Hinderwet en
agrarische bedrijven
HE! totale in het bedrijf geïnvesteerde vermogen be
droeg voor de Brabantse jonge boeren, die eige
naar waren, gemiddeld 141.300,bij de pachters was
dit 54.600,Het eigen vermogen maakte gemiddeld
36 (eigenaars) resp. 45 (pachters) uit van het totale
vermogen. De rest is met vreemd vermogen gefinancierd.
Zoals blijkt uit de volgende tabel heeft 13 van de
eigenaars en 7 van de pachters de bedrijfsoverneming
met minder dan 20 eigen vermogen gefinancierd; 87
van de eigenaars en 68 van de pachters konden 20—
60 met eigen vermogen financieren, terwijl tenslotte
0 van de eigenaars resp. 25 van de pachters meer
dan 60 van het totaal geïnvesteerde bedrag met eigen
vermogen heeft gefinancierd.
12
mmm
rnMmëm
Ook bij de plantaardige kontraktproduktie blijft de
producent zitten met het opbrengstrisico.
TOT SLOT NOG EENS DE VRAAG:
rL de kontraktgebonden produktie in 'betekenis
toenemen?
E, B. J. Hof (Adjunkt Direkteur van Cebeco). De
moderne ontwikkelingen op het terrein van de
levensmiddelenindustrie in de vorm van super
markten, zelfbedieningszaken en andere vormen
van grootwinkelbedrijven dwingen de afnemers
van landbouwprodukten in de richting van het
afsluiten van kontrakten met de boer. Dergelijke
kontrakten kunnen zeker ook bijdragen tot een
goede aanpassing van het aanbod aan de vraag.
Als al deze deskundigen het zeggen, dan zal ik het
niet tegenspreken; integendeel. Willen de boeren er
echter van profiteren, dan zullen ze wel erg attent
moeten zijn. Ze zullen samen moeten vechten voor
hun hachje, anders worden ze het vijfde wiel aan de
wagen. Dit geldt nationaal maar internationaal, en
daar hebben we nu toch mee te maken, nog sterker.
Binnen de E.E.G. krijgen we duidelijk te maken
met een grotere markt, grotere konkurrentie en een
groot gevaar voor overproduktie.
Nieuwe mogelijkheden, nieuwe moeilijkheden
Maar de integratie gaat door, dat is zeker!
Literatuur: MededelingenKon-
taktblad van de N.K.T.V.; „Rotonde",
uitgave van de 3 Plattel. Jongeren
Organisaties; ,JContrakten in de
Varkenshouderij", uitgave van de
landelijke Raad voor bedrijfsontwik
keling; Diverse artikelen uit o.a.
„Ons Platteland"; „Nieuwe Veld
bode", „Groenten en Fruit?', Land-
bouiowereldnieuws" en „Contakt-
blad voor Bedrijfsvraag stukken".
e. In Canada en enkele staten van de V.S. kent men
de verhandelbare melkkontrakten. De totale hoe
veelheid uitgegeven kontrakten is gelijk aan de
totale konsumptie. De prijs wordt vastgesteld in
overleg tussen vertegenwoordigers van boeren en
regering (Hier kan men al duidelijk een parallel
trekken met de loononderhandelingen die de vak
organisaties voeren). Deze melkkontrakten zijn een
voorbeeld van een volledig afstemmen van de pro
duktie op de konsumptie binnen een bepaald gebied.
Eurl L. Butz (Dean of Agriculture of the Univer
sity of Indiana, U.S.A.) „Integratie, ook in de land
bouw, is een gevolg van de ontwikkelingen in de
ekonomie. Deze ontwikkelingen gaan door, welke
bezwaren we ook mogen hebben. We doen er goed
aan ons er dan ook tijdig bij aan te passen".
De landelijke Raad voor bedrijfsontwikkeling
schrijft in de inleiding van de brochure „Kontrak
ten voor de varkenshouderij": Met het voort
schrijden van de koncentratie in de varkens
houderij, is er de laatste jaren ook een toename
van het aantal kontrakten en integraties te kon
stateren in deze bedrijfstak. Het groter worden van
de varkensstapel op de bedrijven heeft hierbij een
duidelijke invloed.
Heeft vertikale integratie inderdaad het voordeel de
produktie enigszins op de consumptie af te stemmen?
OPEN OOG VAN
NIEUWE ONTWIKKELINGEN
(Vervolg van pagina 7)
CENTRALE C02-VOORZIENINGEN
De groeiomstandigheden zijn vanaf april het meest
gunstig. Het is logisch dat bij een grote lichtintensiteit
een gewas het meeste behoefte heeft aan extra C02. De
temperatuursverhoging die met de huidige methoden
van C02-doseren gepaard gaat, is echter een belemme
ring om hiermee lang door te gaan. We zien dan ook
vaak dat de stand van het gewas achteruit gaat zodra
men met flink C02-doseren moet stoppen. Dit kan een
gevolg zijn van de grote weersovergang die een gewas
moet opvangen. Het is echter niet uitgesloten dat het
gewas op een lager niveau gaat groeien, omdat het min
der C02 krijgt. Middels het toedienen van koude C02
wordt het probleem van de temperatuursverhoging weg
gewerkt, men'is dan in staat steeds C02 te doseren. On
der de gunstige groeiomstandigheden vanaf april moet
dit een produktieverhoging geven.
Koude C02 kan op twee manieren worden toegediend,
n.l. door middel van zuivere C02 en door middel van
één of meerdere centraal opgestelde ketels. De eerste
methode is vrij duur. De tweede methode is nog erg
nieuw. Problemen rondom het centrale C02-doseren zijn
o.a.:
wat is het beste, één grotere of meerdere kleine
keteltjes
hoeveel gietdarmen zijn noodzakelijk om de C02 in
de kas te verdelen
waar moet de warmteproduktie van de C02-apparaten
tijdens warm weer blijven
bij een slateelt wordt de warmte afgevoerd naar de
buizen. Hogere buistemperaturen stelt sla niet zo op
prijs
de ligging van de gietdarmen is bij sla nog een pro
bleem.
Al met al nog heel wat vragen waarvoor een oplossing
gezocht moet worden. Dit neemt niet weg dat het
systeem in principe een verbetering is van het bestaande
systeem (betere verdeling, mindere ophoping van warm
te). De stooktomatentelers doen er goed aan een en ander
het komende seizoen te volgen. Degenen die overwegen
te beginnen met C02 doseren bij tomaten, worden ge
adviseerd het centrale C02 doseren bij hun overwegin
gen te betrekken.
nomen door vertegenwoordigers van de Ministeries
van Volksgezondheid en Milieuhygiëne, Sociale Za
ken (Arbeidsinspectie) en van Landbouw en Visse
rij, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en
het Landbouwschap. Het overleg heeft geleid tot
overeenstemming omtrent het formuleren van een
aantal uitgangspunten, waarmede bij de ambtelijke
advisering over hinderwetsaanvragen rekening zal
worden gehouden. Deze uitgangspunten zullen in de
vorm van een brochure tevens ter informatie beschik
baar worden gesteld aan de gemeentebesturen en het
bedrijfsleven. Deze brochure zal binnenkort verkrijg-
DE FINANCIËLE POSITIE VAN DE BEGINNENDE
LANDBOUWER IN NOORD-BRABANT
(Vervolg van pag. 8)
DE FINANCIËLE POSITIE NA DE
BEDRIJFSOVERNEMING
Eigen vermogen in procenten van het totaal
geïnvesteerde bedrag (Noord-Brabant)
Eigen vermogen in van de
Eigenaars
Pachters
totale investering
0— 20
13
7%
20— 40
48
42%
40— 60
39
26%
60— 80
14%
80—100
11
In de provincie Friesland bedroeg het eigen vermogen
gemiddeld 28 (eigenaars) resp. 40 (pachters) van het
totaal geïnvesteerde bedrag; in Gelderland was dit 46
(eigenaars) resp. 58 (pachters). Zoals wij zojuist reeds
opmerkten, waren deze percentages voor Noord-Brabant:
36 (eigenaars) resp. 45 (pachters). Gelet op hun
financiële positie staan de beginnende boeren er in
Noord-Brabant gemiddeld genomen beter voor dan hun
Friese collega's, doch slechter dan de jonge boeren in
Gelderland.
baar zijn. Met het verschijnen van deze brochure is
echter nog allesbehalve een oplossing verkregen voor
de in de praktijk ondervonden moeilijkheden en in
het bijzonder voor het vaak schrijnende onrecht, dat
de ondernemers en hun gezinnen moeten ondergaan
bij een beslissing tot het niet verlenen van een hin-
derwetsvergunning.
MEDE op basis van de in 1967 opgetreden beleids-
wijziging en de positie, waarin tal van onder
nemers zich hierdoor zien geplaatst, wordt met kracht
bij de Regering bepleit:
alsnog de regeling van art. 36 van de Hinderwet
op de bestaande veehouderijbedrijven van toepas
sing te verklaren;
een regeling in te stellen, waardoor bestaande 'be
drijven, aan wélke een hinderwetsvergunning wordt
geweigerd of onder zeer bezwarende voorwaarden
wo~dt verleend, een zodanige financiële tegemoet
koming kan worden verleend, dat deze bedrijven op
redelijke wijze in staat worden gesteld naar ver
kiezing het bedrijf te beëindigen of naar elders te
verplaatsen;
een sroedig'e beslissing over de werking van de in
do wet Luchtverontreiniging (art. 63) geregelde
schadevergoeding bij wijziging of aanvulling van
de voorwaarden, waaronder de Hinderwetsvergun
ning wordt verleend.
Het Landbouwschap acht het vraagstuk van de toe
passing vrn de Hinderwet zo urgent, dat minister
Stuyt, de bewindsman van Volksgezondheid en Mi
lieuhygiëne, in een brief verzocht is om op korte ter
mijn hierover een onderhoud te willen toestaan. Dit
temeer omdat in de toelichting op de begroting 1972
medegedeeld wordt dat de minister van plan is een
herziening van de Hinderwet ter hand te nemen.
TERUG VAN WEGGEWEEST
(Vervolg van pag 6)
ten we niet, maar de kwaliteit was veelal erbarme
lijk. Of de kwekers goede prijzen kregen weten we
evenmin. Het eten in hotels b.v. is er beslist beter en
goedkoper dan bij ons. Zo aten we „ergens" in Zee
land. onlangs na een vergadering voor 15,een
diner dat nogal wat te wensen overliet. In gerenom
meerde hotels in de bezochte landen eet men voor
10,— tot f 15,— voortreffelijk. Thans begrijpen wij
dat de buitenlandse badgasten klagen over de prijzen
in onze restau an+s. De Hcrecamensrn mogen beslist
wel oppassen, de goede niet te na geiprcken! Frap
pant vonden we de onstuimige bc-uw die men overal
waarneemt. Nu bleek ons bij gesprekken dat veel
kleinere boeren graag een idyllisch gelegen plekje in
hun hoge Alpenstreken verkopen aan de meer gegoe
den om er een vakantiewoning te bouwen. Zo ziet
men ook daar het bekende recreatieverschijnsel van
de tweede woning.