gr. Vraagpunt 1970/1971 JrmZMTï De organisatorische werkwijze van de ZLM 9 Rapporteur A. KORTEWEG II Ij J| 1 XA/AREN voorgaande vraagpunten respectievelijk gewijd aan de toekomst van land- en tuinbouw en aan de positie van het agrarisch onderwijs, voor het winterseizoen 1970/71 werd de aandacht van de afdelingen der ZLM gevraagd voor de organisatorische werkwijze van de eigen standsorganisatie. Nu de ZLM-nieuwe stijl sinds de fusie van de Zeeuwse Landbouwmaatschappij en de Noord-Bra bantse Maatschappij van Landbouw ongeveer twee jaar heeft gefunktioneerd leek het het Dagelijks be stuur zinvol om de afdelingen door middel van het traditionele vraagpunt te betrekken bij het vormen van een oordeel over de gekozen opbouw en werkwijze, alsmede over eventueel aan te brengen verbeteringen. Bij het voorbereiden en tot standkomen van genoem de fusie werd er immers van uitgegaan dat voor de nieuwe organisatie gezocht diende te worden naar de meest efficiënte en effectieve organisatievorm, die dan na enkele jaren opnieuw op zijn merites zou kunnen worden beoordeeld. Het samenvoegen van twee orga nisaties met tot dan toe eigen besturen, commissies, kantoren met eigen personeelsbezetting betekent dat met allerlei vaak historisch gegroeide faktoren reke ning dient te worden gehouden en dat de meest ideale opstelling in de nieuwe organisatie eerst na een aantal jaren kan worden verwezenlijkt. Welke verbeteringen men ook met betrekking tot de organisatorische werkwijze van de organisatie zal wil len aanbrengen, uitgangspunt zal dienen te blijven dat de afdelingen en deze gebundeld in de krin gen de grondslag vormen van de organisatie. De ZLM is van en voor de leden en dient door de leden ook als zodanig te worden beschouwd, zijnde immers een noodzakelijk verlengstuk van hun bedrijf door middel waarvan zij hun belangen zo goed en doelmatig mogelijk behartigd willen zien. Deze „para- plu"-werking van de organisatie ten opzichte van de leden wordt wellicht niet door ieder lid steeds be wust ervaren, maar zou levensgroot gemist worden als de ZLM bijvoorbeeld eens zou verdwijnen, aldus o.a. de afdeling Terneuzen. De moderne boer tracht zijn bedrijf zo efficiënt mogelijk te voeren en past zich regelmatig aan bij gewijzigde omstandigheden. Hij mag hetzelfde verwachten van de werkwijze van zijn standsorganisatie, die uiteraard evenmin mag teren op de roem van het verleden. IK'** |\E aan de afdelingen voorgelegde vraagpunten hadden betrekking op het funktioneren van de algemene vergaderingen, het Hoofdbestuur, de com missies, de contacten met de kringen, met coöperatie ve instellingen in het werkgebied alsmede met de an dere standsorganisaties. Onderstaand allereerst een overzicht van de ontvangen rapporten: aantal aantal Kring afdelingen rapporten in Schouwen-Duiveland 14 5 36 Tholen en St. Philipsland 8 5 100 Oostelijk Zuid-Beveland 8 0 Westelijk Zuid-Beveland 8 5 63 Noord-Beveland 5 5 100 Walcheren 18 14 78 West Zeeuws-Vlaanderen 13 6 47 Axel 4 3 75 Hulst 1 0 Altena-Biesbosch 5 1 20 West-Brabant 8 3 38 Oost- en Midden-Brabant 8 2 25 Langstraat 4 0 Totaal 104 52 50 P.J.Z. 20 2 10 Van het totaal aantal afdelingen heeft 50 zich met de voorgelegde vraagpunten beziggehouden en heeft daarover zijn mening kenbaar gemaakt. Ook een tweetal P.J.Z.-afdelingen maakte hun mening kenbaar namelijk de afdelingen Oost Zeeuws-Vlaan- deren en Fijnaart. Onderstaand volgen de voorgelegde vraagpunten met de daarbij gegeven toelichting en een totaal beeld van de daarop van de afdelingen verkregen antwoor den. Vraag 1 ALGEMENE VERGADERINGEN Tot nu toe zijn steeds 2 algemene vergaderingen der ZLM gehouden. Sinds de fusie wordt de winter vergadering in Zeeland en de zomervergadering in Noord-Brabant gehouden. De belangstelling is met name voor de zomervergadering afnemend. De juiste oorzaak is moeilijk aan te gevenhet is veel eer een complex van oorzaken (gebondenheid aan werk of vakantie als het rustig is; voor de Zeeuwen tevens de nog steeds moeilijke Zeeuwse weg enz.) Het is dan ook een vraag of we met deze zomer vergaderingen althans in deze vorm moeten doorgaan. a. Als we ons tot een andere opzet bepalen kan over een combinatie met bijvoorbeeld Platte landsvrouwen en -jongeren gedacht worden. De strekking van de vergadering zou dan niet meer landbouwpolitiek of -economisch moeten zijn, maar veel meer algemeen gericht (bijvoorbeeld op de toekomst van het gezinsbedrijf of op de ontwikkeling van de streek)De presentatie van de ZLM als zodanig zou bij deze opzet verloren gaan. Een openingswoord van de voorzitter zou geen algemene beschouwing meer moeten om vatten; b. Een andere mogelijkheid is de zomervergadering een meer technisch karakter te kunnen geven. We zouden dan vermoedelijk wel in conflict komen met bijvoorbeeld de verenigingen voor bedrijfsvoorlichting en N.F.O. Zou daarom niet een combinatie met deze verenigingen en eigen commissies mogelijk zijn? Bijvoorbeeld 's mor gens in secties veehouderij, tuinbouw en akker bouw en 's middags algemeen huishoudelijke punten en onderwerpen als financiering en eco nomie; c. Ook zou nog gedacht kunnen worden aan hand having van het oude patroon met bepaalde ver nieuwingen. Hoewel het karakter van een alge mene vergadering dat meebrengt (presentatie naar buiten) is het geheel misschien wel een erg eenrichtingsverkeer. Van de rondvraag wordt weinig gebruik ge maakt. Of komt dit omdat het allemaal van te voren goed doorgesproken is in kringen en af delingen? Andere organisaties kennen op de algemene ver gadering onder meer de behandeling van door de plaatselijke afdelingen vooraf ingediende vra gen, alsook verslagen van de voorzitters van de belangrijkste commissies met vragenstellen; d. Tenslotte kan men de zomervergadering geheel afschaffen en de suggesties a, b en c op de win tervergadering toepassen, waarbij zelfs aan samenwerking met C.B.T.B. gedacht zou kunnefi worden. In dit laatste geval zou de zomerver gadering van het Hoofdbestuur nog wat meer geaccentueerd kunnen worden. In de statuten van de ZLM (art. 28) is geregeld dat de algemene vergadering van de ZLM tenminste één maal per jaar wordt gehouden en verder zo dikwijls als het Hoofdbestuur, het Dagelijks bestuur of de voorzitter dit nodig oordeelt. Tot nu toe werden per jaar twee algemene vergaderingen gehouden. Er van uitgaande dat de wintervergadering in ieder geval dient te worden gehandhaafd, vooral ook met het oog op behandeling van de jaarstukken, zou aan de zomer vergadering een ander karakter kunnen worden ge geven, waarbij zich mogelijkheden voordoen als hier boven genoemd. Aan welke van deze onder a, b, c en d genoemde mogelijkheden wordt door Uw afdeling de voorkeur gegeven Uit de binnengekomen reacties blijkt dat men niet onverdeeld enthousiast is over het huidige systeem van twee algemene vergaderingen. Niet minder dan 26 afdelingen willen de zomervergaderingen dan ook het liefst geheel afgeschaft zien. Het is in de zomer meestal druk op het bedrijf en men kan zich de meeste bedrijven zijn immers eenmansbedrijven moeilijk vrij maken om een zomervergadering bij te wonen. Schaf de zomervergadering af en zorg voor een goed voorbereide, aktuele wintervergadering, al dus het oordeel van deze afdelingen! De ingekomen standpunten geven het volgend totaalbeeld: 7 afd. kiezen voor combinatie zomervergadering met plattelandsvrouwen en jongeren. 3 afd. kiezen voor zomervergadering met technisch karakter. 13 afd. kiezen voor handhaving oude patroon met bepaalde vernieuwingen. 26 afd. kiezen voor afschaffing zomervergadering. 2 afd. kiezen voor handhaving huidige vorm. Uit de 13 afdelingen, die wel voor handhaving van de zomervergadering zijn, doch dan met invoering van bepaalde vernieuwingen, komen o.a. de volgende suggesties: a. het behandelen van aktuele vraagpunten, alsmede van korte zakelijke verslagen van de diverse com missies, een en ander goed voorbereid. b. het op de agenda opvoeren van aktuele onderwer pen. c. meer aandacht schenken aan de pers en publieke opinie. Voorts zijn er enkele suggesties om alleen een zo mervergadering te houden, terwijl enkele afdelingen een zomervergadering zouden willen combineren met een werktuigendemonstratie of veekeuring. Tenslotte doen 2 afdelingen de suggestie om jaarlijks in de zo mer een congres met andere organisaties te houden (bond van Plattelandsvrouwen, Jongerenorganisatie, vereniging voor bedrijfsvoorlichting, tuinbouw- en veehouderij-organisaties). Een dergelijk congres zou niet alleen funktioneel zijn voor het werkgebied van de ZLM, maar kan ook landelijk betekenis hebben, aldus de afdeling Oude- lande. (Zie verder pag. 10) De moderne agrariër tracht zijn bedrijf zo efficiënt mogelijk te voeren en past zich regelmatig aan bij de ge wijzigde omstandigheden. Hij mag hetzelfde verwachten van de werkwijze van zijn organisatie, die uiter aard evenmin mag teren op de roem van het verleden! Aldus de afdeling Terneuzen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 9