WINTERTARWE 'I,1! De voeding van melkvee in het najaar stevig vroeg produktief 7 en begroting van het cultuurtechnisch werk worden door het rijk voor haar rekening genomen. Het cul tuurtechnisch werk zelf wordt voor 50 gesubsi dieerd tot een maximum van 500 per ha, mits dit werk voortvloeit uit de kavelruil, dus een gevolg is van de nieuwe kavelindeling. Men is vrij om dit werk geheel zelf uit te voeren of te laten uitvoeren. Wil 3 tóór H*vtlruil At Aaiii 0 col 0 0 0 o 0 0 0 o 0 I'll1 I'll1 J' n VI 1 1 IjJs? aï!iÜ=== .3 ft ruiU men tegelijk meer werk laten uitvoeren bijv. de ont watering verbeteren door drainage enz. dan komen de kosten daarvan uiteraard geheel voor eigen reke ning. De ervaring tot nu toe leert dat bij verschillen de ruilingen in het geheel geen of zeer weinig aan- C.A.R. Goes C. DEN ENGELSEN specialist voedervoorziening AP vele bedrijven is het najaar voor het melkvee de slechtste periode van het jaar. De produktie loopt veelal sterk terug en dikwijls worden de koeien reeds meer dan 9 weken vóór de verwachte kalf datum droog gezet. De leden van de melkcontro1? met vol doende nog melkgevende koeien, zien de staadaard- produktie wellicht terugvallen van bijvoorbeeld 33 naar 25 of nog lager. Hoewel een lichte en geleidelijke daling van de standaardproduktie van september tot november van bijvoorbeeld 29 a 31 naar 26 a 28 veel al moeilijk kan worden voorkomen, wijst een snellere teruggang van de produktie op onvoldoende voeding. Naarmate de dagen korten en het gras vochtiger wordt dalen de voederwaarde en het droge-stofgehalte van het gras. De wijze van de beweiding en de ver zorging van het grasland spelen hierbij echter een grote rol. Tijdig maaien en regelmatige bemesting met stikstof, ook nog gedurende de maand september, geven mals nagras met een nog goede voederwaarde. Op zodanig gras is zonder bij voedering bij goed weer tot diep in oktober een produktie mogelijk tot 15 kg melk per koe per dag. Van oud, niet tijdig gemaaid gras, neemt het vee echter veel minder op en is slechts een melkproduktie mogelijk van maximaal 10 kg. We moeten er dan ook op bedacht zijn dat boven een dag- produktie van 10 a 15 kg melk bijvoedering nodig is naar een hoeveelheid van 1 kg pulpbrok, A-brok of weidebrok per 2% kg melk. Onder natte omstandig heden is bovendien droog voer nodig in de vorm van passingswerken nodig zijn, zodat de deelnemers prak tisch geen kosten behoeven te maken. VERGROTING VAN BEDRIJVEN BIJ KAVELRUIL |\E regeling voorziet erin dat met de ruil ook ka- veis aan bedrijven kunnen worden toegevoegd. Zo kunnen bijv. bedrijven van beëindigers geheel by andere bedrijven worden gevoegd. Men kan bij de ruilovereenkomst dus geld inbrengen en grond toe bedeeld krijgen en omgekeerd. Dit biedt in bepaalde gebieden waar belangstelling is voor bedrijfsbeëin diging al of niet met een beëindigingsvergoeding van het O. en S.-fonds, goede mogelijkheden tot vergro ting van de bedrijf soppervlakte. Verpachte percelen kunnen bij de ruil worden be trokken indien de pachter hieraan medewerking ver leent. Eigenaren van verpachte bedrijven zijn als regel ook gebaat by een goede verkaveling van hun eigen dommen. Omdat de onderlinge ruil voor hen geen kosten meebrengt zullen zy over het algemeen met voordeel aan deze regeling kunnen meewerken. Voor de pachters is een goede verkaveling uiteraard even noodzakelijk als voor een eigenaar-gebruiker. ENKELE VOORBEELDEN In Noord-Brabant zijn momenteel een 60-tal on derlinge kavelruilobjekten in behandeling waarvan er enige reeds zijn gerealiseerd. In een aantal geval len is de gebruiksruil reeds toegepast, vooruitlopend óp de goedkeuring en administratieve afwerking, die naar schatting wel 4 a 5 maanden duurt, maar daar mee toch nog ver binnen de tyd ligt die een wette lijke ruilverkaveling vergt. Om een globale indruk te geven van hetgeen via onderlinge kavelruil bereikt kan worden volgen hier twee verschillende voorbeelden: nemers die zijn bedrijf beëindigde bracht ongeveer 1 'ha grond in en ontving daarvoor een bedrag in geld terug. Bij deze perceelsruil waren geen aanpas- sings werken nodig zodat het voor de deelnemers in het geheel geen kosten meebracht. Onderling was overeengekomen dat oppervlakte-verschillen verre kend zouden worden tegen ƒ0,85 per m*. Elk van de 10 deelnemers heeft de grond dichter by huis ge kregen en aaneengesloten tot grotere kavels, echter met allemaal aangesloten aan de huiskavel omdat de boerderijen daarvoor te dicht by elkaar staan. In bijstaande schetsjes is van drie deelnemers de ligging van de percelen voor en na de kavelruil aangegeven. Hieruit blijkt duidelijk dat elk van deze bedrijven een aanmerkelijk betere verkaveling heeft gekregen. VOORBEELD B: VOORBEELD A: Dit betreft een onderlinge ruil van percelen tussen 10 eigenaren. Er werden 25 percelen geruild die sa men ook ongeveer 25 ha groot zijn. Een van de deel- Dit betreft een onderlinge ruil in een aaneengeslo ten complex van 50 ha, in gebruik by 4 bedrijven t.w. bedrijf 1: 18.80 ha eigendom en 3.50 ha pacht bedrijf 2: 17.50 ha eigendom bedryf 3: 5.20 ha pacht bedrijf 4: 5 ha pacht. De kavel van bedryf 3 is niet verlegd, maar moest bij de ruil worden betrokken vanwege verbetering van de afwatering op de overige kavels. 1840 m te graven nieuwe sloten 3870 m te verbeteren bestaande sloten 50 m betonbuizen voor duikers aanbrengen 15% ha diepploegen en/of egaliseren 15% ha frezen 15% ha inzaaien van bewerkte percelen ha stuifzand vervoeren en doorspitten. De totale kosten van de aanpassingswerken voor deze kavelruil zyn begroot op 35.200, waarvan 50 of 17.600 wordt gesubsidieerd. Ook deze ruil bete kent voor de deelnemende bedrijven een grote ver betering, zoals uit de schetsjes blijkt. Bovendien wordt door het aanpassingswerk een grote verbete ring van de gebruiksmogelijkheden verkregen. stro, graszaadstro of hooi. Zodra de bietencampagne begint wordt op veel bedrijven vers bietenloof met koppen bijgevoerd. Een niet te grote hoeveelheid kan geen kwaad maar meer dan 15 a 25 kg per dier per dag leidt ai gauw tot een eenzijdige voeding gepaard met diarree, produktiedaiing en het ontstaan van bie- tenloofsmaak en -reuk van de melk. Als het even kan is het 's nachts op stal houden van de koeien en daar het by voer geven aan te bevelen. Laat het weer het toe en dreigt er geen gevaar van vertrappen van de graszode, dan is er geen bezwaar tot in december de itoeien overdag nog enige uren in de weide toe te laten. Waar het op aankomt is te zor gen dat de koeien steeds voldoende voer van goede kwaliteit ter beschikking hebben. Voor de gekalfde vaarzen is altijd 2 kg A-brok per dier per dag extra nodig. Het berekenen en wegen van het rantsoen zal de melkveehouder ook gedurende de najaarsmaanden niet mogen nalaten. OPSTAL INMIDDELS wordt het ook tijd zich te beraden over de wintervoeding op stal. Ga nu reeds na hoe het gemiddelde dagrantsoen per stuks grootvee er uit zal kunnen zien. is dit voldoende en hoe is de kwali teit? De beiangrykste bestanddelen uit het winterrant- soen, hooi en kuilvoeders, kunnen sterk in kwaliteit uiteenlopen. Van ruwvoeaers van goede kwaliteit kan het vee meer op dan wanneer de kwaliteit te wensen overlaat. Dit kan wei 3 a 5 kg droge stof per dier per dag verschil geven. Het verdient daarom aanbeveling reeds nu het hooi en het kuilgras te laten bemonsteren door de medewerkers van het Bedrijfslaboratorium voor Grond- en Gewasonderzoek. Degenen die rant soenberekening voor het vee maar een moeilijke zaak vinden kunnen zich ook tot de medewerkers van het Bedrijfslaboratorium wenden voor deelname aan vee voedingsvoorlichting via de computer. Voorwaarde is daarby dat van circa 80 van het te gebruiken ruw- voeder de voederwaarde door middel van een analyse is vastgesteld. Vooraf worden de grootte van de vee stapel en de beschikbare hoeveelheden voer opgeno men. Uiteraard kost deze vorm van intensieve voor lichting, afhankelijk van het te nemen aantal monsters, rond de 200,maar de ervaringen van vorig jaar zijn bijzonder gunstig. BASISRANTSOEN HOE dan ook; een goed basisrantsoen voor de stal- periode per stuks grootvee per dag moet 9 k 12 kg droge stof bevatten, waarin 700 a 1100 gram ver teerbaar ruw eiwit (vre) en 5000 a 6000 gram zetmeel- waarde (g ZW). Hoe hoger het basisrantsoen uitvalt hoe beter meestal, maar dat geldt niet onbeperkt. Im mers het vee moet het rantsoen aankunnen. Van slecht gewonnen hooi de hooiwinning was de afgelopen zomer nogal wisselvallig eet een koe wellicht niet meer dan 5 kg op. Van best in een jong stadium ge maaid hooi mogelijk wel het dubbele. Voor kuilvoer gelden soortgelijke verschillen. Slecht ruwvoer geeft èn door de geringere opname èn door de lagere voeder waarde een geringe voederwaarde van het basisrant soen. Zodanige rantsoenen moeten door 1% a 3 kg krachtvoer per dier en per dag extra worden gecom penseerd. Slecht ruwvoer is dan ook duur voer. Vooral in loopstallen dient het ruwvoer van een gelijkmatige en goede kwaliteit te zyn. Op aanbindstallen kan men, wanneer men het extra werk daarvoor kan opbrengen, voor afwisseling in het menu en het voer in vele por ties toe te dienen, de dieren enigszicis tot een betere voederopname dwingen. Van goed ruwvoer eet het vee in de loopstal meer dan op de aanbindstal. Dit komt aan de produktie ten goede. BROKPRODUKTEN AMDAT het ruwvoer nogal in kwaliteit kan uiteen- lopen en het toedienen steeds bewerkelijk is, wordt de belangstelling voor de veevoeders in brok- vorm steeds groter. Naast de gewone mengvoeders gaat dat om pulp-, gras-, luzerne- en ia de toekomst wel licht ook snijmaïsbrok. Als voordelen worden ervaren de goede opname, de eenvoudige opslag, de gemakke lijke voedering en het vermijden van voederresten. In vergelijking met de toegerekende kosten aan de zelf gewonnen ruwvoeders zijn deze produkten aan de dure kant. Waar nog voldoende mankracht beschikbaar is kuanen deze produkten, indien nodig, wel een aan vullende rol spelen, maar bij een belangrijk aandeel in het rantsoen leidt dat tot kostenstijging. Op de be drijven met weinig mankracht gaan deze voeders een steeds grotere rol spelen, doordat 1 man de verzorging van meer vee aan kan. Ook hier moet tegen overdrij ving worden gewaakt. (Zie verder volgende peg*) .JOSS CAM 1IIER

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 7