ZLM Vraagpunt 10 De afdeling Dreischor o.a. bepleit evenëens de con- gresvorm, doch dan voor de wintervergadering met afschaffing van de zomervergadering. Behalve met de Bond van Plattelandsvrouwen en de jongerenor ganisatie zou deze dag tesamen met de beide andere standsorganisaties dienen te worden georganiseerd. Deze afdeling wil daarbij naast een of meer inleiders ook groepsdiscussies op deze bijeenkomst invoeren. Enkele Brabantse afdelingen tenslotte bepleiten handhaving van de zomervergadering, waarbij deze telkens in een andere kring wordt gehouden, met daarmee gecombineerd een excursie of rijtoer door het betreffende gebied. Vraag 2 HOOFDBESTUUR Er werd destijds reeds besloten om de zomer- hoofdbestuursvergadering bij toerbeurt in een ander gebied te houden, gecombineerd met een excursie. Wanneer we het werkgebied in 4 regio's verdelen, Brabant, Noord-, Midden- en Zuid-Zeeland, zouden we eens in de 4 jaar met het Hoofdbestuur een ge bied bezoeken. Is het misschien beter de excursie dan naar de morgen te verplaatsen om meer tijd voor de vergadering te krijgen? Wanneer de alge mene zomervergadering zou worden afgeschaft ware voorts te bezien: a. pers toe te laten op de Hoofdbestuursvergade ring; b. de voorzitter een openingsrede te doen uitspre ken, gericht op de ruimere publiciteit (maar korter dan op de algemene vergadering) c. alle afdelingsbesturen in de desbetreffende regio luit te nodigen voor deze vergadering; d. ruime aandacht te besteden aan de regionale problemen (door middel van vragen van af delingen, uiteenzetting van kringvoorzitters van de regionale problemen). Ten aanzien van de najaarsvergadering van het Hoofdbestuur is de keuze tussen een halve dag ver gaderen, waarbij de vergadering een louter huis houdelijk karakter zal krijgen of een hele dag, waarbij er meer ruimte is om ook een meer alge meen onderwerp aan de orde te stellen. Hoe oordeelt Uw afdeling over de meest efficiënte werkwijze van het Hoofdbestuur Met betrekking tot de onder a, b, c en d gedane suggesties stemt veruit het merendeel in met 'het hou den van de zomer H.B.-vergadering bij toerbeurt in telkens een ander gebied. Ruime aandacht voor de regionale problemen wordt daarbij zeer op prijs ge steld. Voor deze vergaderingen dienen ook de af delingsbesturen in het betreffende gebied te worden uitgenodigd. Ook inschakeling van de pers wordt zeer belang rijk geacht. 7 afdelingen spreken zich zonder meer uit voor 2 H.B.-vergaderingen per jaar van een hele dag, waar van de zomervergadering met excursie. Van 9 afdelingen komt bovendien de opmerking dat liet H. B. in zijn huidige samenstelling te groot is, 4. afdelingen willen het huidige aantal handhaven. Het merendeel van de afdelingen is niet enthousiast over het huidige systeem van twéé algemene verga deringen per jaar. Schaf de zomervergadering af en zorg voor een foed voorbereide aktuele winterverga dering! aldus de mening. De afdeling Steenbergen o.a. bepleit een drastische inperking van het aantal bestuurs- en commissie leden. Iedere afdeling levert een bestuurslid in het kringbestuur, elke kring (13) levert een lid van het hoofdbestuur, bij voorkeur de kringvoorzitter. Uit dit hoofdbestuur van 13 leden wordt een dagelijks bestuur van 5 leden gekozen. Hierdoor wordt door stroming van onderop voldoende gewaarborgd, doch zal slagvaardiger kunnen worden opgetreden, aldus de afdeling Steenbergen. Bovendien zal een belang rijke kostenbesparing worden bereikt. Ook de afdeling Terneuzen zoekt het in de reorga nisatie van de bestuursvorm. Laat de vier regio's Noord-, Midden- en Zuid-Zeeland en Noord-Brabant als kringen fungeren en de huidige kringen als nieu we afdelingen. De huidige afdelingen zullen door schaalvergroting tot veel grotere verbanden dienen te komen, aldus deze afdeling. Dit kan betekenen minder, doch beter bezochte vergaderingen, minder afgevaardigden, kleinere commissies en een beter ni veau van de besturen met mogelijk een taakverdeling met het oog op specialisatie enz. Het aankweken van saamhorigheid, de gezamenlijke beleving van de re gionale problematiek, blijven belangrijk en ook mo gelijk in de grote afdelingen nieuwe stijl, aldus de afdeling Terneuzen in zijn uitvoerig rapport. Van de zijde van de jongerenorganisatie wordt na drukkelijk gewezen op het in de komende jaren sterk afnemend aantal agrariërs, wat deorganisaties ook in hun bestuursvorm zal dwingen tot reorganisatie en tot samenwerking. Uitbouw van de contacten als 3 C.L.O.'s is onder meer noodzakelijk, te beginnen op kringniveau. De afdelingen hebben hun tijd overleefd en dienen in kringverband op te treden. Uit de samenwerking van de drie organisaties in kringverband zal zonder meer een landelijke federatieve samenwerking volgen. Een andere mogelijkheid is de Gewestelijke Raden van het Landbouwschap meer taken en bevoegdhe den te geven en daardoor de drie standsorganisaties van lieverlee overbodig te maken. De H. B.-vergade- ringen (2 x per jaar) zouden nu reeds vergaderingen dienen te zijn van de hoofdbesturen van de drie standsorganisaties, gecombineerd met een excursie door het gebied, waar men vergadert. Aldus het oor deel van een der afdelingen van de P.J.Z. Vraag 3 RONDGANG KRINGEN regelmatig bijeen, de grote commissie tweemaal per jaar. In onze situatie kan overwogen worden of ten aanzien van die commissies, welke regelmatig ver gaderen, niet dezelfde werkwijze moet worden toe gepast. Dit zou inhouden tweemaal per jaar met de volledige commissie bijeenkomen. Tussen deze vergaderdata kan de kleine commis sie vergaderen al naar de omvang van de problemen in de desbetreffende sector en de noodzaak van be raad hierover, dan wel afhankelijk van de wense lijkheid van advisering aan het Dagelijks bestuur. Hoe ziet U de taak van de commissies van de ZLM en wat acht Uw afdeling, gezien de omvang van deze commissies (15 a 20 leden en adv. leden) de meest doelmatige werkwijze? De indruk bestaat dat deze kringsgewijze bijeen komsten met alle afdelingsbestuursleden aan het begin van het winterseizoen nog steeds goed funk- tioneren en in een behoefte voorzien. De opzet is een informatieve bijeenkomst van het secretariaat, waarbij ieder hoofd van dienst gelegenheid krijgt de bestuurderen in te lichten over de ontwikkeling in zijn sector en er gelegenheid is tot een gedachten- wisseling. Er is wel eens de gedachte geopperd om deze rondgang tweemaal per jaar te houden. Hierdoor zou de communicatie verder uitgebreid worden en er zou meer gelegenheid zijn tot doorspreken van de onderwerpen. Het secretariaat zou bij 2 rond gangen niet iedere keer met alle mensen aanwezig behoeven te zijn. Misschien is deze uitbreiding te overwegen. De rondgang meer in het bestuurlijke vlak bren gen, door bijvoorbeeld aanwezigheid van de vice- voorzitters en voorzitters van commissies en in stellingen zou een doublure betekenen omdat via het secretariaat alle secretarissen van commissies en instellingen aanwezig zijn. De voorzitter bezoekt wel zoveel mogelijk deze vergaderingen. Misschien dat ook vice-voorzitters ware uit te nodigen. Indien men uitbreiding van meer bestuurlijke contacten tussen Dagelijks bestuur en kringen zou wensen kan eventueel een werkbezoek van het Dagelijks bestuur ingelast worden. Acht U de bestuurlijke contacten tussen Dagelijks bestuur en kringbesturen voldoende of acht U uitbrei ding van deze contacten gewenst? Zo ja, op welke wijze Veruit de meerderheid (34) spreekt zich uit voor handhaving van het tot nu gevolgde systeem van rondgang langs de kringen. Daarentegen zien 15 af delingen dit contact liever tweemaal per jaar. Door verschillende afdelingen wordt verzocht om de spreektijd op deze bijeenkomst met de kringbestu ren beter te verdelen. Voor de funktionarissen die wegens tijdgebrek nauwelijks aan de beurt komen is dit niet prettig, aldus enkele afdelingen. 8 afdelingen spreken zich duidelijk uit voor des avonds vergaderen, 2 hebben geen bezwaar tegen middagvergaderingen. Door 5 afdelingen wordt de suggestie gedaan deze bijeenkomsten met 2 of 3 krin gen gecombineerd te houden. Vanuit de jongerenorganisatie wordt de rondgang langs de kringen overbodig geacht. Men bereikt hier mee alleen de besturen, die reeds met de problema tiek op de hoogte zijn, doch niet de individuele leden! Vraag 4 COMMISSIES Ten aanzien van voorgaande punten zal steeds gezocht moeten worden naar een evenwicht tussen goed contact leden-bestuur en de efficiency, even zo geldt dat voor de samenstelling en werkwijze van de commissies der ZLM. Met name de nogal brede samenstelling van de meerderheid van de commissies roept nog wel eens magen op. Het K.N.L.C. heeft met dezelfde soort problemen gezeten en dit opgelost door uit de grote commissie een kleine commissie te benoemen. De kleine commissie, bestaande uit 4 a 5 personen komt Duidelijk komt uit de antwoorden naar voren dat men in de komende periode naar de tot stand koming van één landbouworganisatie wil streven. De afdelingen reageren op dit vraagpunt als volgt: 3 afdelingen willen de huidige omvang handhaven; 9 afdelingen achten de commissies te groot; 40 afdelingen kiezen voor het vormen van kleine werkgroepen uit de huidige commissies. Op een kleine minderheid na zijn alle afdelingen het er over eens dat de huidige commissies te groot zijn. Dit werkt duur en niet doelmatig. Men ziet wel voordelen in een grotere medezeggenschap en sprei ding over de kringen, waardoor ook een aantal spe cialisten ingeschakeld kunnen worden. Anderzijds moet echter ook slagvaardig opgetreden kunnen wor den en mogen de commissies geen bestuursorganen worden. De grote meerderheid is dan ook voorstan der van het vormen van kleine werkgroepen uit de huidige commissies, die gemakkelijk bijeen te roepen zijn en sneller zullen kunnen reageren. Over de be voegdheden die deze werkgroepen ten opzichte van de betreffende commissies zouden dienen te hebben zijn de meningen zeer verdeeld en valt hieruit vrjj- wel geen conclusie te trekken. De afdeling Terneu zen tenslotte bepleit een goede informatie van nieuw gekozen bestuurs- en commissieleden, opdat zij 'hun taak zo goed mogelijk kunnen vervullen, terwijl de afdeling Dreischor de leeftijdsgrens voor bestuurs- en commissieleden zou willen zien teruggebracht van 70 naar 65 jaar. Vraag 5 CONTACT MET DE COÖPERATIEVE EN DAARMEE GELIJK TE STELLEN INSTELLINGEN Gezien de toenemende betekenis van een goede afzet en verwerking is het alleen reeds zakelijk ge zien van veel betekenis indien over en weer com merciële instellingen en de ZLM van eikaars stand punten en handelwijze op de hoogte zijn. Ook land bouwpolitiek gezien lijkt de betekenis van de eco nomische macht die landbouw kan ontwikkelen, toe te nemen. Ook uit dien hoofde zal een goede samen spraak in de toekomst nut kunnen afwerpen. Daar naast zullen we er rekening mee moeten houden dat door de structuur van ons gebied de landbouw politieke en ook de landbouw economische invloed van het Zuidwesten af zal nemen. De akkerbouw (om van de fruitteelt maar niet te spreken) wordt verhoudingsgeunjs steeds onbelangrijker. Dat merkt iedere Zuidwestelijke instelling in zijn landelijke overkoepeling, of het nu KJJ.L.C., Cebeco, Centrale Bank of Centraal Bureau heet. Daarom zullen we elkaar nodig hebben en niet langs elkaar moeten werken. Landellijk bestaat hiervoor nu een Raad, samengevoegd uit de Nationale Coöperatieve Raad en het Overlegorgaan voor land- en tuinbouw. Als ZLM kennen we in de groep coöperatieve in stellingen de leden-vereniging en we geven ze als groep een zetel in het Hoofdbestuur. Het is de vraag of het meer is dan een vriendelijk gebaar (dat we uiteraard moeten maken), maar of het enige beteke nis heeft, gezien de bedoelingen van een goede samenspraak. Veelal zullen deze afgevaardigden

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 10