloed te laag is. Willen we kopziekte voorkomen, dan moeten we er voor zorgen, dat het vee met het voedsel voldoende magnesium binnen krijgt en het magnesium in het bloed komt. Kopziekte komt in de regel al leen bij melkvee voor. De oudere koeien zijn het gevoeligst, omdat er meer magnesium uit het lichaam verdwijnt naarmate de koe meer melk geeft. Vandaar dat vaak de melkrijkste dieren het slachtoffer zullen worden. Op de maatregelen die ter voorkoming van kopziekte en nitraatvergiftiging genomen kun nen worden geeft deze bijdrage na dere bijzonderheden. Percelen met weinig magnesium in de grond, per celen die te zwaar met kali zijn bemest en bovendien bemest zijn met een hoge stikstofgift zijn gevaarlijk voor het optreden van kopziekte. Ook op pas inge- zaad grasland komt vaak kopziekte voor. WAT IS ER TEGEN TE DOEN? Zorgen dat de koe voldoende droge stof op kan nemen. De hoeveelheid magnesium die de koe binnen krijgt is niet alleen afhankelijk van het magnesium gehalte in het gras, maar ook van de hoeveelheid gras die ze opneemt. Een onvoldoende grasopname ontstaat b.v. door slecht weer en met heel nat gras. Het bijvoeren van droge pulp, weidekoek of hooi is dan nodig voor het voorkomen van kopziekte, maar ook voor het op peil houden van de melkproduktie. Zo mogelijk worden de koeien 's nacht opgestald. BIJVOEREN VAN MAGNESIUM In veel gevallen is het niet mogelijk de magnesium- voorziening volledig veilig te stellen. Het zal daarom vaak nodig zijn extra magnesium te verstrekken in de periode dat kopziekte te verwachten, is. Dit kan op twee manieren: a. Bijvoeren van magnesiumkoek of -brok. b. Verstuiven van magnesium over het weidegras. a. BIJVOEREN VAN KOEK OF BROK Per dier per dag dient met de koek of brok 50 gram magnesiumoxyde te worden verstrekt. Bij koek of brok, waarin 5 magnesiumoxyde ver werkt is, betekent dit dat 1 kg per dier per dag wordt gegeven. Bij afwijkende gehalten kan het nodig zijn meer of minder dan 1 kg te geven. Het is daarom nodig te letten op het gehalte en aan wijzingen op de verpakking. Voor een goede op name is het gewenst dat het voer vers is en de koek met schone handen wordt verstrekt. Begin met bijvoeren zodra de weersomstandigheden on gunstig worden. b. VERSTUIVEN VAN MAGNESIUM OVER HET GRAS Bij deze methode wordt poedervormige magne siumoxyde (gebrande magnesiet) siumoyde (ge brande magnesiet) over het gras gestoven. Het poeder kleeft aan het gras en zo krijgen de koeien het binnen. Het komt er op aan goed te letten op de volgende punten: 1. 30 kg per ha vlak voor het inscharen is vol doende voor een week. Niet meer dan 30 kg geven, want dat is schadelijk. 2. Minder geven dan 30 kg is evenmin juist, ten zij de koeien intensief worden omgeweid (elke 2 a 3 dagen een nieuw perceel). In dat geval kan worden volstaan met 15 kg per ha. 3. In het algemeen verdient het aanbeveling des morgens vroeg (of 's avonds laat) te strooien, omdat het dan doorgaans niet zo hard waait. 4. Begin met verstuiven als de weersomstandig heden ongunstig worden. 5. Na het strooien de trekker en strooier direkt reinigen. Het aanklevende magnesiet wordt an ders keihard en is later moeilijk te verwijderen. WANNEER TREEDT KOPZIEKTE OP Kopziekte is een verraderlijke ziekte. In kritieke perioden moet U goed op uw dieren letten en bij ver dachte verschijnselen onmiddellijk de veearts waar schuwen. Een koe die (vermoedelijk) aan kopziekte lijdt, mag noch vóór, noch na de behandeling door de veearts, vervoerd worden. Na behandeling van de veearts moet het dier zo snel mogelijk 2 kg magnesiumkoek (100 gram MgO) innemen en vervolgens dagelijks 1 kg. Wanneer in een koppel koeien één koe kopziekte krijgt, dan lij den ook de andere dieren meer of minder aan mag nesiumgebrek. Het verdient aanbeveling de boven genoemde hoeveelheid MgO-koek te verstrekken of het gras te bestuiven met magnesiet. HET NITRAATGEHALTE IN STOPPELKNOLLEN De laatste jaren is het nitraatgehalte van verschil lende partijen stoppelknollen te hoog geweest. Op enkele bedrijven kwam vergiftiging voor met dode lijke afloop. Welke stoppelknollen kunnen gevaar lijk zijn? 1. Gegroeid of gescheurd grasland, waarbij een te hoge stikstofgift werd verstrekt. 2. Op percelen die te zwaar bemest werden met b.v. drijfmest en stikstof uit kunstmest. 3. Laat gezaaide stoppelknollen hebben een hoger nitraatgehalte dan vroeg gezaaide bij dezelfde hoeveelheid stikstof per ha. In twijfelgevallen kunnen de stoppelknollen op ni traatgehalte worden onderzocht voor dat men gaat voeren. De uitslag van het onderzoek ontvangt U veertien dagen na het opsturen van het monster. Hiermee kunt U rekening houden. Stoppelknollen met een te hoog nitraatgehalte mag men niet vers opvoeren. Deze kunt U inkuilen volgens de warme methode (goed laten broeien). Hierdoor daalt het nitraatgehalte zodanig, dat ze later als kuilvoer ver- voederd kunnen worden. Wanneer U van verdachte percelen gaat voeren, verstrek dan kleine hoeveelheden en voer dan meer malen per dag. Het bijvoeren van zetmeelrijke pro- dukten is gunstig en is bovendien noodzakelijk voor een goede eiwit-Z.W.-verhouding. Ook in gras van pas ingezaaide percelen, die te zwaar met drijfmest en stikstof zijn bemest, is het nitraatgehalte te hoog. Door tijdig maatregelen te nemen, kunnen kopziekte en nitraat vergiftiging sterk beperkt worden!

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 15