LANDBOUWSCHAP VAN HET Memorandum over de melkveehouderij in Nederland Fruit bleef gevraagd Varkens slachten op hoger gewicht 13 GERECHTVAARDIGE VERLANGENS \/OOR de hoofdafdeling Veehouderij van het v Landbouwschap zijn onlangs een aantal ge dachten en wensen naar voren gebracht inzake de melkveehouderij in Nederland. De boeren naar een beter bestaan, de koe naar de melker en het voer, het grasland en de grasproduktie in beweging. Dat zijn de drie grondbeginselen van de inhoud van het rapport, dat door de hoofdafdeling Veehouderij onder bovengenoemde titel aan het bestuur van het Landbouwschap aangeboden is. De periode van geleidelijke aanpassing is voor de veehouderij voorbij; de veehouders zitten opgesloten tussen onwrikbare muren en begrensde oppervlakten. Alleen met behulp van struktuurmaatregelen kunnen de blijvers de sprong maken naar de toekomst. Wie overigens blijvers zegt, heeft ook de wijkers op het oog. In de grondgebonden produktiesektoren, waar toe ook de veehouderij behoort, kan de één slechts groeien ten koste van de ander. Daarom wordt aan de afvloeiing en de omschakeling veel aandacht be steed. Ook ging men na op welke wijze de vrijgekomen grond ten goede kan komen aan degenen die hun be drijf willen ontwikkelen. In het algemeen is voor de wijkers een gemakke lijker regeling te treffen dan voor de blijvers. Deze laatsten moeten immers streven naar bedrijfsvergro- ting en hogere omzetten. Zij hebben behoefte aan nieuwe of gemoderniseerde gebouwen. Zij willen meer grond en, als die niet beschikbaar is, meer voer dat anderen voor hen verbouwen. Financiële en technische beperkingen beginnen dan remmend te werken. In Brussel worstelt men elke dag met dit vraagstuk. Daarom heeft de EEG-ministerraad besloten om naast een markt- en prijsbeleid ook een begin te maken met het gemeenschappelijk struktuurbeleid. De richtlijnen zijn met veel moeite tot stand gekomen. De uitwerking ervan zal nog wel veel hoofdbrekens gaan kosten. PRIJSAANPASSING |VE 'hoofdafdeling Veehouderij is het probleem op een systematische en logische wijze te lijf ge gaan. De hoofdafdeling heeft aan het Landbouw-Eco- nomisch-Instituut (LEI) gevraagd welke prijsverho gingen de Nederlandse veehouders nodig zullen heb ben in de komende jaren (tot 1975), indien de ar- beidsproduktiviteit in dezelfde mate als voorheen blijft stijgen en wanneer de huidige kostenontwikke ling op de veehouderijbedrijven voortgaat. Uit het rekenwerk rolde het volgende antwoord; een jaarlijkse prijsverhoging van netto 6 voor melk (is 2 cent per kg) en 10 voor rundvlees. Dit antwoord betekent dan nog maar dat het gemiddelde inkomen gelijk blijft. De hoofdafdeling Veehouderij weet echter dat: het huidig gemiddelde inkomen te laag is (bruto 15.000,bij een 60 a 70-urige werkweek) het arbeidsinkomen de laatste vijf jaren niet ge stegen is de berekening betrekking heeft op veehouderijbe drijven van behoorlijke omvang de berekening uitgevoerd is op pachtbasis (op eigenaarsbasis kan de kostprijs van de melk wel 5 cent hoger zijn!) de berekening geen ruimte geeft voor de noodza kelijke bedrijfsverbetering. GELD, GROND EN GEBOUWEN IVE hoofdafdeling Veehouderij is van oordeel dat er naast de prijsaanpassing veel geld voor struk- tuurverbetering nodig is. Helaas levert de bedrijfs- exploitatie niet altijd deze gelden op. De bedrijfsop- zet behoeft dringende wijziging. De noodzaak daar toe wordt als volgt omschreven: De veehouders moeten terwille van een hogere arbeidsprestatie op grote schaal nieuwe gebou wen plaatsen, die eenvoudig en goedkoop zijn. Bij de financiering ervan zullen desondanks ernstige moeilijkheden optreden. Een rentesubsidie van maximaal 5 (genoemd in de Brusselse regeling) zou deze belemmering kunnen wegnemen. Als een veehouder gaat bouwen of moderniseren, streeft hij naar een aanvaardbare bezettingsgraad van de technische apparatuur die berekend is op (veel) meer koeien dan hij nu houdt. Die meer dere koeien moeten ook eten en daarom is weer meer grond nodig. De grond blijkt voor de vee houder echter onbetaalbaar of bij het huidige (ho ge) prijsniveau niet rendabel. De grondbank, waar bij deze „bank" de grond koopt en in erfpacht uit geeft zou in deze moeilijkheden een helpende hand kunnen bieden. Een overbrugging van een rente- verschil van 4 zou in het kader van het struk tuurbeleid uitstekend passen. Als de veehouder geen grond voor uitbreiding kan verwerven zal het voer van andermans grond moeten komen. Een „ruwvoederbank" zou hier goede diensten kunnen bewijzen. Om het ruwvoer op een goedkoper wijze te vervoeren zal meer aandacht nodig zijn voor geconcentreerd ruwvoer. NU MEER, STRAKS MINDER ITIT het voorgaande volgt dat de prijsaanpassing gericht is op het handhaven van het huidige ge middelde inkomen. De struktuurmaatregelen (gebou wen - grond - voer) zjjn nodig om via een gewijzigde bedrijfsopzet, een aangepaste bedrijfsuitrusting en een omzetvergroting te streven naar een grotere ar- beidsproduktiviteit, een lagere kostprijs en verbeter de sociale omstandigheden. Het voor struktuurver- betering uitgegeven geld zal te zijner tijd de prijs aanpassing kunnen beperken, omdat er niet alleen gesaneerd wordt maar aan de blijvers ook een betere concurrentiepositie wordt gegeven. In dit verband wordt gepleit voor afbraak van concurrentieverval sende maatregelen en een extra steun voor onder zoek en proefnemingen. Voorts wordt aangedrongen om belemmeringen bij de toekomstige produktie op te heffen GERECHTVAARDIGDE VERLANGENS |\E hoofdafdeling Veehouderij gaat er van uit dat de cost voor de baet uitgaat. Verlangens, die 190 miljoen gulden per jaar kosten (d.i. 3 cent per kg melk), mogen onredelijk hoog lijken maar men moet kiezen of delen. Het is anno 1971 ontoelaatbaar dat er per veehouderijbedrijf een verlies geleden wordt dat variëert van 5000 tot 10.000 gulden, en dat in een „zuivelend" Nederland met ruim 100.000 vee houderijbedrijven en circa 250.000 mensen die bun werk vinden in de produktie-, verwerkings- en af- zetsfeer van veehouderijprodukten. Het beeld wordt nog schrijnender als blijkt dat Nederland in 1970 een zuivel- en rundvleesexport van 2,5 miljard gul den noteerde. Gelet op deze achtergronden acht de hoofdafdeling Veehouderij een struktuurinjektie, zo als boven uitgedrukt, volkomen gerechtvaardigd. Het bestuur van het Landbouwschap heeft het Memoran dum met instemming aanvaard en hoopt de wensen in te passen in het meerjarenprogramma, dat voor land- en tuinbouw noodzakelijk geacht wordt. De aanvoeren op de fruitveilingen liepen vorige week wat terug en de vraag bleef goed op peil wat tot gevolg had dat de prijzen van de belangrijkste rassen nog wat konden aantrekken. Er was een grote vraag voor export, maar dikwijls was daarbij de eis dat het fruit omgepakt moest worden in exportver pakking. Soms gaf dat de nodige moeilijkheden, zeker wanneer het om kleinverpakking ging, wat erg ar beidsintensief is. Toch lijkt het belangrijk dat de vei lingen zorgen dat deze service kan worden gegeven. Cox' Orange Pippin was gevraagd voor verschil lende landen en de prijs van de meest gevraagde ma ten steeg van rond 38 cent per kg tot rond 45 cent, terwijl de maat 65—70 mm klasse I kwaliteit van 28 op 32 cent per kg kwam. De klasse II kwaliteit van dit ras was ongeveer 10 cent per kg goedkoper dan de klasse I kwaliteit. James Grieve was er weinig meer te koop, maar de prijs trok geweldig aan. Van doordraai op grote schaal kwam dit ras op 25 tot 30 cent per kg voor de grote maten. Bij de peren nam de Beurré Hardy nog de eerste plaats in, maar de Bonne Louise kwam ook flink op zetten. De prijs van de Beurré Hardy grote maat lag stabiei rond 57 cent per kg en de maat 6570 mm noteerde rond 54 cent Bonne Louise klasse I kwali teit boven 60 mm kwam aanvankelijk aan 65 cent, terwijl voor de maat 5055 mm rond 25 cent per kg werd betaald. Conference begon op de Zeeuwse vei lingen voor de grote en middelmaten rond 35 cent per kg en in het eind van de week lag de prijs rond 45 cent. De maat 5560 mm noteerde aanvankelijk rond 32 cent en kwam later op 43 cent. Legipont mocht vanaf vorige week donderdag worden aange voerd. De grote en middelmaten van dit ras deden op de eerste dag tussen 45 en 50 cent per kg en de kleine maat noteerde rond 35 cent. Plaatselijk was ook nog wat Triomphe de Vienne te koop, waarvoor tot rond en iets boven 70 cent per kg werd betaald. In Kapelle-Biezelinge liep de aanvoer van bramen terug. De vraag bleef echter groot en de prijs kwam op 2,80 per kg voor de industriebramen. Bij deze veiling was ook een groot aanbod van kas- tomaten waarvoor tussen 5,50 en 6,50 per krat van 6 kg werd betaald voor wat betreft de A- en B- export kwaliteit. Voor de telers een alleszins redelij ke prijs. VEE EN VLEES Tot 22 augustus j.l. was de prijsnotering van de slachtvarkensinkoopcombinaties nog gebaseerd op de gewichtsklasse 68 tot en met 80 kg. Met ingang van 23 augustus is in de gewichtsklasse verandering ge komen. Deze is namelijk verhoogd en vastgesteld op een gewicht van 75 tot 85 kg. Dit is ongetwijfeld een stimulans om slachtvarkens op een hoger gewicht af te leveren. Het afleveren op een slachtgewiCht van 80 -85 kg is voor de producent aantrekkelijker dan rond de 75 kg. Aldus een mededeling van het sekretariaat van het Produktschap voor Vee en Vlees in de vorige week woensdag gehouden vergadering van het Schap te Rijswijk. In een verdere beschouwing over de var- kensmarkt werd gesteld, dat het slachten op een zwaarder gewicht iets meer vet gaat opleveren. Voor iets meer vet bij een hoger gewicht zouden de NL- varkens gevoeliger zijn dan het Groot-Yorkshire- varken. Het is echter nog niet zeker, dat deze ver andering in de gewichtsklasse gehandhaafd zal blij ven. De varkensmarkt is de laatste weken beïnvloed door de monetaire crisis. Thans zijn de prijzen van de slachtvarkens weer iets hoger en de vooruitzich ten laten zich ook gunstiger aanzien. Het ziet er naar uit, dat de markt in de komende weken beter in ba lans zal liggen De export loopt goed, hoewel deze mo menteel wat lager is dan in de voorgaande weken. In de week van 6 tot 10 september werden volgens de uitvoerformulieren ruim 34.000 slachtvarkens ge ëxporteerd en aan onderdelen (hammen, schouders, car bonaden en buikspek) 931 ton. West-Duitsland nam minder slachtvarkens af. De export van leven de slachtvarkens naar Italië is nog gering. De in koopcombinaties noteerden in de week van 1318 september in de nieuwe gewichtsklasse van 7585 kg ƒ2,93 incl. BTW. De groothandelsprijzen van de onderdelen zijn de laatste weken over de gehele linie gestegen; echter de laatste week van 1318 septem ber noteerden hammen, schouders en carbonaden weer 5 cent lager. De 1 A-hammen liggen 10 tot 15 cent boven de notering. De lever noteert 1,25 per kg hoger dan een maand geleden en is opgelopen tot een gemiddelde prijs van 3,50 per kg. Van oudere en jonge zeugen bedroeg het aantal dekkingen in juli 114500. Er zijn, vergeleken met een jaar geleden, in dezelfde maand 3400 zeugen meer gedekt. In juli 1970 en 1971 waren de dekkingscijfers van de jonge zeu gen resp 30100 en 23200 stuks (dus 7000 lager in 1971). SLACHTVEE MARKT Hoewel op de slachtveemarkt de prijzen in ons land iets zijn gedaald is er op dit terrein geen on tevredenheid te bespeuren. De prijzen zijn nog steeds aan de hoge kant. Deze liggen ongeveer 10 hoger dan een jaar geleden en in do afgelopen maand zelfs 12 hoger. De gemiddelde slachtprijs bedroeg in Nederland een jaar geleden ƒ234,69. In de aanvoer van slachtrunderen is dit jaar tot heden een regel matig verloop geweest. De aanvoeren op de 11 groot ste markten van Nederland waren in de maanden juli en augustus resp. 19 en 12 lager dan in dezelf de maanden van 1970. In de week van 6 tot 11 sep tember was de gemiddelde marktprijsnotering in de EEG ƒ265,11. Nederland noteerde in deze week een gemiddelde marktprijs van ƒ265,78 en ligt dus nog 5,boven de EEG-oriëntatieprijs van 260,64. In verband met de goede voederpositie (veel kuilvoer) verwacht men geen overvoerde markten. Ook in an dere landen van de EEG is het prijsverloop op de slachtveemarkten gunstig te noemen. De slachtkalverprijzen zijn de laatste weken aan getrokken. In Den Bosch en Barneveld liggen de no teringen 0,35 tot 0,50 per kg levend gewicht hoger dan 5 weken geleden en 6 tot 12 hoger dan in de overeenkomstige periode van 1970. In de week van 6 tot 11 september bedroeg de gemiddelde marktprijs in de EEG ƒ365,25 en in Nederland ƒ384,95 per 100 kg levend gewicht. De gemiddelde Nederlandse marktprijs ligt nu weer ruim ƒ43,boven de EEG- oriëntatieprijs van 341,19. In de week van 610 september exporteerde Nederland ruim 2000 ton kalfsvlees met als grootste afnemer Italië (bijna 1000 ton) gevolgd door West-Duitsland (874 ton). De nu ka's zijn momenteel duur, ongeveer 400,per stuk. Er is naar roodbonten en stiertjes veel vraag. Er worden echter in deze periode weinig kalveren ge boren. S.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 13