UIT DE PRAKTIJK Rond de S< helde Wintertarweinzaai staat voor de deur Regen kwam te laat. Denk aan het weerrisico Suikerbietenoogstraming te optimistich? 5 I In WEST ZEEUWS-VLAANDEREN is de stand van veel percelen jong graszaad, karwij en koolzaad on voldoende, zo niet hopeloos slecht. Jong graszaad is veelal te dun van onder de dek- vrucht gekomen en kon zich nadien door de droogte in augustus en september te langzaam ontwikkelen. Karwij kwam goed onder de dekvrucht vandaan, maar vooral op de zware grond bleef door de droogte de groei achter. Op veel percelen ging bovendien begin september de stand snel achteruit als gevolg van aan tastingen door wortelluis, wortelvlieg en schimmels. Er zullen dus ook hiervan enkele percelen dienen te Worden uitgereden. Met het koolzaad is het al niet beter, daar dit gezaaid moest worden in een droge periode en veelal een te droog zaaibed. Vooral op de zware gronden waren te veel mechanische bewerkingen nodig om een aan vaardbaar zaaibed te krijgen. Veel zaad kiemde niet, en als het wel kiemde, dan verdroogde in veel gevallen deze jonge kiem. Er staan dus veel percelen te dun, of moeten nu nog boven komen. Met de regen van de laatste septemberdagen zal de situatie nog wel wat verbeteren, zeker als in oktober een vlotte groei plaats vindt. Toch zullen ook van dit gewas, althans naar onze verwachting wel enkele percelen worden uit gereden. Er is in koolzaad veel gebruik gemaakt van de moge lijkheid om TCA en/of Simazia te spuiten tegen resp. duist en breedbladige onkruiden. Door het te lang uit blijven van regen, zullen de resultaten niet altijd gunstig uitvallen. De aardappelen zijn nu een heel eind gerooid. De kg- opbrengsten lopen nogal uiteen; n.l. van 27 tot 54 ton per ha. De gemiddelde opbrengst ligt naar verwachting lager dan vorig jaar. Ook in ons gewest was er sprake Ook op SCHOUWEN-DUIVELAND kwam aan de langdurige droogte eind vorige week een einde. De hoeveelheid neerslag, 1020 mm t/m 27 september, was zeer welkom. Het aardappelrooien zal nu wel met minder gevaar voor beschadiging gebeuren. Er zit momenteel nog ongeveer 10 van het areaal 200 ha) in de grond. Ook t.a.v. de oogst van de uien zal het wel beter gaan. Om voor oktober alle aardappelen en uien „binnen" te hebben zal het wel niet lukken. In Schouwen liggen nog meer te oogsten percelen van genoemde produkten dan in Duiveland. De weers- omslag is ook gunstig voor het dorsen van de ge- ruiterde bonen. Het rooien van suikerbieten in de „droogte" gaf plaatselijk ook moeilijkheden. Gelukkig zijn de rooi-omstandigheden hier verbeterd. De eerste berichten omtrent het suikergehalte zijn 'gunstig, de kg-opbrengst moet nog even afgewacht worden. De korrelmaïsoogst staat ook voor de deur. Er staat hier BLEVEN de regenhoeveelheden op WALCHEREN op het einde van de vorige week nog minimaal en plaatselijk beneden de 10 mm, het weertype is gewijzigd en zonnige perioden worden afgewisseld met buien. Van het ergste stof zijn we voorlopig af. Het rooien en verzamelen van aardappelen en uien is al flink gevorderd. Op vele bedrijven is men met dit werk klaar. Hoe groot de schade zal zijn wat 'be treft stootblauw bij aardappelen en kale uien zal in de komende maanden wel blijken. We zijn er niet erg gerust op. Een pluspunt is wel, dat de struktuur van de grond tot op heden nog niet heeft geleden. Alle zware vrach ten, soms tot 30 ton zijn er nog lustig overheen gerpld. Ook het rooien van d'e bieten gaat niet geheel zonder verliezen. Op de wat lichtere slempgevoelige gronden zitten de bieten wel zo vast, dat het zelfs een goede machinist met een goed afgestelde rooimachine niet lukte alle bieten onbeschadigd uit de grond te krijgen. In handwerk ging het echter ook niet. De groei van de bieten is de laatste weken gering geweest. Bij meer regen is de kaas op hergroei nog wel aanwezig. Of dit echter ook nog meer suiker in het laadje zal brengen betwijfelen we echter. De voederbieten zijn zeer goed gegroeid. De ver wachting is dat een hoge opbrengst van goede kwali teit wordt verkregen. Het oogsten van de snijmais is inmiddels klaarge komen. Ook dit heeft een vlot verloop gehad en vond plaats onder gunstige omstandigheden. Wanneer aaa de verzorging van de kuil voldoende aandacht is en wordt besteed, dan mag een goede kwaliteit veevoer voor de a.s. stalperiode worden verwacht. Het rooien van de wintertarwe staat ook alweer te gebeuren, althans zo rond half oktober. Mogelijk dat dit weer gaat uitlopen tot omstreeks december. Vorig jaar is ook nog laat op bietenland gezaaid. De voorkeur gaat dan zeker wel uit naar een ras wat latere zaai goed verdraagt. Praktijkervaring en hebben wel uit gewezen dat een bespuiting met bodemherbvciden tegen grasachtige onkruiden ook tegen breedbladige onkruiden zoals muur en kamille zeer goed resultaat geeft. Vooral op de zogenaamde rooiehumusrijke grond, die in het voorjaar meestal wat laat berijdbaar is geven we de voorkeur aan een herfstbespuiting, het liefst kort na het zaaien. Voor een goede werking moet de grond niet al te kluiterig liggen. Bij veel kluiten treedt schaduwwerking op. Het Wegschap heeft naast het probleem van het vuil deponeren in de beplanting en sloten er een probleem 'bij, namelijk het op vrije grote schaal vernietigen van dc bermbeplantingen door verbranden. Wij betreuren het dat dit op grote schaal voorkomt. Hoewel we mogelijk wel eens een keer overlast hebben van deze beplanting, zijn naar onze mening de voordelen groter dan de nadelen. Bovendien is deze beplanting een andermans goed waaraan men zich niet mag ver grijpen. Eindelijk is er wat regen gevallen. Alhoewel de hoeveelheden niet groot zijn, zien velen het als reeds voldoende, want er is nog werk genoeg. Voor het gras land zou het echter gunstig zijn, al zou er nog eens zo veel vallen. Nu, aan het begin van deze week, moet er op ZUID- BEVELAND nog ongeveer 20 van de aardappelen gerooid worden; van bedrijf tot bedrijf en van polder tot polder loopt dit percentage nogal uiteen. Op vele plaatsen heeft men met het rooien gewacht omdat van soms veel vervellen bij het rooien, zodat niet zelden het rooien stil gelegd moest worden. Dit dan 'bij zulk mooi weer. Met de uienprijzen gaat het ook hier niet best. Enige uientelers die zelf niet kunnen bewaren, hebben hun uien moeten verkopen voor 5 a 6 ct per kg. Dit is toch wel een zeer grote strop te noemen. Het rooien van de bieten is in volle gang. Als de fabrieken niet te veel moeten gaan korten op de uit- betalingsprijs zou het wel eens een heel goed bieten- jaar kunnen gaan worden. Het is in de landbouw steeds weer hetzelfde; het ene valt mee, het andere weer tegen. Dit speculerende boe renvak wordt steeds maar moeilijker en lijkt (terecht) voor steeds minder mensen voldoende aantrekkelijk ermee te beginnen of door te gaan. goed 200 ha maïs, waarvoor maar twee oogstmachines beschikbaar zijn. Er moet dus per machine heel wat geoogst worden. Het is van groot belang op de hoogte te zijn van de rijpheid van dit gewas. Bij een vocht gehalte van 40 kan een begin gemaakt worden met de oogst. Neem op tijd een gemiddeld monster en laat het vochtgehalte bepalen. Het weerrisico (regen en wind) is in ons klimaat in deze tijd dusdanig dat men t.a.v. het vochtgehalte niet op rozen mag gaan zitten (richting 35 vocht) mede omdat er per machine veel geoogst moet worden. Zaterdag 2 oktober worden de wedstrijden om het kampioenschap ploegen gehouden. Een kleine 20 deel nemers zullen met elkaar strijden om de hoogste eer op dit gebied. Daarnaast zullen een vijftal leerlingen Van de hoogste klassen van de Lagere landbouwschool eikaars krachten op dit gebied meten. te veel kluiten voorkwamen, maar vooral ook om de risico's van het blauw worden zoveel mogelijk te be perken. Gelukkig is wel dat de prijzen zich op een wat prettiger niveau zijn gaan bewegen. Er zijn al aardig wat suikerbieten gerooid. Alle ver halen en gegevens ten spijt, vraagt men zich op vele bedrijven toch wel af waar die hoge opbrengsten van daan moeten komen. Ze zijn niet slecht, dat niet, maar achter die hogere opbrengstverwachtingen zet men toch hier een vraagteken. Het suikergehalte geeft een wat wisselvallig beeld te zien. Daarbij moet wel op gemerkt worden dat tot op dit moment het veelal bieten van wendakkers en randen zijn, die afgeleverd zijn en deze geven meestal niet het hoogste suiker gehalte te zien. Men schatte dat in het begin van deze week ongeveer van de uienoogst geborgen was. Een 'beetje regen was hierbij niet onwelkom. Het ontvellen wordt hier door wat beperkt, alsmede dat daardoor de kluiten bij het opdoen en het transport gemakkelijker breken en niet in de partij in de bergruimte terecht komen. Hier en daar is al een begin gemaakt met het zaai- voor-ploegen. Op de duur zullen we 'bij de winter tarwe toch wel een zelfde gedragslijn aan moeten gaan houden met de Chemische onkruidbestrijding als bij de suikerbietenteelt. Het toepassen van Tribunil, Igran 50 of TohE25 dient dan ook tussen zaaien en opkomst plaats te vinden. Dit is zeer zeker op zijn plaats op oude poldergronden, waar men anders voor de on kruidbestrijding in het voorjaar te laat op het land kan komen. De oogst van de korrelmaïs begint ook steeds dich terbij te komen. Het gewas rijpt wat vroeger af als vorig jaar. Er wordt een goede opbrengst verwacht. Op een aantal bedrijven heeft men wederom de fosfaat- en kalibemesting door handel of coöperatie uit laten strooien. Bij een goede organisatie kan dit zeer vlot werken. Struktuurbederf wordt daardoor voorkomen. De strooikosten blijken laag te kunnen zijn. Het zou dan ook aanbeveling verdienen dat dit nog op veel meer bedrijven op deze wijze uitgevoerd kon worden. Het bovenstaande wil niet zeggen, dat geen enkel bedrijf het zelf doet. Dit aantal is echter niet zo groot, maar dit blijft al meerdere jaren onge veer op het zelfde aantal handhaven. Regen was wel extra nodig voor het grasland, de voorraad aan weidegras is dan ook vrijwel nihil. Op de meeste bedrijven voert men dan ook al geruime tijd, het één of ander 'bij. Tot nog toe waren dit aard appelen, nu is men ook al meer begonnen met suiker- bietenkop en 'blad. Waar zijn we meer mee gebaat, met een droge maand augustus of met een droge maand september? Gezien de aard der te verrichten werkzaamheden meen ik de voorkeur te moeten geven aan het laatst genoemde. In augustus kunnen we met de maaidorsers al gauw op het land terecht en bovendien kunnen we het graan nog drogen ook, maar in september moeten we met de aardappelrooimachines de grond in en daar voor zijn droge omstandigheden wel zeer gewenst. In de afgelopen weken hebben we ervaren in welk tempo de aardappels gerooid werden. Soms leek het wel eens te snel te gaan. Het was bovendien niet uitvoer baar om voldoende losse grond op de rooikettingen mee in de machine te krijgen en hierdoor steeg de kans op beschadiging vrij aanzienlijk. De weg die de aard appels in de moderne rooimachines afleggen is vrij lang. Door de constructeur is er echter op gerekend, dat de machine onder verschillende omstandigheden toch goed werk moet kunnen leveren en zo is het mogelijk om indien nodig de machine 'aan te passen. Bij het huidige prijspeil zal het echter moeilijk zijn partijen aardappels met een 'behoorlijk percentage rooilbeschadiging te plaatsen. Het is daarom thans reeds van belang om zelf eens terdege zijn voorraden te be monsteren en op papier vast te leggen welke kwaliteit en kwantiteit men heeft. Hoe meer gegevens men zelf verzamelt als sortering, groen en beschadiging enz. des te beter kan men later zaken doen. De stelling: „We zullen van de winter wel zien", is beslist af te raden en te passief tegenover een produkt waaraan al heel wat kosten zijn besteed. Verder is ons dit seizoen opgevallen, dat de ene teler wel kon rooien terwijl de andere moest stoppen daar het te droog en te hard was. Wat is hiervan de reden? Is dit alleen de grondsoort of speelt de manier van land klaar maken in het voorjaar en de wijze van aanaar den hierbij een grote rol? Bij de bieten zitten we met een dergelijke situatie, maar daar hangt de rooibaar- heid meer af van het rooisysteem en van de blad ontwikkeling van het gewas. Hoe minder loof op de bieten, hoe meer de grond is uitgedroogd en hoe har der ze dus geworden is. Voor de bieten moeten we dus eigenlijk over twee rooisystemien kunnen beschikken n.l. een voor droog en een voor nat weer, maar als dat twee afzonderlijke machines zijn wordt het wel een kostbare zaak. Goedkoper was misschien als we alleen de rooischaren konden verwisselen want aan het doel van de rest van de machine verandert in wezen, niets. Buurman heeft op „Prinsjesdag" gekluisterd gezeten aan zijn televisietoestel. "Dissen de regels door wou hij beluisteren wat de regering voor de landbouw op stapel had staan. Belangrijk vond hij, dat we als land bouw genoemd werden en hij meende met genoegen te mogen concluderen, dat voor zowel de wijkers als de blijvers diverse maatregelen genomen zullen worden. Op mijn vraag tot welke van de genoemde groepen hij behoorde moest hij het antwoord schuldig blijven. Evenals ik wil hij graag zijn tijd als boer nog uit dienen! We zijn dus nog een poosje blijvers en wijkers worden we mettertijd. En zo is het in de familie ai generaties lang geweest. Maar die vroegere wijkers hadden minder oud ijzer dan wij nu! Het oud gezegde: „Wie wat bewaart, die heeft wat", blijft dus nog steeds van kracht.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 5