DE MAAND OKTOBER
OP HET
ZUIDWESTELIJK LANDBOUWBEDRIJF
8
De werkzaamheden op onze landbouwbe
drijven zijn voor de tijd van het jaar door
het mooie weer in de voorgaande maanden
ver gevorderd. Evenwel is door de erge
droogte plaatselijk stagnatie opgetreden t.a.v.
de aardappelen- en uienoogst in de vorige
maand, maar genoemde produkten zullen
vóór oktober wel geborgen zijn. In hoofd
zaak zal de maand oktober onze aandacht vra
gen voor de volgende activiteiten:
oogst van de suikerbieten
zaai- en wintervoorploegen
zaaien van wintertarwe
oogst van de korrelmais
Op de gemengde bedrijven zal bovendien
naast de zorg voor het vee ook tijd aan de
winning van goed wintervoer besteed moeten
worden.
Over al deze werkzaamheden vindt U na
dere bijzonderheden in onderstaande bijdrage.
En wat de rundveehouderij betreft worden
de volgende adviezen gegeven.
■fc Neem tijdig maatregelen om de kopziekte
te voorkomen.
Laat Uw koeien controleren op produktie.
Spaar Uw grasland door de ruige bossen
af te maaien en zo weinig mogelijk suiker
bietenkoppen en -blad aan het vee in het
weiland te voeren.
Bestrijd muur in Uw nieuw ingezaaid
grasland.
Voeg bij inkuilen van gras en/of klaver
een conserveringsmiddel toe.
Booi de voederbieten niet te vroeg en voor
kom broei bij het opslaan.
Stel een goed voederplan op en bereken
hoeveel en welk krachtvoer en ruw voer
voor Uw bedrijf nog aangekocht dient te
worden.
AARDAPPELEN EN UIEN
Telers die deze produkten zelf opslaan, dienen ook
in deze maand hieraan de nodige aandacht te besteden.
Bij aardappelen is veel ventileren nog niet nodig ge
weest, daar dit produkt droog kon worden binnenge
haald en er geen ziekten in voorkwamen. De aard
appelen verkeren thans in kiemrust. Een gezonde par
tij moet in het algemeen niet direct geventileerd wor
den, anders ontstaan verliezen door verdamping. De
aardappelen moeten eerst tijd krijgen om de schil te
laten afharden en dit gebeurt het snelst bij een niet
te lage temperatuur. In de partijen, die tijdens warme
dagen gerooid zijn, dient men de temperatuur goed te
controleren. Als deze door broei oploopt, dient men
toch, tijdens de nachten,, te ventileren. Bij het koelen
van consumptieaardappelen en aardappelen voor de
verwerkende industrie moet ernaar worden gestreefd
dat de partijen 46 weken na de oogst de volgende
bewaartemperatuur hebben bereikt:
consumptieaardappelen 47° C
chips aardappelen 712° C
aardappelen voor de frites- en droogindustrie 5—8° C
In de regel zal dit alleen kunnen worden bereikt
wanneer de koude nachten voor het ventileren worden
beinut.
Het toedienen van kiemremmingsmiddelen door
middel van vernevelen dient, om een goed effect te
hebben, te geschieden vóór het uitlopen van de ogen.
Gewenst is de eerste behandeling reeds 2 a 3 weken
na de oogst uit te voeren. Zolang geen kieming op
treedt kunnen de verliezen door ademhaling en ver
damping bij een goede bewaring gesteld worden op:
gedurende de eerste maand 13 bij uitgerijpte par
tijen en tot 2/ in elke volgende maand. Wanneer
veel knollen ernstig beschadigd zijn zullen de ge
wichtsverliezen hoger zijn. Bij kieming nemen de ver
liezen snel toe.
Kiemremmingsmiddelen worden met behulp van
speciale apparaten (bijvoorbeeld het „swing-fog" ap
paraat) via de normale ventilator toegediend. Intern
ventileren geeft goede verdeling van de ontstane ne
vel door de aardappelhoop.
Na behandeling nog ongeveer een kwartier doorgaan
met intern ventileren. De twee eerstvolgende dagen
na de behandeling mag men niet met buitenlucht ven
tileren, daar het middel voldoende gelegenheid moet
krijgen zich aan de knollen te hechten.
De zaaiuien zijn dit jaar droog binnengebracht. Na
het opslaan moet 34 weken geventileerd worden.
SUIKERBIETEN
De bietenoogst zal in deze maand op veel bedrijven
een groot deel van de werkzaamheden gaan uitmaken.
Het rooien gaat overwegend machinaal, wat betekent
dat dit zoveel mogelijk gebeurt op dagen met goed
weer. Het machinaal oogsten onder gunstige omstan
digheden levert niet alleen de grootste prestatie, maar
ook de geringste verliezen. Bovendien treedt dan ook
structuurbederf het minst op. Kopverlies en rooiver-
lies is bietverlies. Om dit laatste binnen de perken te
houden dient men met enkele zeer belangrijke facet
ten rekening te houden.
Ie. Snel rijden met een rooimaehine is uit den boze.
Niet alleen kan hierdoor de kwaliteit van het kop-
werk ongunstig worden beïnvloed, omdat de tas
ter en het kopmes dan te weinig tijd krijgen om
op het hoogteverschil van de bieten te kunnen
reageren, maar ook is er dan een grotere kans
op puntverlies. Vooral bij droogte speelt dit in
nog sterkere mate mee.
2e. Gebruik scherpe kopmessen.
3e. Stel de tasters goed af, want anders is de kans
op afbreken van koppen en scheef duwen van de
bieten groot.
4e. Stel de lichtscharen goed af.
5e. Gebruik goede en goed afgestelde rijenpoetsers
om aanwezige bladresten te verwijderen. Rijen
poetsers zijn onderhevig aan vrij sterke slijtage,
m.a.w. vervang deze rubberdelen op tijd.
Bij het opslaan van suikerbieten, liefst op een ver
harde losplaats, moet, om suikerverlies te voorkomen,
op het volgende gelet worden:
le. Zo weinig mogelijk beschadiging van de bieten.
2e. Geen los blad tussen de bieten, want dit bevor
dert de broei en belemmert de natuurlijke venti
latie.
3e. Zorg voor vlakke hopen, waardoor de kans op in
drogen verkleind wordt.
De bewaartemperatuur in de aardappelbewaarplaats
moet aangepast worden aan de bestemming.
WINTERTARWE
In het algemeen is de tweede helft van oktober het
meest gunstig voor het uitzaaien van wintertarwe. Ook
op aardappelland dient bij voorkeur op zaaivoor ge-
nloegd te worden. Zaaien met pendel- of cent rifuaaal-
strooièr gaat wel, maar vereist wel meer nauwkeurig
heid, vooral ten aanzien van de afstelling.
Bij een goed zaai bed en een goede verdeling kan
bij deze methode met dezelfde hoeveelheid zaaizaad
worden volstaan als bij gebruik van een normale zaai-
machine; ingeval van een grofliggend zaaibed vraagt
deze methode 10 extra zaaizaad.
Betreffende de keuze van het ras kunnen we ver
wezen naar het onlangs gepubliceerde rassenbericht.
Gezien de ervaring van de afgelopen jaren is hierbij
enige risicospreiding gewenst.
Schenk bij het zaaien van wintertarwe ook aandacht
aan de mogelijkheden van chemische onkruidbestrij-
ding, met name tegen duist en wilde haver. Zie hier
voor het artikel dat hierover nog zal verschijnen.
De belangrijkste punten bij het ploegen:
het goed keren van de ploegsneden;
het afstellen van de voorschaar.
Tarwe zaaien met een pendel- of centrifugaalstrooier
gaat ook, maar het vereist een nauwkeuriger afstelling
en bij een grove ligging van het zaaibed 10 meer
zaaizaad.
GRASZAAD
In de overjarige veldbeemdpercelen moet reeds een
behandeling hebben plaatsgehad tegen hergroei
(maaien en afvoeren of branden). In een goed ont
wikkeld gewas veld beemd kan tuintjesgras uitstekend
worden bestreden met b.v. 34 kg Eptapur. Duistbe-
strijding is goed mogelijk in goed ontwikkeld veld-
beemd, uitloper vormend rood zwenkgras en Engels
en Italiaans raaigras. Vooraf overleg met de contrac
terende firma is steeds gewenst.
KORRELMAIS
Het gunstige weer zal wel bewerkstelligen, dat met
de oogst van dit produkt dit jaar vroeg kan worden
begonnen. Om dorsbeschadiging tegen te gaan moet
de mais goed rijp zijn. Het vochtgehalte ligt dan nóg
tussen de 35 en 40
Het is dus noodzakelijk dat het produkt direct na
het oogsten gedroogd wordt. Een rijpe maiskolf
J. H. ZWART,
M. A. DE HOND.
C.A.R. - Goes -