Ontheffingsmogelijkheden
verplichte
vruchtwisseling aardappelen
teeltjaar 1972
De afzet
van
eieren
nu en
in de
toekomst
KORTE WENKEN
6
Evenals het vorig jaar zal voor het teeltjaar 1972
de mogelijkheid bestaan ontheffing te verkrijgen van
de verplichte vruchtwisseling van aardappelen. De
ontheffingen worden verleend op nieuw ontgonnen
grond, voor verbetering van blijvend grasland, laatste
teelt in een boomgaard, herindeling bedrijf, ruilver
kaveling of voor vloeivelden van aardappelmeel
fabrieken.
In veel gevallen zal men deze ontheffingen niet meer
nodig hebben, omdat naast de verplichte 1 3 vrucht
wisseling van aardappelen thans zonder ontheffing
ook 1 2 teelt (dus om het andere jaar) mogelijk is,
mits men gebruik maakt van voor aardappelmoeheid
resistente rassen en grondontsmetting. Er kunnen ech
ter omstandigheden zijn waarbij het gebruik van resis
tente rassen of grondontsmetting op te grote bezwaren
stuit In die gevallen kan men ontheffing aanvragen.
Ook'kan ontheffing verleend worden voor een één
malige 1 oo 1 teelt in een jonge boomgaard of voor
verbetering van blijvend grasland.
Geen ontheffing wordt verleend als slechts sprake is
van een herindeling van de teelt van aardappelen
om in 1973 tot de dan verplichte 1 op 4 vruchtwisseling
te komen. Deze 1 op 4 regeling is op een zodanig vroeg
tijdstip bekendgemaakt, dat er voldoende gelegenheid
is geweest deze zonder ontheffing tot stand te brengen.
Ontheffingen kunnen worden aangevraagd op hier
voor bestemde aanvraagformulieren die vóór 1 maart
1972 moeten worden ingediend. Bij inlevering na
1 maart kan geen garantie worden gegeven voor een
tijdige behandeling van de aanvraag.
Na 15 april worden geen ontheffingsaanvragen meer
in behandeling genomen. Evenmin zullen aanvragen
in behandeling worden genomen, waarvoor de ver
schuldigde kosten niet zijn betaald. Nimmer wordt een
ontheffing verleend als de aardappelen reeds gepoot
blijken te zijn. Het telen zonder ontheffing, ook al had
men deze bij tijdig aanvragen wel kunnen verkrijgen,
wordt als overtreding beschouwd en wordt als zodanig
vervolgd.
voor:
QNTHEFFINGSMOGELIJKHEDEN bestaan
1. Nieuw ontgonnen grond (dalgrond, heidegrond,
bos), dus grond, die voorheen geen cultuurgrond is
geweest. Met nadruk wordt erop gewezen, dat
onder het begrip „nieuwe grond" niet vallen: ge
scheurd grasland, herontgonnen, verwaarloosde of
opgehoogde grond, in cultuur gebrachte vuilstort
plaatsen of baggergrond e.d.
Op nieuwe grond kunnen in de eerste vier jaren
na het gereedkomen van de ontginning vaker aard
appelen worden geteeld dan volgens de verplichte
vruchtwisselingsbepalingen mogelijk zou zijn. De
aanvragen voor ontheffing wegens nieuw ontgon
nen grond dienen uiterlijk te worden aangevraagd
in het voorjaar waarin de eerste teelt plaats vindt.
Een keuze kan worden gedaan uit verschillende
teeltmogelijkheden.
V
2. Verbetering blijvend grasland. Indien men de ver
betering van blijvend grasland wil bereiken door
na het scheuren 2 jaren achtereen aardappelen te
telen, kan voor de teelt in dat Ze jaer ontneming
worden voiieeiiu. DU is ecliier aneen inogeiJjK aia
daarna zo spoedig mogelijk tot inzaai van blijvend
grasland wordt overgegaan.
Als „blijvend" worden die graslanden aangemerkt
die tenminste 8 jaren achtereen dn gras hebben ge
legen. Men moet er rekening mede houden, dat
d"eze ontheffing in het algemeen slechts wordt ver
leend onder de voorwaarde dat een resistent ras
wordt geteeld.
3. Jonge of in te planten boomgaarden. Voor een zich
sluitende jonge boomgaard of voor een terrein, dat
in het najaar van 1972 met vruchtbomen zal worden
ingeplant, kan een ontheffing van de vruchtwisse-
lingsvoorschriften worden aangevraagd. Voor een
zelfde terrein wordt slechts éénmaal ontheffing ver
leend en meestal onder de voorwaarde dat een
resistent ras wordt geteeld.
4. Ruilverkaveling. In ruilverkavelingsgebieden kan
men meestal geen rekening houden met vooraf
gaande aardappelteelten. Het is gewenst dat in een
vroeg stadium (tenminste 1 jaar voor de definitieve
toewijzing zal plaats hebben) contact wordt op
genomen met de Plantenziektenkucidige Dienst
voor het bepalen van de ontheffingsmogelijkheden
en de daaraan verbonden voorwaarden.
5. Herindeling bedrijf. Hieronder wordt verstaan een
wijziging in de perceelsligging door het dempen
of graven van sloten, drainage of i.v.m. noodzake
lijke mechanisatie, waardoor het voor de teler zeer
moeilijk wordt rekening te houden met de aard
appelteelt van de twee voorafgaande jaren. Op het
aanvraagformulier of op bijgevoegde losse schet
sen moet duidelijk worden aangegeven hoe de situa
tie op 'het bedrijf was vóór de herindeling en hoe
deze daarna is geworden of zal worden.
In principe wordt er van uitgegaan, dat een her
indeling van het bedrijf kan worden opgelost door
gebruik te maken van de bestaande 1 2 regeling
voor aardappelen onder voorwaarden. Slechts in die
gevallen waarbij kan worden aangetoond, dat geen
teelt van a.m. resistente rassen mogelijk is of geen
grondontsmetting kan worden uitgevoerd, zal het
nog mogelijk zijn ontheffing te verkrijgen van één
van d'eze voorwaarden. In bijzondere gevallen is
het zelfs mogelijk van beide voorwaarden onthef
fing te verkrijgen.
6. Verplichte vloeivelden. Op dergelijke vloeivelden,
die tot het voorjaar onder water staan, is het moge
lijk ontheffing te verkrijgen voor de teelt van aard
appelen in een 1 2 vruchtwisseling. Voor vloei-
bassins kan zelfs jaarlijks een ontheffing voor de
aardappelteelt worden verleend.
De Plantenziektenkundige Dienst behoudt zich het
recht voor een ontheffing pas te verlenen als uit de
uitslag van een voorafgaand grondmonsterondërzoek
blijkt dat het verlenen van een ontheffing mogelijk is.
Een ontheffing kan worden geweigerd wanneer de
situatie in de naaste omgeving van het perceel zo is,
dat ontheffing uit een oogpunt van aardappelmoe-
heidsbestrijding niet verantwoord wordt geacht.
Resistente rassen. Indien bij het verlenen van een
ontheffing de teelt van een resistent ras wordt voor
geschreven kan een keuze worden gemaakt uit een
aantal rassen. Voor consumptiedoeleinden zijn volgens
gegevens van het I.V.R.O. de volgende rassen ge
schikt:
Alcmaria, Amaryl, Amora, Bellona, Cardinal, Ehud,
Kronia, Marijke, Probaat, Provita, Saturna,
ZPC 63-113.
Kosten. Ter dekking van de kosten van onderzoek,
o.a. van te nemen grondmonsters, is de aanvrager voor
iedere aanvrage een bedrag verschuldigd. De grootte
hiervan is afhankelijk van de oppervlakte aardappe
len, waarvoor ontheffing wordt gevraagd, n.l. 3,52
per 10 are of gedeelte daarvan, met een maximum van
14,11 per aanvraag.
Formulieren voor het aanvragen van een ontheffing
voor Zeeland en Brabant zijn verkrijgbaar bij: de ge
westelijke secretariaten van het Landbouwschap Goes
en Tilburg.
F. EDZERS.
Consulentschap
voor de Varkens-
en Pluimvee
houderij
te Tilburg
LI ET is stil geworden rond de legpluimveehouderij.
De optimistische bedrijvigheid van enkele jaren
geleden is verdwenen en heeft plaats gemaakt voor
een afwachtende houding. De huidige gang van zaken
in de pluimveehouderij wordt door de pluimveehou
ders verschillend beoordeeld en ervaren. Het aantal
zeer verbitterde pluimveehouders is klein. Hiermee
wil niet gezegd worden dat een ieder de huidige situa
tie zonder meer accepteert! Integendeel, er is veel
kritiek op het beleid van de invloedrijke instanties.
Misschien dal: deze kritiek ook wel gerechtvaardigd
is, er zijn nu éénmaal fouten gemaakt. Wij mogen con
stateren dat de afzetstructuur geen gelijke tred heeft
gehouden met de ontwikkeling van de moderne leg-
bedrijven Hoewe" deze fouten moeilijk te hersteilen
zijn, kan in ieder geval daaraan worden gewerkt.
De grote vraag waarmee vele pluimveehouders
worstelen is: „Geeft de huidige vorm van legpluimvee
houderij voldoende toekomstmogelijkheden?" Laten
wij ons wel realiseren dat 15 jaar geleden een hok
met 5000 legkippen een bezienswaardigheid was en dat
de legbatterijen 5 jaar geleden als een nieuwtje werden
beschouwd. Het een en ander betekent, dat de pluim
veehouderij zich nog steeds in een stroomversnelling
bevindt. Er wordt thans over „blijvers en wijkers" ge
sproken, Waarschijnlijk zal in de eerstkomende jaren
het aantal wijkers groter zijn dan het aantal blijvers.
^WAAROM deze sombere verwachting? Het lijkt mij
niet moeilijk deze verwachting uit te spreken,
gezien het totale beleid dat ten aanzien van de land
bouw wordt gevoerd. Er wordt hard aan bedrijfsver-
grotmg gewerkt. Ook buiten de landbouw heeft dit
de volle aandacht. Vele industrieën gaan fuseren
Dit gebeurt om gezamenlijk sterker te staan er> de
concurrentie beter aan te kunnen. Wij accepteren dit
als normaal. Het vreemde is echter dat wij er niet aan
denken hetzelfde systeem in dé pluimveehouderij toe
te passen. En toch zouden hiervoor mogelijkheden
aanwezig zijn. Wat Eastwood alleen doet, kan een
aantal pluimveehouders ook gezamenlijk aanpakken.
Daarbij komt nog dat 5 bedrijven met elk 20.000 leg
kippen meer mogelijkheden bieden dan één bedrijf met
100.000 legkippen.
Wij mogen gelukkig constateren dat de eierprijzen
in september een redelijk niveau hebben bereikt! Maar
hiermee is de pluimveehouderij nog niet gezond. Het
probleem blijft dat de winst die de eieren uiteindelijk
opbrengen niet in de zakken van de pluimveehouders
belandt. Het is een bekend feit dat niet de huisvrouw
van een lage eierprijs profiteert. Het is wel zeker dat
er (en misschien wel vooral) in tijden van lage eier
prijzen, door een kleine groep mensen goed aan de
eieren wordt verdiend. Dit moet niet nodig zijn, maar
dan moeten wij de afzet van eieren in eigen hand ne
men. Misschien dat thans het tijdstip is aangebroken
dat de pluimveehouders de mogelijkheden en niet te
(Zie verder pag. 12)
C.A.R. Zevenbergen.
STOPPELBEWERKING IS EEN GOEDE bezigheid,
waarmee veel wortelonkruiden worden gedood. Vooral
bij droge weersomstandigheden kunnen veel werk
zaamheden ter verbetering van de grond eens flink
worden aangepakt. Na september heeft het echter niet
veel zin meer om stoppelbewerkingen uit te voeren
maar kunt u beter gaan wintervoren.
NIET ELK JAAR TREEDT voetziekte in winter
tarwe in ernstige mate op. Toch is het verstandig om,
vooral op veel graan telende bedrijven, rekening te
houden met een mogelijke aantasting. Laatgezaaide
wintertarwe heeft minder last dan vroeg gezaaide
tarwe. U doet er daarom verstandig aan om niet zéér
vroeg te zaaienmaar b.v. pas na 10 oktober te begin
nen
BIJ TARWE ZAAIEN IN OKTOBER, op grond met
een goede struktuur en zaaibed, moet u niet te veel
zaaizaad gebruiken. Dikwijls gebruikt men veel te
veel, zodat er onnodig een zeer dicht gewas tarwe
staat. Onder genoemde omstandigheden is 150 kg
zaaizaad ncr ha voor Manella voldoende, voor Lely
is 140 kg al genoeg.
MET HET 6-R1JIG BIETENROOISYSTEEM is het
mogelijk 5 ha bieten per dag te koppen en te lichten.
Onder natte omstandigheden kan het oogsten langer
doorgang vinden dan bij het bunkerrooien, zonder
struktuurbederfHecht u veel waarde aan het bieten
blad voor veevoer, dan is de zesrijer niet het goede
systeem. Moeten de bieten meteen worden afgevoerd,
dan moet u beschikken over voldoende mensen en
materiaal.
OP VEEL AKKERBOUBEDRIJVEN rond 30 ha zou
het bedrijfsresultaat aanmerkelijk kunnen verbeteren
door intensief samen te werken met enkele collega's.
Veel werkzaamheden kunt u dan in samenwerkings
verband verrichten en de eigen arbeid produktiever
maken. Jammer is het wanneer u alleen maar nadelen
ziet en aan de voordelen voorbij gaat. Denkt u hier
nu eens echt serieus over na!
DE LAATSTE JAREN IS nitraatvergiftiging meer
op de voorgrond gekomen. Vooral bij de stoppelgewas
sen waarbij een grote hoeveelheid organische mest is
gebruikt plus nog anorganische stikstof. Bij het voeren
van dergelijke produkten die vlot en geil gegroeid zijn
is het noodzakelijk goed op te letten. Voorkomen is
beter dan genezen.
HET GREPPELONDERHOUD wordt belangrijker
bij de vordering van het weideseizoen. Door onkruid-
groei en dichttrappen kan de afvoer van water belem
merd worden, waardoor ze nog weer eerder dicht
groeien. Zorg in ieder geval dat de einden steeds goed
open zijn.
DE METHODE VAN VOORDROGEN geeft in het
algemeen goede resultaten. Als het evenwel b.v. in
het najaar moeilijk ivordt, om een drogestofgehalte
boven de 40 te krijgen, is het beter om direkt een
toevoegingsmiddel te gebruiken. De tijd dat het droogt
wordt nu dagelijks korter.